Skip to main content

Redactie Beroepseer

Dokters en medicijnen te vaak oplossing voor maatschappelijke problemen

omslag recept voor maatschappelijk probleemDruk gedrag bij kinderen, onzekerheid onder jongvolwassenen, afnemende vruchtbaarheid, overbelasting in het spitsuur van het leven, functievermindering met het ouder worden: iedere levensfase gaat gepaard met verschijnselen die kunnen leiden tot vragen, ongemakken en problemen.

Het valt de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) op dat verschijnselen die te maken hebben met een bepaalde levensfase haast automatisch worden geduid als een individueel medisch probleem, en dat de oplossing vervolgens bij een zorgprofessional wordt gezocht. Maar horen deze vraagstukken wel thuis op het bordje van een zorgprofessional? Dit is de kwestie die de RVS in het advies Recept voor maatschappelijk probleem centraal stelt. Een zorgprofessional om advies vragen is in onze maatschappij een legitieme, gebruikelijke en begrijpelijke route. Maar als de maatschappij het probleem is, dan is een recept niet de oplossing.

De RVS pleit er in het advies voor maatschappelijke problemen niet altijd door de medische bril te bekijken en doet een aantal concrete aanbevelingen:

— Laat zorgprofessionals vaker de medische bril afzetten. Demedicaliseren is een onderdeel van de professionele verantwoordelijkheid. Zij moeten met patiënten bespreken wat de meest adequate benadering is van hun zorgvraag, bijvoorbeeld door middel van het shared decision making. Ze kunnen ook recepten uitschrijven voor andere zaken dan medicijnen, zoals ‘bewegen op recept’. Opleiding, nascholing en bijscholing van zorgprofessionals moeten laten zien dat professioneel handelen vereist dat je niet automatisch overgaat tot het beantwoorden van een zorgvraag, maar eerst de vraag stelt door welke bril deze zorgvraag moet worden gezien.

— Er is behoefte aan meer kennis over de maatschappelijke en meer individuele betekenis van de levensfasen en hoe die de gezondheid beïnvloeden en hoe er beelden zijn ontstaan over wat bij elke levensfase hoort. NWO en ZonMw zouden in hun programma’s gericht aandacht moeten besteden aan het risico van medicalisering en kennis moeten genereren over andere routes dan de traditionele medische benadering. Ook interdisciplinaire samenwerking kan helpen om de blik van (klinische) onderzoekers te verbreden. Dat geldt zowel voor interdisciplinaire publicaties als voor de aanwezigheid van onderzoekers uit de sociale wetenschappen en de geesteswetenschappen op strikt klinische congressen. Ook op dit terrein zou gewerkt kunnen worden met academische werkplaatsen waar verschillende disciplines deel van uitmaken.

— Patiënten-, cliënten- en ouderenorganisaties moeten burgers informeren over andere effectieve manieren om de knelpunten en problemen die zij ervaren te verminderen of te accepteren, om hen ervan te doordringen dat de medische oplossing niet per se de enige of de beste oplossing is.

Download Recept voor maatschappelijk probleem –  Medicalisering van levensfasen, Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, Den Haag, maart 2017: www.raadrvs.n

Promotie Wilma Boevink: Ervaringsdeskundigheid moet GGZ naar een nieuw plan tillen

omslag hee over herstel empowerment wilma boevinkOp 13 april 2017 promoveert Wilma Boevink aan de Universiteit Maastricht. Met haar proefschrift HEE! Over herstel, empowerment en ervaringsdeskundigheid in de psychiatrie kan de GGZ er niet meer omheen. Mensen die ernstig en aanhoudend psychisch lijden zijn deskundig.
Wilma Boevink is sociaal wetenschapper en sinds 1991 als onderzoeker verbonden aan het Trimbos Instituut, het landelijk Nederlands kennisinstituut voor geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en maatschappelijke zorg. Sinds januari 2017 werkt Boevink aan de ontwikkeling van het User Research Center, een netwerk van ervaringsdeskundige onderzoekers waarin de Universiteit Maastricht en het Trimbos-instituut partner zijn. Zij is tevens bestuurslid van de Vereniging voor Ervaringsdeskundigen en van Psychosenet, een online platform op het gebied van psychosegevoeligheid.
Met Jim van Os, Philippe Delespaul en Michael Milo werkt Boevink aan de opbouw van De Nieuwe GGZ, waarover in 2016 het boek Goede GGZ! verscheen.

Ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid

Mede op basis van haar eigen ervaringen als patiënt in de GGZ betoogt Boevink dat de kennis van ‘psychiatrische patiënten’ onontbeerlijk is om de hulpverlening naar een nieuw plan te tillen.
Mensen die worstelen met psychische problemen en daardoor psychiatrisch patiënt worden, doen belangrijke ervaringen op. Ze ervaren aan den lijve hoe het is om hun wens om een goed leven te leiden te combineren met de last van ernstig psychisch lijden. Ze ervaren ook als geen ander wat daarbij wel en niet helpt. Ze leren omgaan met de reacties op dat psychisch lijden in onze samenleving en in de GGZ, waarin we klaar staan met stigmatiserende beelden en labels voor ‘ziek’ of ‘afwijkend gedrag’. En ze ervaren wat nodig is om de schuld en schaamte die dat met zich mee brengt, plaats te laten maken voor hoop en vertrouwen. Al die ervaringen vormen een potentiële bron van een nieuwe vorm van kennis en kennisontwikkeling in de samenleving, de GGZ en de wetenschap: ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid.

Boevink pleit niet voor een ‘tegenbeweging’. Ze pleit juist voor verbinding van persoonlijke en collectieve cliëntervaringen en wetenschappelijke kennis. Deze kruisbestuiving wil Boevink niet beperken tot het terrein van de ervaringsdeskundigheid, maar verbreden naar andere kennisdomeinen. Uitwisseling van ervaringskennis, wetenschappelijk kennis én professionele kennis is van belang voor het herstel van mensen die ernstig psychisch lijden en voor een goede ondersteuning daarbij.

In de GGZ wordt al lang gesproken over vraaggestuurde zorg, herstelondersteunende zorg en zorg waarin ‘de cliënt centraal staat’. Toch ervaren nog steeds veel GGZ-cliënten onvoldoende aansluiting en een grote afstand tussen de professionele zorg en de eigen belevingswereld en ondersteuningsbehoeften. Alleen de verdere ontwikkeling en erkenning van ervaringskennis, in gelijkwaardige dialoog met professionele en wetenschappelijk kennis, kan die kloof overbruggen en de GGZ daadwerkelijk naar een nieuw plan tillen, aldus Boevink.

Wilma Boevink promoveert op donderdag 13 april 2017 om 14.00 uur. De promotie is te volgen via een livestream van de Universiteit Maatricht en via psychosenet.nl: www.maastrichtuniversity.nl

Proefschrift van Wilma Boevink: HEE! Over Herstel, Empowerment en Ervaringsdeskundigheid in de psychiatrie: https://assets.trimbos.nl

Ervaringsdeskundigheid moet GGZ naar nieuw plan tillen, Trimbos Instituut, 30 maart 2017: https://www.trimbos.nl

De nieuwe GGZ: www.denieuweggz.nl

Werkdruk het hoogst bij kok, arts, jurist en docent

omslag beroep en werkdruk in nederland cbsKoks, artsen, juristen, managers in de zakelijke en administratieve dienstverlening en leerkrachten in het basisonderwijs; allemaal geven ze aan dat ze te maken hebben met een hoge werkdruk. Maar de aard van die werkdruk is in de verschillende beroepen anders. Dat blijkt uit het recente onderzoek Beroep en werkdruk in Nederland van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onder werknemers in veel voorkomende beroepsgroepen naar de werkdruk die zij zelf ervaren.

Zo geven koks het vaakst aan dat ze erg snel moeten werken. Artsen, juristen, managers in de zakelijke en administratieve dienstverlening en leerkrachten in het basisonderwijs vinden dat ze heel véél werk moeten verrichten. Voor het bepalen van de werkdruk werd werknemers gevraagd of ze heel veel werk moesten verrichten en of ze erg snel of extra hard moesten werken. Werknemers in beroepen met de hoogste werkdruk scoren hoger dan gemiddeld op deze drie onderdelen. Voor deze analyse zijn alleen de veel voorkomende beroepsgroepen onderzocht, met ten minste 50 duizend werknemers. Onder bijvoorbeeld managers productie en docenten in het hoger onderwijs is de werkdruk eveneens hoog, maar die beroepsgroepen tellen minder dan 50 duizend werknemers.

Werkdruk onder artsen en leerkrachten hoog door emotionele zwaarte

Wat de werkdruk verhoogt is niet voor alle onderzochte beroepsgroepen hetzelfde. Leerkrachten in het basisonderwijs en artsen geven bijvoorbeeld aan dat hun werk emotioneel zwaar is. Daar komt voor artsen nog bij dat ze lange werkweken maken en soms geïntimideerd worden door patiënten. Bij juristen is bepalend dat zij vele uren doorbrengen achter een beeldscherm.

Beveiligingspersoneel ondervindt laagste werkdruk

De laagste werkdruk wordt ervaren door beveiligingspersoneel, gevolgd door auto- en taxichauffeurs, hoveniers, tuinders, kassamedewerkers en leidsters in de kinderopvang. Dat zij onderaan de lijst staan, komt vooral omdat zij minder vaak aangeven dat ze extra hard moeten werken.

Aan de werkdruk blijkt vaak niet zo gek veel te doen. De vraag is: hoe kan je toch nog functioneren terwijl de werkdruk je eigenlijk boven het hoofd groeit? Moet een kok die jaagt op nóg een Michelinster die werkstress maar op de koop toe nemen? Nee, dat is niet per se nodig, legt Albert Sonnevelt uit aan BNR Radio. Hij is zelfstandig psycholoog en coach van meerdere mensen die een hoge werkdruk hebben: “Er zijn vaardigheden die je moet hebben om met stress om te kunnen gaan. Je moet leren delegeren, prioriteiten kunnen stellen, grenzen aangeven. Tijd plannen om te herstellen. Dat is vaak de moeilijkheid in deze beroepsgroep”. Daarnaast is een deel van de werkstress toe te schrijven aan karakter. “Als je zeer perfectionistisch bent en een hoog verantwoordelijkheidsgevoel hebt, dan heb je al snel stressgedachten. Je wilt het bij iedereen goed doen”.

Download Beroep en werkdruk in Nederland, Sociaal economische trends, CBS, april 2017: www.cbs.nl/

Forse werkdruk voor kok, arts, jurist en docent, BNR Radio, 3 april 2017: www.bnr.nl

Hoe de overheid altijd te laat reageert op problemen op de arbeidsmarkt in het onderwijs, en ze nog verergert

Bij overschotten en tekorten aan leraren reageert de overheid altijd te laat. En verergert ze de problemen in plaats van ze op te lossen. Kan dat misschien een keer anders? Robert Sikkes blikt in een lang artikel in de online-editie van Het Onderwijsblad vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw terug op de ontwikkelingen in de onderwijsarbeidsmarkt. Een verkorte versie staat in de gedrukte uitgave van Het Onderwijsblad (no 6 van 1 april 2017). Het artikel is fraai geillustreerd met archieffoto’s uit het onderwijs.

Een randstad-probleem is het lerarentekort nu allang niet meer,schrijft Sikkes. Bij basisschool de Blauwe Morgenster in Midden Beemster worden leerlingen al naar huis gestuurd bij gebrek aan invallers. Het openbaar onderwijs in Enschede heeft daar al vaker last van.
Het tekort – nu aan invallers en straks aan vast personeel – leidt tot paniek en noodmaatregelen. Klassen samenvoegen, gepensioneerden inschakelen. Pabo’s in de Randstad werken samen met schoolbesturen en geven baangaranties af voor wie de eindstreep haalt. Grote steden werken met bonussen voor wie wil komen lesgeven. Roc’s starten een pre-pabojaar om de tot stilstand gekomen doorstroom van hun studenten naar de pabo te herstellen.

Vrijwel alle schoolbesturen merken de snelheid waarmee het lerarentekort zich uitbreidt. Eerst bij de invallers. “Ontvingen wij een paar jaar terug op jaarbasis zomaar tachtig open sollicitaties waarvan we mensen uit voorzorg op de vervangingslijst zetten, nu is dat aantal aanzienlijk afgenomen”, vertelt John Keunen, voorzitter van het college van bestuur van Fedra in de IJmond, aan het Noordhollands Dagblad.
Door de krimp sluiten nog ieder jaar tientallen basisscholen en ziet het voortgezet onderwijs dit jaar minder brugklassers. Maar ondanks minder kinderen zijn er toch veel te weinig leerkrachten. Dat komt door de pensioengolf onder oudere leraren, in combinatie met te weinig afgestudeerden van de pabo en datzelfde bij bepaalde vakken in het voortgezet onderwijs. Hierdoor zullen er de komende jaren veel te weinig jonge docenten zijn om de plaatsen van de ouderen op te vullen. Duizenden, schatten de arbeidsmarktexperts.

Lees het hele artikel: Altijd te laat. Hoe de overheid de problemen op de arbeidsmarkt in het onderwijs steeds weer verergert, door Robert Sikkes, Het Onderwijsblad, 31 maart 2017: https://onderwijsblad.atavist.com/altijd-te-laat (Niet meer beschikbaar op site van Het Onderwijsblad of AOb. Zie https://beroepseer.nl/

het onderwijsblad robert sikkes onderwijs arbeidsmarkt

 

‘Onderwijs2032’ is tot nu toe een onderschatting van het onderwijs

De Vereniging voor katholiek en christelijk onderwijs Verus schrijft dat Onderwijs2032 scholen onderschat. Een van de eerste zaken waar de nieuwe onderwijswoordvoerders in de Tweede Kamer zich over buigen, is Onderwijs2032*). Op 13 en 19 april 2017 vindt een uitgebreide hoorzitting over deze curriculumvernieuwing plaats. Wat onderwijsbestuurder Saskia Makker betreft wordt Onderwijs2032 niet meer dan een inspiratiedocument voor scholen. “Wat ik tot nu toe lees, is een onderschatting van wat er op scholen gebeurt.”.

Jammer

Makker is bestuursvoorzitter van de Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm PO-VO (Utrecht): “Als ik zie wat wijzelf doen, en wat ik op scholen om me heen zie gebeuren, vind ik Onderwijs2032 tot nu toe een onderschatting van het onderwijs. Het is jammer dat wordt gedaan alsof dit het ei van Columbus is”.

Verschil is mooi

Scholen zien er van buiten misschien nog hetzelfde uit als veertig jaar geleden, zegt Makker. Maar binnen is van alles veranderd: ICT-gebruik, tweetalig en vakoverstijgend onderwijs, bedrijfsleven betrekken, technasia…
“Misschien is niet iedereen even ver, maar heel veel scholen maken keuzes binnen hun onderwijs. En het mooie is dat dat verschillende keuzes zijn. Daardoor behoud je verschillende profielen en kunnen ouders een school kiezen die past bij hun opvoedingsideaal”.
Het laatste wat we moeten willen, zegt Makker, is dat Onderwijs2032 leidt tot een staatscurriculum. “Het moet niet zo zijn dat er straks iets komt wat iedereen moet gaan doen. Dan krijg je staatsscholen, alles hetzelfde”.

We zijn er al jaren mee bezig

Laat Onderwijs2032 een ‘soort inspiratie’ zijn voor scholen die het lastig vinden om een bepaalde richting te kiezen, oppert de bestuurder. “Maar onze visie stond er al voordat het rapport uitkwam. Tweetalig en vakoverstijgend onderwijs, lessen programmeren en goed ICT-gebruik, daar zijn we al jaren mee bezig”.

Niets nieuws

Dat het onderwijs de leerlingen moet klaarstomen voor de toekomst, waarin ze andere vaardigheden nodig hebben? Duh. “Dat is niets nieuws. Scholen proberen al van alles uit. Soms lukt dat, soms niet. En dan grijp je terug op een vorm die je al kent. Maar scholen zoals ze nu zijn, namelijk elk met een eigen ‘community’, dat is heel waardevol. Daarmee kun je het verschil maken zodat ouders en leerlingen voldoende vrije schoolkeuze houden”.

Onderwijs2032 onderschat scholen’, Verus, 30 maart 2017: www.verus.nl (Niet meer beschikbaar)

*) Onderwijs 2032 is een voorstel over het onderwijs van de toekomst. Op 13 april en 19 april 2017 wordt er tijdens een rondetafelgesprek over het voorstel van Onderwijs2032 gesproken. Op donderdag 20 april staat het algemeen overleg gepland. Verschillende partijen uit het onderwijsveld hebben een brief gericht aan de Tweede Kamer ter voorbereiding op de bespreking van het voorstel. Zie voor mee info https://beroepseer.nl

Pleidooi voor ‘Herstelwet’ zorgstelsel in brief aan informateur Schippers van actiecomité Het Roer Moet Om

Het actiecomité Het Roer Moet Om (HRMO)*) pleit in een brief aan informateur Schippers voor een herstelwet voor het zorgstelsel.
De herstelwet moet prioriteiten anders stellen, regelgeving onder de loep nemen, budgetten verschuiven en het huidige zorgstelsel aanpassen. Het comité wil dat in het regeerakkoord wordt vastgelegd dat de lastendruk en regelgeving voor zorgverleners met meer dan de helft worden verminderd.

Zeven weken voor de Tweede Kamerverkiezingen vond in Theater Carré in Amsterdam op 21 januari 2017 het debat Politieke keuzes in de zorg plaats, georganiseerd onder meer door Het Roer Moet om, Platform Nieuwe Zorg en de beroepsvereniging voor zorgverleners VvAA. Een van de conclusies was dat we van wantrouwen naar vertrouwen en van tegenwerking naar samenwerking in de zorg moeten. Het debat resulteerde in een oproep aan de politieke partijen, Samen dapper voor de zorg, met tien punten:

  • Stop het georganiseerde wantrouwen en de doorgeschoten controle van de bureaucratie voor patiënten en zorgverleners
  • Geef concreet aan wat wel en wat niet uit de publieke middelen betaald kan worden
  • Investeer in professionaliteit en opleiding in plaats van meer controle en betutteling
  • Verlaat het dogma van ‘eigen-regie’ als excuus voor het onvoldoende leveren van zorg aan kwetsbaren
  • Laat de zorginhoud -binnen vastgestelde kaders- aan de professionals, bouwt u aan de structuur
  • Repareer de uitvoering van de zorgwetten ZVW, WMO en WLZ
  • Realiseer de regionale samenwerking en meerjarige contracten
  • Zorg voor een structureel debat over gezondheid en zorg met de hele samenleving
  • Gezondheidskennis en bewegen moet structureel ingebed worden op scholen, richt de publieke ruimte gezond in
  • Verhoog de prijzen van sigaretten, verminder het aantal verkooppunten drastisch en verdrijf roken uit het publieke domein

Herstelwet na grondige evaluatie van huidige zorgstelsel

Het Roer Moet Om vraagt de informateur de oproep in een regeerakkoord vast te leggen. De ondertekenaars eindigen de brief ermee dat 50 procent reductie van last- en regeldruk alleen bereikt kan worden als ook andere partijen zoals de beroepsorganisaties, verzekeraars, de Inspectie voor de Gezondheidszorg, de Nederlandse Zorgautoriteit en patiëntenorganisaties, zich committeren aan het behalen van deze doelstellingen: “Met schrappen alleen zullen we er niet komen. Er zullen ook keuzes gemaakt moeten worden om optimale zorg te kunnen blijven leveren. Dat betekent andere prioriteiten stellen, verschuiving in budgetten en aanpassing van het huidige stelsel. We hebben dit eenvoudigweg ‘de Herstelwet’ genoemd die ingevoerd kan worden na een grondige evaluatie van het huidige zorgstelsel waaronder de drie zorgwetten ZVW, WMO en WLZ. Uiteraard zijn wij gaarne bereid deze brief mondeling toe te lichten”.

Brief aan informateur Schippers, 29 maart 2017: https://beroepseer.nl

Zorgverleners vragen om herstelwet zorgstelsel, Arts en Auto, 30 maart 2017: www.artsenauto.nl

Teken de oproep: Samen dapper voor de zorg: www.hetroermoetom.nu/oproep

*) Over Het Roer Moet OM: De afgelopen jaren is er vanuit de huisartsenberoepsgroep een breed ondersteunde beweging ontstaan genaamd actiecomité Het Roer Moet Om. De kernpunten van de beweging zijn: gelijkwaardigheid tussen zorgverlener en verzekeraar; samenhang door samenwerking, meer vertrouwen in de huisarts als professional en minder bureaucratie. Doel is te komen tot een verandering in de dagelijkse praktijk, wat betreft de enorme regeldruk en administratieve overlast in de zorg. Het comité wordt gesteund door VvAA, waarbij ruim 120.000 duizend zorgprofessionals zijn aangesloten. Afgelopen jaar werd de beweging uitgebreid naar andere beroepsgroepen op het VvAA-congres ‘Zelf aan het Roer’.

Pas verkozen volksvertegenwoordigers stellen zich voor op hun persoonlijke pagina van site Tweede Kamer

Coen van de Ven van RTL Nieuws heeft een bloemlezing gemaakt van de biografieën van de pas verkozen volksvertegenwoordigers. Henk Krol schrijft dat hij nooit een politieke carrière ambieerde en daar als vanzelf inrolde. Kuzu van DENK schrijft over zijn ervaringen als kind maar rept met geen woord over zijn jaren in de PvdA Kamerfractie.
Thierry Baudet schrijft dat zijn partij wil gaan functioneren als het ‘vlaggenschip van de renaissancevloot’.
PVV’ers zijn kort van stof, D66’ers weer wat langer. Zij verbinden persoonlijke anekdotes aan lange maatschappijbespiegelingen. Dat doen VVD’ers ook, jeugd en politiek met elkaar verbinden. Ook Mona Keijzer van het CDA. Zij memoreert haar jeugd in Volendam ‘waar hard werken en ondernemerszin met de paplepel worden ingegoten’. Van Wouter Koolmees van D66 weten we nu dat hij als leerling uit enthousiasme op de middelbare school zijn haar aubergine-kleurig verfde bij het aantreden van het eerste paarse Kabinet.

Zie de bloemlezing van Coen van de Ven: Even voorstellen: de Tweede Kamerleden in hun eigen woorden, RTL Nieuws, 29 maart 2017: www.rtl.nl

Biografie van alle Kamerleden: www.tweedekamer.nl

De economische crisis is oorzaak van de neergang van de kwaliteit van werk

Peter Smulders en Seth van den Bossche, beiden onderzoekers bij TNO in Leiden, schrijven in hun artikel op de site van Sociale Vraagstukken dat de economische crisis de kwaliteit van de arbeid heeft aangetast.
Evenals in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië zijn in Nederland tussen 2007 en 2015 meer werknemers terechtgekomen in banen met meer arbeidsonzekerheid en matige arbeidsvoorwaarden, in deeltijdwerk, met flexibele contracten en relatief weinig autonomie in het werk. Dat de autonomie van werknemers afgenomen is, wijst mogelijk ook op een toename van het geprotocolleerde en simpele werk en op het naar zich toe trekken door leidinggevenden van verantwoordelijkheden.
De economische dreiging in de vorm van dalende opbrengsten en winsten, en mogelijk zelfs van faillissementen, lijken in de crisisperiode te hebben geleid tot het aanhalen van de teugels door bedrijfsleiders.

Volgens de auteurs zou de neergang van de kwaliteit van de arbeid een gespreksthema moeten zijn in de SER, want de vraag is of het aantrekken van de economie het tijd kan keren. Er is wel enige verbetering te constateren in de periode 2013-2015 maar de vraag is of er ten dele ook sprake is van een meer structurele verschuiving in het Nederlandse arbeidsbestel in de richting van flex en onzekerheid.

Lees het hele artikel: Economische crisis tastte kwaliteit van de arbeid aan, door Peter Smulders en Seth van den Bossche, Sociale Vraagstukken, 28 maart 2017: www.socialevraagstukken.nl

20 april debat over ‘Normalisering ambtenarenstatus en de medezeggenschap’

professionals in debat
Donderdag 20 april 2017 vindt er in Den Haag een debat plaats over ‘Normalisering van de ambtenarenstatus en de medezeggenschap’ dat gaat over de gevolgen van de in werking treding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren op 1 januari 2020. Wat betekent deze verandering voor de positie en de rol van de ambtenaar en zijn vakmanschap? Welke kansen en uitdagingen zijn er voor de medezeggenschap?

 


logo cmhf professionals in debat logo logo beroepseer


Uitnodiging

CMHF*) en Stichting Beroepseer nodigen u uit voor de volgende
‘Professionals in Debat’-bijeenkomst (PiD)

Normalisering ambtenarenstatus en de medezeggenschap

Datum en tijd Donderdag 20 april 2017 | 15.00 – 17.00 uur. Inloop 14.30 uur, borrel na afloop
Locatie ROC Mondriaan, Koningin Marialaan 9, Den Haag

Graag nodigen we u uit voor een bijeenkomst over de gevolgen van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra). Deze ‘normalisatie’ zorgt ervoor dat vanaf 1 januari 2020 de ambtenaar een ‘gewone werknemer’ zal zijn.
Wat betekent deze verandering voor de positie en de rol van de ambtenaar en diens vakmanschap?
Wat betekent het voor de arbeidsvoorwaarden en rechtspositie?
Wat betekent het voor de positie van de medezeggenschap (OR, DGO/GO)?
Welke rol kan de medezeggenschap pakken om het veranderingsproces in goede banen te leiden en zich sterk te maken voor ambtenaren en het ambtelijk werk?

Sprekers

Luc Janssen, advocaat ambtenaren- en arbeidsrecht bij Capra Advocaten en schrijver van de in 2013 bekroonde scriptie Op weg naar een nieuwe ambtelijke status, geeft een inleiding over de juridische consequenties van de normalisering, wat deze betekent voor de positie van de ambtenaar, maar ook voor ambtelijke integriteit en ambtelijk vakmanschap.

Dennis Baegen, Douane/lid van het GO Belastingdienst, vertelt vanuit zijn ervaring in de medezeggenschap hoe hij aankijkt tegen de ‘normalisatie’ en welke kansen en uitdagingen hij voor de medezeggenschap ziet. Daarnaast is er volop ruimte om met elkaar in gesprek te gaan.

Tijdens deze bijeenkomst wordt de publicatie Normalisatie van de ambtenarenstatus: werken bij de overheid doodnormaal? gelanceerd waaraan stichting Beroepseer, e-democracy en De Clercq Advocaten hebben bijgedragen. Hierin staan concrete adviezen voor ondernemingsraadsleden en leden van het georganiseerd overleg over hoe om te gaan met ‘de normalisatie’.

Deze bijeenkomst is bedoeld voor ambtenaren (Rijk, provincie, waterschappen, gemeenten) die actief zijn in de medezeggenschap (OR, DGO/GO), en andere geïnteresseerden.
_________________________________________________________________________

 Deelname aan deze bijeenkomst is kosteloos.
U kunt zich aanmelden bij Anja van Kleffens per e-mail: akleffens@cmhf.nl
of via het algemene aanmeldingsformulier op de CMHF-website: klik hier.

 *) CMHF = Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen bij Overheid, Onderwijs, Bedrijven en Instellingen is een onafhankelijke koepel van 43 beroeps- en belangenverenigingen.