Erger dan werkloos zijn is een slechte baan hebben. Over werk en welzijn

Het aantal werklozen in Nederland is sinds september 2014 licht gedaald volgens de cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS). November 2014 gaf evenwel weer een lichte stijging te zien van drieduizend mensen. In totaal zijn er nu 630.000 mensen werkloos.
In Engeland blijkt de werkloosheid niet langer te stijgen. Voor het eerst is er een daling sinds het uitbreken van de financiële crisis zes jaar geleden. Al met al is de werkgelegenheid in de eurozone in het derde kwartaal van 2014 met 0,2 procent toegenomen in vergelijking met het tweede kwartaal. In de eurozone hadden 148,2 miljoen mensen een betaalde baan in het derde kwartaal. In die periode steeg de werkgelegenheid in de gehele Europese Unie met 0,3 procent. De grootste groei was te zien in Griekenland (plus 1,7 procent). Litouwen (plus 1,5 procent) en Portugal (plus 1,4 procent) waren de andere grote groeiers. In Letland, Malta, Finland en Estland nam de werkgelegenheid juist af.

Kunnen de beleidsmakers zich nu op de borst slaan, vraagt Stephen Bevan zich af? Bevan is directeur van het Centre for Workforce Effectiveness, The Work Foundation en honorair hoogleraar aan de Universiteit van Lancaster in Engeland en is vooral geïnteresseerd in het welzijn en de mentale gezondheid van de beroepsbevolking.
Is er een klein wonder gebeurd, ondanks de rigoureuze bezuinigingen? Jammer genoeg niet. De arbeidsmarkt doet het weliswaar goed in Groot-Brittannië, maar uit onderzoek naar de kwaliteit van banen is gebleken dat er een toenemend en mogelijk ondermijnend probleem is wat betreft slechte kwaliteit, onzekerheid en tijdelijk werk dat bedreigend is voor de productiviteit, het concurrentievermogen, de maatschappelijke betrokkenheid en uiteindelijk de gezondheid van de beroepsbevolking.
Men zal zeggen dat tijdelijke banen essentieel zijn als we een flexibele arbeidsmarkt willen, maar wat weten we eigenlijk van de gevolgen van dit soort werk voor de mensen die het werk doen?

Het onderzoek van Bevan heeft zich gericht op de relatie tussen soorten tijdelijk werk van slechte psychosociale kwaliteit en de mentale gezondheid van de werkers. De resultaten dwingen ons ertoe ons af te vragen of we altijd beter af zijn met werk.

Werk en welzijn

Met psychosociale kwaliteit van het werk wordt bedoeld in hoeverre banen verantwoordelijkheidsbesef, uitdaging, gevarieerdheid en taakdiscretie*) bevorderen. De kwaliteit beïnvloedt de mate waarin werk ons psychosociaal welzijn vermeerdert of vermindert.
Er is een duidelijke relatie tussen bezig zijn met “goed werk” en mentale gezondheid. Een belangrijk inzicht in deze relatie is afkomstig van de Household, Income and Labor Dynamics in Australia (HILDA) Survey dat een grote hoeveelheid gegevens heeft verzameld die goed vergeleken kan worden met een situatie als werkloosheid. De resultaten, gepubliceerd door Peter Butterworth en collega’s van de Australian National University in Canberra, hebben weerklank gevonden in landen die zich serieus bezighouden met wat er feitelijk bedoeld wordt met “beter af zijn” als je werk hebt, los van de afgebakende economische definities die we gewoonlijk hanteren.

We beweren altijd dat werkloos zijn slecht is. Het is in ieder geval slecht voor ons inkomen. Het is ook slecht voor ons zelfvertrouwen, onze waardigheid, sociale betrokkenheid, relaties en gezondheid. Beleid dat gebaseerd is op de belofte mensen weer aan het werk te krijgen, wordt geacht rationeel en evidence-based te zijn.
In tijden van hoge werkloosheid krijgen we dan ook meestal te horen dat elke baan een goede baan is. Deze stellige bewering inspireert beleidsmakers tot het “verplicht opdoen van werkervaring” en het idee van een “verplichte tegenprestatie in ruil voor een bijstandsuitkering”, dat veel politici momenteel toejuichen.

Erger dan werkloos zijn

Werk van slechte kwaliteit moeten doen dat – misschien – saai is, of routineus, of het gevolg is van een gebrek aan arbeidsplaatsen of het ontbreken van passende vaardigheden voor een bepaald soort werk, wordt over het algemeen beschouwd als een goede manier voor werklozen om voeling te blijven houden met de arbeidsmarkt en het bijhouden van de vaardigheden.
Maar, Butterworths onderzoek spreekt dit tegen. De HILDA-gegevens tonen ondubbelzinnig aan dat de psychosociale kwaliteit van slechte banen erger is dan werkloosheid. Butterworth keek naar de gegevens en ontdekte dat:

gegevens die uitmondden in optimale banen significante verbetering van de mentale gezondheid aantoonden in vergelijking met de gezondheid van degenen die werkloos bleven. Degenen die banen van slechte kwaliteit hadden gekregen toonden een significante achteruitgang in hun mentale gezondheid vergeleken met degenen die werkloos gebleven waren.

We hebben dus een enigszins ander antwoord op onze vraag of werklozen beter af zijn met een baan. Ja, dat zijn ze, zolang ze een baan hebben van goede kwaliteit. Als ze een baan hebben van slechte kwaliteit is er een grote kans dat ze slechter af zijn, vooral wat betreft hun mentale gezondheid.

Degenen die vinden dat de aanpak om mensen weer aan het werk te krijgen een bestraffende ondertoon moet bevatten, zouden er goed aan doen zich eens af te vragen of de mantram “elke baan een goede baan” wel zo goed is als ze willen geloven. Bovendien zou men zich ook eens kunnen afvragen of de draaideur-gewoonten waarin mensen terugvallen – weer zonder werk zitten nadat er een baan voor hen gevonden was – voor een deel niet te wijten zijn aan slechte prestaties die worden veroorzaakt door de psychosociale kwaliteit van het werk zelf.

Dit alles wil niet zeggen dat we ons best niet moeten doen om mensen aan het werk te helpen. Maar het moet ons wel aan het denken zetten hoe de kwaliteit van werk onze gezondheid en onze productiviteit beïnvloedt. Zelfs in tijden van recessie kan de waarheid ongemakkelijk zijn en die is dat “welke baan dan ook” nog geen goede baan hoeft te zijn.

*) Taakdiscretie verwijst naar zelfrealisatie in het werk, de mate waarin medewerkers de kans krijgen het hun toegewezen werk zelfstandig te beoordelen en te voltooien en zelfstandig initiatieven te nemen.

Any job isn’t necessarily a good job for people out of work, door Stephen Bevan, The Conversation, 15 december 2014: https://theconversation.com

The psychosocial quality of work determines whether employment has benefits for mental health: results from a longitudinal national household panel survey, National Library of medicinehttps://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/21406384/

Household, Income and Labor Dynamics in Australia (HILDA) Survey: https://melbourneinstitute.unimelb.edu.au/hilda

Dit artikel van Stephen Beval is gepubliceerd op de site van The Conversation, een samenwerkingsverband tussen redacteuren, journalisten en academici met als doel het vrij publiceren van nieuws, commentaar, meningen en visies voor een breed publiek. Zie meer hierover op de site van The Conversation: https://theconversation.com

Nieuwsbrief ontvangen?

Wij houden u graag op de hoogte van actuele ontwikkelingen binnen Stichting Beroepseer.  Wilt u onze nieuwsbrief ontvangen? Dan kunt u zich hieronder aanmelden.

Contact

Adres:
Multatulilaan 12
4103 NM Culemborg

Email:
info@beroepseer.nl

© Stichting beroepseer