Skip to main content

Redactie Beroepseer

Buurtzorg start eigen kennisplatform voor professionele ontwikkeling en scholing medewerkers

Buurtzorg heeft per 1 januari 2018 het collectief lidmaatschap van de Beroepsvereniging Verzorgenden en Verpleegkundigen – V & VN – opgezegd. De V & VN telt tachtigduizend leden. Buurtzorg is een met kleine teams werkende thuiszorgorganisatie die zelfstandig thuiszorg levert. Buurtzorg is opgericht in 2006 door Jos de Blok, de huidige directeur, en gebaseerd op een vernieuwend concept van wijkverpleging en zorg thuis.

Buurtzorg vindt dat V & VN te weinig zou doen voor de wijkverpleging en is ontevreden over het Kwaliteitsregister V&V.
De Blok: “Al jaren vinden we dat V & VN in een aantal opzichten onvoldoende bijdraagt aan de ondersteuning van de wijkverpleging. Dit kan volgens ons beter en sneller”. Ook vindt De Blok dat het Kwaliteitsregister te weinig mogelijkheden voor de ondersteuning van de professionele ontwikkelingen van wijkverpleegkundigen biedt. Daarom wil hij nog voor de zomer een eigen kennisplatform lanceren, alleen voor medewerkers van Buurtzorg en daar vooral gebruikmaken van moderne scholingsvormen en de expertise die al binnen de organisatie aanwezig is.
De Blok: “We hebben specialisten in huis op het gebied van wondzorg, delier, ALS, noem maar op. Deze kunnen natuurlijk prima scholing geven aan verpleegkundigen en wijkverpleegkundigen. Bijvoorbeeld met een klinische les op afstand. Dat gaat sneller, is effectiever en er kunnen veel meer mensen tegelijk aan meedoen”.
Toch is deze nieuwe vorm van scholing geen bezuinigingsmaatregel, zegt De Blok. “We gaan voor meer kennisontwikkeling voor hetzelfde geld”.

Voor de wijk

Per 1 januari 2018 is van start gegaan Voor de wijk,  Nederlandse Beroepsvereniging voor Verpleegkundigen. Doel is professionals die werken in de wijkverpleging op een krachtige manier positioneren in de maatschappelijke gezondheidszorg, met inzet voor kwalitatief goede beroepsuitoefening en het behartigen van de belangen van de beroepsgroep in de meest ruime zin van het woord.
Professionals die in de wijk werken kunnen lid worden.
Voor de wijk gaat een vakbekwaamheidsregister met ‘Ontwikkelpaspoort’ aanbieden, voor alle vakgenoten in de wijk. Dit individuele paspoort geeft de mogelijkheid bij te houden wat men als verzorgende of verpleegkundige heeft gedaan op vakinhoudelijk gebied. Het Ontwikkelpaspoort gaat in per 1 mei 2018.
Voor de wijk is een initiatief van medewerkers van Buurtzorg.

Meer lezen, ook over de reactie van V & VN op de site van:

Nursing: Buurtzorg stopt lidmaatschap V&VN en start eigen kennisplatform, door Nienke Berends, 4 januari 2018: www.nursing.nl

Zorgvisie: Buurtzorg stopt lidmaatschap V&VN, door Carina van Aartsen, 4 januari 2018: www.zorgvisie.nl

Meer info over de beroepsvereniging Voor de wijk: http://voordewijk.nu (site is opgeheven)

U P D A T E

“Wijkverpleegkundigen verdienen een aparte plek”, ZorgenZ, 11 januari 2018: https://zorgenz.nl

Met een minibus en camera op zoek naar beter onderwijs over de grenzen: Wereldlessen

van finland tot singapore onderwijsDe broers Luuk en Erik Ex zijn in september 2017 begonnen aan een reis in een minibus. Met een videocamera trekken ze de grens over om in andere landen een les bij te wonen en daarover te rapporteren als ze vinden dat Nederland daar nog wat van kan leren. Erik is geschiedenisdocent. Luuk is journalist.
Bezocht worden onder meer drie hoog op de ranglijst genoteerde OESO-landen Finland, Singapore en Estland, alsmede Rusland, Oekraïne en Cyprus. De broers maken de videoserie – Wereldlessen – voor De Volkskrant.

Op Noord- en Zuid-Cyprus leren kinderen van jongs af aan elkaar te zien als de vijand. In de bufferzone, op de grens, worden ze samengebracht en leren ze dat hun ideeën en problemen eigenlijk erg op elkaar lijken. In Nederland bestaat ook een kloof, merken de broers op. Kan het onderwijs hier ervoor zorgen dat ook deze kinderen elkaar ontmoeten en hun vooroordelen overboord gooien?
In de Oekraine ontdekken de broers dat vaderlandsliefde en nationalisme op school heel normaal zijn. Erik: “Nationalisme waar ik van ineenkrimp. In mijn geschiedenislessen probeer ik leerlingen te leren wereldburger te zijn”.
Nog een interessante vraag: Is het een goed idee om leerlingen van groep een tot het eindexamen bij elkaar in de klas te houden, zoals in Estland gebeurt?

De eerste aflevering van de serie gaat over een middelbare school in Finland. Zie helemaal onderaan video. Duur 2½ min.

op wereldreis voor beter onderwijs2

De Edyssee – Onderwijsreis van Finland naar Singapore: https://de-edyssee.com (Website is opgeheven).

Wereldlessen: op zoek naar beter onderwijs van Finland tot Singapore, de Volkskrant, 2 januari 2018: www.volkskrant.nl

Over overdrijving in academisch-medische persberichten en de nieuwsmedia

In het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTVG) is een artikel verschenen over de relatie tussen overdrijving in academische persberichten en in de nieuwsmedia. Het is geschreven door vijf auteurs, onder wie  Ionica Smeets, hoogleraar wetenschapscommunicatie aan de Universiteit van Leiden. Op de site van het NTVG staat een samenvatting. Het hele artikel is alleen te lezen voor abonnees.
Doel was het aantal overdrijvingen in pers- en nieuwsberichten tellen en onderzoeken waar in het traject tussen wetenschappelijke publicatie en nieuwsbericht deze overdrijving ontstaat.
Geanalyseerd werden persberichten uit 2015 over gezondheidsonderzoek van Nederlandse universiteiten en universitaire medische centra en de aan die persberichten gerelateerde berichten in de nieuwsmedia.

De resultaten laten zien dat 20% van de persberichten en 29% van de nieuwsberichten overdrijving van de conclusie of causale claim bevatten. Expliciet gezondheidsadvies werd indien aanwezig overdreven in 7% van de persberichten en in 10% van de nieuwsberichten. Wanneer het persbericht een overdrijving van de conclusie of causale claim bevatte, stond in 92% van de gerelateerde nieuwsberichten dezelfde overdrijving. Als de conclusie in het persbericht niet overdreven was, was 6% van de nieuwsberichten overdreven. De relatieve kans op overdreven nieuws bij een overdreven persbericht was 16,08. Bij overdreven persberichten hoorde vaker een nieuwsbericht.

De conclusie is dat overdrijving in gezondheidsnieuws sterk gepaard gaat met overdrijving in het oorspronkelijke persbericht en komt voor bij meer dan 1 op de 5 artikelen. Het monitoren en zo nodig verbeteren van de nauwkeurigheid en juistheid van academische persberichten lijken een belangrijke stap om de kwaliteit van gezondheidsnieuws te verhogen.

Zie: Overdreven gezondheidsnieuws – Relatie tussen overdrijving in academische persberichten en in nieuwsmedia, Joop Schat, Francien G. Bossema, Mattijs E. Numans, Ionica Smeets en Peter Burger, Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 2 januari 2018: www.ntvg.nl

Leren en veranderen in de organisatie met de focus gericht op goed werk

omslag leren in verandering manon ruijtersManon Ruijters had het in haar inaugurele rede bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar ‘Leren, ontwikkelen en gedragsverandering’ aan de Vrije Universiteit Amsterdam over de lerende organisatie, professionele teams en goed werk. De lerende organisatie staat momenteel weer in de belangstelling. Organisaties zijn op zoek naar manieren om hun professionals meer ruimte te geven en regels en protocollen te verminderen. Zelfsturing en eigenaarschap horen daar ook bij. Professionals die als team met elkaar werken aan taken, moeten nu samen zelf gaan bepalen wat de normen zijn voor ‘goed werk’. Zonder norm is geen reflectie mogelijk en dus geen verbetering. Het komen tot gezamenlijke normen blijkt evenwel nog niet zo eenvoudig.
Door deze onzekerheid nemen overbelasting en onderbenutting van professionals toe. Er is sprake van werkdruk aan de ene kant en professionals die aanzienlijk meer in hun mars hebben dan ze kwijt kunnen in hun werk aan de andere kant.

Het is dan ook niet gek aldus Ruijters in haar rede, dat men denkt aan versterking van het lerend vermogen van mensen, teams en de organisatie als geheel. Maar precies hierin ligt de kern van het vraagstuk. De hoop die organisaties vestigen op ‘de lerende organisatie’, op leren en ontwikkelen en op het idee dat leren goed is en dat méér leren beter is, blijkt de gewenste ontwikkeling juist in de weg te staan. Het vormgeven van de lerende organisaties blijkt moeizaam te verlopen.
Het proces van professionalisering leidt niet vanzelfsprekend tot professionaliteit. Uiteindelijk is het niet de organisatie die leert, maar het leren zit ook niet puur in mensen. Het leren in organisaties speelt zich voor een belangrijk deel af tussen mensen en is daar collectief van aard. Het is met name door de te smalle invulling van ‘leren’, dat het werken aan de lerende organisatie vaak de mist ingaat.

De focus richten op  goed werk

Vanwege een te beperkte opvatting over leren, pleit Ruijters ervoor de koers te verleggen en de focus te richten op goed werk. Ruijters in haar oratie: “‘Goed Werk’ is [ …] werk dat van hoge kwaliteit is, maatschappelijk verantwoord en betekenisvol voor de werker.
[…]
Met elkaar opbouwen wat we ‘goed werk’ vinden, waardoor we met elkaar kunnen reflecteren en groeien. Uit eerste onderzoeken op dit vlak blijkt dat teams positiever kijken naar hun prestaties wanneer ze met elkaar normen hebben vastgesteld. Wat daar nog bijkomt is dat deze beelden over goed werk bijdragen aan commitment, vertrouwen in het management en tevredenheid op het werk. Maar het is nog onbekend hoe we teams daarin kunnen begeleiden. Hierin is voor teams en organisaties, voor onderzoek en praktijk nog een wereld te winnen.
[…]
Goed werk geeft een focus voor de lerende organisatie die ons helpt niet te ‘verdrinken’ in het leren en ons wegleidt uit de onvermijdelijke oxymoron van de lerende organisatie. De vraag naar ethiek dwingt ons om ons telkens opnieuw af te vragen of leren op dit moment het perspectief is dat nodig en gewenst is”.

Sluijters eindigt haar rede met de woorden: “Het moge duidelijk zijn dat leren een belangrijk en onafscheidelijk deel uitmaakt van veranderen. Het oog gericht houden op goed werk, zet het ‘leren’ zelf in de verandering”.

Klik hier voor downloaden van Leren in verandering, over de lerende organisatie, professionele teams en goed werk, oratie uitgesproken door prof.dr. M.C.P. Ruijters op 17 november 2017, Vrije Universiteit Amsterdam: https://research.vu.nl/ws/portalfiles/portal/41573816

Trends voor 2018: Het jaar van hergroeperen

trendsverwachting 2018We naderen het eind van 2017, tijd om vooruit te kijken. Wat gaat 2018 ons brengen? Volgens het trendwatchersduo Richard en Lieke Lamb wordt 2018 een jaar van … Hergroeperen. De  door hen opgestelde Trendsverwachting 2018 is een samenvatting van trendlijnen, initiatieven, innovaties en signalen die zij waarnemen in de samenleving, het bedrijfsleven en de overheidsinstellingen. De Trendsverwachting 2018 geeft de koers aan en biedt een visie op het komende jaar. Dat allemaal ter inspiratie.

In het verleden voorspelden de Lambs de financiële crisis van 2008, de transitie-economie en huiselijke bezigheden als breien en bakken, het jarenlange economische zaagtandherstel tot 2020+, de komst van tablets en de uitfasering van het gasnet.

 2018 in vogelvlucht

We hebben roerige jaren achter ons, aldus Richard en Lieke Lamb, waarin heel wat zekerheden; instituten en uitgangspunten achterhaald bleken of omver werden geworpen. Waarin het vertrouwen in een maakbare toekomst een aardige knauw kreeg. Jaren ook waarin tegelijkertijd de technologie een vlucht vooruit nam. Ondanks moeilijke economische tijden ging bijvoorbeeld de opmars van beeldschermen (van smartphones tot tablets en TV’s) misschien wel sneller dan welke andere productintroductie ooit. Het is een periode geweest waarin vaste waarden immens aan het verschuiven waren en we ons hebben moeten aanpassen aan een nieuwe werkelijkheid. Al met al wordt 2018 een jaar van nieuwe verbanden; nieuwe uitgangspunten en nieuwe – niet altijd vanzelfsprekende – vormen van samenwerking.

2018 is een jaar waarin Nederland bruist. Het zwaartepunt van de economische recessie ligt achter ons. Al is de weg omhoog hobbelig, dreigt de nieuwe economische bubble en zijn de vraagstukken omtrent migratie en milieu wellicht heftiger dan ooit. We herpakken ons en maken ons op om de regie weer terug te pakken. De maatschappij ziet zich daarin geconfronteerd met een reeks nieuwe ijkpunten. De Trendsverwachting 2018 is gebaseerd op 12 Trendpijlers. Deze worden up-to-date gehouden op www.trends2018.nl

De 12 Trendpijlers

  1. Fata Morgana economie – De huidige economische groei is gebaseerd op financieel drijfzand.
  2. Decentrale defragmentatie – samenwerkingsverbanden zonder centrale aansturing.
  3. Roaming generation (de online, zwervende generatie).
  4. FroBots en artificial attention – Kunstmatige robotvrienden; digitale systemen en robots adviseren en helpen bij diverse taken en het nemen van beslissingen.
  5. Zelfrijdend / vliegend / varend – Aantal zelfrijdende objecten neemt fors toen. In de Rotterdamse haven vaart het eerste prototype van de BaaiHaai rond. Deze wordt verder ontwikkeld tot een autonoom varende drone die afval uit het water opvist.
  6. Energieke duurzaamheid – Elektriciteit uit een plant. Op den duur wordt waterstof de belangrijkste energiedrager. Maakt op termijn de milieubelastende grote accu’s in elektrische auto’s overbodig.
  7. VoorZorg – Preventieve zorg. In Eindhoven is men bijvoorbeeld begonnen met actieve luchtzuivering in de stad.
  8. Cyberwar is here to stay – De online ‘oorlog’ zal komende jaren doorwoeden en intensiveren als een veenbrand. Op alle niveaus worden backup-voorzieningen gebouwd en onderhouden.
  9. De nieuwe waarheid – De beïnvloeding van media-consumenten via traditionele media alsook via sociale medianetwerken. Programmamakers vergroten steeds meer hun feeling met de samenleving. Herwaardering van lokale media. Overkill aan videocontent; video’s blijken geen toegevoegde waarde te hebben.
  10. Sprokkelwijs 3.0. – Focus in het onderwijs op het vergroten van vaardigheden (skills) om snel de juiste informatie te vinden, te interpreteren en toe te passen. Landelijke norm voor kennis van technologie voor leerkrachten.
  11. Continental shift – Europa wordt een afzetgebied van opkomende economieën in Azië en elders. Hergroepering der machten. Mondiale anarchistische initiatieven krijgen economische impact (cryptocurrency).
  12. De (on)maakbare toekomst – Mensen met een gelijksoortige achtergrond (georganiseerd per cultuur; generatie of sociale danwel intellectuele achtergrond) communiceren steeds vaker alleen maar met gelijkgestemden. Zo’n groep vormt a.h.w. een eigen layer in de samenleving. De verzuiling van vroeger is vervangen door ‘bubbles’ gebaseerd op leeftijd, woon/werkomgeving of achtergrond. Verborgen apartheid.

Klik hier voor lezen van de volledige TrendsVerwachting 2018 in PDF: www.trendsverwachting.nl

Meer info over Richard en Lieke Lamb, Trendwatcher, het Future Expertise Center en info over meeschrijven aan de Trendsverwachting: http://trends2018.nl

TrendRede 2018

Op dinsdag 16 januari 2018 presenteren de Nederlandse toekomstdenkers voor alweer de achtste keer de TrendRede: 2018Het jaar van het doorzettingsvermorgen. Ze geven de algemene lijnen aan en wijzen waar de ruimte zit in de samenleving. Ze benoemen de meest relevante termen van vandaag en kijken verder vooruit, bijvoorbeeld naar een toekomst die ons zaken als Hollands holisme en samensturing gaat brengen.

Na de officiële lezing volgt een gesprek met de aanwezigen. Wie er bij wil zijn kan zich aanmelden. Locatie: Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. Aanvang 17.30 uur.

De beredeneerde lijnen in de Trendrede zijn uitdrukkelijk bedoeld om de discussie en besluitvorming op sociaal-maatschappelijk vlak verder op weg te helpen.

De Trendrede is een initiatief van Nederlandse toekomstdenkers. Jaarlijks kaderen en clusteren ze de actualiteit in drie grote overkoepelende thema’s en tonen Nederland daarmee een uitgelicht pad richting de toekomst. De Trendrede schildert zo de tijd die voor ons ligt met krachtige streken en kleurt hem in met opvallende details. Zij schetst daarmee de golven waarop Nederland richting de toekomst surft.

Aanmelden, namen sprekers en meer info bij TrendRede: http://trendrede.nl

U P D A T E

Trendrede 2018: http://trendrede.nl

 

Goed werk en het streven naar welzijn en banen met kwaliteit

Het rapport Good work, wellbeing and changes in performance outcomes laat het effect zien van goed ‘people-management’ en geeft daarnaast een analyse van de Britse nationale gezondheidsdienst, de National Health Service (NHS). Met ‘people- management’ wordt bedoeld de aandacht die een leidinggevende behoort te hebben voor zijn teamleden en medewerkers. Het rapport is opgesteld door het What Works Centre for Wellbeing, onderdeel van het in 2013 ingestelde What Works Network van onderzoekers, regeringsinstanties, denktanks, bedrijven en non-profitorganisaties die gegevens verzamelen en onderzoek doen naar welzijn en daarover publiceren. Het netwerk dient ter ondersteuning van de dienstverlening van de Britse publieke sector op landelijk en lokaal niveau.

What Works is gebaseerd op het principe dat goede besluiten worden genomen als de juiste gegevens, gebaseerd op onderzoek, voorhanden zijn. Als die er niet zijn behoren besluitvormers zich te bedienen van methoden om uit te vinden wat werkt en niet werkt. What Works is de eerste overheidsinstantie van de wereld die gericht is op het vinden van betere manieren van besluitvorming.
Welzijn gaat om mensen en het creëren van voorwaarden voor de ontwikkeling en groei van een leven van voorspoed, fysieke en geestelijke gezondheid en een duurzame, bloeiende gemeenschap. Welzijn is een maatstaf voor maatschappelijke vooruitgang en het doel waarnaar goed bestuur streeft.

Kenmerken van welzijn

Een baan hebben is over het algemeen goed voor ons welzijn en reikt verder dan er alleen een salaris mee verdienen. Maar een goede baan hebben is nog vele malen beter. Dit gegeven blijkt internationaal te gelden en is van alle tijden.
Een onderzoek heeft een aantal kenmerken van welzijn opgeleverd. De drie belangrijkste voor een gemiddelde persoon van 34 jaar zijn:

  • gezondheid, vooral geestelijke gezondheid
  • partner, relatie
  • een baan

Voorts is gebleken dat ons gevoel van voldoening vermindert als we gaan werken. Dat is belangrijk. Niet alleen omdat we een groot deel van ons leven werken, maar ook omdat gebeurtenissen op het werk van invloed zijn op ons privéleven. Als we meer inzicht krijgen in de rol van werk in ons leven en wat er gedaan kan worden om het te verbeteren, kunnen we een verschil maken. Hoe zorgen we voor beter werk, nu en in de toekomst? Verbetering van welzijn op het werk zorgt voor betrokkenheid van de medewerkers en is ook beter voor de prestaties en de productiviteit.
Gebleken is ook dat goed people-management bij de NHS heeft geleid tot ruim drie keer minder ziekteverzuim en vier keer meer waardering van tevreden patiënten.

Kenmerken van een goede baan

Er zijn elf kenmerken te onderscheiden van wat we verstaan onder een goede baan volgens een rapport van het Britse Department for Business Innovation & Skills uit 2014 over de relatie tussen welzijn en prestaties op de werkvloer: meer controle over je eigen werk; afwisseling; duidelijkheid over wat ervan je verwacht wordt; positieve relatie met managers, medewerkers en klanten; een fatsoenlijke financiële beloning; een gevoel van persoonlijke zingeving en waardering van anderen; kansen om eigen vaardigheden te gebruiken en te ontwikkelen; een veilige en plezierige werkomgeving; ondersteunend toezicht; heldere vooruitzichten en zekerheid; een goede balans tussen werk en privéleven.

Onderzocht werd eveneens of goed people-management verband houdt met een hoog niveau van welzijn en betere prestaties. De uitkomst is dat NHS-organisaties beter scoorden als ze:

  • uitgebreid gebruik maakten van scholing
  • waardering uitspraken over prestaties
  • teamwerk stimuleerden
  • duidelijke rollen afbakenden voor de medewerkers
  • medewerkers toestonden te beslissen over de manier van werken
  • ondersteund werden door het management
  • medewerkers betrokken bij besluitvorming over hun afdeling en de organisatie

Verhoging van kwaliteit van banen heeft de volle aandacht van de Britse overheid en dient landelijk prioriteit te krijgen. Voor dat streven zijn gegevens nodig om beter beleid te maken. In oktober 2017 is een nieuwe groep gevormd o.l.v. de Carnegie UK Trust en de Royal Society for the encouragement of Arts, Manufactures & Commerce (RSA) die gaat zoeken naar methoden om de kwaliteit van een baan te meten en naar manieren om de kwaliteit van banen te verbeteren op landelijk niveau.
Martyn Evans van de Carnegie UK Trust: “Voordat kwaliteit van werk op nationaal niveau de voorrang krijgt, hebben we eerst behoefte aan een algemeen aanvaarde definitie van goed werk. Nodig is ook een methode voor het meten van de af te leggen weg tot dat doel en dat doel omvat de essentie van werk en het effect op de kwaliteit van leven van Britse burgers”.

Matthew Taylor van de RSA: “Het is nu de tijd voor iedereen aan goed werk landelijk de voorrang te geven. Groot-Brittannië is terecht trots op een recordaantal gecreëerde banen, maar we hebben ook manieren nodig die ervoor zorgen dat mensen in hun werk vooruitkomen en een eerlijk loon ontvangen. De werkervaring behoort ook overeen te stemmen met de aspiraties van modern burgerschap, namelijk dat mensen voelen dat ze gerespecteerd en vertrouwd worden en in staat tot het nemen van verantwoordelijkheid”.

In de in juli 2017 gepubliceerde Taylor Review of Modern Working Practices heeft Taylor zijn streven uiteengezet: alle werk behoort eerlijk en fatsoenlijk te zijn en een realistische kijk te bieden op uitvoering en ontwikkeling.

Rapport: Good work, wellbeing and changes in performance outcomes, december 2017: www.whatworkswellbeing.org

What do we know about ‘good work’?, What Works Wellbeing, 12 december 2017: https://whatworkswellbeing.org/blog/what-do-we-know-about-good-work/

New initiative aims to identify measurement approach to make job quality a national priority, Carnegie UK Trust, 12 oktober 2017: www.carnegieuktrust.org.uk (Artikel is niet meer beschikbaar).

Good work: the Taylor review of modern working practices. An independent review of modern working practices by Matthew Taylor, chief executive of the Royal Society of Arts, juli 2017: www.gov.uk

good work wellbeing and changes in performance outcomes

 

 

 

Oproep aan zorginstellingen om verpleegkundigen meer leiderschap te geven

In dagblad BN De Stem pleit dr Anita Wydoodt ervoor verpleegkundigen meer leiderschap te geven. Wydoodt is bestuurder van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg.

Wydoodt: “Ziekenhuizen, verpleeg- en thuiszorgorganisaties hebben een structureel tekort aan (wijk)verpleegkundigen. De komende vijf jaar zijn 100.000 mensen in de zorg nodig, aldus de beroepsvereniging voor Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland. Maar de inzet om nieuwe verpleegkundigen te werven, gaat over de hoofden van de beroepsbeoefenaars heen. Daarom hier een pleidooi om verpleegkundigen veel meer zelf aan het roer te zetten. Op álle gebieden.

Investeren

Het nieuwe kabinet gaat 2,1 miljard euro investeren in verpleeghuiszorg. Maar met dit extra geld worden structurele problemen, zoals het tekort aan verpleegkundigen en de hoge werkdruk, niet opgelost. Ondanks dat zorgorganisaties en opleidingsinstituten steeds beter samenwerken, zullen we niet voldoende in staat zijn de duizenden vacatures in te vullen. Een andere aanpak is vereist.

Het werk van verpleegkundigen moet op de schop. Werkgevers moeten verpleegkundigen de kans geven zelf het voortouw te nemen. Zij zijn als geen ander in staat initiatieven te nemen om hun werk anders in te richten. Werkgevers en managers luisteren vaak onvoldoende naar verpleegkundigen. Daardoor horen ze wel klachten over de hoge werkdruk, maar hebben ze geen oor voor oplossingen die worden voorgesteld. Ik ben van mening dat we verpleegkundigen de ruimte moeten geven verpleegkundig leiderschap te nemen. En zorgorganisaties moeten dit faciliteren.

Een voorbeeld: op veel verpleegafdelingen wordt al decennia op dezelfde wijze gewerkt. Met vaste tijdstippen voor wassen en eten. Als verpleegkundigen meer mandaat krijgen, kunnen ze in overleg met patiënt en naasten hier van afwijken, leert de praktijk. Daar wordt de patiënt gelukkiger van, want niet iedereen wil om half 8 gewassen en aangekleed worden, en om 8 uur ontbijten. En door betere spreiding van het werk, gaat de piekbelasting naar beneden”.

Wydoodt is ervan overtuigd dat door het werk voor verpleegkundigen aantrekkelijker te maken, meer jongeren zullen kiezen voor een baan in de zorg, en stromen er minder verpleegkundigen voortijdig uit.

Lees het hele artikel Roer om in zorg: geef verpleegkundigen meer leiderschap, door Anita Wydoodt, De Stem, 20 december 2017: www.bndestem.nl

Lysanne van Schaik wint BZK scriptieprijs 2017: Professionaliteit als uitdaging tegen burn-out

In november 2017 werd voor de eerste keer de BZK-scriptieprijs uitgereikt. Het betreft een prijs voor degene die de origineelste en relevantste afstudeerscriptie schrijft over werken in het openbaar bestuur.
De BZK-scriptieprijs is een initiatief van de directie Ambtenaar & Organisatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Konkinkrijksrelaties (BZK) en stimuleert studenten om onderzoek te doen op het brede terrein van ‘arbeid en organisatie’.

Voor deze eerste scriptieprijs ontving het ministerie 29 scripties over zeer uiteenlopende onderwerpen. Over vakmanschap en mobiliteit; leiderschap en flexibilisering, aantrekkelijk werkgeverschap en het vertrek van burgemeesters. De scripties zijn beoordeeld door een deskundige jury bestaande uit beleidsmakers. Er is gelet op originaliteit, beleidsrelevantie en kwaliteit.
Drie prijswinnaars hebben zich weten te onderscheiden doordat zij nieuwsgierigheid wisten op te wekken. Zij krijgen naast een geldbedrag ook de uitnodiging om een dag mee te lopen met een topambtenaar van het ministerie.

lysanne van schaik De eerste prijs is gegaan naar Lysanne van Schaik voor haar masterthesis: Professionalism als uitdaging tegen burn-out, waarin het verband wordt onderzocht tussen professionalism en het risico op burn-out.
Aanleiding voor het onderzoek is de recente constatering dat het burn-outrisico alsmaar blijft stijgen. Burn-out wordt omschreven als een vorm van overbelasting die vaak tot uiting komt op het werk. Hoewel burn-outs door de actualiteit vrij nieuw lijken te zijn, is dit niet het geval. Al sinds de jaren zeventig is er veel over burn-outs verschenen in de wetenschappelijke literatuur. De term burn-out komt oorspronkelijk uit de Verenigde Staten en beschrijft het proces van emotionele uitputting op het werk. Volgens de Maslach Burnout Inventory (MBI), de meest gebruikte test, wordt burn-out vastgesteld aan de hand van drie criteria: emotionele uitputting, depersonalisatie en bekwaamheid. In Nederland wordt burn-out vaak omschreven als een ‘opgebrand gevoel’.

Een verstoorde balans

Door de opkomst van de kenniseconomie is de arbeidsmarkt niet meer zoals tientallen jaren geleden. Er komen steeds meer hoogopgeleide mensen bij die zich blijven ontwikkelen, zowel op professioneel als op sociaal gebied. Er is steeds meer vraag naar ‘professionals’. De medewerker anno nu is een professional, gespecialiseerd in specifieke kennis en onderdeel van een brede professie. Met professionalism wordt bedoeld de houding en het gedrag van een werknemer t.o.v. de professie. Hoewel de excellentiedruk bij deze professionals hoog ligt, krijgen zij veel energie bij een positieve houding ten opzichte van hun beroep.

Andere factoren die bijdragen aan een burn-outrisico zijn emancipatie en de verandering in werkverdeling. Mannen en vrouwen werken tegenwoordig beiden; privé worden de taken anders verdeeld dan voorheen. Medewerkers besteden ook steeds meer tijd aan hun werk en ervaren meer druk; er wordt meer van hen geëist. Hierdoor krijgen Nederlanders steeds meer te maken met een verstoorde balans tussen hun professionele en persoonlijke leven.

Omdat het aantal mensen met een burn-out of een hoog burn-outrisico gestaag toeneemt, is burn-out niet alleen in de wetenschappelijke literatuur, maar ook in de populaire media een terugkerend thema. Veel media hebben het onderwerp de afgelopen tijd onder de loep genomen. In 2016 bijvoorbeeld werd de film Everybody Happy uitgebracht over een komiek met een burn-out en in maart 2017 zond jongerenzender BNN een documentaire reeks uit over de problematiek rondom burn-out. Dat een jongerenzender zoveel tijd en geld besteedt aan het (populair) onderzoeken van burn-outs is relevant: steeds meer jongeren krijgen te maken met burn-outklachten terwijl, zo bleek uit het programma, burn-out zich nog in de taboesfeer bevindt en door veel jongeren als falen wordt beschouwd.

De grootste oorzaak van een burn-out is een verstoorde balans, als de aan de professionals gestelde eisen veel druk of stress veroorzaken. Voorbeelden hiervan zijn
– het begin van de carrière, waarbij werknemers nog onervaren zijn en veel prestatiedruk ervaren;
– werkdruk, omschreven als de druk die wordt ervaren om binnen een bepaalde tijd een prestatie te moeten leveren;
red tape, omschreven als onnodige bureaucratische regelgeving en procedures die het behalen van werkdoelen moeilijker maken;
– algemene professionele en persoonlijke eisen.

Leeftijd maakt niet uit

Een voorbeeld van druk of stress in het persoonlijke leven is de de leeftijd. Een hoog burn-outrisico werd in het verleden vaak toegeschreven aan bepaalde leeftijds-of beroepsgroepen, terwijl steeds duidelijker wordt dat het vinden van een balans in elke levensfase voorkomt. Tegenwoordig blijkt dat ook jongeren steeds meer moeite hebben om werk en privé in balans te houden en dat leidt tot een hoger burn-outrisico. De Nederlandse arbodienst ArboNed die gaat over arbeidsomstandigheden- en verzuimbeleid, stelde al vast dat de gemiddelde leeftijd van de piek van het meeste psychische verzuim, steeds verder zakt. Andere voorbeelden zijn o.m. de gezins- en thuissituatie, maatschappelijke betrokkenheid en persoonlijke eigenschappen.

Het onderzoek van Lysanne van Schaik is een waardevolle bijdrage aan de kennis over de relatie tussen professionaliteit, sociale en professionele levensfasen en het burn-outrisico. De resultaten laten zien dat er een significante relatie bestaat tussen de mate van professionaliteit en het burn-outrisico, in de zin dat een hoge mate van professionaliteit leidt tot een lager burn-outrisico. Elke leeftijdscategorie heeft een even hoog burn-outrisico. Dit onderzoek draagt ook bij aan de kennis over hoe werkgevers een burn-out bij hun werknemers kunnen voorkomen.

Klik hier voor downloaden Professionalism als uitdaging tegen burn-out, door Lysanne van Schaik, 2017: https://studenttheses.uu.nl

BZK scriptieprijzen voor USBO studenten, Universiteit Utrecht, 6 november 2017: www.uu.nl/nieuws/bzk-scriptieprijzen-voor-usbo-studenten

Bekijk ook de video hieronder waarin Lysanne van Schaik vertelt over haar onderzoek. Duur: 1.40 min