Skip to main content

Redactie Beroepseer

Bas Filippini van Privacy First over kentekenterreur van de overheid en omkering van regels rechtsstaat

Volgens voorzitter Bas Filippini van de Stichting Privacy First is het verplicht invoeren van je kenteken in een parkeerautomaat in strijd met het recht op privacy. Iedere vrije burger heeft immers het recht op privacy in de zin van anonimiteit in de openbare ruimte, ook als men ergens de auto parkeert.
Op 11 november 2014 diende in Amsterdameen een rechtszaak*) naar aanleiding van een parkeerboete die Filippini had gekregen na het niet invoeren van zijn kenteken in een parkeerautomaat.

De rechtszaak draaide in de kern om twee aspecten bij kentekenparkeren die Privacy First onrechtmatig acht:
1. verplichte registratie van kentekens en
2. gebrek aan anonieme betalingsmogelijkheden.

Beide aspecten zijn in strijd met het recht op privacy wegens gebrek aan noodzaak en proportionaliteit. Bovendien ontbreekt een privacyvriendelijk alternatief.
Vier jaar geleden heeft de overheid het plan opgevat alle kentekens van Nederlanders continu te registreren. Het project wordt ook als opsporings- en vervolgingssysteem voor politie en justitie ingezet.
Op initiatief van gemeenten en de Dienst Wegverkeer die de registratie van gemotoriseerde voertuigen en rijbewijzen in Nederland verzorgt (RDW) is de coöperatie Servicehuis Parkeer- en Verblijfsrechten opgericht. Dit servicehuis “neemt gemeenten, parkeerbedrijven en serviceproviders werk uit handen”.

Kentekenterreur

Filippini schrijft op de website van Privacy First:
“Ik weiger namelijk principieel mijn kenteken in te voeren. Dit vanuit het recht op anonimiteit in de openbare ruimte voor burgers die niet met rede verdacht worden van een strafbaar feit. Tevens heb ik het recht op anoniem betalen aan de orde gesteld, aangezien de gemeente Amsterdam (en vele anderen) het betalen met cash geld voor parkeren hebben afgeschaft. Privacy First staat voor het meest elementaire grondrecht, namelijk het recht op privacy en persoonlijke en lichamelijke integriteit. Vanuit het principe van eigen keuzes in een vrije omgeving. Aan deze beide voorwaarden wordt op geen enkele wijze meer voldaan met de kentekenterreur van deze overheid. De trend binnen de overheid is een doorgeslagen efficiency- en controledenken waarbij de burger totaal niet relevant is voor de exponenten hiervan”.

Incident-gedreven angstpolitiek

Volgens Filippini worden de klassieke rechtsregels omgekeerd: “Elke burger is vanaf nu verdacht en moet worden gecontroleerd en geregistreerd. Middels ‘profiling’ (het checken op kenmerken) wordt vervolgens gecheckt of er (potentieel) schuldigen zijn aan een strafbaar feit. Vanuit het principe dat geen enkele burger meer kan ontsnappen. Overijverige ambtenaren buitelen over elkaar heen in voorstellen voor nog meer en betere controle van die verschrikkelijke burgers, die natuurlijk niet te vertrouwen zijn en niet in staat zijn eigen keuzes te maken. Dat zij betaald door en met verantwoording aan diezelfde burger deze vrijheidsbeperkingen implementeren ontgaat hen ten enenmale. Veel belangrijker is het ‘meegaan met de tijd’ en ‘meer omzet uit de burger halen’ tegen ‘minimale kosten’. De overheid heeft tot taak de privacy van elke burger in dit land te beschermen en daarbij mag vrijheid dus best wat kosten. Deze afweging is in het ‘economisch denken’ inmiddels verdwenen, want dit levert natuurlijk geen geld op. We hebben 4.000 jaar gedaan om tot enkele zeer principiële spelregels voor onze rechtsstaat te komen en voor deze basisprincipes zijn miljoenen mensen gestorven in oorlogen of kampen. We kunnen deze rechten dus niet in 15 jaar laten afpakken door incident-gedreven angstpolitiek onder het mom van terrorismebestrijding”.

Elektronische gevangenis met het kenteken als elektronische enkelband

Het surveillanceproject van de overheid blijft zich gestaag uitbreiden. Het is niet meer te stoppen. Filippini: “Er zijn immers miljoenencontracten met ICT-bedrijven en persoonlijke relaties mee gemoeid. ANPR-camera’s boven de snelwegen, trajectcontrole-systemen, elektronische slotgrachten rondom steden en kentekenparkeren zijn allemaal uitingen van één en hetzelfde controlemonster voor de burger. Er wordt een elektronische gevangenis van enorme schaal gebouwd met het kenteken als elektronische enkelband. Reden voor Privacy First om rechtszaken voor te bereiden tegen trajectcontroles, ANPR en het grenscamera-systeem @MIGO BORAS, de verschillende koppen van hetzelfde monster!”

Alternatief: bouwen aan een hoogstaande technologische staat met principes

Waarom zetten we geen hoogstaande technologische alternatieven in – ze zijn voorhanden – die tegelijk de privacy waarborgen?  Als we dat doen blijft het recht op anonimiteit in de openbare ruimte gehandhaafd.
Privacy First is van mening dat niet het bouwen van de beste elektronische gevangenis de uitdaging is, maar het bouwen van een hoogstaande technologische staat waarin de principes van vrijheid, gelijkheid en broederschap gewaarborgd zijn. Met privacy enhanced & embedded technology als exportproduct kan Nederland een lichtend voorbeeld worden voor de rest van de wereld!

Een reactie van Jochem Jantzen, directeur Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie op de site van RTL vat de hele kwestie nog eens kort en bondig samen: “De gemeente hoeft niet te weten of ik ergens parkeer of niet. Slechts met mijn toestemming mogen ze dat weten. Er zou dan ook een alternatief moeten zijn, maar dat komt er niet (zie discussie OV-chip, ook zo’n doorgeslagen project van de overheid)”.

*) Binnen zes weken doet de rechter uitspraak; het vonnis staat gepland voor 23 december 2014.

Rechtszaak Privacy First tegen kentekenparkeren, Privacy First, 4 november 2024: https://privacyfirst.kinsta.cloud/artikelen/rechtszaak-privacy-first-tegen-kentekenparkeren/

De kentekenterreur van de overheid, door Bas Filippini, Privacy First, 14 november 2014: https://www.privacyfirst.nl/over-ons/columns/item/797-de-kentekenterreur-van-de-overheid.html (Niet meer beschikbaar)

Registratie kenteken bij parkeren moet stoppen, video RTL Nieuws, 11 novembert 2014: www.rtlnieuws.nl

Op de site van Privacy First staat een documentaire die Reda Aitihda in 2012 als afstudeerproject maakte aan de Fontys Hogeschool Journalistiek. Titel: De ondergang van onze privacy?
De documentaire geeft een treffend beeld van de hedendaagse privacyproblematiek en de verschillende manieren waarop mensen “uit het veld” hier tegenaan kijken.
Personen die Aitihda heeft geïnterviewd zijn: Bart de Koning, privacy expert en freelance journalist; Christian van ‘t Hof, senior onderzoeker Informatiesamenleving bij de afdeling Technology Assessment van het Rathenau Instituut;  Corien Prins, hoogleraar recht en informatisering aan de Universiteit van Tilburg en lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid; Guusje ter Horst, ex-minister van Binnenlandse Zaken; Ron Looije, woordvoerder Raad van Korpschefs en Vincent Böhre, Director of Operations bij stichting Privacy First.

De documentaire De ondergang van onze privacy? –  in drie delen op video: https://www.privacyfirst.nl/aandachtsvelden/privacy-kunst/item/509-afstudeerdocumentaire-de-ondergang-van-onze-privacy.html (De video is niet meer te zien op Privacy First)

Wel te zien op YouTube zijn: De ondergang van onze privacy? 

Deel 1 – https://www.youtube.com/watch?v=43-RxIZfTWI
Deel 2 – https://www.youtube.com/watch?v=I9Giy7FJSCs
Deel 3 – https://www.youtube.com/watch?v=lkYn48v58iU

U P D A T E  I

Update 30 januari 2015: Na een uitstel van het vonnis heeft de rechtbank uitspraak gedaan op 30 januari 2025 en voorzitter Philippini in het gelijk gesteld! Bij pareren hoeft geen kenteken te worden ingevoerd als kan worden aangetoond dat voor de parkeerplek betaald is.

Privacy First wint rechtszaak tegen kentekenparkeren, Privacy First, 30 januari 2015: https://privacyfirst.kinsta.cloud/artikelen/privacy-first-wint-rechtszaak-tegen-kentekenparkeren/

U P D A T E  II

Hof Amsterdam zet streep door kentekenparkeren, Privacy First, 6 november 2015: https://privacyfirst.kinsta.cloud/artikelen/hof-amsterdam-zet-streep-door-kentekenparkeren/

Formidabele toespraak van Belgische Frie Leysen bij ontvangst Erasmusprijs over kern van kunstenaarschap

De Belgische festivalmaker Frie Leysen ontving op 12 november 2014 de Erasmusprijs uit handen van koning Willem-Alexander. De prijs is een alarmsignaal, zegt ze in haar dankwoord: “Majesteit, uw land is een plek geworden waar de kunsten nog nauwelijks kunnen ademen”.
De toespraak is niet alleen een alarmsignaal, maar ook een pleidooi en raakt de kern van het kunstenaar zijn.
Halverwege zegt Frie Leysen:

“Realiseren we ons wat we aan het verliezen zijn in dit klimaat van verrechtsing, nationalisme en commercialisering? Deze prijs wordt mij uitgereikt door de koning van Nederland, koning Willem-Alexander. Majesteit, uw land is een plek geworden waar de kunsten nog nauwelijks kunnen ademen,

• Waar het onderscheid tussen kunst, cultuur en culturele industrieën nog nauwelijks gemaakt wordt;
• Waar brutaal het mes gezet werd in de cultuur- en kunstbudgetten. Het theaterlandschap is grondig opgekuist. Alle wildgroei en onkruid zijn netjes weggesneden. Jammer, want van daaruit komt precies vernieuwing, verandering…;
• Een land waar artistieke creatieplekken, laboratoria en onderzoekscentra niet meer bestaan;
• Waar conservatisme welig tiert;
• Waar kunst een ‘hobby van de linksen’ genoemd wordt;
• Waar internationale circulatie van artiesten en hun werk tot een belachelijk minimum herleid is;
• Waar schouwburgen (bijna) allemaal, op enkele uitzonderingen na, hetzelfde doen: een ongeprofileerd programma aanbieden, voor elk wat wils, met als belangrijkste doel cijfers halen. Met als gevolg dat de meeste leeggelopen zijn;
• Een land waar het artistiek geïnteresseerde publiek niet meer aan zijn trekken komt;

Kortom, een land waar kunst en cultuur, en hun publiek, stevig onder druk staan. Niet alleen in Nederland trouwens, overal in Europa is de aanslag op kunst en cultuur ingezet”.

Tot slot roept Leysen op van koers te veranderen: “Op het politieke en economische vlak stelt Europa vandaag wereldwijd niet veel meer voor. Maar onze cultuur en kunsten blijven internationaal toonaangevend. Daarvoor moeten we blijven vechten. Tegen de stroom in om alles te herleiden tot het museaal bewaren van ons verleden, moeten we blijven investeren in een klimaat van levendige, open en innoverende kunsten voor de toekomst”.

Lees de toespraak in de Volkskrant, 13 november 2014: Majesteit, in uw land dreigen kunstenaars te verstikken in een wereldje van glamour, geld en macht: www.volkskrant.nl

Stichting Praemium Erasmianum: http://erasmusprijs.org

Voorbeeld van geslaagde actiegroep die pal stond voor demente ouderen

In de zomer van 2013 was er sprake van een gedwongen verhuizing van demente bejaarden van de overkoepelende zorginstelling WoonZorgcentra Haaglanden (WZH) welke voorkomen is door een actiegroep. De verhuizing zou plaatsvinden in de verzorgingshuizen Het Anker, Leilinde en Rustoord in Leidschendam-Voorburg. WZH wilde de zorg anders organiseren, er moesten specialistische wooncentra voor aparte doelgroepen komen. De verpleegafdeling van Het Anker in Voorburg zou op korte termijn worden gesloten. Familieleden vreesden dat de demente bewoners een dergelijke verhuizing niet zouden overleven.

WoonZorgcentra Haaglanden kwam vorige week in opspraak nadat het Algemeen Dagblad op 4 november 2014 had bericht dat de demente bewoners in een van de verzorgingshuizen van WZH verwaarloosd worden. Later bleek dat in het betreffende huis ook de dementerende moeder van staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid woont. Van Rijn reageerde nog dezelfde dag in het televisieprogramma Pauw op de berichten over de omstandigheden waarin zijn moeder verkeert.

Volgens Omroep West op 5 september 2013…”richtten de bewoners en familieleden van Het Anker een actiecomité op dat met de directie over de verhuizing wilde praten. De directie schreef de bewoners vervolgens een brief waarin werd gesteld dat samenwerking met het actiecomité gevolgen zou kunnen hebben voor hun zorgovereenkomst. De bewoners vinden die brief intimiderend en zijn naar de zorginspectie gestapt.
Volgens WoonZorgcentra Haaglanden is het nooit de bedoeling geweest om mensen te intimideren met de verstuurde brief. In de reactie laat WZH ook weten dat ze zich wil houden aan de officiële wettelijke vertegenwoordiging van bewoners. WZH heeft zorgcontracten afgesloten met de bewoners, maar niet met de leden van het actiecomité. ‘Daarom vroegen we in de brief naar de daadwerkelijke wettelijke contactpersoon’, zegt een woordvoerder van WZH”.

Deze actiegroep heeft gedwongen verhuizing en sluiting van een verpleegafdeling weten te voorkomen. Het is een mooi voorbeeld van krachtig reageren op een onacceptabele situatie.

Tip: Lees het boek De beroepstrots van verpleegkundigen en verzorgenden – Pleidooi voor een sterke beroepsorganisatie, door Binjamin Heyl. De auteur, met vijftig jaar ervaring als verpleegkundige, roept verpleegkundigen en verzorgenden op hun vakinhoudelijke kennis en ervaring in te zetten en eensgezind de krachten te bundelen om zelf het initiatief te nemen en toekomstig beleid te bepalen van de zorg. In het boek staan ook voorbeelden van actievoeren van verpleegkundigen en verzorgenden voor hun rechten en behoud van kwaliteit in hun beroep.
Klik hier. https://beroepseer.nl

Geen gedwongen verhuizing demente bejaarden WoonZorgcentra Haaglanden, Omroep West, 5 september 2013: www.omroepwest.nl

Boosheid over verhuizing bewoners Voorburgse zorginstelling, Omroep West, 4 september 2014: www.omroepwest.nl

Bruggink & Van der Velden Advocaten een van zeven winnaars “slimste bedrijf van Nederland”

Tijdens de jaarlijkse MKB Krachtcentrale LIVE op 5 november 2014 in Den Bosch waar de slimste ondernemers van Nederland bij elkaar komen om met elkaar ervaringen te delen over anders en slimmer ondernemen, vindt ook de verkiezing plaats van “het slimste bedrijf van Nederland”.
Dit jaar zijn er zeven winnaars. Een van hen is kantoor Bruggink & Van der Velden Advocaten en Belastingadviseurs uit Utrecht. Dit kantoor bestaat sinds 2006 en geldt als lichtend voorbeeld van een bedrijf waar transparantie en vertrouwen deel uitmaken van de cultuur. Het kantoor heeft een uniek businessmodel, medewerkers bespreken openlijk elkaars salaris tijdens vergaderingen en wie aan objectieve criteria voldoet kan aandeelhouder worden.
In het boek Loonfatsoen, dat vorige week op 27 oktober 2014 is gelanceerd op het kantoor van Bruggink & Van der Velden, is een hoofdstuk gewijd deze democratische onderneming.

Bij de uitreiking in Den Bosch sprak René Kesselaar – zijn bedrijf was in 2012 verkozen tot winnaar – mede-oprichter Sjoerd van der Velden toe: “Hun verdienmodel is zo radicaal vernieuwend dat iedereen het zou moeten horen, niet alleen, maar zeker ook hun eigen sector. Bij een ‘normaal’ advocatenkantoor  ligt het break even point bij ongeveer 1300 declarabele uren per medewerker en bij hun ligt dat dit jaar op 600. Alles wat daarboven verdiend wordt, wordt gedeeld en er zit een gezond maximum aan het aantal uren dat iemand mag draaien. Burnouts zijn nogal een probleem in deze branche. Iedereen werkt bij BvdV 4 dagen, verdient bovengemiddeld goed en is vitaal en ondernemend”.

De andere winnaars zijn: GreenFox, Emile.nu, Van Loon Elektrotechniek, Drukkerij Wedding, Noorderhoeve, &Samhoud.
Lees op de site van MKB Krachtcentrale meer over de prijsuitreiking: http://mkbkrachtcentrale.nl

winnaars mkb krachtcentrale 2014

De zeven winnaars van “het slimste bedrijf van Nederland 2014”. Derde  van links
Sjoerd van der Velden van Bruggink & Van der Velden Advocaten
Belastingadviseurs
(foto René Wouters)

Lees meer over Bruggink & Van der Velden in verslag Lancering boek Loonfatsoen op toepasselijke locatie in Utrecht, Blogs Beroepseer, 2 november 2014: https://beroepseer.nl

Aantal crisisopnamen GGZ stijgt flink door bezuinigingen

Sinds de bezuinigingen in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in 2012 zijn ingevoerd, zijn de wachtlijsten gegroeid, waardoor de zwaarte van de psychische klachten is toegenomen en er meer crisisopnamen plaatsvinden.
Dat blijkt uit onderzoek van Abvakabo FNV onder 1.578 werknemers in de GGZ. De GGZ-medewerkers geven ook aan dat de kwaliteit van de zorg afneemt, de administratiedruk enorm is toegenomen en er minder tijd is voor patiënten. Voor mensen met lagere inkomens is de zorg nauwelijks nog betaalbaar. Alles wijst erop dat geld belangrijker is dan goede zorg.

Kosten GGZ
Omdat de kosten in de GGZ flink stegen, hebben het Kabinet en de werkgeversorganisatie GGZ Nederland sinds 2012 een aantal afspraken gemaakt die moeten leiden tot het terugdringen van deze kosten. Zo moet het aantal opgenomen patiënten in GGZ-instellingen omlaag en gelijktijdig de hulp via de huisarts en zorg aan huis omhoog.

37 procent van de respondenten ziet inderdaad dat het aantal opgenomen patiënten in instellingen afneemt, maar tegelijkertijd geeft 76 procent aan dat de zwaarte van de zorg toeneemt. “De zorg van de huisarts valt onder de basisverzekering, maar voor geestelijke gezondheidszorg geldt het eigen risico”, aldus Anja Dijkman, bestuurder zorg bij Abvakabo FNV. “Mensen trekken daardoor later aan de bel, of zelfs zo laat dat een crisisopname noodzakelijk is. Vooral voor mensen met lage inkomens is de GGZ minder toegankelijk geworden.”

Kwaliteit van de zorg neemt af
Als direct gevolg van de bezuinigingen geeft 82 procent van de respondenten aan dat er steeds meer naar de kosten van werkzaamheden wordt gekeken dan naar goede zorg. Dijkman: “Twee derde van de werknemers zegt dat de kwaliteit van de zorg afneemt, omdat ze steeds minder tijd voor de patiënt hebben. Behandelaars, verpleegkundigen en begeleiders besteden meer dan 30 procent van hun tijd aan administratie. Die tijd kunnen ze beter besteden aan de zorg voor patiënten.”

Banen op het spel
80 procent van de medewerkers ervaart een te hoge mentale belasting. Ook de werkdruk is extreem hoog. Naast de bezuinigingen is werkdruk een reden waarom 50 procent van de medewerkers wel eens nadenkt over een baan buiten de zorg. “Voor het in eerst in jaren staan er banen op het spel in de GGZ. Waar werknemers eigenlijk altijd zeker waren van een baan in de sector, vreest de helft nu voor zijn eigen baan of die van directe collega’s.”

Abvakabo FNV wil dat de werknemers meer tijd krijgen om te zorgen, zodat ze beter kunnen inspelen op de zwaardere zorgvraag en zich minder met administratie bezig hoeven te houden.

Klik hier voor onderzoek Effecten van de bezuinigingen in de geestelijke gezondheidszorg. Resultaten enquête onder 1578 werknemers in de ggz, Barometer 14, Abva Kabo FNV, oktober 2014: www.abvakabofnv.nl/3944/419044/184396/ggz-barometer-oktober-2014 (Resultaten onderzoek niet meer beschikbaar op site FNV).


Demonstratie op zaterdag 8 november 2014 in Den Haag

Abvakabo FNV demonstreert zaterdag 8 november 2014 op het Spuiplein in Den Haag tegen aangekondigde bezuinigingen in de zorg. De vakbond heeft meer dan 100.000 handtekeningen verzameld tegen de Wet Langdurige Zorg (WLZ). De handtekeningen worden aangeboden aan de Eerste Kamer.
De wet is al door de Tweede Kamer aangenomen, maar moet nu nog door de Eerste Kamer. Abvakabo hoopt de Eerste Kamerleden te overtuigen om af te zien van de wet.
De demonstratie begint om 13.00 uur en duurt tot 16.00 uur. Voor meer info over de demonstratie: www.fnvvoorzorg.nl (Aankondiging niet meer beschikbaar)

Ouderen doen het zo slecht nog niet als startende ondernemer. Oorzaak: kennis en ervaring

Al jaren gaat het verhaal dat alleen jonge mensen verandering kunnen teweegbrengen. De Amerikaanse onderzoeker en schrijver Vivek Wadhwa schrijft op de site van VentureBeat dat die bewering nooit bewezen is. Apple laat zelfs zien dat vijftigers nog zeer creatief zijn. Trouwens, niet alleen Apple maar ook oprichters, uitvinders, innovators en directeuren van grote ict-bedrijven als Google, LinkedIn, Qualcomm, Salesforce en Intel laten dat zien. Qualcomm bijvoorbeeld is opgericht door Irwin Jacobs toen hij 52 was, Andrew Viterbi was 50 jaar oud.
Het is ook niet juist dat mensen opgedroogd zijn en “geen nieuwe ideeën” meer hebben als ze tegen de 45 lopen, of dat “jonge mensen gewoon slimmer” zijn, zoals Facebookoprichter Mark Zuckerberg beweerde voor een gehoor op de Universiteit van Stanford in 2007.
Steve Jobs was 52 toen hij de iPhone lanceerde in 2007. Jaren later introduceerde hij de MacBook Air, de App Store en de iPad. Tim Cook was 51 toen hij het stokje overnam van Jobs.
Zowel Jobs als Cook prikken de mythe door dat de jongeren toonaangevend zijn in de technologie-industrie.

De durfkapitalisten van Silicon Valley ventileren overigens openlijk hun vooroordelen. Vooraanstaand investeerder Vinod Khosla1) zei  op een conferentie: “Het zijn de mensen onder de 35 die voor verandering zorgen; mensen boven de 45 onbreekt het aan nieuwe ideeën”.
Paul Graham vertelde aan de New York Times in verband met de leeftijd van ondernemers dat de grens voor durfkapitalisten” op 32 ligt. Na de 32 gaan ze al twijfelen” of ze nog zullen investeren in ondernemers. Sommigen gaan nog verder en en beweren dat internet-ondernemers pieken op hun 25ste.

De verering van de jeugd

De verering van de jeugd gaat zover dat miljardair Peter Thiel in september 2010 aankondigde dat hij studenten honderdduizend dollar zou betalen als ze hun studie eraan gaven. In plaats van kostbare jaren op school “te verspillen” en opgezadeld te worden met “een onvoorstelbare studieschuldenlast”, konden ze zich beter “concentreren op baanbrekende technologieën die de beschaving naar het volgende niveau zouden optillen”.
Het gevolg van dit vooroordeel is dat oudere ondernemers vaak doelbewust genegeerd worden terwijl jongere alle aandacht krijgen. Deze versleten vooroordelen zijn schadelijk voor zowel de risicodragende kapitaalindustrie als Silicon Valley.

Wadhwa schrijft dat hij in 2008 met een team onderzoek2) deed aan de universiteiten van Duke en Harvard naar succesvolle technologiebedrijven, waarbij alleen gekeken werd naar bedrijven die vanuit een garage gestart waren en tenminste een miljoen dollar omzet behaalden. Het onderzoek wees uit dat de gemiddelde leeftijd van de oprichters 39 was. Er waren twee keer zoveel ouderen boven de 50 als jongeren onder de 25. En er waren twee keer zoveel ouderen boven de 60 als jongeren onder de 20.
In een vervolgproject “onderzochten we de achtergrond van 549 succesvolle ondernemers van twaalf sterk groeiende industrieën. De gemiddelde leeftijd van de mannelijke oprichters in deze groep was 40; een belangrijk deel was ouder dan 50”.

De vice-voorzitter van de Kauffman Foundation, Dane Stangler, bouwde voort op Wadhwa’s bevindingen met een analyse, gebaseerd op gegevens van US Census, een om de tien jaar gehouden volkstelling in de V.S. Hij ontdekte dat in elk jaar vanaf 1996 tot 2013 Amerikanen in de leeftijd van 55 tot 64 jaar veel vaker een nieuw bedrijf waren begonnen dan twintigers en dertigers. En die trend zet door. Van alle nieuwe bedrijven in 1996 werd 14 procent opgericht door mensen in de leeftijd tussen 55 en 64. In 2013 was het percentage gestegen naar 24 procent.

Vaardigheden komen met de jaren

In Silicon Valley wonen veel jongeren die nieuwe bedrijven starten. Sommigen geven hun studie ervoor op. Durfkapitalisten investeren miljarden in hen. Het merendeel van deze startende ondernemers haalt het niet, omdat niets de plaats kan innemen van kennis en ervaring. Ondernemers hebben succes, zoals Wadhwa en zijn team hebben aangetoond, vanwege hun ervaring, opgedaan tijdens het werk en vanwege hun managementvaardigheden. Die komen met de jaren. De onervarenheid – en de onvolwassenheid – van de jeugd is een van de redenen waarom de track record3) van durfkapitalisten zo pover is. De Kauffman Foundation analyseerde in 2012 de gegevens over twintig jaar van bijna honderd investeringsfirma’s. Uitkomst: een grote meerderheid behaalde een lagere omzet dan de openbare markten.

Het experiment van Thiel om studenten te betalen als ze hun studie eraan zouden geven heeft niet tot flitsende nieuwe bedrijven geleid. De meeste studenten van Thiel vertrokken naar andere bedrijven, of gingen terug naar school. De Thiel Foundation heeft stilletjes het programma aangepasten steunt nu een alternatieve schoolopleiding voor kinderen.
Het besef is doorgedrongen dat innovatie niet veroorzaakt wordt door de jeugd, maar door kennis, volwassenheid, ervaring en relaties.

Interessant om te weten is ook dat een onderzoek naar de leeftijd van Nobelprijswinnaars en andere personen die iets belangrijks verricht hebben in de 20ste eeuw heeft uitgewezen dat de gemiddelde leeftijd waarop zij hun prijswinnende werk voltooiden of hun grootste uitvinding deden 39 was. Er waren twee zoveel – 14 procent – ouderen boven de 50 als jongeren onder de 26. Volgens Benjamin F. Jones, econoom aan de Kellogg School of Management van de Northwestern-universiteit is de gemiddelde leeftijd van innovators gestaag aan het toenemen. De gemiddelde leeftijd waarop een Nobelprijswinnaar en een technologie-uitvinder het beste presteren is in de 20ste eeuw met zes jaar gestegen, tot 45 jaar.

We hebben ondernemers van middelbare leeftijd nodig

Jonge ondernemers zijn beslist beter in sociale media en het ontwerpen van apps. Ze begrijpen de nieuwe technologieën beter dan hun ouders, aldus Wadhwa, omdat ze ermee zijn grootgebracht. Het is ook makkelijker een code te schrijven voor een mobiele telefoon dan te leren hoe je werknemers moet inspireren en motiveren, hoe je de financiën moet beheren en producten voor de markt moet verhandelen. Als je een bedrijf wilt starten heb je al die vaardigheden nodig. Daarom hebben oudere ondernemers meer succes. Als de generatie van na de Tweede Wereldoorlog, die van de geboortegolf, net zo vertrouwd raakt met internet en mobiele technologie als hun kinderen, dan helpen ze de jongeren vast wel met kennis van de markt voor toekomstige technologieën.

Er vindt een technologieverschuiving plaats die de komende jaren het ondernemerslandschap drastisch gaat veranderen. Diverse technologieën op het gebied van geneeskunde, robotica, kunstmatige intelligentie, synthetische biologie, 3D printers en nanomaterialen ontwikkelen zich exponentieel en vloeien in elkaar over. Hetzelfde gebeurt op computergebied. Elke achttien maanden is er een verdubbeling van de proceskracht, prijzen dalen en apparaten wordem kleiner. Een vandaag gekochte laptop van 500 dollar heeft meer computerkracht dan een supercomputer uit 1985 van 17,5 miljoen dollar die in een enorm groot gebouw stond.
Dit alles maakt het mogelijk dat problemen wereldwijd kunnen worden opgelost: hongersnood en gezondheids-, energie-, en onderwijsproblemen.

Zo zijn er ook niet al te dure apparaten voor meting van hartslag, temperatuur, beweging, druk en licht. Ze kunnen worden gebruikt om hulpmiddelen te maken om de bloeddruk te volgen, het glucosegehalte, zuurstofgehalte, de ademhaling of zelfs slaapgewoonten. Ze kunnen ook worden gebruikt om de landbouw te verbeteren, het milieu te observeren en voedselverspilling tegen te gaan. Op kunstmatige intelligentie gebaseerde systemen kunnen gebruikt worden om een medische diagnose te stellen, zelfrijdende auto’s te besturen en verkeersstromen, misdaden en trends mee te voorspellen. Robots zullen ouderen bijstaan met routinehandelingen. Digitale leraren kunnen het onderwijs veranderen.

Deze technologieën maken het mogelijk de volgende biljoenenindustrieën op te bouwen en ons leven gemakkelijker te maken. Maar daarvoor is kennis en ervaring nodig, begrip van de problemen waarmee mensen worden geconfronteerd en vakoverschrijdende vaardigheden. Deze vaardigheden komen met de jaren. Laten we vooroordelen opzij zetten en beseffen dat oudere ondernemers de wereld gaan verbeteren.

1) Vinod Khosla: www.youtube.com

2) Education and Tech Entrepreneurship, 16 pages, 30 April 2008: https://beroepseer.nl

3) Track record is een opsomming van verdiensten en gebreken van een persoon of organisatie. Deze bestaat bijvoorbeeld uit positieve en negatieve referenties en feitelijke prestaties uit het verleden. Iemands track record is medepalend voor diens imago en autoriteit.

Why middle-aged entrepreneurs will be critical to the next trillion-dollar business, door Vivek Wadhwa, 31 oktober 2014 op VentureBeat, website voor nieuws over innovatie in de technologie: http://venturebeat.com

Vivek Wadhwa is een Amerikaanse academicus, onderzoeker en schrijver van Indiase afkomst en verbonden aan het Rock Center for Corporate Governance aan de Stanford-universiteit en het Center for Entrepreneurship and Research Commercialization van de Duke-universiteit. In het verleden heeft hij gewerkt aan Harvard Law School en de Universiteit van California Berkeley.
Hij is auteur van het boek The immigrant exodus: Why America is losing the global race to capture entrepreneurial talent. Weekblad The Economist riep het boek uit tot Boek van het jaar 2012.
Het zakentijdschrift Forbes noemde Wadhwa in 1999 de “leider van morgen”.

Discussie over toekomst accountantsberoep in de publieke sector

Op 13 november 2014 overlegt de Tweede Kamer met de minister van Financiën over de ontwikkelingen in het accountantsberoep.
Dit mede naar aanleiding van het rapport van de werkgroep Toekomst Accountantsberoep en het recente rapport Uitkomsten onderzoek kwaliteit wettelijke controles Big 4-accountantsorganisaties van de Autoriteit Financiële markten (AFM).
In een brief van 31 oktober 2014 aan de Tweede Kamer gaf de Algemene Rekenkamer haar zienswijze op onderwerpen die in de discussie over de toekomst van het accountantsberoep van belang zijn met het oog op de publieke sector.

De brief van de Algemene Rekenkamer begint met de motivering:

“Het presteren en functioneren van de overheid bij organisaties die met publiek geld zijn gefinancierd staan centraal in de missie van de Algemene Rekenkamer. Burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat de overheid integer is, zorgvuldig omgaat met geld, duidelijk is over wat ze wil en kan bereiken, en de beloofde resultaten haalt. Daarvoor hebben we in Nederland een goed controlebestel met checks en balances. Ook de accountants hebben daarin een rol. Het recente rapport van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de vele daaraan voorafgaande incidenten, maken duidelijk dat vertrouwen in de accountancysector helaas niet vanzelfsprekend meer is. In de publieke sector maken het Rijk, provincies, gemeenten, scholen, woningcorporaties, ziekenhuizen, onderwijsinstellingen en vele andere publieke organisaties gebruik van de controleverklaringen van accountantskantoren. De reputatie van de controlerende accountants als vertrouwenspersonen van het maatschappelijk verkeer, doet er dus ook toe.
Dit is in het kort gezegd de reden van onze betrokkenheid en de aanleiding van deze brief”.

De slotalinea van de brief luidt:

“Het laatste punt waarvoor wij uw aandacht vragen is de door de werkgroep Toekomst Accountantsberoep voorgestelde maatregel een onafhankelijk onderzoeksinstituut in te stellen dat onder andere analyses verricht naar de oorzaak van gebreken en incidenten. Dit instituut dient onderzoek te doen naar de effecten van accountantscontrole, oorzaken van onvoldoende controlekwaliteit en de effecten van (internationaal) genomen maatregelen die de sector betreffen. De werkgroep schrijft hierover: ‘De beroepsorganisatie onderzoekt de inrichting van een mechanisme dat specifiek is gericht op het leren van falen van accountants en dat werkt op basis van dezelfde uitgangspunten als de Onderzoeksraad voor de Veiligheid’.

Het is een goede zaak dat de accountancysector het lerend vermogen wil vergroten en onderzoek wil doen naar gebreken en incidenten. Wij bevelen aan om bij de uitwerking van dit voornemen ook stil te staan bij de (semi) publieke sector. Het controlebestel van de publieke sector en de belangen die daar spelen zijn immers heel specifiek: dit vereist een aanpak op maat en specifieke deskundigheid.
Wij denken graag samen met andere betrokkenen, zoals de minister van Financiën, de AFM en de NBA*), mee over een passende vormgeving”.

*) NBA = Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants

Lees de brief van de Algemene Rekenkamer aan de Tweede Kamer: Ontwikkeling in het accountantsberoep, 31 oktober 2014: https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2014Z19385&did=2014D39220

Donderdag 13 november 2014, van 9.30 – 12.30 uur: Commissievergadering Tweede Kamer met minister van Financiën Dijsselbloem in de Thorbeckezaal van  Tweede Kamergebouw. Algemeen overleg: Accountancy. Deze bijeenkomst is openbaar. Zie voor agendapunten de site van de Tweede Kamer: www.tweedekamer.nl

Buurtzorg Nederland buitengesloten: over de controversiële opsplitsing van de wijkverpleging

Redacteur Bart Kiers schrijft op de site van Zorgvisie over het buitensluiten van Buurtzorg Nederland door Zorgverzekeraar CZ. De wijkverpleging wordt per 1 januari 2015 overgeheveld van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet (ZVW). Zorgverzekeraars doen de zorginkoop. De manier waarop zij dit doen leidt tot stevige controverse in de sector, omdat die in de praktijk leidt tot opsplitsing van de taken van wijkverpleegkundigen. In de wijk komen er daardoor verschillende soorten wijkverpleegkundigen. Eén die regeltaken doet in sociale wijkteams en één die de zorgverlening doet.

“Straks heb je een wijkverpleegkundige in de sociale wijkteams, een die fietsend door de wijk de indicaties doet en een die zorg verleent”, verklaart CDA-Kamerlid Hanke Bruins Slot aan de vooravond van een Kamerdebat met staatssecretaris Martin van Rijn van VWS. “Terwijl de staatssecretaris de Tweede Kamer steeds heeft toegezegd dat die taken bij één en dezelfde persoon zouden liggen. Ik ga de staatssecretaris vragen om te inventariseren waar de wijkverpleging gescheiden wordt ingekocht”.

CZ koopt in met gemeenten
Een van de zorgverzekeraars die de wijkverpleging gescheiden inkoopt is CZ. De verzekeraar koopt het zogeheten segment 1 (die bevat activiteiten die niet te herleiden zijn tot één cliënt) in overleg met gemeenten in in wijken waar veel ouderen wonen of waar veel mensen een lage sociaal-economische status hebben. In elke wijk is er maximaal één zorgaanbieder die het contact met de huisartsen en het sociaal domein onderhoudt. Zorgaanbieders worden alleen gecontracteerd voor segment 1 als zij ook in segment 2 (de zorgverlening) zorg leveren. “Zo borgen we dat de verpleegkundigen in segment 1 voldoende geworteld blijven in de praktijk”, verklaart een CZ-woordvoerder. “Dit is in lijn met VWS-beleid”.

CZ heeft Buurtzorg Nederland, landelijk veruit de grootste aanbieder van wijkverpleging, niet gecontracteerd voor S1, omdat Buurtzorg niet goed in netwerken zou samenwerken. “Voor S1 moet je in netwerken samenwerken. Doet Buurtzorg niet. Voldoet dus niet aan criteria. S2 lukt wel”, zegt CZ-topman Wim van der Meeren in een tweet aan Jos de Blok, directeur Buurtzorg.
Met de drie andere grote verzekeraars – Achmea, VGZ en Menzis – heeft Buurtzorg wel afspraken kunnen maken over S1.

Buurtzorg is geen ‘systeemaanbieder’
Maar Jos de Blok ziet dat anders. “We hebben gemiddeld circa 25 samenwerkingsrelaties per wijk”, repliceert De Blok in een tweet aan Van der Meeren. Volgens hem is er wat anders aan de hand. “CZ ziet ons niet als ‘systeemaanbieder ‘. CZ wil S1 wegzetten bij enkele grote regionale zorgaanbieders. Gemeenten vroegen ons waarom we niet hadden geoffreerd voor S1. Dat hadden we wel gedaan, maar CZ heeft dat niet verteld aan gemeenten”.

Lees het hele artikel CZ passeert Buurtzorg Nederland, door Bart Kiers op site van Zorgvisie, 30 oktober 2014: www.zorgvisie.nl

Zie ook video Segmenten in 2015 nader verklaard: http://vimeo.com/104633373