Skip to main content

Redactie Beroepseer

Nieuwsbrief Vitale lokale samenlevingen met terugblik op evenement Van kramp naar kracht

Lees de Nieuwsbrief Vitale lokale samenlevingen met terugblik – film, foto’s en verslag – op evenement Van kramp naar kracht in Eindhoven op 10 juni 2016: http://us12.campaign-archive2.com

Zie ook: Impressie van het evenement over vitale lokale samenlevingen: Van kramp naar kracht in Eindhoven op Groepsblog Beroepseer (16 juni 2016): https://beroepseer.nl

Zie hieronder de aftermovie van evenement Vitale lokale samenlevingen

U P D A T E
De in de Nieuwsbrief vermelde links werken niet meer. Website Vitale lokale samenleving is opgeheven.

Er wordt teveel zinloos gepraat in de zorg met als gevolg verdampen van miljoenen

In zijn artikel Zorgmiljoenen verdampen in zinloze praatjes, beschrijft Pieter van der Lugt hoe wij Nederlanders maar druk blijven praten over hoe het beter kan in de zorg, maar dat al dat gepraat niet tot de gewenste resultaten leidt. Integendeel. Het is een onthutsend artikel, gepubliceerd op Follow the money, het multimediaal platform voor financieel-economische onderzoeksjournalistiek. De volgende passages illustreren waaraan de miljoenen worden besteed:

Nadat de verpleegzorg jarenlang is uitgekleed en de bezuinigingen ook hebben geleid tot verwaarlozing van de kwaliteit van verplegend en verzorgend personeel, dringt inmiddels het besef door tot het ministerie van Volksgezondheid dat het anders moet. Voor 2016 heeft staatssecretaris Van Rijn 140 miljoen euro beschikbaar gesteld. Dit extra geld komt voor het leeuwendeel ten goede aan opleiding en bijscholing van verplegend personeel. Een bezuiniging van 45 miljoen euro in de langdurige zorg is geannuleerd.

Het overzicht gaat al snel verloren

De vraag is of al het geld wel bij de mensen op de werkvloer terecht komt. In de tijd dat de problemen in verpleeghuizen zich na een lang sluimerend proces steeds meer manifesteerden, hielden namelijk vooral bestuurders en onderzoekers zich bezig met het geld dat er was.

In 2012 gaf minister Edith Schippers aan het College van Zorgverzekeringen — inmiddels omgedoopt tot Zorginstituut Nederland — de opdracht voor een onderzoek naar een ‘toekomstgerichte beroepenstructuur’ voor de zorg. Een commissie onder leiding van Marian Kaljouw, de huidige voorzitter van de Nederlandse Zorgautoriteit, zou advies uitbrengen aan de minister over zorgberoepen en -opleidingen in de toekomst. Kaljouw was hiervoor een bijzonder geschikte kandidaat. Als voormalig voorzitter van de beroepsorganisatie voor verplegend personeel V&VN had zij namelijk veel ervaring en kennis van de materie.

Desondanks had de commissie drie jaar nodig voor het opstellen van een 36-pagina tellend advies. In die tijd werden vier quickscans uitgevoerd, vier lokale broedplaatsen opgestart, 62 focusgroepen gevormd waarin met 647 experts werd gesproken en er werden 547 experts bij een Nationale DenkTank ondervraagd. Daarnaast organiseerde de commissie elf landelijke en vier lokale denktanks, evenals een driedaagse denksessie voor twaalf personen op Terschelling.

Er waren een zevenkoppig expertteam Technologie en zes innovatieve projecten. Negen functioneringsprofielen werden in beeld gebracht door een extern bureau, er meerdere studies zagen het licht. Bovendien huurde de commissie tweemaal de Jaarbeurs in Utrecht af voor een groot congres. Natuurlijk gaat het overzicht al snel verloren met al die initiatieven. Dat moeten de leden van de adviescommissie ook hebben gedacht toen ze het Verwey-Jonker Instituut inhuurden voor de algehele procesbewaking.

‘Een continuüm van bekwaamheden’

En wat leverde al het gedenk, gebroed en gefocus uiteindelijk op? Een rapport dat nog niet de omvang heeft van een gemiddelde bachelorscriptie, vol met clichés over hoe zorgberoepen er in 2030 uit moeten zien. Al ontbreken originele observaties niet: ‘We leven in een snel veranderende en complexer wordende samenleving,’ weet de commissie de lezer te melden. Om aan de veranderende zorgvraag te kunnen voldoen, adviseert de commissie een ‘continuüm van bekwaamheden’ voor zorgpersoneel. Van macht naar kracht, van aanbod naar vraag en van verticaal naar horizontaal; de zorg van de toekomst komt tot stand door co-creatie en zorgverleners werken ‘interprofessioneel samen in multidisciplinair samengestelde teams.’

Op het congres waar het rapport werd gepresenteerd, gaf Marian Kaljouw voor de eigen camera aan wat het volgens haar heeft opgeleverd: ‘Het allerbelangrijkste wat we hebben bereikt, is dat nu eindelijk de burger echt centraal staat. En dat we gaan doen wat nodig is en dat we stoppen met wat niet meer nodig is.’

Zaken die al bekend zijn

De conclusie is dat drie jaar onderzoek en tal van initiatieven nogal veel lijken voor zaken die al bekend zijn. Een reactie op Van der Lugts artikel luidt dat er een analyse van het opleidingstekort van personeel moet komen en dat een goede functionaris moet worden ingezet die dat tekort omzet in cursussen en aanbod, in plaats van dat al dat geld gaat naar het nadenken en vergaderen over problemen.
Een andere reactie: “Ga zelf naar de zorginstellingen toe en vraag daar wat er mis is en wat ze nodig hebben voor de problemen die zij hebben. En pak aan en pak op en ga aan de slag. i.p.v loze/lege woordjes op papier. Waar de zorgende uitvoerders en de burger totaal niets aan hebben”.

Van de Lugt geeft in zijn artikel cijfers over de besteding van de financiën tussen 2013 en 2015. Hij besluit met enkele andere intiatieven m.b.t. zorgberoepen en opleidingen en de samenwerking tussen het ministerie van Volksgezondheid en het ministerie van Onderwijs. Het programma Zorgpact moet de coöperatie stimuleren tussen zorg- en onderwijsinstellingen en lokale overheden. Voor het Zorgpact is dit jaar 800.000 euro gereserveerd.

Zorgmiljoenen verdampen in zinloze praatjes, door Pieter van der Lugt, 23 juli 2016: www.ftm.nl

Rapport Naar nieuwe zorg en zorgberoepen: de contouren, Zorginstituut Nederland, April 2015: www.zorginstituutnederland.nl

Zorgpact: https://zorgpact.nl (site niet meer actief. Per januari 2019 is Zorgpact overgegaan in Actie Leer Netwerk. Zie: Zorgpact stopt, versteviging arbeidsmarkt en onderwijs gaat door, Zorg en Z, 4 december 2018: https://zorgenz.nl

Zijn indicatoren onmisbaar in de zorg of zijn ze synoniem voor bureaucratie?

Zorgprofessionals achten indicatoren niet valide en niet betrouwbaar, voor zorgverzekeraars zijn ze te weinig vergelijkbaar, patiënten baseren er hun keuze niet op, bestuurders ervaren ze als last en interne toezichthouders weten eigenlijk niet hoe ze te beoordelen. Toch vindt Wim Schellekens dat indicatoren onmisbaar zijn in ons zorgstelsel. Schellekens is strategisch adviseur en lid van twee Raden van Toezicht. In het verleden was hij hoofdinspecteur van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), directeur van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, ziekenhuisbestuurder en huisarts.

In het artikel Indicatoren? Gewoon opnieuw beginnen, maar nu ‘van binnen naar buiten’, schrijft Schellekens dat de grootste klacht is dat er teveel indicatoren zijn. Met indicatoren wordt kwaliteit gemeten. Bij de invoering van het nieuwe zorgstelsel in 2004 werd de eerste set van vijfentwintig sleutelindicatoren opgesteld door de IGZ in samenwerking met de medisch specialisten. Tegenwoordig hebben ziekenhuisbestuurders van grote ziekenhuizen te maken met wel twee- tot drieduizend indicatoren.
Jan van Kimpen, tot 1 november 2015 voorzitter van de Raad van Bestuur van het UMC Utrecht had bijvoorbeeld becijferd dat hij jaarlijks zo’n tweeduizend indicatoren moest meten en rapporteren. Hij had daarvoor zelfs een aparte afdeling opgezet van acht fulltime medewerkers, zonder dat dit voor de zorgorganisatie een toegevoegde waarde leek te hebben. Met zoveel indicatoren kun je geen zorgorganisatie besturen of een patiënt genezen.

Indicatoren zijn hulpmiddelen

Ondanks de hiervoor genoemde bezwaren zijn indicatoren onmisbaar in het hedendaagse zorgstelsel. De vraag is dus: wat is er misgegaan en hoe kan dat worden gerepareerd? Schellekens noemt in zijn artikel de oorzaken van de roep om meer zorginformatie en de toenemende behoefte aan kwaliteitsinformatie. Vervolgens noemt hij zeven criteria waaraan moet worden voldaan, willen indicatoren adequate hulpmiddelen zijn om kwaliteit te meten en te verbeteren. Indicatoren zijn hulpmiddelen en mogen nooit een doel op zich worden: “Pas als ze binnen de zorg een plaats en een functie hebben gekregen, zullen ze daarbuiten voor patiënten, zorgverzekeraars en de IGZ ook iets opleveren”. Schellekens besluit zijn artikel met een aantal aanbevelingen aan zorginstellingen bij het vormgeven van hun eigen indicatorenbeleid.

Als aan de voorwaarden wordt voldaan hoeven transparantie over aanpak en resultaten van zorg niet meer bedreigend te zijn en wordt het vertrouwen van de burger in de zorg weer hersteld. Als niet aan de voorwaarden wordt voldaan blijven indicatoren tot weerstand leiden bij de zorgaanbieders, tot wantrouwen bij de burger en tot bureaucratie en verspilling. Het is aan de professionele leidinggevenden, bestuurders van zorginstellingen, Raden van Toezicht, patiëntenorganisaties, zorgverzekeraars en de IGZ om ervoor te zorgen dat het imago van indicatoren weer in ere wordt hersteld.

Klik hier voor het hele artikel Indicatoren? Gewoon opnieuw beginnen, maar nu ‘van binnen naar buiten’. door Wim Schellekens.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in de bundel Het alternatief voor de zorg. Humaniteit boven bureaucratie (najaar 2015), een uitgave van Stichting Beroepseer. De tweede druk van de bundel is in maart 2016 verschenen in een verkorte versie, getiteld Het kleine alternatief voor de zorg. Humaniteit boven bureaucratie. Een aantal artikelen, waaronder dat van Wim Schellekens is daarin niet opgenomen.

omslag het alternatief voor de zorg klein

Klik hier voor meer info over
Het  alternatief voor de zorg

 

 

Doe mee met de enquête ‘Wat bedoelen we met Bildung in het onderwijs?’

bildungkalender 2017Bildung: je hoort er veel over, maar wat verstaan we er nou precies onder? En wat hebben leraren nodig om werk te kunnen maken van Bildungsonderwijs? Daar wil Didactief graag een beter beeld van krijgen.

Doe mee aan de enquête. De vragen beantwoorden kost maar een paar minuten en u maakt ook nog kans op een gratis exemplaar van de Bildungskalender 2017!
(Update: Enquête is inmiddels afgesloten;niet  meer actief op site).

De resultaten worden gepubliceerd in het oktobernummer van Didactief.

Didactief is een onafhankelijk vakblad voor het onderwijs en bericht over actuele ontwikkelingen in onderwijs en onderwijsonderzoek. Daarnaast wil Didactief het debat over onderwijs stimuleren: https://didactiefonline.nl

 

enquete bildungonderwijs didactief

U P D A T E

De grote Bildung-enquête, door Bea Bos, Didactief, 30 september 2016: https://didactiefonline.nl

 

Technologie-expert Rob Enderle: De meeste directeuren zijn bezig hun bedrijf de nek om te draaien

Het schijnt dat bazen in de IT-sector (informatietechnologie) hun eigen IT-professionals niet vertrouwen. Een recent onderzoek van de internationale accountants- en adviesorganisatie KPMG onder vierhonderd CEO’s*) van grote bedrijven uit elf sectoren toont aan dat het merendeel van hen geen idee heeft van wat ze aan het doen zijn, dat ze geen vertrouwen hebben in een kundige uitvoering van taken en dat ze denken dat hun klanten op het punt staan bij hun weg te gaan. Ze geloven niet wat analysegegevens aantonen en gaan dientengevolge over tot het invoeren van drastische veranderingen.

De blinde chauffeur

De Amerikaanse technologie-analyticus Rob Enderle van de Enderle Group, een in San Francisco gevestigd adviesbureau op het gebied van technologische producten, bedrijfsvoering en marketing, illustreert deze situatie met een verhaal over een chauffeur die niet kan zien en die ervan overtuigd is dat er een fataal ongeval gaat gebeuren. Hij vertrouwt de besturing niet en luistert niet naar de passagiers (die het waarschijnlijk uitschreeuwen van angst). Hij verandert daarentegen steeds van richting, daarbij het gaspedaal steeds dieper indrukkend. Het te verwachten gevolg is uiteraard een enorme klap.
Op de site van CIO – bestemd voor Chief Information Officers (CIO’s), en andere IT-managers – schrijft Enderle:

“Ik nam deel aan een interessante bijeenkomst vorige week. KPMG presenteerde een nieuw onderzoek onder CEO’s waarin werd nagegaan hoe zij denken over technologie. Het goede nieuws is dat ze kennelijk veel nadenken over technologie en IT’ers. Het slechte nieuws is dat ze geen vertrouwen hebben in wat ze van IT’ers krijgen en dat wil zeggen dat ze niet alleen met nog meer spoed naar de cloud willen, maar dat ze dat doen zonder IT’ers”.

Enderle vindt dat onze ideeën over kwaliteit drastisch bijgesteld moeten worden, anders krijgen IT’ers te kampen met enorme problemen met budgettering. Het geld circuleert dan niet meer in de organisatie, maar eromheen. Volgens hem zijn de meeste CEO’s bezig hun eigen bedrijf de nek om te draaien en daar zouden de meesten van ons zich erg druk om moeten maken.

Een greep uit de resultaten van het onderzoek:

1. Tweederde van de CEO’s denkt dat hun bedrijf het niet meer kan bijbenen.

2. 85 procent van de CEO’s denkt dat IT’ers er niet veel toe doen. IT’ers zouden moeten nagaan waarom de CEO dat denkt en ze zouden dit probleem moeten aanpakken.

3. Hierop aansluitend: 40 procent van de CEO’s wil het bedrijf drastisch veranderen. Als je bedenkt dat de meesten van hen vinden dat ze blind zijn, dan krijg je veel blinde chauffeurs die ondertussen grootse plannen hebben voor een koersverandering. Het verhaal van de chauffeur indachtig, kunnen we concluderen dat 40 procent van de bedrijven waarschijnlijk ernstige klappen zal oplopen.

4. Een kolossale 90 procent van de CEO’s heeft het gevoel geen idee te hebben van wat hun klanten willen en komen dus niet tegemoet aan de wensen en behoeften van hun klanten. “Allemachtig”, schrijft Enderle, “we hebben niet alleen blinde CEO’s die een drastische koersverandering in gang zetten, we weten nu ook dat bijna elke CEO ervan overtuigd is dat hij de verkeerde richting inslaat. Of dit nu echt zo is of ingebeeld, het betekent dat tenminste 50 procent van de CEO’s er makkelijk van te overtuigen is een drastische verandering in de organisatie door te voeren. En denk eraan, ze vinden nog steeds dat zij blind zijn, dus dit gaat niet goed aflopen”.

Elke CEO wil graag een Steve Jobs zijn

5. 75 procent van de CEO’s vindt dat hun bedrijf de markt zou moeten ontwrichten, maar ze doen het niet. Enderle: “Je zou hieruit kunnen opmaken dat elke CEO graag een Steve Jobs zou willen zijn. Nu neem ik hun dat niet kwalijk, maar ze willen de markt ontwrichten en rijke helden worden. Begrijp me goed. CEO’s denken dat ze blind zijn, ze zijn in paniek geraakt en denken dat hun bedrijf op de klippen loopt (en dat hun klanten bij hun weggaan), ze hebben het gevoel dat ze drastische veranderingen moeten doorvoeren en willen niet met de stroom meegaan”.
Het gevolg is dat elke CEO zich eigenlijk op een weg bevindt die leidt naar de vernietiging van hun bedrijf. De een doet dat wat sneller dan de andere, omdat ze geen vertrouwen hebben in hun bedrijf of in hun eigen vermogen adequate beslissingen te nemen.

De technologie heeft hen in de steek gelaten en terwijl dat voor een groot deel ligt aan de organisatie zelf, toont het ook aan dat analysegegevens niet de rol spelen die ze zouden moeten spelen.
Enderle merkt op dat hij niet direct een oplossing weet voor verbetering omdat de aard van de problemen kan variëren van een incompetente IT’er tot een incompetente CEO. Dat laatste is erg waarschijnlijk: “De oplossing ligt bij de top. Dat wil zeggen dat de IT’er zich beter afstemt op wat de CEO nodig heeft, want anders krijg je echt slechte resultaten, met de nadruk op ‘echt’. Het is tegenwoordig risicovol te werken voor een Fortune 500-bedrijf. Veiliger is het te werken in een kleiner bedrijf omdat werken voor een blinde CEO die ontwrichtend wil zijn veel lijkt op je inzetten voor het om zeep brengen van je eigen baan. Allemachtig”.

Noot
*) Chief Executive Officer = algemeen directeur van een bedrijf

Most CEOs are planning to kill their companies, door Rob Enderle, CIO, 15 juli 2016: www.cio.com/article/238620/most-ceos-are-planning-to-kill-their-companies.html

Jouw baas maakt jouw bedrijf kapot, door Rob Enderle, Webwereld, 21 juli 2016: https://cio.nl (Artikel niet meer beschikbaar)

CEOs say the next three years ‘more critical’ than the last half century, door Mark Calvey, San Francisco Business Times, 29 juni 2016: http://www.bizjournals.com

Now or never 2016 Global CEO Outlook: https://home.kpmg.com

Tien jaar Stichting Beroepseer: Voortrekkers blikken terug en kijken naar de toekomst

logo tien jaar beroepseerIn 2016 is het tien jaar geleden dat stichting Beroepseer is opgericht. In die tien jaar heeft de stichting zich met hart en ziel ingezet om professionals in de (semi-)publieke sector te ondersteunen en te bemoedigen om naar eer en geweten hun werk te kunnen doen. Door middel van publicaties, blogs, video’s, Goed Werk Hub-bijeenkomsten, Beroepseer-ateliers en Goed Werk-trajecten heeft de stichting duizenden professionals bereikt en geïnspireerd. Dit jubileum is een mooie gelegenheid om terug te kijken wat tien jaar Beroepseer heeft opgeleverd en de balans op te maken.

Daarnaast willen we vooruitkijken: waar staan we? Welke ontwikkelingen zien we om ons heen? Waar willen we vanuit stichting Beroepseer aan bijdragen en hoe?

Interviews met voortrekkers over 10 jaar Stichting Beroepseer

Ter gelegenheid van het jubileum vinden verschillende activiteiten en bijeenkomsten plaats. Een van deze activiteiten is een reeks interviews met voortrekkers van de stichting waarin ze terugblikken op de afgelopen tien jaar, maar ook hun licht laten schijnen over de uitdagingen van de toekomst.

1. Interview met politiechef Jaco van Hoorn. Klik hier.
2. Interview met Barend Rombout van Bureau Frontlijn. Klik hier
3. Interview met hoogleraar Rechtstheorie Dorien Pessers. Klik hier.
4. Interview met hoogleraar Gabriël van den Brink. Klik hier.
5. Interview met rechter Leendert Verheij. Klik hier.
6. Interview met politieman Bennie Beuvink. Klik hier.
7. Interview met psychiater Alan Ralston. Klik hier.
8. Interview met leraar René Kneyber. Klik hier.
9. 9. Interview met Jos de Blok van Buurtzorg Nederland. Klik hier.