Skip to main content

Redactie Beroepseer

Indringend gewetensonderzoek nodig over de ethiek van het zakendoen in ICT-sector. Ook bij de overheid

Op woensdag 15 oktober 2014 presenteert de Kamercommissie ICT haar eindrapport van het onderzoek naar falende ICT-projecten dat in april 2013 onder leiding van Tweede Kamerlid Ton Elias is begonnen met een reeks openbare hoorzittingen met deskundigen over ICT bij de overheid. Het betreft projecten als de modernisering van de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA), de OV-chipkaart, politie- en brandweersysteem C2000 en het Elektronische Patiëntendossier (EPD).
De Tweede Kamer besloot in 2012 tot een parlementair onderzoek.

In november 2013 vroeg de Kamercommissie negen maanden extra tijd voor ‘verdiepingsonderzoek’. De commissie wilde ontbrekende documenten onderzoeken en meer informatie inwinnen door middel van aanvullende gesprekken. Die verdieping was nodig op het gebied van aanbestedingsprocedures, contractmanagement, de relatie tussen ICT-leveranciers en overheid en de geldstromen binnen ICT-projecten. Daarbij moest ook duidelijk worden of er sprake is van ondoelmatig gebruik van belastinggeld en volgens welke patronen zich dat voordoet.
Falende ICT-projecten bij de overheid zijn al jaren gaande met als gevolg kapitaalvernietiging van honderden miljoenen euro’s per jaar.

Klokkenluider met USB-stick

Op 2 oktober 2014 besteedde het televisieprogramma ZEMBLA een uitzending aan het frauderen door ICT-leverancier Ordina met verschillende aanbestedingen van de overheid in de periode 2005-2010. Het betreft aanbestedingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie en de gemeente Rotterdam. Ook kreeg Ordina cruciale, vertrouwelijke documenten toegespeeld, onder meer door een corrupte ambtenaar. Dat blijkt uit een grote hoeveelheid interne bedrijfsinformatie van Ordina die in bezit is van ZEMBLA.
ZEMBLA heeft van een klokkenluider een USB-stick toegespeeld gekregen en beschikte daardoor over zo’n honderdduizend e-mails, adresbestanden en vertrouwelijke bedrijfsplannen, afkomstig van Ordina. Ordina heeft de authenticiteit van de informatie tegenover ZEMBLA bevestigd.

De uitzending van ZEMBLA heeft ertoe geleid dat het aandeel Ordina, dat sinds 3 oktober 2013 zo mooi omhoog was geklommen van €1,21 naar €1,96 vorige week op 3 oktober weer volledig is teruggevallen naar de bodemkoers van een jaar geleden. Reden: Ordina kan meegesleept worden in tal van rechtszaken over fraude bij aanbestedingen.

Verziekte bedrijfscultuur, zowel bij overheden als IT-sector

De klokkenluider is de boodschapper. De echte oorzaak is een verziekte bedrijfscultuur, zowel bij de overheden als in de IT sector, aldus Adriaan Meij*) in zijn artikel Aanbestedingsfraude Ordina is topje van de ijsberg op de site van Computerworld: “Omkoping, corruptie, aanbestedingsfraude, schenden van geheimhoudingsplicht, vragen om ‘tegenprestaties’ bij het gunnen van een opdracht; het televisieprogramma heeft de eerste contouren geschetst van strafbare fraude en bedrog bij de overheid en grote bedrijven in de IT sector. Mannen die elkaar frauduleus de bal toespelen en concurrentie proberen uit te sluiten.

‘De laagste prijs is de belangrijkste factor geworden bij IT-aanbestedingen. Dat beleid leidt ertoe dat projecten mislukken en favoriete leveranciers voorkennis verwerven. Value based aanbestedingen met een proof of concept en een pilot, waarbij het risico bij de opdrachtnemer ligt, zijn beter’. Dat zegt Ad Nederlof, algemeen directeur van de Vanad Group.
Hij noemt fraude heel ernstig en vindt dat de onderste steen boven moet komen. Maar hij is niet verbaasd. Nederlof gaf in het verleden onder meer leiding bij Volmac en Oracle en kent de IT-sector als geen ander.
‘Wij doen niet meer mee met aanbestedingen als we vermoeden dat het spel vóór de formele aanbesteding al gespeeld is. Dat vermoeden bestaat vaak. En wij zijn niet de enigen die er zo over denken. Ordina is het topje van de ijsberg’, zegt hij.”

De Ordina fraudezaak zal – net als de bouwfraudezaak – nog vergaande consequenties hebben voor de gehele IT-sector. De beschuldigingen zeggen veel over de zakelijke ethiek in de branche. Het ministerie van Defensie heeft inmiddels aangifte gedaan tegen één persoon. De Rotterdamse Rekenkamer buigt zich over de Rotterdamse zaak. De Autoriteit Consument en Markt is ingeschakeld. De bestuurders van enkele bedrijven hebben inmiddels onder druk van het ZEMBLA-programma interne onderzoeken ingesteld.

Indringend gewetensonderzoek nodig

Adriaan Meij besluit zijn artikel met de opmerking: “Net zoals bij de banken en in de bouwsector is er een indringend gewetensonderzoek nodig over de ethiek van het zakendoen. Ook bij de overheden. En het is niet genoeg dat, zoals bij Ordina, de slager via een advocaat het eigen vlees keurt. Het Openbaar Ministerie heeft hier een eigen taak”.

*) Adriaan Meij is publicist en specialist in financieel onderzoek naar ICT ondernemingen. Zie zijn site High Tech Analysis met artikel Foute processen bij IT aanbestedingen: https://www.hightechanalysis.nl

Aanbestedingsfraude Ordina is topje van de ijsberg, door Adriaan Meij, Computerworld, 8 oktober 2014:  https://www2.computerworld.nl/it-beheer/84113-aanbestedingsfraude-ordina-is-topje-van-de-ijsberg

Kamercommissie bijt zich vast in onderzoek overheids-ICT, Binnenlandse Bestuur, 11 november 2013: www.binnenlandsbestuur.nl

Op de site van Computerworld staat een speciaal dossier over gefaalde ICT-projecten, ICTfaal, een serie ontluisterende artikelen over ontspoorde projecten met oorzaken en gevolgen. Vul in het zoekveld van de site het woord ictfaal in: https://www2.computerworld.nl/

 U P D A T E

Rijk faalt bij ICT-projecten: het gaat mis op alle niveaus, Algemeen Dagblad, 15 oktober 2014: www.ad.nlwww.ad.nlwww.ad.nl

Overheid verspilt jaarlijks 1 tot 5 miljard door ICT-projecten, NU.nl, 15 oktober 2014: www.nu.nl

Alle ICT-projecten Rijk moeten voortaan door een sluis, Computerworld, 15 oktober 2014: https://www2.computerworld.nl/development/84180-alle-ict-projecten-rijk-moeten-voortaan-door-een-sluis

De leraar onder het vergrootglas

Tot 2008 werd de leraar de hemel in geprezen: zijn vakkennis maakt het verschil bij kinderen. Maar toen de leraar op een voetstuk werd gezet, was er meteen een leger van politici, bureautjes en andere betweters die zich met de leraar gingen bemoeien. Als de leraar dan het verschil maakt, dan zullen wij dat succes wel bij docenten afdwingen. Met bonussen, of ontslag van minkukels en dwarsliggers.
Ter gelegenheid van de Dag van de Leraar 2014 analyseerde Robert Sikkes in zijn artikel De leraar op een voetstuk in het Onderwijsblad de hedendaagse positie van de leraar.

Een greep uit de inhoud:

1. Vandaag zijn weer drie leraren uitverkoren tot leraar van het jaar. Het is voor de zestiende keer dat docenten op een voetstuk worden gezet. Die traditie begon in 1999, toen het lerarentekort op zijn hoogtepunt was. Zelf werd ik daar ook hardhandig mee geconfronteerd, toen op de deur van de klas van mijn oudste dochter een simpel briefje hing: ‘Carolien is ziek, er is geen vervanging.’ Impliciete boodschap: Wilt u uw kinderen weer mee naar huis nemen? Mijn dochter keek beteuterd omdat haar juf er niet was, maar ik zag blinde paniek in de ogen van ouders. Het wegbrengen van hun oogappeltjes was toch ook vaak een tussenstop op weg van huis naar werk. Wat nu? Het lerarentekort vulde krantenkolommen en dagelijks werden er rond de eeuwwisseling hele klassen naar huis gestuurd. In die sfeer ontstond een reeks van meer of minder effectieve maatregelen om het tekort te bestrijden.
In andere landen deden ze dat ook, zo’n lerarenverkiezing, dus ging Nederland mee in de vaart der volkeren. De leraar van het jaar zou een voorbeeld zijn, het beroep meer status geven, de aantrekkelijkheid vergroten.

2. PvdA-Kamerlid Jeroen Dijsselbloem leidde in 2008 de parlementaire enquête naar de onderwijsvernieuwingen in het voortgezet onderwijs. Hij constateerde dat ‘docenten het onderwijs hadden gered’ door slecht onderbouwde vernieuwingsplannen van de overheid niet uit te voeren. Dat moest voortaan anders. De overheid bepaalt alleen wat er geleerd moet worden, de scholen het hoe. Draagvlak is nodig, als de overheid ingrepen wil doen, moet dat gepaard gaan met voldoende tijd voor invoering en geld om dat mogelijk te maken.

Er klonk bijna applaus in de Tweede Kamer bij het verschijnen van het rapport-Dijsselbloem, het Convenant Leerkracht werd breed gesteund. De leraar, de redder van het onderwijs, de professional die het verschil maakt. In de personeelskamers was er misschien geen polonaise, maar wel optimisme door de politieke erkenning. Dolblij met de Lerarenbeurs, tevreden over de financiële inhaalslag, maar er nog niet helemaal van overtuigd dat de politiek zich minder met inhoud en werk van de leraren zelf zou gaan bemoeien. ‘De leraar maakt het verschil’, zette onderwijsminister Jet Bussemaker vorig jaar als titel op de lerarenagenda 2013-2020. Met een stevige stapel plannen. Scherpere eisen voor de toelating, betere opleiding, iedereen bevoegd, zelfs geld in het regeerakkoord voor de kwaliteitsverbetering. En met een belofte. ‘Het is onze bedoeling om een aanzienlijk deel van middelen in te zetten in het kader van deze lerarenagenda.’ Klinkt goed, maar de bemoeizucht van de overheid met het werk van de leraar lijkt eerder toe- dan afgenomen.

Met z’n allen bovenop de leraar gaan zitten

3. Sinds 2008 is het klimaat compleet veranderd. Heel even stond de leraar op een voetstuk, maar bij het aantreden van kabinet Rutte 1 stonden onderwijs en politiek meteen tegenover elkaar. Er lag een bezuinigingsopdracht op passend onderwijs die vele duizenden banen zou kosten. Bovendien waaide het onderwijsbeleid mee met een wind die van de andere kant van de Atlantische Oceaan kwam en het denken over effectief onderwijs behoorlijk vergiftigde. De politiek ging zich actief met het personeelsbeleid op scholen bemoeien. Als de leraar dan het verschil maakt, dan gaan we met z’n allen boven op die leraar zitten, is de basisideologie van dat nieuwe onderwijsbeleid, dat we tegenkomen bij overheden, sommige schoolbesturen en veel betweters van buiten. Zij halen de leraar van zijn voetstuk en jagen hem op, zodat hij nog beter gaat presteren.

Het begon in Amerika met een bonuscultuur. Statistici en economen wisten precies hoe je van begin- tot eindtoets per jaar, met ingewikkelde modellen, de toegevoegde waarde van de leraar kon bepalen. Veel staten stopten er honderden miljoenen dollars in om de zogenaamd objectief betere leraren en scholen op te sporen en te belonen. Soms geholpen door bureaus die nog beter konden bepalen hoe zij de effectiefste leraren uit het bestand konden peuteren. Het leidde tot een waanzinnige toetsfraude. Door te sjoemelen met testresultaten werden mensen en scholen rijker.

4. Tegen beter weten in, was dat ook precies wat het toenmalige kabinet in Nederland wilde invoeren. Er moest en zou een bonussysteem komen, ook al was het aan deze kant van de oceaan allang mogelijk om de beloning van leraren te variëren. En we hadden net de functiemix ingevoerd, waarbij kwaliteit en opleidingsniveau meespeelden om sneller naar een hogere schaal door te stromen. Nog een systeem erbovenop, was eigenlijk overbodig.

Toch blijft die roep om nog meer differentiatie bestaan. Naar aanleiding van het onlangs gepubliceerde manifest Samen leren klonk de vrolijke boodschap dat er nu eindelijk uitzicht is op extra beloning voor goede leraren. Huh? Dat is al heel lang mogelijk in de cao. Het grote probleem is dat de doorstroom naar hogere salarisschalen in basis- en voortgezet onderwijs volledig stagneert. Schoolbesturen zeggen dat ze geen geld voor verdere uitvoering van de functiemix hebben, waardoor jonge docenten in lagere schalen blijven hangen dan de bedoeling was. Oftewel: beter belonen kan, maar de besturen zeggen dat de kas leeg is. De beste leraren beter belonen is één variant van de bemoeizucht van buiten, de tweede is het opsporen en ontslaan van slecht functionerende collega’s. Die bestaan, natuurlijk, zoals er ook slechte politici en slechte journalisten zijn.

Stoppen met betuttelen

5. Intussen is in de Verenigde Staten een nieuwe trend geboren. Schoolbesturen meten de toegevoegde waarde van een leraar op basis van leerlingresultaten. Lage score? Dan geen loonsverhoging of zelfs ontslag. Commerciële bureaus, economen en statistici bieden graag allerlei instrumenten aan om schoolbesturen daarbij te helpen. Met alle beschikbare toetsen, tests, voortgangsrapporten, opnieuw met ingewikkelde modellen komt de effectieve leraar tevoorschijn. Ook die trend waait deze kant op. In het Financieele Dagblad zag de voormalige rector van het Zernike College ook voor Nederland enorme mogelijkheden in deze big data om het onderwijs en de leraren te verbeteren. En ook hier springt de commercie er bovenop.

Afgelopen voorjaar bijvoorbeeld toerde consultancybureau CBE door het land met de uit de Verenigde Staten ingevlogen goeroe Anthony Muhammad: hoe besturen een ‘gezonde schoolcultuur’ kunnen organiseren. Voor dat doel heeft CBE een setje instrumenten, waarin leraren worden ingedeeld in fundamentalisten, gelovigen, beginners en overlevers. De overlevers zijn makkelijk te herkennen: ooit een burn-out gehad en dat wordt niets meer. ‘Verwijdering en behandeling is de enige remedie.’ Voor de fundamentalisten is er nog hoop. Hoe uw schoolleiding met die dwarsliggers om moet gaan, kunt u in een cursus leren. Bij Dijsselbloem werd het verzet tegen onnozele vernieuwingen nog geprezen, leraren waren helden. Hier worden leraren na kritische vragen ingedeeld bij de fundamentalisten.

Kortom: de tijden zijn veranderd. De leraar is van zijn voetstuk gehaald en wordt door het ministerie, politici, de inspectie en commerciële bureaus onder een vergrootglas gelegd. Bekeken, beoordeeld en betutteld. Iedereen bemoeit zich eerder meer dan minder met de uitoefening van het beroep. Dat leidt allemaal af, van waar het werkelijk om draait. De commissie-Rinnooy Kan formuleerde het simpel: Wil het Nederlandse onderwijs kunnen beschikken over voldoende en goed opgeleide leraren, dan moet het salaris concurrerend zijn met de markt.
Volgens de rijkelandenorganisatie OESO liggen de onderwijssalarissen 20 tot 30 procent lager dan die van een gemiddelde hoger opgeleide. Het startsalaris is redelijk, maar het salarisperspectief niet. Extra geld dat het kabinet nu wil uitgeven, gaat bestemmingsloos naar de lumpsum. De meeste werkgevers hebben het niet gebruikt om de stagnerende doorstroom naar hogere salarisschalen op gang te brengen. Het kabinet heeft het daar ook niet over.

Een kabinet dat de leraar weer op een voetstuk wil plaatsen, moet kijken naar de beloning en stoppen met betuttelen.

Zie het artikel De leraar op een voetstuk, door Robert Sikkes, Onderwijsblad no 15, 4 oktober 2014: www.onderwijsblad.nl

Minister Bussemaker van Onderwijs geeft les op Dag van de Leraar en ontvangt verlanglijstje van leraren

Minister Bussemaker heeft vanmorgen, op 6 oktober op de Dag van de leraar 2014, lesgegeven aan een 3-mavo-klas op Het Baken in Almere Poort.
De minister was daar op uitnodiging van de vakbond Leraren in Actie (LIA) om zelf eens te ervaren hoe mooi het beroep van leraar is. Daarnaast overhandigde LIA een verlanglijstje met punten ter verbetering aan de minister, opgesteld door vierhonderd leraren. Grootste wens: kleinere klassen. Maar ook schonere scholen en meer aandacht voor zorgleerlingen.

Driekwart van de leraren vindt dat de klassen te groot zijn. “Een op de zes groepen in het basis- en voortgezet onderwijs telt dertig leerlingen of meer”, legt de bond uit. Ook de “hoge administratieve werkdruk” is leraren een doorn in het oog. Daardoor zou er te weinig tijd zijn voor zorgleerlingen. De docenten lijken ook te hopen Bussemaker vaker op school te zien. Zo luidt nummer vijf op het verlanglijstje “minister langer voor de klas dan een uur”.

Noël van Riswick en Annelies Schep uit Almere grepen het bezoek van de minister aan om namens het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) een petitie te overhandigen in het kader van de actie Stop het leenstelsel. Zij vrezen dat het invoeren van een leenstelsel ertoe leidt dat studenten eindigen met een torenhoge studieschuld. Op 14 november 2014 is er een grote manifestatie tegen het leenstelsel op het Malieveld in Den Haag.

Op de Dag van de leraar, die internationaal is en in meer dan honderd landen wordt gevierd, wordt stilgestaan bij het belang van het lerarenvak.

In 2009 werd op de Dag van de leraar, op 5 oktober, het startsein gegeven voor de nieuwe vakbond Leraren in actie (LIA ) door minister Plasterk van Onderwijs. Plasterk gaf toen onder grote belangstelling van de pers in het gebouw van de Tweede Kamer een les aan 24 leerlingen. Ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van LIA was de huidige minister van Onderwijs Bussemaker bereid hetzelfde te doen als haar voorganger.

Video Minister staat voor de klas in Poort, Omroep Flevoland, 6 oktober 2014: www.omroepflevoland.nl

‘Leraren gaan gebukt onder te grote klassen’, Nu.nl, 6 oktober 2014: www.nu.nl

Website LIA: www.lerareninactie.nl

Animatiefilmgemeenschap Laika: Je wordt geen held door normaal te zijn

laika 4Laika is een gemeenschap van Amerikaanse kunstenaars en makers van filmanimaties uit Hillsboro, Oregon. “Elke dag maken wij iets en elke dag transformeren we materialen in levende schepsels met een ziel”.
Een van hun successen is ParaNorman uit 2012, een komische thriller die gaat over de onbegrepen tiener Norman. Hun laatste film heet The Boxtrolls, uitgebracht in september 2014.

Alle mensen van het Laika-team hebben iets bijzonders waar ze in hun jeugd op school last van hebben gehad: “Wij waren niet de aanvoerders in het voetbalteam, maar de kinderen die in de lockers werden geduwd”.
Luister naar Jill Penney die in haar jeugd altijd dingen aan het maken was en verhalen aan het verzinnen, en naar Mattzilla Duron die dol was op films met monsters en dinosaurussen. Naar Chris Butler die “er niet bij hoorde op school. Ik geloof dat mijn verbeeldingskracht me een buitenbeentje maakte”. Georgina Haynes “werd altijd gezien als een beetje een raar persoon”.

In het door hen gecreëerde jongetje Norman herkennen de makers zich allemaal wel een beetje.laika decorDe boodschap van ParaNorman is “dat je er helemaal niet bij hoeft te horen. Soms zijn onze grootste kwaliteiten juist dat wat ons vreemd, afwijkend of uniek maakt. We zijn allemaal een beetje de eigenaardigheden van de maatschappij. Maar wat we allemaal gemeen hebben is dat we goede vakmensen zijn. We zijn heel intens betrokken met wat we doen en we zijn ook echt goed in wat we doen”.

De Laika-leden leven de dromen die ze hadden toen ze opgroeiden: “Dat je gewoon jezelf kan zijn, en dat je mee kan in de wereld, en geaccepteerd wordt. De gaven die we hebben en die ons juist onderscheiden van de massa, maken het mogelijk dat we iets unieks kunnen bijdragen aan de wereld”.

De bijna tweeënhalve minuut durende video You don’t become a hero by being normal is vertaald door Vrije denkers: Je wordt geen held door normaal te zijn en maakt onderdeel uit van de serie Nieuwe perspectieven op werken. Het team van Vrije denkers helpt organisaties bij de snelle veranderingen van onze tijd.

De website van Laika is: www.laika.com

Jelmer Evers reflecteert op bijeenkomst ‘Samen leren’ in De Balie

Jelmer Evers schreef een reflectie op de bijeenkomst van Samen Leren in De Balie in Amsterdam op 1 oktober 2014:
“Toch nog even kort over de avond in de Balie van gisteren. Ik ging met gemengde gevoelens naar huis. Aan de ene kant heb ik een mooi betoog van Michel Couzijn gehoord en heb ik bij alle politieke partijen ook veel aanknopingspunten gehoord om gezamenlijk verder te gaan. Aan de andere kant viel het toch tegen, in plaats van een algemeen debat over Samen leren had ik meer het gevoel bij een Algemeen Overleg (AO) over onderwijs te zitten. Dat lag denk ik voor een gedeelte aan de setting en ook de leiding van Felix Rottenberg. Ik hield bewust mijn mond dus daar had ik zelf misschien ook wel een aandeel in. Na het Volkskrant artikel wil ik niet dat Samen Leren de Evers & Kneyber show wordt, want dat is het ook niet. Ik zat wel regelmatig op het puntje van mijn stoel, vandaar toch even een korte reflectie”.

Voor verder lezen van Evers’ korte reflectie Samen Leren in de Balie, 2 oktober 2014: www.jelmerevers.nl/2014/10/samen-leren-de-balie/ (item is niet meer beschikbaar)

samen leren in de balie oktober 2914

Didactief wint prijs voor onderwijsjournalistiek met artikelenreeks over Cito

De Nationale Prijs voor Onderwijsjournalistiek 2014 is uitgereikt aan Bea Ros, Ronald Buitelaar, Anja Vink, Lodewijk van der Kroft en Monique Marreveld van het onafhankelijke vakblad voor onderwijs Didactief voor het ‘Dossier Cito’. De jury noemde het dossier “een puik staaltje onderzoeksjournalistiek, over een onderwerp dat eigenlijk verbazingwekkend genoeg nooit eerder zo grondig is uitgezocht”.

Hun spitwerk leverde volgens de jury verrassende feiten op over de weinig transparante structuur van Cito, over de banden met OCW en over de betrekkelijke onwetendheid van leden van de Tweede Kamer. De publicaties leidden ertoe dat het Cito nu openbare jaarverslagen publiceert.

De prijs, die bestaat uit een geldbedrag van 1.500 euro en een kunstwerk van de hand van emailleur Christine van der Ree, werd uitgereikt in Perscentrum Nieuwspoort in Den Haag op 30 september 2014.

De jury zei over de winnende publicatie: “Iedereen kent het Cito wel en heeft ermee te maken gehad, maar wat is het nu precies voor club? Hoe lopen de banden met het ministerie van Onderwijs en wie bepaalt nu eigenlijk wat als het om die toetsen gaat? En, een even platte als wezenlijke journalistieke vraag: hoe zit het met de centen? Om antwoord te krijgen op die vragen heeft Didactief het dossier Cito ondersteboven en binnenstebuiten gekeerd, met alle middelen inclusief een beroep op de Wet Openbaar Bestuur en uitgebreid wederhoor”.

Andere genomineerden waren: Kitty Borghouts met het ‘Dossier jonge docenten’ (De Limburger/Limbugs Dagblad), Lisette Douma, Robert Sikkes en Rob Voorwinden met ‘De ideale oplossing voor krimp bestaat niet’ (Het Onderwijsblad), Elisa Hermanides en Bas Soetenhorst met ‘Fusie UvA en HvA mislukking’ (Het Parool), Yvonne van der Meent met ‘Dossier Flexwerk’ (www.hogeronderwijs.nl) en Johannes Visser met ‘Finland is niet het beste jongetje van de klas’ (De Correspondent). In totaal waren er 150 inzendingen.

De prijs is een initiatief van de Stichting Stimulering Onderwijsjournalistiek. De jury bestond dit jaar uit Sjoerd de Jong, ombudsman van NRC Handelsblad;  Dillian Hos, directeur van een basisschool in Amersfoort, eerder onder meer politiek redacteur van Trouw en Sietske Waslander, hoogleraar sociologie TIAS Nimbas Business School in Tilburg en lid van de Onderwijsraad.

Lees hier het volledige juryrapport: www.onderwijsjournalistiek.nl

Didactief wint prijs voor onderwijsjournalistiek, website Didactief, 1 oktober 2014: www.didactiefonline.nl

Dossier Cito: de lange tentakels van een toetsfabriek: www.didactiefonline.nl

Eerste Kamer vraagt aan Raad van State Art. 13 Zorgverzekeringswet te toetsen aan EU richtlijnen

De Eerste Kamer heeft dinsdag 30 september 2014 op initiatief van de Vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) unaniem ingestemd met het voorstel de Afdeling advisering van de Raad van State om voorlichting te vragen over een onderdeel van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet marktordening en gezondheidszorg en enkele andere wetten. De commissie voor VWS heeft vastgesteld dat de in dat wetsvoorstel opgenomen wijziging van artikel 13 van de Zorgverzekeringswet gedurende de behandeling door de Tweede Kamer is gewijzigd door aanvaarding van twee amendementen en door de eerste nota van wijziging. Voorts merkt de commissie op dat door amendering en door de tweede nota van wijziging in het wetsvoorstel wijzigingen zijn aangebracht die raken aan (de reikwijdte van) het voorgestelde artikel 13 van de Zorgverzekeringswet. In haar verzoek wijst de commissie ook op de maatschappelijke discussie die is ontstaan over de vrije artsenkeuze.

De Kamer vraagt de Raad van State zich te buigen over het voorgestelde artikel 13 van de Zorgverzekeringswet, zoals opgenomen in het gewijzigde voorstel van wet. Zij vraagt in haar brief de voorlichting mede te richten op de vraag hoe het voorgestelde artikel 13 van de Zorgverzekeringswet zich verhoudt tot de relevante Europees- en internationaalrechtelijke criteria op het terrein van de interne markt en het grensoverschrijdend verkeer; in het bijzonder tot de EU-richtlijn betreffende de toepassing van de rechten van de patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg.

In verband met het verzoek van het kabinet het wetsvoorstel, waarvan artikel 13 van de Zorgverzekeringswet onderdeel uitmaakt, vóór het komende kerstreces af te handelen heeft de Eerste Kamer de Raad van State verzocht de voorlichting bij voorkeur uiterlijk 23 oktober 2014 te ontvangen.

Artikel 21a van de Wet op de Raad van State biedt de Eerste Kamer de mogelijkheid de Afdeling advisering van de Raad om voorlichting te vragen ‘in aangelegenheden van wetgeving en bestuur’. De Eerste Kamer is terughoudend in het gebruik van die bevoegdheid.

Klik hier voor Brief aan de vice-voorzitter van de Raad van State van de Eerste Kamer, 30 september 2014

Kamer vraagt voorlichting aan Raad van State over wijziging Zorgverzekeringswet, website Eerste Kamer, 30 september 2014: www.eerstekamer.nl

Stand van zaken Wet verbod verticale integratie, Zie: www.eerstekamer.nl

 U P D A T E

Zie nieuws over voortgang op de site van de Eerste Kamer: Kamer ontvangt voorlichting Raad van State over Wet verbod verticale integratie, 23 oktober 2014: www.eerstekamer.nl

Samenvatting en volledige tekst Voorlichting be­tref­fen­de het wets­voor­stel tot wij­zi­ging van de Wet markt­or­de­ning ge­zond­heids­zorg en en­ke­le an­de­re wet­ten, ten­ein­de te voor­ko­men dat zorg­ver­ze­ke­raars zelf zorg ver­le­nen of zorg la­ten aan­bie­den door zorg­aan­bie­ders waar­in zij zelf zeg­gen­schap heb­ben, Raad van State, 22 oktober 2014: www.raadvanstate.nl/@63242/w13-14-0351-iii-vo/

Dé vraag op internationaal forum in Wenen: Hebben management en kapitalisme het keerpunt bereikt?

keerpunt management kapitalismeIn het artikel The Capitalist’s Dilemma schreven Clayton Christensen en Derek van Bever, beiden verbonden aan Harvard Business School, dat de verstarde ideeën van de financiële wereld zo stevig verankerd zijn dat we eigenlijk een moderne Luther nodig hebben om de noodzaak tot verandering te formuleren.

Momenteel ontstaan er overal bewegingen die het management van grote organisaties willen hervormen. Leidinggevenden wijzen op de mogelijkheid van een Reformatie van het management, ja zelfs van het hele kapitalistische systeem. Christensen en Van Bever zijn niet de enigen die roepen om een soort reformatie. In zijn artikel Has Capitalism Reached A Turning Point? wijst de Australiër Steve Denning erop dat de laatste tijd de roep om verandering opklinkt uit toonaangevende kranten en tijdschriften als Harvard Business Review, The Economist, de Financial Times, The New York Times, The Wall Street Journal, The Washington Post en Forbes. Ze nemen afstand van de huidige managementpraktijken en pleiten voor een essentiële verandering.
De vraag is of we op een keerpunt zijn beland wat betreft management of zelfs van het kapitalisme, te vergelijken met de Reformatie van vijf eeuwen geleden?
Denning (1944) was decennialang werkzaam bij de Wereldbank, tot 2000. Sindsdien schrijft hij boeken over leiderschap en management. In 2010 verscheen zijn boek The Leader’s Guide to Radical Management: Re-inventing the Workplace for the 21st Century.

De Reformatieluther en zwingli 2

Begin zestiende eeuw begon wat we later de Protestantse Reformatie zouden gaan noemen een factor van betekenis te worden, als reactie op de schaamteloze hebzucht en corruptie van de Rooms-katholieke Kerk. In 1517 formuleerde de Duitse priester Maarten Luther zijn Vijfennegentig stellingen in een brief aan de aartsbisschop. In ongeveer dezelfde periode lanceerde Ulrich Zwingli in Zwitserland zijn Zevenenzestig stellingen die verrassend veel leken op die van Luther en die de grondslag zouden vormen van de Zwitserse Reformatie.
De in die tijd uitgevonden drukpers hielp het nieuws te verspreiden naar de steden, maar onderlinge geschillen op geloofsgebied belemmerden een snelle opmars. De toekomst leek ongewis en de Kerk, de meeste regeringen, de heersende klasse en de burgerij handhaafden de status quo.

In 1529 zag de Duitse landgraaf Filips van Hessen politieke mogelijkheden in een samenwerking tussen Luther en Zwingli. Hij besefte de kracht van een verenigd Protestants front tegen de gevestigde elite en organiseerde een bijeenkomst die nu bekend staat als het Godsdienstgesprek te Marburg. Luther en Zwingli waren het eens met elkaar in grote lijnen, met uitzondering van het leerstuk van de consubstantiatie: de tegenwoordigheid van het lichaam van Christus in het brood en de wijn tijdens de eucharistie. Luther en Zwingli kwamen er niet uit.
De vergadering in Marburg werd afgebroken en de Reformatie werd etappegewijs voortgezet in een tijdsbestek van honderd jaar. Het verschil van opvatting lijkt achteraf futiel als we de belangrijke punten waarop men het wel met elkaar eens was in aanmerking nemen. Het verhinderde een verenigd Protestants front. Met de wijsheid achteraf kunnen we constateren dat als deze leiders hun geloofsgeschillen opzij hadden gezet en de nadruk hadden gelegd op de punten waarop ze het eens waren, de Reformatie zich veel sneller had kunnen ontwikkelen en verspreiden. Zoals zo vaak, is perfectie de vijand van het goede geworden.

Global Drucker Forum in Wenen in november 2014

Op 13 en 14 november 2014 komen in Wenen veel thought leaders1) bij elkaar op het Global Drucker Forum: The Great Transformation – Managing our way to prosperity. Sprekers zijn o.a. Clayton Christensen, Gary Hamel en Roger Martin. “We zijn aangekomen op een keerpunt”, laat het Forum weten: “De wereld beweegt zich óf in de richting van groei en welvaart op de lange termijn, óf in de richting van economische neergang. De samenhang van de maatschappij staat op het spel”.

De vraag is of het Drucker Forum in staat blijkt te komen tot een verenigd front voor hervormingen. Of komt er zoals gebeurde met het Godsdienstgesprek te Marburg versplintering met leiders die hun eigen standpunt benadrukken waardoor de gemeenschappelijke grond oplost in de herrie van verhitte debatten over dogmatische details?

Waarom de huidige roep om hervorming van betekenis is

In de eerste plaats is de roep om verandering niet afkomstig van slecht geïnformeerde armoedzaaiers, maar van vooraanstaande stemmen uit de zakenwereld, de zware artillerie van het kapitalisme zelf. Het gaat ook niet om een of twee stemmen.

Ten tweede is de kritiek en de roep om verandering talrijk en simultaan. De kanonnensalvo’s klinken allemaal tegelijk.

Ten derde gebruiken gedachte-leiders geen eufemistische termen en dekken ze zich niet in. Hun uitgesproken aanklacht is niet gericht tegen een bedrijf, maar geldt voor de dominante managementcultuur van grote bedrijven in zijn geheel. “Manipulatie van beurskoersen”, “bedrijfscocaïne” en “zombiemanagers” zijn termen die maar van geen wijken willen weten.

Ten vierde doen de hoogste managementchefs als Tim Cook van Apple, Paul Polman van Unilever, Xavier Huillard van de Vinci Groep en John Mackey van Whole Foods uitspraken terwijl ze nog in functie zijn. Dat is anders dan een Jack Welch van General Electric bijvoorbeeld die het primaat van de aandeelhouder “het stomste idee in de wereld” noemde, lang nadat hij met pensioen was gegaan. Bovendien is er een tamelijk groot aantal leiders van bedrijven als Google, Amazon, Linux, Morning Star en van kleinere bedrijven die op een creatieve manier managen, ook al reizen ze niet de hele tijd rond om toespraken over het kapitalisme te geven.

Ten vijfde is de gemeenschappelijke grond om te veranderen veel frappanter dan de verschillen, hoewel er verschillende terminologie wordt gebruikt met verschillende accenten.

Tot slot zeggen de gedachte-leiders openlijk dat de economische en maatschappelijke kosten van de huidige managementpraktijken dermate hoog zijn dat ze niet meer zijn te handhaven. Roger Martin schrijft in zijn artikel The Rise and (Likely) Fall of the Talent Economy dat er op een dag hoe dan ook verandering komt. De vraag is alleen of de transitie snel, intelligent en elegant zal plaatsvinden of langzaam, lelijk en gepaard gaand met geweld, zoals bij de Reformatie, en meer dan een eeuw zal duren.

Bezwaren tegen een Reformatie van het kapitalisme

Nietemin zijn de te nemen hindernissen enorm, wil het Drucker Forum een stap voorwaarts zetten in de richting van een kentering.

Ten eerste is de roep om hervorming al vrij lang gaande. Zowel beroemde namen als groepen jonge denkers en doeners verheffen al jaren hun stem om het management opnieuw uit te vinden, aldus Simon Caulkin in de Financial Times: “Maar er is niet veel veranderd, tenminste niet bij de grote, gevestigde bedrijven. Kijk maar naar de vastgelopen financiële sector. Bovendien zeggen managers dat de korte termijn-druk erger wordt”.
Zo schrijft Andrew Hill in de Financial Times: “Amerikaanse bestuursvoorzitters verzamelen goed nieuws voor de aandelenverkoop” met dubieuze praktijken die lijken op “koektrommel-boekhouding 2)”.

Ten tweede zijn er ongelooflijk veel stimulansen, bedoeld voor voortzetting van de status quo. Een onderzoek in de periode 2004-2013 van Bill Lazonick laat zien dat de terugkoop van aandelen een bedrag van ongeveer $3.4 biljoen vanuit de organisaties verplaatste naar hun aandeelhouders en managers, en dus buiten bereik van de werknemers, investeringen en innovatie. Dit is een gigantische macro-economische verschuiving van kapitaal.
Deze mensen zijn niet alleen rijk, ze worden slapend rijk. Als je kapitaal zo makkelijk kan vergaren, waarom zou je dan veranderen?

Ten derde versterken stevig verankerde belangen elkaar wederzijds. De maatschappij heeft de praktijken en de ideologie van het 20ste eeuwse management als onvermijdelijk geaccepteerd. De hoogste chefs worden royaal gecompenseerd door hun bestuursraden als ze die praktijken invoeren. Businessopleidingen leren hun studenten hoe ze het moeten doen. Institutionele aandeelhouders zijn medeplichtig. Inspecteurs pakken liever individuele personen aan die verkeerde dingen doen dan de systeemfouten. Kredietbeoordelaars belonen misdadigers. Analytici juichen korte termijn-winsten toe en negeren meestal het lange termijn-bederf. Politici die overladen worden met geld voor hun verkiezingscampagne, staan erbij en kijken toe. In zo’n sfeer is het niet makkelijk voor welke bedrijfsleider dan ook een standpunt in te nemen en te zeggen: dit is verkeerd. De hele maatschappij moet veranderen.

We hebben dus te maken met een systeemkwestie. Het gaat niet om individuele managers die zich slecht gedragen in hun eentje maar om een aantal sleutelelementen van het systeem – managers, hun bestuursraden, investeerders, vooral institutionele investeerders, toezichthouders van effectenbeurzen, de centrale banken, financiële instellingen, hedgefondsen, businessopleidingen, kredietbeoordelaars, de media – ze zingen allemaal hetzelfde liedje.
We kunnen rustig stellen dat leidinggevenden van grote bedrijven functioneren in een maatschappij die de weg helemaal kwijt is.

Ten vierde is er nog de vorige poging om tot overeenstemming te komen over hervorming van het management. Die heeft niet geleid tot een stap vooruit. Om die reden belegde Gary Hamel in 2008 een vergadering van vijfendertig vooraanstaande denkers op het gebied van management. De resultaten van die bijeenkomst publiceerde Hamel in zijn beroemde artikel Moon Shots for Management in 2009. Men was het erover eens dat het moderne managementsysteem niet meer functioneerde, maar er kwam geen overeenstemming over de manier waarop het hervormd moest worden.

Ten vijfde zullen leidinggevenden van bedrijven, zelfs als het primaat van de aandeelhouder afgeschaft wordt, de fundamenteel verschillende managementpraktijken op de werkvloer moeten kunnen voeren met een verschillend soort leiderschap en met een verschillende manier van denken, spreken en handelen. Men geeft oude gewoonten niet snel op, zelfs als afschaffing noodzakelijk is. Peter Thiel, mede-oprichter van PayPal, vraagt zich af of de “conformistische, risicomijdende politici die reeds het merendeel van de grote Amerikaanse bedrijven controleren” capabel genoeg zijn om de noodzakelijke verandering aan te brengen.

Een gemeenschappelijke taak

De vraag op het Drucker Forum is of het management en het kapitalisme op een keerpunt staan. Als Peter Drucker3) nog zou leven, zou hij kunnen suggereren dat we beginnen met het stellen van een aantal gemeenschappelijke vragen en dan kijken of we tot antwoorden kunnen komen. De uitkomst zal ervan afhangen of het Forum overeenstemming vindt over de richting van de verandering, of dat, zoals op de bijeenkomst van Luther en Zwingli in 1529, duistere geloofsgeschillen overeenstemming belemmeren. Of perfectie wederom de vijand van het goede zal worden.
Zoals Caulkin in de Financial Times opmerkt: “De onzichtbare schakel tussen trage innovatie, kostenbesparing, terugkoop van aandelen, banen, loonvermindering en neo-Taylorisme is de beloningscultuur van het management. Wat hun bindt in een strak, zelfversterkend paradigma is de aandeelhouderswaarde, de verzekering dat het enige doel van het bedrijf is de aandeelhouders zoveel mogelijk uit te keren”.

Als dat zo is, dan is de belangrijkste vraag op het Drucker Forum of we het erover eens kunnen worden dat deze onzichtbare schakel verbroken wordt. Zal het Forum accepteren dat het déze schakel is die verbroken moet worden? Het Forum zelf heeft niet de macht dat te doen, maar zal het kunnen demonstreren hoe het kan worden gedaan, en daarmee de richting aangeven op de weg vooruit?

Noten
1) Thought leaders – gedachte-leiders – kenmerken zich door ons anders te laten nadenken over belangrijke vraagstukken. Het gaat om het doorbreken van ingeslepen denk- en gedragspatronen.
Toelichting Thought leadership: er is een trend bij organisaties om zichzelf het predicaat thought leader toe te kennen. Thought leadership-afdelingen zijn de laatste jaren als paddestoelen uit de grond geschoten, gericht op de kennis en expertise van de organisatie. Thought leadership is evenwel niet hetzelfde als kennis en expertise. Een thought leader-organisatie is in staat om conventionele gedachtepatronen in de markt te doorbreken en daarmee vernieuwende inzichten te bieden aan klanten. Thought leadership is niet te claimen, maar wel te verdienen, als gevolg van het vertrouwen dat is opgebouwd in het uitdragen van vernieuwende ideeën en perspectieven.
2) Koektrommelboekhouding = een kwalijke manier van boekhouden die buitensporige reserves opbouwt in het ene jaar om ze te gebruiken voor verhoging van inkomsten in een ander jaar.
3) Peter Drucker: Amerikaans schrijver, hoogleraar en consultant onder andere op het gebied van organisatieleer en management (1909 – 2005). Hij ontving veel prijzen en onderscheidingen.

The great transformation – Managing our way to prosperity, Global Peter Drucker Forum Vienna, 13 en 14 november 2014: www.druckerforum.org

Referenties
Has Capitalism Reached A Turning Point? door Steve Denning, Forbes, 26 september 2014: www.forbes.com
Aan het eind van het artikel staat een lijst met referenties naar artikelen van toonaangevende auteurs, verschenen in kranten en tijdschriften in 2014.

The Capitalist’s Dilemma, door Clayton Christensen en Derek van Bever, Harvard Business Review, juni 2014: http://hbr.org

The Rise (and Likely Fall) of the Talent Economy, door Roger L. Martin, Harvard Business Review, oktober 2014: http://hbr.org

The Great Transformation, door Richard Straub, voorzitter van Peter Drucker Society Europe, Global Focus magazine, Volume 08 Issue 02 | 2014: www.efmd.org (Niet meer beschikbaar op deze site). Zie Slideshare: https://www.slideshare.net/straub46/the-great-transformation-richard-straub-gf-reduced

Bijschrift zwart-wit foto: Luther en Zwingli discussiëren in Marburg over het Avondmaal, oktober 1529 (Zuidportaal van de kathedraal van Zürich, gemaakt door Otto Münch (1885-1965). Van links naar rechts: De Duitse theoloog Melanchton,  Luther, Filips van Hessen, Zwingli en de Zwitserse theoloog Oecolampadius.

 

Proefproces in oktober: Zijn banken verantwoordelijk voor de restschuld van hypotheken?

Een man koopt een huis voor € 250.000,- met een aflossingsvrije hypotheek. De man raakt in betalingsnood wegens de crisis. Als zzp’er van eind vijftig is er weinig werk.
Hij doet alles wat hij kan, maar raakt steeds verder in de problemen. Uit zijn verzekeringspot haalt Florius – waar de hypotheek ooit is afgesloten – op een gegeven moment ruim € 25.000,- om de achterstand in te lopen. Ook raakt hij in contact met dhr. Gerrit Zalm. Die ‘helpt’ de man het mogelijk te maken om de rente te betalen.

De man krijgt een nieuwe lening tegen 9,65% rente. Dit omdat de man een positieve instelling heeft en denkt wel weer nieuw werk te krijgen, of dat de crisis zo lang toch niet duren kan. Hij gaat zelfs, niet vies van werken, dozen groente en fruit oppakken. Maar tegen 9 euro per uur kan hij hiermee nog steeds niet tegen de rentelasten op.

De woningmarkt is uiteraard onderuit. Florius komt met het standaardverhaal: huis verkopen, volmacht tekenen. Huis verkopen dus, in die niet functionerende woningmarkt. Die de banken hebben opgepompt en die ook in de door hen veroorzaakte crisis weer in elkaar stortte? Waarde van de woning? € 150.000,- aldus de makelaar. Een waardedaling van 40%. Daar kan niemand tegenop werken. De bank zegt: tsja, zo werkt het nou eenmaal in het Nederlandse recht.

De woning raakt structureel niet verkocht. De schulden van de man blijven groeien. Hij komt bij Stichting RED en realiseert zich: ik sta met mijn rug tegen de muur. Florius stuurt een brief, op kosten van de man wordt de woning getaxeerd (terwijl er al een taxatie ligt) en de woning moet op kosten van de man door een re-styler ‘verkoopklaar’ gemaakt worden. De woning is in uitstekende staat. De man, jurist van opleiding, besluit dat dit zo niet langer kan. De vordering wordt ook nog eens uit handen gegeven aan Hypocasso en die roepen: betalen, betalen, want anders …. (veilen we de woning, met hele grote schade voor u).

De man besluit zijn sleutels in te leveren bij de bank. Wie is er nu verantwoordelijk voor de crisis? Hij heeft 40 jaren van zijn leven gewerkt, keihard gewerkt, om het systeem van banken en overheid overeind te houden. En nu die banken en overheid een crisis hebben veroorzaakt, staat hij duurzaam in de kou. De banken hebben de ellende veroorzaakt, laat hen de schade dragen!

Proefproces op 30 oktober 2014

Stichting Restschuld Eerlijk Delen (RED) ondersteunt Loek van de Ven, de man om wie het hier gaat, bij zijn casus. Op donderdag 30 oktober 2014 vindt er een proefproces plaats, gevoerd door twee dappere mensen met als hoofdvraag: zijn banken verantwoordelijk voor de crisis en de daaruit voortvloeiende restschulden? Aanvang: om 9.30 uur in de Rechtbank Amsterdam.

Wie in een soortgelijke situatie als Loek van de Ven zit kan zich melden bij RED.
De Stichting verzet zich tegen de banken, niet alleen op het gebied van hypotheken, maar vanwege het hele bank- en geldstelsel.
Advocaat Mr. P.F. Hopman van de ING Bank merkte tijdens een regie-zitting op tegen mr Hulleman van de Stichting dat men blijkbaar het hele westerse systeem wil veranderen, waarop Hullemans antwoord luidde: Kennelijk heeft u onze dagvaarding goed begrepen.

Sven Ake Hulleman, jurist en ethicus, is initiatiefnemer van de actie Stop de Restschuld. In oktober 2012 heeft hij met N.M.H. Sigmond, masterstudent Rechten, de actiegroep Stop de Rechtschuld opgezet. De daaruit voortgekomen stichting Restschuld Eerlijk Delen (RED) komt op voor de belangen van huizenbezitters die met hun hypotheek in de problemen zijn gekomen. In 2013 sloot H.J. Schouten van der Velden zich als derde lid van de Stichting bij hen aan als juridisch secretaris.

In de video Restschuld Eerlijk Delen – Loek van de Ven op gesprek bij ABN AMRO zien we hoe Van de Ven met Hulleman de sleutels gaat inleveren bij de bank. Want het huis is van de bank en voor de bank en in principe is de schuld ook voor en van de bank. Of dat zo is zullen gerechtelijke procedures dus moeten uitwijzen. https://youtu.be/130y1G8FbQg

Hypotheekhouder Florius levert sleutels van zijn huis in bij de bank, Geldstelsel hervormen, 24 september 2014: http://www.geldstelselhervormen.nl/blog/hypotheekhouder-florius-levert-sleutels-van-zijn-huis-in-bij-de-bank (website is opgeheven).

De analyse van het probleem, Stop de restschuld: www.stopderestschuld.nl (website is opgeheven)

Proefproces: Zijn banken verantwoordelijk voor de crisis en de daaruit voortvloeiende restschulden?
15 september 2014: http://www.geldstelselhervormen.nl/blog/proefproces-zijn-banken-verantwoordelijk-voor-de-crisis-en-de-daaruit-voortvloeiende-restschulden (website is opgeheven)

Op 20 augustus 2014 ging er een brief de deur uit van de Stichting RED naar de Minister van Financiën betreffende afschaffing schuld en rente. http://www.geldstelselhervormen.nl/uploads/1/7/9/3/17934251/brief_aan_minister_van_financien.pdf (niet meer beschikbaar. website is opgeheven)

U P D A T E

Videokanaal Restschuld eerlijk delen: www.youtube.com/@restschuldeerlijkdelen9541