Skip to main content

Redactie Beroepseer

Bepalingen in nieuw wetsvoorstel komen neer op stilletjes afschaffen van het medisch beroepsgeheim

De Stichting KDVP – koepel van DBC-vrije praktijken*) – roept de beroepsorganisaties Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) en de Landelijke Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen (LVVP) op actie te ondernemen tegen een aantal bepalingen van een nieuw wetsvoorstel waarover de Eerste Kamer zich momenteel buigt. Het voorstel ‘Cliëntenrechten bij de elektronische verwerking van gegevens’ bevat bepalingen met fatale gevolgen voor het medisch beroepsgeheim en de privacy van cliënten en patiënten. De in het wetsvoorstel opgenomen bepalingen komen namelijk neer op het ongemerkt en in alle stilte afschaffen van het medisch beroepsgeheim. Via dit wetsvoorstel probeert de minister van VWS eerdere uitspraken van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), die mede gebaseerd zijn op het Europees verdrag van de Rechten van de Mens, ongedaan te maken.

De Eerste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft op 3 maart 2015 in een vergadering vragen gesteld aan de regering, en opmerkingen geplaatst over de bepalingen. Een Memorie van antwoord wordt uiterlijk vrijdag 27 maart 2015 verwacht.

De Eerste Kamercommissie is van plan op 13 april 2015 een deskundigenbijeenkomst te houden over dit wetsvoorstel en over de stand van zaken rond de zorginfrastructuur.

Info over de bijeenkomst van deskundigen op maandag 13 april 2015 om 17.00 uur over Cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens: https://www.eerstekamer.nl/commissievergadering/20150413#p1

Cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens, Eerste Kamer dossier: http://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/33509_clientenrechten_bij#p1

Onrechtmatige praktijken van zorgverzekeraars bij materiële controles
*) Lees het laatste nieuws op de site van de KDVP. Daarop ook nieuws over de onjuiste informatie die de NIP en de LVVP verstrekken inzake de materiële controleprocedures door zorgverzekeraars. Op dit moment is de verwerking van medische gegevens door zorgverzekeraars niet alleen waar het materiële controles betreft onrechtmatig. Ook de algehele verwerking van medische data is onrechtmatig aangezien zorgverzekeraars bewust hebben nagelaten om huidige, niet legitieme procedures voor verwerking en gebruik van medische gegevens – zoals beschreven in de Gedragscode Zorgverzekeraars – aan te passen aan wet, verdrag en rechterlijke uitspraken.

De KDVP heeft een informatieve brief opgesteld, waarin bij de beroepsorganisaties aandacht wordt gevraagd voor de belangrijkste actuele problemen met betrekking tot informatieverwerking in de GGZ in de hoop zo te voorkomen dat psychotherapeuten en cliënten de dupe kunnen worden van onrechtmatige praktijken van zorgverzekeraars. De brief met bijlagen is te downloaden op de site van de KDVP.

www.kdvp.nl

U P D A T E

Lees ook het artikel Zorgverzekeraars schenden privacy van GGZ-patiënten, Banning Advocaten, 26 maart 2015: www.banning.nl

Tijd voor discussie over verantwoording afleggen bij de nieuwe taakverdeling in de ‘selfiedemocratie’

Kirsten Veldhuijzen, senior-adviseur bij de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) en de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv), heeft een artikel geschreven over verantwoording afleggen in wat de ‘selfiedemocratie’ wordt genoemd. Co-auteur is prof. mr. Friso de Zeeuw, praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling TU Delft en directeur Nieuwe Markten BPD (Bouwfonds). Titel: Zonder andere verantwoording mislukt de Selfiedemocratie.

De politiek wil meer overlaten aan initiatieven van burgers, bedrijven en maatschappelijke instellingen of samen met hen co-produceren. Deze ‘selfiedemocratie’ loopt echter op een mislukking uit als gemeenteraden hun wethouders zo ter verantwoording roepen als zij nu doen.

Lees Zonder andere verantwoording mislukt de Selfiedemocratie, door Kirsten Veldhuijzen MSc en prof. mr. Friso de Zeeuw, 25 februari 2015 verder op de site van Gebiedsontwikkeling: www.gebiedsontwikkeling.nu/artikelen/zonder-andere-verantwoording-mislukt-de-selfiedemocratie/

Zie ook: Democratische legitimiteit van samenwerkingsverbanden, Raad voor het openbaar bestuur, 19 januari 2015: https://www.raadopenbaarbestuur.nl

Open brief met krachtig protest van huisartsen aan college van B&W gemeente Oss over thuiszorg

Huisarts Geert-Jan van Holten schreef namens alle huisartsen in Oss een open brief aan het College van Burgemeesters & Wethouders van de gemeente Oss, waar een vijftigtal ontslagen huishoudhulpen en vakbondsmensen van FNV Zorg & Welzijn de vergaderkamer bezet hielden van donderdagmiddag 26 februari tot zaterdagmiddag 28 februari 2015. De actievoerders waren boos over het faillissement van de huishoudhulporganisatie Pantein-Vivent begin januari en ontevreden met het huidige reilen en zeilen van de thuiszorg. Pantein-Vivent had 1.800 werknemers en 6.100 klanten.

Open brief

Geacht College,

Kort geleden is een zaal in uw gemeentehuis bezet geweest door een aantal thuiszorgmedewerkers. De bezetting haalde terecht de landelijke pers.
Het feit dat deze dienstbare, zichzelf vaak wegcijferende ruggengraat van de thuiszorg overgaat tot dit soort acties moet bij u als beleidsmakers de alarmbellen doen rinkelen.

Wat is er aan de hand?
Wij huisartsen merken dagelijks hoe belangrijk de thuishulp is die regelmatig bij onze patiënten over de vloer komt. De thuishulp is onze vinger aan de pols. Een vooruitgeschoven post die aan de bel trekt als dingen niet kloppen.
Niet alle 85-plussers beseffen dat zoiets simpels als diarree snel tot uitdroging kan leiden. De thuishulp zorgt dat de dokter gebeld wordt.
Het is de thuishulp die ziet dat de kliekjes van de maaltijdservice in de koelkast staan. Haar waarschuwing zorgt dat wij begrijpen waarom die meneer zo afvalt.
Eenzaamheid is een groot en onderbelicht probleem bij ouderen. Er zijn legio kalenders waar uitsluitend de bezoeken van de huisarts, eens in de twee maanden, genoteerd staan.
Niet genoteerd staat het wekelijkse vaste gezicht van de thuishulp. Niet alleen voor het huishoudelijke werk, maar ook voor het praatje. Dat o zo belangrijke praatje dat in het moderne rendementsdenken op geen enkele manier gewaardeerd wordt.

Sinds de gemeentes in 2007 verantwoordelijk werden voor het inkopen van thuishulp is het budget (in 2014 1,2 miljard euro) voor inflatie gecorrigeerd gelijk gebleven. Het aantal mensen dat in aanmerking komt voor thuishulp is in dezelfde periode verdubbeld.
In 2015 wordt het budget voor thuishulp met 30% verlaagd. Dat kan niet!

Organisaties die de kwaliteit willen handhaven en hun personeel eerlijk willen belonen gaan hierdoor failliet.
In de vrije markt blijven organisaties over die goedkoper en minder gekwalificeerd personeel in dienst hebben. Hen wordt expliciet verboden te signaleren. Voor een kopje koffie en een praatje is geen tijd meer.
Bovendien worden de flexwerkers zogenaamd efficiënt ingezet.
Dat betekent voor de cliënt wekelijks wisselende gezichten en voor de thuishulp nieuwe stijl onbekende cliënten. Geleidelijke achteruitgang van een cliënt wordt zo niet meer gesignaleerd.

In de zorg moet je samenwerken. Zeker nu steeds meer oudere mensen met steeds meer mankementen thuis blijven wonen. De beroemde mantelzorger is lang niet altijd aanwezig.
Een goede thuishulp is meer dan een poets. Ze is voor veel kwetsbare ouderen de belangrijkste hulpverlener en voor andere hulpverleners een belangrijke bron van informatie.

De Osse huisartsen, verenigd in de Osse huisartsenkring, hebben zich in hun vergadering van 3 maart unaniem solidair verklaard met de bezettingsactie van de thuishulpmedewerkers.

Als geen ander begrijpen wij dat het belangrijk is om de gezondheidszorg betaalbaar te houden. Maar verder bezuinigen op de thuishulp gaat ten koste van de kwaliteit van zorg en daar trekken wij de streep. De groep die de dupe wordt is kwetsbaar en een stuk minder mondig dan de minister beoogt.
Wij verwachten van u een krachtig protest richting de landelijke beleidsmakers en een creatieve oplossing voor de door de thuishulp gesignaleerde problemen.

Namens alle huisartsen in Oss en omgeving,

Geert-Jan van Holten, huisarts
Voorzitter Osse Huisartsenkring

Niet zomaar een Poets!, door Geert-Jan van Holten, Doktweet’s Blog, 6 maart 2015: http://doktweet.blogspot.nl

De sociale vooruitgangsindex laat ons op een geheel nieuwe manier naar de wereld kijken

michael green social progress indexHet bruto binnenlands product (bbp) heeft ons leven gedefinieerd en gevormd in de afgelopen tachtig jaar. De term werd geïntroduceerd door de Amerikaanse econoom Simon Kuznets en werd al gauw de maatstaf van economische vooruitgang van een land. Als norm van onze levensstandaard, kreeg het bbp als het ware de status van een soort stenen tafelen. Maar, het bbp wordt steeds minder bruikbaar als leidraad voor onze ontwikkeling. Onze maatschappij heeft behoefte aan een effectievere meetmethode om in de behoeften van de 21ste eeuw te voorzien: de sociale vooruitgangsindex (Social Progress Index).

De Engelse sociale vooruitgangsdeskundige Michael Green vertelt hoe dit hulpmiddel de maatschappij kan meten op grond van drie criteria. Bij toepassing krijgen we een compleet andere uitkomst in rangorde van landen. Het land met de hoogste score in sociale vooruitgang is Nieuw-Zeeland en net boven Brazilië staat een supermacht in sociale vooruitgang: Costa Rica.

De sociale vooruitgangsindex is gebaseerd op echte dingen die ertoe doen voor echte mensen. Heb ik genoeg te eten? Kan ik lezen en schrijven? Ben ik veilig? Heb ik rechten? Leef ik in een maatschappij waar ik niet gediscrimineerd word? Is mijn toekomst en die van mijn kinderen beschermd tegen een verwoest milieu? Allemaal vragen over welzijn die het bbp niet beantwoordt en niet kan beantwoorden.

Aan het slot van zijn lezing vraagt Green zijn toehoorders zich voor te stellen hoe het zou zijn als de sociale vooruitgangsindex werd toegepast. Stel je voor dat we konden meten wat non-profit- en liefdadigheidsinstellingen, vrijwilligers, maatschappelijke organisaties werkelijk bijdragen aan onze maatschappij. Stel je voor dat bedrijven niet alleen concurreerden op hun economische bijdrage, maar op hun bijdrage aan sociale vooruitgang. Stel je voor dat we politici konden afrekenen op het werkelijk verbeteren van het leven van mensen. Stel je voor dat we konden samenwerken – overheid, bedrijven, maatschappelijke organisaties – ervoor zorgen dat deze eeuw de eeuw van de sociale vooruitgang wordt.

Duur video: 14 min., met Nederlandse ondertiteling en vertaald transcript van Roel Verbunt.

Nu ook in Nederland start van een netwerk voor pluralistisch economisch onderwijs

netwerk pluralistisch economisch onderwijsHet Netwerk voor Pluralistisch Economisch Onderwijs heeft begin maart 2015 in een brief een oproep gedaan “Aan de economiestudent met de Grote Gedachten”, aan hen dus die economie zijn gaan studeren om de wereld beter te begrijpen, maar teleurgesteld zijn door hun opleiding. Aan degenen die hoopten verder te komen dan modelmatige theorieën over optimale allocatie en deze modellen graag in de maatschappelijke context zouden willen bespreken en begrijpen. Aan degenen die zich afvragen waarom ze ook weer economie zijn gaan studeren, en niet gewoon wiskunde, als het toch allemaal op formules neerkomt. Aan degenen die een grote diversiteit aan ideeën vermoedden, en teleurgesteld zijn door de homogeniteit van denken in hun opleiding en het gebrek aan debat.

Met deze oproep sluiten nu ook Nederlandse studenten zich aan bij de internationale protestbeweging van economiestudenten, de International Student Initiative for Pluralism in Economics die, begonnen in 2012 aan de universiteit van Tübingen in Duitsland, zich sinds 2013 vanuit Londen in rap tempo heeft verspreid in dertig landen.

In de brief staat dat er ook in Nederland een platform moet komen om uiting te geven aan kritiek op het economische onderwijs en aandacht voor een concrete verrijking van het economieonderwijs.

Op 9 april 2015 wordt de eerste bijeenkomst van het netwerk georganiseerd in Utrecht. Daarin komen sprekers aan het woord die vertellen wat de verenigingen, waarvan er nu 65 bestaan, in andere landen doen. Ook komt een beknopt en breder curriculum ter sprake. Deze bijeenkomst is voornamelijk bedoeld om een netwerk op te zetten, actiemodellen met elkaar te delen, contacten te leggen, inspiratie op te doen en concrete plannen te maken.

Klik hier voor lezen van de oproep en aanmelden bijeenkomst Netwerk Pluralistisch Economisch Onderwijs in Utrecht in april 2015: https://npeo.wordpress.com/

U P D A T E

Na de eerste landelijke bijeenkomst in april 2015 veranderde de beweging de naam in: SIREN –  Student Initiative for Rethinking Economics in the Netherlands. Er kwam ook een nieuwe website: www.sirenforpluralism.nl/ (Deze website is inmiddels weer opgeheven)

Open brief van internationale protestbeweging economiestudenten, Blogs Beroepseer, 27 mei 2014: https://beroepseer.nl

brief aan de economiestudent met de grote gedachten

 

Bezetting Maagdenhuis is een expressieve daad en heeft het Nederlandse universitaire landschap onherkenbaar veranderd

‘”‘Hé ho CvB! Kom een keertje naar benee.’ Dankzij de acties van de Humanities Rally en de bezettingen van Bungehuis en Maagdenhuis door De Nieuwe Universiteit, is het Nederlandse universitaire landschap de afgelopen twee weken onherkenbaar veranderd”, schrijven Yolande Jansen, Eva Groen-Reijman, Joost de Bloois en Robin Celikates op het academische filosofieblog Bij nader inzien.

“Er was al veel protest, maar dat had verschillende vormen: nauwkeurig geformuleerde kritiek van organisaties als h.nu en Science in Transition, en van individuele wetenschappers op het KNAW-forum over de Wetenschapsvisie 2025, en op Bij Nader Inzien. Daarnaast was er protest van studenten tegen de neoliberalisering van hun bestaan, te beginnen bij het feit dat ze zich op de universiteit al een kostenpost voelen voordat ze hun propedeuse binnen hebben, in plaats van een intellectueel in opleiding. Er was echter ook al lang veel, maar niet al te luid protest van jonge, of al lang niet meer zo jonge tijdelijke medewerkers aan de universiteiten, over onzekerheid, uitbuiting en overwerk, over hun regelrechte angst voor autoritaire structuren en hooggeplaatsten. De laatste maanden was er ook veel en luid protest van geesteswetenschappers aan de UvA, die zich beknot voelen in de zeggenschap over hun werk, en die worden afgerekend op grond van verkeerde normen, in een ondemocratische en sterk hiërarchische universitaire wereld.
bungehuis this building is occupied

Dit alles is nu in the open en het resoneert en het is prachtig. De uitkomsten van dit politieke event zullen van de duur en de verspreiding door Nederland afhangen, maar zeker is dat een reeks van problemen, van lokaal (Profiel 2016 voor de UvA geesteswetenschappen), nationaal (Wetenschapsvisie 2025, herstructurering NWO en MUB), tot en met mondiaal (neoliberalisering van de universiteiten) met grote kracht aan de orde is gesteld – en ook dat wat er in Amsterdam gebeurt in heel Nederland, en ook daarbuiten, door velen met enthousiasme is ontvangen.

Interdisciplinariteit en de talen

Directe aanleiding voor het protest zijn de plannen van de UvA om de Faculteit Geesteswetenschappen te herstructureren, en bijvoorbeeld een aantal ‘kleine’ talenopleidingen op te splitsen en in brokken te verdelen over een taalverwervingsinstituut en interdisciplinaire, cultuurgeoriënteerde opleidingen. Over interdisciplinariteit valt van alles te zeggen, en er zijn genoeg zelf-kritieken op de disciplinaire grenzen in de geesteswetenschappen te vinden. Die discussie moet echter inhoudelijk gevoerd worden, in plaats van op basis van rendement, waarbij overigens het ‘rendement’ van onderzoek in de betrokken velden buiten de discussie is gelaten, evenals de vraag hoe je dit nu eigenlijk zou kunnen bepalen.

De consensus onder studenten en wetenschappers die het protest zo enorm heeft doen verbreden, is dat het CvB van de UvA, in naam van een kortzichtige economisering, bezuinigingen en vernieuwingen van buitenaf wil opleggen, zonder naar de betrokken kennisvelden te luisteren. Dáártegen richt zich het protest. En tegen het feit dat alle plannen al zijn dichtgetimmerd voordat inspraakorganen ernaar hebben kunnen kijken, laat staan dat ze er daadwerkelijk inspraak in hebben gehad. Andere kennisvelden is dit evenzeer overkomen, en het zal ze ook overkomen als er niets verandert. Vergelijkbare processen vinden plaats aan andere Nederlandse universiteiten, maar het betreft uiteindelijk een probleem van de ‘global corporate university’.

De Nieuwe Universiteit eist autonomie van de universiteit en haar democratisering. Dit is een steen des aanstoots voor sommige critici, die vinden dat autonomie met te oude, idealistische opvattingen over de universiteit verbonden zijn, en dat democratie te representatief en klassiek wordt ingevuld, zoals Huub Dijstelbloem (Science in Transition), socioloog Willem Schinkel en genderhistorica Mieke Aerts.

In een open brief aan De Nieuwe Universiteit, de bezetters van het Bungehuis, suggereert Huub Dijstelbloem dat autonomie in tegenspraak met de publieke rol van de universiteit zou kunnen zijn, en eigenlijk ouderwets is. Dit is ook zo wanneer de conceptie van autonomie gehanteerd wordt die we vinden in de klassieke humaniora: als de verheven wereld van cultuur, theorie en contemplatie. In die wereld kunnen we ons terugtrekken, reflecteren, kennis opdoen, en daarin ligt onze individualiteit en onze creativiteit. Volgens dit begrip betekent autonomie terugtrekking uit het publieke leven. Deze opvatting van autonomie is echter juist binnen de geesteswetenschappen uitgebreid bekritiseerd. Wat de Nieuwe Universiteit aankaart, is wélke publieke rol de universiteit nu eigenlijk moet vervullen, in het licht van de neoliberalisering van universiteiten wereldwijd”.

Lees de hele blog Uit het Maagdenhuis…, door Yolande Jansen, Eva Groen-Reijman, Joost de Bloois en Robin Celikates, blog Bij nader inzien, 2 maart 2015: http://bijnaderinzien.org

De Nieuwe Universiteit – voor een kritische universiteit en maatschappij: http://newuni.nl (Site is opgeheven).
Zie Facebook NewUni: https://www.facebook.com/NewUni/

U P D A T E

Op naar een nieuwe universiteit – De universiteit is geen museum, door Floor van der Hout, Studum Generale, Universiteit van Utrecht, 4 maart 2015: https://www.sg.uu.nl/artikelen/2015/03/op-naar-een-nieuwe-universiteit

Wat vindt de overheidswerknemer van zijn werk? Onderzoeksresultaten van werkbeleving in veertien sectoren

Iomslag werkbeleving in de publieke sector 2014 februari 2015n 2014 hebben ruim 24.000 ambtenaren meegedaan aan een onderzoek dat een goed beeld geeft over de werkbeleving van de medewerkers in de veertien overheidssectoren w.o. rechterlijke macht, waterschappen, politie en defensie. Deze rapportage geeft overheidssectoren, werkgevers en andere stakeholders in de publieke sector een goed beeld van hoe de overheidswerknemer in zijn werk staat in 2014. Het maakt vergelijkingen mogelijk tussen verschillende overheidssectoren en het laat zien hoe trends zich aftekenen door de jaren heen.

De resultaten brengen een relatief gunstig beeld naar voren over de tevredenheid met de baan en de bevlogenheid over het werk. Er zijn acht meetschalen in het onderzoek gebruikt.
Figuur 10.1, geeft een samenvattend overzicht van de werkbeleving in de publieke sector. Er is onderscheid gemaakt naar sector.

werkbeleving in de publieke sector 2014 samenvatting

De sector die het hoogste scoort, staat daarbij op 1 en de sector die het laagste scoort op 14. In de figuur is deze rangorde weergegeven. Verder is op basis van clusteranalyse een categorisering aangebracht. Daarbij zijn drie groepen onderscheiden (hoog, midden, laag). De sectoren met de hoogste scores zijn groen gekleurd en die met de laagste scores rood. De rest is geel gemarkeerd. Uit de figuur blijkt dat de Rechterlijke Macht overall het beste scoort van alle overheidssectoren.

De medewerkers in deze sector zijn significant meer tevreden met de arbeidsinhoud dan die in andere sectoren en zijn bovendien zeer betrokken bij de publieke zaak. Op de overige terreinen scoort de sector ongeveer gemiddeld of iets daar boven.
Ook bij de Onderzoeksinstellingen is het beeld positief. De medewerkers in deze sector ervaren weinig regeldruk en beschikken (naar eigen zeggen) over veel regelruimte. Ze zijn bovendien erg tevreden over de arbeidsorganisatie en gedreven om zichzelf te verbeteren (vakmanschap).

Alleen op het punt van de betrokkenheid bij de publieke zaak scoort de sector echt laag. Vergeleken met deze twee ‘topsectoren’ – overigens beide kleine sectoren met overwegend hooggeschoold personeel – scoort de werkbeleving in de sectoren MBO, Rijk en Defensie een stuk lager. Voor het MBO komt dit vooral doordat medewerkers relatief minder tevreden zijn met de arbeidsinhoud en ook minder betrokken zijn bij de organisatie.

Daarnaast speelt mee dat zij een relatief hoge regeldruk ervaren en weinig regelruimte hebben. Voor het Rijk wordt het beeld vooral bepaald doordat medewerkers relatief minder bevlogen en betrokken zijn dan die in andere sectoren en ook de mate van vakmanschap duidelijk onder het gemiddelde ligt. Hierbij moet overigens wel worden opgemerkt dat het gemiddelde van deze schalen relatief hoog is. Het is dus niet zo dat het ‘echt’ droevig gesteld is met de betrokkenheid en bevlogenheid, maar er is wel ruimte voor verbetering.

Voor Defensie wordt het beeld vooral bepaald doordat de medewerkers relatief minder tevreden zijn over de arbeidsinhoud en de arbeidsorganisatie en bovendien ook een relatief hoge regeldruk ervaren. De betrokkenheid bij de organisatie is daarentegen zeer groot.

Iets soortgelijks zien we bij de Politie. Zo blijkt uit de figuur dat medewerkers relatief ontevreden zijn over de arbeidsorganisatie en een relatief hoge regeldruk ervaren. De betrokkenheid bij de publieke zaak is daarentegen erg hoog.

Werkbeleving in de publieke sector – Resultaten van het personeelsonderzoek 2014, Ministerie van BZK, februari 2015: http://arbeidenoverheid.nl/ (Website Arbeid en overheid is opgeheven). Zie voortaan Kennisbank Openbaar bestuur van het ministerie van BZK: www.kennisopenbaarbestuur.nl
PDF: https://beroepseer.nl

Het zorgstelsel in huidige vorm heeft zijn langste tijd gehad

omslag medz 1 2015MedZ is het zes keer per jaar verschijnende vaktijdschrift voor de praktijkhoudende huisarts met beschouwende en kritische artikelen alsmede praktische informatie om de dagelijkse praktijkvoering te verbeteren.
Het eerste nummer van 2015 heeft als thema: Hoe overleeft de huisarts 2015? Evelien Tonkens, hoogleraar Burgerschap en humanisering van de publieke sector, schrijft daarin: “Het principe van meer markt en minder overheid had moeten leiden tot kostenbeheersing en kwaliteitsverbetering. In werkelijkheid is de oogst van tien jaar marktwerking: een explosieve kostenstijging, een bureaucratische kolos, alleenheerschappij van verzekeraars, frustratie bij de zorgverleners en een zorgstelsel dat niet meer draait om de patiënt”.

Geen malse kritiek dus, aldus hoofdredacteur van MedZ, Herman Suichies: “Met het weigeren in te stemmen met het verlies van de vrije artsenkeuze heeft de Eerste Kamer een principieel halt toegeroepen aan de uitbouw van dit zorgstelsel. De macht van de zorgverzekeraar zou te groot worden. Tegelijk zijn er in het veld signalen dat het zorgstelsel in deze vorm zijn langste tijd heeft gehad. Niet alleen vijfhonderd huisartsen maar ook andere zorgaanbieders maken duidelijk de contracten van zorgverzekeraars zo niet meer te willen of niet nodig te hebben. In feite het einde van de veronderstelde regisseursrol van de zorgverzekeraars.

Een deel van de macht van de zorgverzekeraars, het op kwaliteit selecteren en inkopen van zorg, wat ze overigens nooit goed gelukt is, lijkt terug te gaan naar het publieke domein, het Kwaliteitsinstituut (Zorginstituut Nederland). Behoud van de vrije artsenkeuze maar dan wel met artsen van goede kwaliteit, op zich geen slecht idee. Bezwaar is wel dat het een door VWS georkestreerd instituut is en geen beweging vanuit de basis, de hulpverlener en de patiënt. Thema van dit nummer Hoe overleeft de huisarts 2015 zouden we dan ook kunnen veranderen in Hoe overleeft het zorgstelsel 2015?”

Andere artikelen gaan over:
– het Broodfonds, een goedkoop en sociaal alternatief voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV);
– huisarts Marco Bakker die zich verplaatst in een twike, een vervoersmiddel op drie wielen en aangedreven door een electromotor met de mogelijkheid om zelf mee te trappen. Een heel geschikt vervoermiddel voor woon-werkverkeer en korte ritten;
– Kim Schoenmakers die met een declaratiescan in een dag het totale declaratieproces in de artsenpraktijk in kaart brengt;
– de ervaringen van een Nederlandse huisarts die emigreerde naar Nieuw-Zeeland;
– over de zorg die zich kenmerkt door systeemdenken, geschreven door Hans Hoogerheide: Kortetermijndenken, bureaucratie en gebrek aan realiteitszin bij bestuurders zijn grote problemen in de zorg;
– hoe de huisarts zichzelf overleeft, door Rinske van der Goor uit Utrecht;
De werking van het zorgstelsel. Een document met de visie van VPHuisartsen is gestuurd naar de Tweede Kamer naar aanleiding van een rondetafelgesprek van GroenLinks, CDA en D66 met het veld als aanloop naar een breder debat daarover.

Klik hier voor lezen van no 1 – 2015 van MedZ, uitgave van de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPHuisartsen): http://issuu.com

De VPHuisartsen gaat uit van de kennis, kunde en wijsheid van de (praktijkhoudende) huisarts en heeft als belangrijke doelstelling het behoud van kernwaarden in het huisartsenvak, zonder voorbij te gaan aan de ontwikkelingen van deze tijd. Door haar handelen wenst VPHuisartsen de positie van de praktijkhoudende huisarts in Nederland maximaal te versterken

Website VPHuisartsen: www.vphuisartsen.nl

De tien geboden voor universiteitsbestuurders

Ewald Engelen, hoogleraar financiële geografie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) en auteur van het recent verschenen boek De schaduwelite voor en na de crisis (2014), schreef in februari 2012 in Folia, het onafhankelijke medium voor de UvA, de actueel gebleven Tien geboden voor universiteitsbestuurders. Het was de periode van het eerste Kabinet Rutte, waarin Halbe Zijlstra staatssecretaris van Onderwijs was.

Tien geboden voor universiteitsbestuurders

1. U zult afmaken waar u aan begonnen bent, alvorens aan iets nieuws te beginnen.

2. U zult niet als een kip zonder kop achter aftandse beleidsmodes aanlopen, een universiteit verwarren met een onderneming, uzelf als een semipublieke entrepreneur belonen, maar organisatorische rust als hoogste doel waarderen.

3. U zult uw werknemers beschermen tegen de overdreven regelzucht van de overheid en u zult aan het bestrijden van de planeconomische beginselen die daaraan ten grondslag liggen uw grootste arbeidsvreugde ontlenen.

4. U zult strikt het subsidiariteitsbeginsel toepassen, de grootst mogelijke beleidsvrijheid aan de kleinste organisatorische eenheid gunnen (de aloude vakgroep) en de schaalvergrotingszucht in de publieke sector te vuur en te zwaard bestrijden.

5. U zult uzelf behoeden voor megalomanie en zelfoverschatting. Het gaat niet om u, uw carrière, de leaseauto, het salaris of de bonus maar om het liefdevol beheren van een oude, burgerlijke instelling die groter en ouder is dan u, onder het motto: de universiteit is niet een frontsoldaat in de oorlog van het hedendaagse kapitalisme maar een saaie, degelijke, wat conservatieve instelling die gebaat is bij een zo klein mogelijke en zo amateuristisch mogelijke bestuurlijke staf.

6. U zult uw dienstverband lang blijven strijden tegen de misvatting dat kwaliteit hetzelfde is als kwantiteit (groot is goed) en u belooft plechtig het evaluatiemonster dat dit heeft gebaard en dat de publieke dienstverlening in Nederland op steeds perversere wijze dreigt uit te hollen met wortel en tak uit te roeien: sturen op rankings leidt NIET tot beter onderwijs en onderzoek maar tot vormen van boekhoudkundige manipulatie (net weer zo’n bespottelijke mailtje ontvangen om studenten toch vooral op te roepen om de Nationale Studenten Enquête in te vullen in de hoop dat hogere respons betere resultaten oplevert) die een bankier niet zouden misstaan.

7. U zult niet een plekje NAAST Halbe Zijlstra ambiëren, maar zult uzelf juist vierkant tussen Zijlstra en uw medewerkers in posteren om zo nodig als eerste de klap op te vangen die de rancuneuze staat – bevangen als zij is door de gekte van groot-groter-best en (onder dit kabinet) door linksnijd en intellectuelenhaat – onherroepelijk zal uitdelen.

8. U zult uzelf dienstbaar, bescheiden en nuchter opstellen en met regelmaat uw oor te luisteren leggen bij medewerkers en studenten, geleid door de vraag: hoe kunnen wij het perfectioneren van uw functioneren zo veel mogelijk ondersteunen?

9. U zult uw eigen tegenspraak organiseren en de adviezen van uw paladijnen in de centrale ondernemingsraad — vooral van die raadsleden die u naar de mond praten en u proberen te verleiden met hoge plaatsjes op rankings, grote organisaties, gebouwenporno en Oost-Duitse maakbaarheidsverwachtingen — ijskoud negeren.

10. U zult beseffen dat het geen pas geeft om als een gekrenkte geliefde uw werknemers en studenten op te roepen tot meer trots op de instelling omdat trots een beloning is voor dienstbaar bestuur die pas achteraf verkregen kan worden, oftewel: eerst zien, dan geloven.

Ewald Engelen

Zie: Folia, Tien geboden voor universiteitsbestuurders, door Ewald Engelen, 2 februari 2012: https://www.folia.nl/opinie/11876/tien-geboden-voor-universiteitsbestuurders