Skip to main content

Redactie Beroepseer

VWS is bezig met vormgeving van digitaal levensloopdossier en ‘datasolidariteit’ en wil af van toestemming vragen voor gebruik zorgdata

De plannen voor een digitaal levensloopdossier vormt voor J.W. Jongejan een schrikbeeld van de eerste orde. “Men beseft niet wat voor doos van Pandora men open trekt. In mijn optiek heeft men zwaar onvoldoende aandacht voor de gevaren ervan”. Jongejan is gepensioneerd huisarts en volgt op zijn website Zorg ict zorgen kritisch de overheid, instanties en personen op het gebied van zorg, privacy en informatie- en communicatietechnologie en legt waar nodig met zijn publicaties de vinger op de zere plek. Op 19 maart 2024 publiceerde hij zijn artikel: Digitaal levensloopdossier en datasolidariteit gevaarlijke VWS-dromen.

Op 6 april 2023 stuurde minister Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een brief over de Nationale Visie en Strategie voor het gezondheidsinformatie-stelsel (NVS) naar de Tweede Kamer. Daarbij stuurde hij die visie in een separaat stuk. Het beschrijft hoe het ministerie het digitale gezondheidsinformatiestelsel tot aan 2035 vorm wil geven. De in dat stuk vastgelegde denkbeelden blijken echter aan verandering onderhevig. Heel recent, op 14 februari 2024 sloot de Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie(VZVZ), verantwoordelijk voor het Landelijk SchakelPunt (LSP), een verse discussieronde over dat NVS.

Wie zitten achter de NVS?

Het Informatieberaad Zorg (IB), dat een bestuurlijke samenwerking is tussen deelnemers uit het zorgveld en VWS, gaf de opdracht tot het formuleren van een Nationale Visie en Strategie voor het gezondheidsinformatiestelsel in 2022. Door de stuurgroep Versnellen en Verbeteren is een schrijversteam opgericht. Dit schrijversteam bestaat uit medewerkers van het Ministerie van VWS, Zorgverzekeraars Nederland, het Nederlandse kenniscentrum voor landelijke toepassingen van ICT in de zorg (Nictiz) en de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie. (VZVZ).
Deze schrijversgroep heeft de visie gezamenlijk opgesteld. In het colofon van de NVS staan meer deelnemers vermeld, namelijk verrassenderwijs ook de werkgeversorganisatie VNO-NCW en MKB-Nederland. Zo te zien hebben vertegenwoordigers van zorgverleners en patiënten/cliënten niets bijgedragen aan deze visiebepaling. En dat zijn nu precies de mensen over wie het gaat.

Levensloopzorgdossier

Volgens de NVS wil men toe naar het ontwikkelen van een digitaal levensloopdossier. Dat betekent kort en goed dat alles wat aan zorg aan iemand verleend is zijn/haar leven digitaal opvraagbaar gemaakt wordt. Waar in het stuk dat de minister naar de Kamer stuurde slechts twee maal het woord “levensloopdossier” voorkomt, komt het in discussiestuk 4. ‘De strategie: overkoepelende doelstellingen, subdoelen en uitwerkingen naar plateaus’ zeker 20 keer voor. De schrijvers werken het begrip verder uit en preluderen op het maken van de grondslagen ervan.

Jongejan verwondert zich erover dat niemand zich druk schijnt te maken over de gevaren die kleven aan het aanleggen van een dergelijk dossier: “Waar het bij de huidige uitwisseling van gegevens nog gaat om actuele zorgdata en zorgdata die met die actuele vraag te maken hebben, is een levensloopdossier van een totaal andere orde. De schrijvers hebben het over data van voor de geboorte en over data uit het sociale domein, dus ook van jeugdzorgdata”.

Datasolidariteit

In bovengenoemd discussiestuk 4 komt het woord datasolidariteit 18 maal voor: “Datasolidariteit betekent dat burgers hun gegevens uit medische dossiers beschikbaar stellen voor (big-)data-onderzoek om daarmee de volksgezondheid te dienen”.
VWS verwacht dat de burger uit dankbaarheid voor de verleende zorg automatisch in 2035 de zorgdata beschikbaar stelt voor secundair gebruik. Men wil zo toe naar een optimale databeschikbaarheid.

De conclusie is dat men simpelweg af wil van toestemming vragen voor het gebruiken van zorgdata.

VWS, Zorgverzekeraars Nederland, werkgeversorganisatie VNO-NCW alsmede middenstandsorganisatie MKB Nederland willen digitale levensloopdossiers aanleggen en gebruik maken van zorgdata voor secundair gebruik zonder veel last te hebben van wat ze als lastige toestemming zien.

Lees het hele artikel van J.W. Jongejan: Digitaal levensloopdossier en datasolidariteit gevaarlijke VWS-dromen, Zorg ict zorgen, 19 maart 2024: https://zorgictzorgen.nl/digitaal-levensloopdossier-en-datasolidariteit-gevaarlijke-vws-dromen/

Nationale visie en strategie- gezondheidsinformatiestelsel – NVS: www.rijksoverheid.nl

Downloaden: 4. De strategie: overkoepelende doelstellingen, subdoelen en uitwerkingen naar plateaus, Consultatie Platform NVS, 14 februari 2024: https://beroepseer.nl

 

U P D A  T E

Aanbevolen: Politie volgt illegaal 11 miljoen kinderen en volwassenen, soms al vlak na hun geboorte, door Sebastiaan Brommersma, Follow the money, 30 maart 2024: www.ftm.nl/artikelen/afnemersindicaties-politie-basisregistratie-personen?

“Intern bestaat er sinds 2015 ook geen enkele twijfel over de onrechtmatigheid van al deze afnemersindicatie. Sindsdien al wordt er in interne documenten onomwonden en met regelmaat op gewezen dat de registratie van al die indicaties ‘niet-noodzakelijk’, ‘disproportioneel’ en ‘onnodig’ is, dat er veelal ‘geen wettelijke grondslag’ bestaat voor deze massale verzameling van persoonsgegevens en dat die verzameling ‘onterecht’ is.

Hoe scheef de verhoudingen zijn, volgt uit een e-mail van de gegevensautoriteit uit september 2016, waarin staat dat er bij de registraties van de indicaties ‘geen onderscheid wordt gemaakt tussen de personen die we echt willen volgen en gewoon maar iedereen volgen zoals dat tot nu is gedaan. De verhouding is misschien iets van 10:90’.”

Tim Wittenberg

Tim Wittenberg (1982) is werkzaam bij de Dienst Uitvoering Onderwijs. Na zijn middelbare hotelschool management opleiding werd hij kok en later fulltime dj. Deze loopbaanswitches reflecteren zijn zoektocht naar voldoening. Toen hij de dertig gepasseerd was ontdekte Tim nieuwe mogelijkheden buiten ‘het draaien van biefstukken en plaatjes’, dit leidde hem naar een carrière in de dienstverlening. Hij startte bij een facilitair callcenter voor een grote energieleverancier, waar hij het belang zag van menselijke inzet en systemen in harmonie voor effectieve dienstverlening. Hier begreep hij ook de verschillen en overeenkomsten tussen leiders en managers.

Eind 2017 maakte hij de switch naar DUO om te werken voor het klant contact center. En in 2018 werd hij beëdigd ambtenaar. “Dat zweer en beloof ik”, tijdens een plechtige ceremonie maakte hij de belofte die al zijn collega’s ook hadden gemaakt. En vanaf dat moment was hij officieel onderdeel van openbaar ambt. Toch voelde het afleggen van de eed als een stille belofte. Het ontdekken van ambtelijk vakmanschap kwam niet vanzelf. Hij vroeg zich vaak af in de eerste jaren als ambtenaar wat de waarde is van de belofte die hij gemaakt had met al zijn collega ambtenaren. Want een belofte is echter niks waard als je je er niet aan houdt. Wat hij beloofd had en wat er verwacht werd leek niet altijd overeen te komen met elkaar.

In 2020 trad Tim toe tot de debiteuren afdeling van DUO. In 2020 ging hij werken op de debiteuren afdeling van DUO. Daar merkte hij al snel dat hij te maken kreeg met een groep mensen die niet zo zelfredzaam bleek als de wetgever dat beoogd had. Dit wekte zijn interesse in het bevragen van de status quo. Hij vroeg zich bijvoorbeeld af waarom de overheid mensen die iets niet kunnen betalen, meer laat betalen over precies dátgene wat ze in eerste instantie al niet konden betalen? Was dat dan echt de bedoeling zoals de wetgever dat voor ogen heeft? De macht die hij als beslissingsambtenaar ter beschikking had gekregen komt met een grote verantwoordelijkheid. En de regels zouden toch de mens moeten dienen in plaats van andersom? Dit is een punt van discussie die hij graag aangaat met iedereen die het wil horen en juist ook met iedereen die het misschien wel niet wil horen.

In 2022 kwam hij in aanraking met het boek van Stichting Beroepseer, Het recht op ambtelijk vakmanschap. Voor Tim was dit boek een perfecte verwoording van datgene wat hij intrinsiek al voelde. Het boek hielp hem om het gesprek beter op gang te krijgen en houden met zijn directe collega’s. Waarom het nog steeds geen verplicht onderdeel is van de training van elke rijksambtenaar is hem een raadsel.In 2023 kwam hij via de WaU in contact met Alexander Pechtold en Bart Snels die aan een boek werkten over ambtenaren in de uitvoering. Tijdens een interview sprak Tim over uitvoeringsinstanties als opdrachtnemer. De politiek die te ver af staat van de echte leefwereld én van de uitvoering. Terwijl de experts met dagelijks contact met de burger juist in de uitvoering zitten. Tim gaf aan dat de processen en KPI resultaten belangrijker lijken te zijn geworden dan de bedoeling van de wet. En de mens en maatschappij waar de wet voor is. Als je managementprincipes toepast hoor je waarde toe te voegen. Binnen de overheid zou de toegevoegde waarde altijd een publiek waarde moeten zijn. Investeren in kwaliteit van je medewerkers zal altijd leiden tot een verbetering van de KPI’s die er toe doen. Uiteindelijk komt het terug bij die ene belofte, de eed. De gemeenschappelijke deler van alle rijksambtenaren. Een heilige belofte waardoor werken bij de rijksoverheid een enorm grote verantwoordelijkheid is. Waarbij we als collectief de rechtstaat verdedigen met ons handelen in plaats van constant te rennen voor de vele efficiency targets.

Oproep aan pedagogen en psychologen: Bundel je krachten en laat je vakkennis horen!

Pedagogen en psychologen vinden het de hoogste tijd met de vuist op tafel te slaan nu de belangen van jeugdigen en hun ouders zo vaak in het geding zijn. Daarom roepen Mariska van der Steege en Marjan de Lange in hun column voor Kind & Adolescent praktijk (KAP) collega’s op hun stem te laten horen.  Beide auteurs zijn orthopedagoog en adviseur in de jeugdhulp; KAP is het vakblad voor psychologen, orthopedagogen, psychiaters en andere professionals die werken met kinderen en adolescenten.

Enkele passages uit Pedagogen en psychologen, laat je horen!

Pedagogen en kinder- en jeugdpsychologen zouden veel meer van zich moeten laten horen. Zowel in het landelijke publieke debat, maar ook lokaal, in hun eigen regio en binnen hun eigen organisatie. Beide beroepsgroepen houden zich bezig met een van de belangrijkste thema’s in de maatschappij, namelijk de ontwikkeling van kinderen en daarmee de ontwikkeling van de toekomstige generatie. Ook zijn zij bij uitstek degenen die invloed zouden moeten hebben op het verbeteren van de jeugdhulp.

Toch is hun stem nog lang niet luid genoeg en dat gaat ten koste van de kwaliteit van de jeugdhulp en ontwikkeling van kinderen.

Bij de transitie van de jeugdhulp naar gemeenten waren ervaringsdeskundigen en kinder- en jeugdpsychiaters actief in het debat over de risico’s van deze transitie voor kinderen en gezinnen. Daarnaast hebben werkgeversorganisaties en hun lobbyisten input geleverd, vooral vanuit de belangen van hun organisaties. Pedagogen en kinder- en jeugdpsychologen hadden daarin nauwelijks een stem. We hoorden ze niet over de potentiële voordelen of over risico’s van de transitie. Ze lieten het nieuwe beleid nogal geruisloos over zich heen komen. Ook over de coronamaatregelen die kinderen en jongeren relatief hard troffen, hoorden we nauwelijks een tegengeluid van beide beroepsgroepen.

Waarom trokken wij niet luid aan de bel over de risico’s wanneer je jongeren gedurende langere tijd beperkt in hun ontwikkelingsmogelijkheden en kleuters en lagereschoolkinderen niet op de normale manier kunnen deelnemen aan onderwijs?:

Nu kunnen we ons voorstellen dat niet iedereen zich geroepen voelt om zijn stem te laten horen in de landelijke media. Maar ook vertegenwoordigers van de beroepsverenigingen NIP en NVO lukt het nog onvoldoende om hen te vertegenwoordigen. En ook als het niet bij je past om aan te schuiven bij een gesprekstafel op tv, dan betekent dat nog niet dat je je stem niet kunt laten horen.

Ook in jeugdhulporganisaties valt het ons op dat beide beroepsgroepen te makkelijk managementkeuzes accepteren als een gegeven, terwijl het management van elke jeugdhulporganisatie in Nederland geregeld flink last zou moeten hebben van de gedragswetenschappers die ze in huis hebben. Dat zijn tenslotte de experts. Het is dan ook verbijsterend dat lokaal, regionaal en landelijk jeugdhulpbeleid in Nederland vooral tot stand komt in overleg tussen beleidsmakers en managers, terwijl de belangrijkste stem aan tafel vertolkt zou moeten worden door pedagogen en kinder- en jeugdpsychologen.

Aan het slot:
Wat de reden ook is, het feit dat we onze mond niet opentrekken gaat ten koste van de kwaliteit van de jeugdhulp en de ontwikkeling van kinderen en jongeren in Nederland. En daarmee ook ten koste van de kwaliteit van ons eigen werk. Dus pedagogen en kinder- en jeugdpsychologen, bundel je krachten, laat je vakkennis horen, sla met je vuist op tafel en maak het managers en beleidsmakers in je eigen organisatie, gemeente, regio of landelijk zo lastig als maar nodig is, als dat in het belang is van kinderen, jongeren en gezinnen.

Lees de hele oproep: Pedagogen en psychologen, laat je horen!, door Marjan de Lange en Mariska van der Steege, Kaponline, 1 maart 2024: www.kaponline.nl/magazine-artikelen/pedagogen-en-psychologen-laat-je-horen/

 

De afbeelding bovenaan is van Oto Zapletal

Geen Onderwijsagenda zonder inspraak van leraren. Teken de petitie!

In de gemeente Arnhem is door de schoolbesturen, in samenwerking met het college, een Onderwijsagenda vastgesteld zonder inspraak van de beroepsgroep. Sterker nog: de woorden ‘leerkracht’, ‘leraar’ of ‘docent’ komen er niet in voor. “Onbestaanbaar en onbegrijpelijk”, aldus SP-raadslid Noud Roelen.

In de Onderwijsagenda Arnhem worden speerpunten voor het Arnhemse onderwijs geformuleerd. In deze agenda is een prominente plek voor de schoolbesturen ingeruimd, maar helemaal niets voor de beroepsgroep. De Algemene Onderwijsbond (AOb) wil dit samen met de SP rechtzetten. De beroepsgroep van leerkrachten en docenten MOET inspraak hebben in deze Onderwijsagenda.

De SP-fractie dient daarom op 27 maart 2024 een motie in die ervoor zorgt dat de beroepsgroep niet langer gepasseerd en genegeerd wordt. Deze motie zorgt ervoor dat leraren en docenten inspraak krijgen in de Onderwijsagenda. Er zal extra druk nodig zijn. Daarom start de AOb deze petitie, zodat er ook een duidelijk signaal vanuit de beroepsgroep zélf komt.

Teken de petitie

Teken de petitie op: https://forms.office.com/

U P D A T E

Motie leraren onderwijsagenda Arnhem afgewezen

Noud Roelen in tweet 28 maart 2024: “Eens te meer wordt duidelijk dat de balans tussen beroepsgroep en onderwijsbesturen volledig uit het lood is geslagen… Lumpsum is uiteraard debat hieraan”. https://twitter.com/NRoelen/status/1773241654369022406

Noud Roelen in  tweet van 27 maart 2024: “Ons SP-voorstel was: verrijk de huidige Onderwijsagenda met inzichten uit de beroepsgroep. Maar deze partijen willen een Onderwijsagenda zónder leraren. In tijden van een enorm lerarentekort. Honderden ondertekenaars. Een geweldige @wskamphuis. . Samen voor beroepseer”. https://twitter.com/NRoelen/status/1773236191434858722

Politieke avond gemeente Arnhem, 27 maart 2024: https://arnhem.notubiz.nl/bijeenkomst/1210285/Politieke_Avond_27-03-2024

Petitie moet genegeerde leraren stem geven in onderwijsvisie Arnhem, door Karen Hagen, AOb, 25 maart 2024: www.aob.nl

Film over heimelijke surveillancepraktijken ‘Phantom Parrot’ te zien op Movies that Matter Festival in Den Haag

Vrijdag 22 maart 2024 begint het Movies that Matter Festival in Den Haag, het jaarlijkse film- en debatfestival over mensenrechten en sociale rechtvaardigheid dat tot en met 30 maart duurt. Er zijn meer dan tachtig films te zien. Een ervan is getiteld Phantom Parrot.

De film ontrafelt een niet openbaar surveillance-programma van de Britse overheid. Op weg naar huis wordt burgerrechtenactivist Muhammad Rabbani aangehouden en ondervraagd op Heathrow Airport. Hem wordt gevraagd de pincode van zijn mobiele telefoon en het wachtwoord van zijn laptop te geven. Rabbani is directeur van CAGE, een organisatie die zich inzet voor onderzoek naar en bewustmaking van mensenrechtenschendingen als gevolg van de War on Terror.
Rabbani was in het bezit van zeer gevoelige en vertrouwelijk materiaal van een man die beweerde dat hij meer dan tien jaar is gemarteld. Het materiaal, dat gebruikt zou worden in een juridische zaak in zowel het VK als in de VS, bevond zich op de laptop van Rabbani.
Zes maanden later werd Rabbani aangeklaagd voor het hinderen van de politie.
Een van Rabbani’s uitspraken: “Als privacy en vertrouwelijkheid misdaden zijn, dan moet de wet worden veroordeeld”.

Phantom Parrot toont een heimelijke vorm van surveillance die samenwerkt met de tech-industrie, de politie en de veiligheidsdiensten. De film is een ‘must-see’ voor iedereen die zich bekommert om burgerlijke vrijheden in het digitale tijdperk.

Data vertoning Phantom Parrot

Zondag 24 maart presenteert journalist Margreet Fogteloo namens weekblad De Groene Amsterdammer de vertoning van Phantom Parrot. Na afloop van de film leidt Fogteloo een discussie met activist Cerie Bullivant van CAGE International.

Dinsdag 26 maart volgt na afloop van de film een discussie met de regisseur van de film, Kate Stonehill en activist Cerie Bullivant van CAGE international, onder leiding van Nicole Sprokel, politiek medewerker van Amnesty International Nederland.

Woensdag 27 maart volgt na afloop van de film een discussie met filmregisseur Kate Stonehill.

Ga voor aanvangstijden, locatie en en bestellen tickets naar Movies that Matter: https://moviesthatmatter.nl/en/festival/film/phantom-parrot

Programma Movies that matter: https://moviesthatmatter.nl

Muhammad Rabbani: https://moviesthatmatter.nl/en/festival/muhammad-rabbani

Hieronder twee trailers van Phantom Parrot

Jaarverslag 2023 Huis voor Klokkenluiders

In 2023 namen 369 mensen, die een misstand op het werk vermoedden, contact op met het Huis voor Klokkenluiders voor advies. Dat is een toename van 50% ten opzichte van het jaar ervoor. Ook nam de complexiteit van de vermoede misstanden toe. De inwerkintreding van de Wet bescherming klokkenluiders (Wbk) en de media-aandacht voor misstanden speelden daarin een rol. Tegelijkertijd klopten ook veel meer werkgevers aan bij het Huis voor advies. Bijvoorbeeld over het inrichten van een goede meldregeling of het voeren van intern onderzoek naar misstanden. Dit blijkt uit het jaarverslag 2023 van het Huis voor Klokkenluiders.

Klokkenluiderszaken

Van de 369 adviesverzoeken zijn er 37 aangeduid als ‘klokkenluiderszaak’, zoals vastgesteld in de Wbk. Het Huis heeft hierin geconstateerd dat er een redelijk vermoeden van een misstand was, die het ‘maatschappelijk belang raakt’. De helft van deze zaken speelde in de semipublieke sector. In de zorg ging het bijvoorbeeld over het onbevoegd verrichten van medische handelingen, dat ten koste kon gaan van de veiligheid van patiënten of cliënten. Ook meldden meerdere werknemers uit de academische wereld zich bij het Huis. Hierbij stond de aantasting van de academische vrijheid vaak centraal. Verder was het niet naleven van veiligheidsvoorschriften van vervoersmiddelenfabrikanten een terugkerend thema.

Benadeling door het doen van een melding

In de meeste klokkenluiderszaken ervaart de melder benadeling. Vaak gaat het om pestgedrag, sociale isolatie, intimidatie, beëindiging van het dienstverband of bedreiging. “Wanneer melders ons benaderen, hebben zij vaak al een conflict met de werkgever. We denken dan uiteraard mee hoe we ze dan nog het beste kunnen helpen, maar het beperkt onze ruimte om nog te kunnen interveniëren. Hoe eerder mensen bij ons komen met een vermoeden, hoe beter we ze kunnen helpen om tot een goede afhandeling te komen”, zegt Wilbert Tomesen, voorzitter Huis voor Klokkenluiders.

Maatwerk en onderzoek

Eén van de manieren om tot een goede aanpak te komen voor zowel de melder als de oplossing van de misstand en/of benadeling, is via Maatwerkzaken. Daarin betrekt het Huis met toestemming van de melder ook de werkgever. Het afgelopen jaar liepen 12 Maatwerkzaken, waarvan er zes zijn afgerond. Deze zijn vertrouwelijk en worden niet gepubliceerd. Daarnaast heeft het Huis drie onderzoeken gepubliceerd. Eén onderzoek betrof een misstand rondom de inhuur van externen bij een omgevingsdienst. Een tweede onderzoek ging zowel over een misstand bij een uitvoeringsorganisatie, als ook de benadeling die een financieel medewerker ervoer, na het doen van een melding. Het derde onderzoek draaide om de benadeling van een voorzitter van de Raad van Commissarissen van een woningbouwcorporatie.

Ook werkgevers kloppen vaker aan

Niet alleen werknemers die een misstand vermoeden, kunnen bij het Huis terecht. Ook het aantal werkgevers dat in 2023 contact opnam met het Huis (276 organisaties) steeg met meer dan 50%. Die vragen gingen vooral over het inrichten van een meldregeling of het voeren van intern onderzoek. Ook wilden organisaties advies over het vertrouwenswerk binnen de uitvoering van de wet. Tomesen: “Voorkomen is beter dan genezen en daarom besteden we veel aandacht aan preventie richting organisaties. Als een organisatie een succesvol meldbeleid hanteert, waarin melders en meldingen serieus genomen worden, kunnen misstanden juist voorkomen worden”.

Downloaden Jaarverslag Huis voor Klokkenluiders, maart 2024: https://beroepseer.nl

Jaarverslag Huis voor Klokkenluiders: 50% meer vermoedens van misstanden gemeld in 2023, Huis voor Klokkenluiders, 18 maart 2024: www.huisvoorklokkenluiders.nl

Wet bescherming klokkenluiders: www.wetbeschermingklokkenluiders.nl


Voorbeeld uit jaarverslag Huis voor Klokkenluiders 2023 , pagina 18

22 maart: Kohnstammlezing 2024 door Merel van Vroonhoven. ‘Wie van leraren uitvoerders maakt, creëert een samenleving zonder toekomst’

Merel van Vroonhoven geeft dit jaar de Kohnstammlezing, op vrijdag 22 maart 2024. Daarin pleit Van Vroonhoven voor een radicale herwaardering van het vakmanschap van de leraar en een fundamentele omkering van het huidige onderwijssysteem. Van Vroonhoven is leraar, columnist en voormalig bestuurder. De lezing vindt plaats in de Aula van de Universiteit van Amsterdam.

Ieder jaar vindt de Kohnstammlezing plaats, aan alle belangstellenden gratis aangeboden door het Samenwerkingsverband Onderwijs en Opvoeding Amsterdam. De lezingenreeks is geïnspireerd door het werk van Philip Kohnstamm en is uniek in haar soort: op het grensvlak van het maatschappelijk debat, het wetenschappelijk onderzoek en de praktijk van onderwijs en opvoeding.
Philip Kohnstamm (1975-1951) was een Nederlands natuurkundige, filosoof en pedagoog, en is bekend geworden als een van de grondleggers van de wetenschappelijke pedagogiek en didactiek in Nederland.

Wie van leraren uitvoerders maakt, creëert een samenleving zonder toekomst

Onderwijsresultaten kelderen, de kansengelijkheid neemt af en het lerarentekort rijst de pan uit. Jarenlang neoliberaal kortetermijnbeleid heeft het Nederlandse onderwijs uitgehold en veranderd in een ratrace van winnaars en verliezers. Bestuurlijk efficiëntiedenken en dashboardmanagement hebben van de leraar ‘een uitvoerder’ gemaakt, die om te overleven zijn heil zoekt in geestdodende, kant-en-klare lesmethoden en het afvinken van lijstjes. Geen wonder dat docenten het klaslokaal massaal de rug toekeren. En terwijl commerciële partijen rijk worden aan de wanhoop in menig schoolgebouw, neemt de druk op de achterblijvers almaar toe. De leraar verzuipt en een hele generatie kinderen dreigt daarvan de dupe te worden. Hoogste tijd voor actie!

In haar lezing pleit Merel van Vroonhoven voor een radicale herwaardering van het vakmanschap en een fundamentele omkering van het huidige onderwijssysteem. Tijd voor minder markt en meer bestuurlijk handelen dat daadwerkelijk dienend is aan de man of vrouw in de klas. De leraar niet langer meer het sluitstuk, maar het begin.

Ir. Merel van Vroonhoven MBA (1968) is leraar in het speciaal onderwijs, columnist van de Volkskrant en toezichthouder bij Stichting Lezen en Het Nationale Theater. In 2019 verruilde zij de bestuurskamer voor het klaslokaal. Voorafgaand aan haar overstap naar het onderwijs bekleedde zij twintig jaar lang verschillende bestuurlijke topfuncties bij onder meer Nationale Nederlanden, ING, Nederlandse Spoorwegen en de Autoriteit Financiële Markten. In 2012 werd ze topvrouw van het jaar. Over haar keuze voor het leraarschap en de weg die daaraan voorafging schreef ze de bestseller De stap (2021). Haar tweede boek Voor de klas (2022) is een bundeling van haar eerste serie columns in de Volkskrant.
Van Vroonhoven studeerde af in de geofysica aan de TU Delft en voltooide een MBA aan de Franse businessschool INSEAD. Haar lesbevoegdheid behaalde ze aan de Hogeschool Leiden. Ze is getrouwd en moeder van twee kinderen en twee stiefkinderen

Bijwonen lezing 2024

Voor bijwonen van de Kohnstammlezing 2024: Ga naar de website van UvA en vul het formulier in: https://www.uva.nl/content/evenementen/2024/03/merel-van-vroonhoven-houdt-kohnstammlezing-2024.html

De lezing wordt gepubliceerd in een speciale reeks, uitgegeven door de Vossiuspers UvA Amsterdam.

Datum en tijd: Vrijdag 22 maart 2024. Aanvang 15:00 uur
Plaats: Aula van de Universiteit van Amsterdam, gebouw Oude Lutherse Kerk
De lezing is ook te volgen via livestream.

Na afloop is er een borrel in het Aulacomplex van de Universiteit van Amsterdam, de Tetterode-bibliotheek, Singel 411, Amsterdam

Kohnstamm Instituut: https://kohnstamminstituut.nl/merel-van-vroonhoven-houdt-kohnstammlezing-2024/

U P D A T E

Downloaden Kohnstammlezing 2024: ‘Wie van leraren uitvoerders maakt, creëert een samenleving zonder toekomst’, door Merel van Vroonhoven, Vossiuspers, UvA, maart 2024: https://beroepseer.nl

19 maart is het Werelddag van het Sociaal werk 2024. Thema: ‘Buen Vivir’

Dinsdag 19 maart 2024 is het Werelddag van het Sociaal werk, een initiatief van de International Federation of Social Workers (IFSW). Thema van 2024 is Buen VivirTransformatieve verandering voor een gedeelde toekomst. Deze World Social Work Day wordt sinds 2007 wereldwijd elke derde dinsdag van maart gevierd.

Thema ‘Buen Vivir’

Het thema van 2024 benadrukt de noodzaak voor sociaal werkers om te komen tot nieuwe benaderingen, geleid vanuit de gemeenschap, geworteld in lokale kennis en in harmonie met de natuur. Buen Vivir is de Spaanse vertaling van Sumak Kawsay, een term uit de indiaanse Quechua-taal, die staat voor een inheems filosofisch principe en wereldbeeld dat de mens ziet als onderdeel van zijn natuurlijke en sociale omgeving. Doelen ervan zijn bevrediging van behoeften, waardigheid en kwaliteit van leven en dood, liefhebben en geliefd zijn, welzijn en in vrede en harmonie leven met de natuur.
Buen Vivir impliceert ook genoeg vrije tijd voor reflectie en persoonlijke ontwikkeling, wat de uitbreiding van menselijke vrijheden en kansen ten goede komt. Het geeft bovendien zowel de maatschappij als geheel als de mens als individu de mogelijkheid om doelen in het leven te bereiken, zonder anderen te domineren.

Nieuwe manieren van werken

Buen Vivir past bij de huidige ambities van sociaal werkers wereldwijd, schrijft IFSW: “We hebben te maken met grote problemen, van gewelddadige conflicten en schade aan het milieu tot armoede en politieke ongelijkheid. Tegen deze achtergrond moet sociaal werk zich blijven ontwikkelen en zoeken naar nieuwe benaderingen, geworteld in de gemeenschap en in harmonie met de natuur. De filosofie van Buen Vivir onderstreept het belang van verbinding, wederkerigheid en overeenstemming in menselijke relaties met de natuur. Ons doel als sociaal werkers is om dit principe voor te staan, om een ecosociale wereld te bevorderen die gedijt op inclusie, respect, wederzijds begrip, en het handhaven van mensenrechten”.

IFSW wijst erop dat onder nieuwe manieren van werken bijvoorbeeld ook het gebruik van politieke methoden valt, om sociale verandering teweeg te brengen: “Maar, sociaal werkers vinden het om verschillende redenen vaak lastig om politieke uitspraken te doen, en nog lastiger om zich te verzetten tegen politieke besluiten en activiteiten. Daarom moeten sociaal werkers zich op mondiaal niveau verenigen en methoden voor transformatieve verandering delen. Dit vergt een focus op de verbindende factoren binnen de professie van sociaal werk, en overeenstemming over een gedeelde toekomst. We kunnen deze visie verwerkelijken door de waarde van Buen Vivir te omarmen”.

Webinar 19 maart 2024

De Nederlandse beroepsvereniging voor professionals in sociaal werk BPSW biedt ter gelegenheid van Werelddag van het Sociaal werk een inspirerend webinar aan dat begint om 16.00 uur op dinsdagmiddag 19 maart 2024:  Buen Vivir; filosofie over Goed Leven en de rol van sociaal werkers.

Programma

Het webinar start met een korte introductie op het thema door Josien Hofs. Op welke waarden is Buen Vivir gebaseerd en wat verstaat deze filosofie onder welzijn? Waarom vindt de internationale organisatie voor sociaal werk dit thema belangrijk voor alle sociaal werkers? En wat is de rol van sociaal werkers hierin?
Josien Hofs is sociaal werker, oud-bestuurslid van de BPSW en lid van het European Executive Committee van IFSW.

Na de introductie volgen twee voorbeelden uit de Nederlandse praktijk die aansluiten op het thema. De voorbeelden illustreren hoe Buen Vivir in de Nederlandse context toegepast kan worden en welke positieve veranderingen het kan teweegbrengen in het sociaal werk. De praktijkvoorbeelden worden belicht door Jeanet de Jong, sociaal werker en beleidsadviseur bij BPSW.

Na de presentaties worden de deelnemers aan het webinar uitgenodigd mee te doen aan een interactieve discussie. Wat betekent de filosofie van Buen Vivir voor jouw werk als sociaal werker? Hoe kunnen we gezamenlijk streven naar een samenleving waarin alle mensen tot hun recht komen?

Deelname aan het webinar is kosteloos. Aanmelden en meer info op BPSW: www.bpsw.nl/actueel/agenda/item/webinar-buen-vivir-filosofie-over-goed-leven-en-de-rol-van-sociaal-werkers/

Future Proof symposium

De Werelddag voor Sociaal werk kan ook gevierd worden door deel te nemen aan het Social Work Future Proof symposium in Eindhoven, georganiseerd door het lectoraat Sociale Veerkracht van Fontys Hogeschool. Centraal staat de kracht van gemeenschappen, met onder meer een lezing van buurtmaker Birgit Oelkers over gemeenschapsgericht leiderschap en diverse interessante workshops.
Ga naar Fontys voor aanmelden en meer info over bijvoorbeeld de lezing: www.fontys.nl/Professionals-en-werkgevers/Events/Social-Work-Future-Proof.htm (Niet meer beschikbaar. Ga naar Impressie workshops Social Work Future Proof 2024https://www.hbo-kennisbank.nl)

Internationaal congres SWSD 2024

IFSW organiseert in Panama van 4 tot en met 7 april 2024 de ‘joint global conference on social work, education and social development’. Het belooft een conferentie te worden waar onderwijzers, onderzoekers, professionals uit het sociaal werk, verantwoordelijk voor het creëren en uitvoeren van beleid, van over de hele wereld samenkomen. Het thema sluit aan bij Buen Vivir: Respecting diversity through joint social action Respect voor diversiteit door gezamenlijke sociale actie.
Meer info op SWSD Panama 2024: https://swsd2024.org.pa/#

Een deskundige overheid. Hoe krijgen we die?

Hoe kan de deskundigheid van de overheid worden vergroot? Is het vooral een kwestie van meer inhoudelijke mensen en minder procesmanagers, of is dat te simpel gedacht? Wat moet er dan nog meer gebeuren? En wat is bij dit alles de rol van de politiek? Zou uitbreiding van de Tweede Kamer misschien een bijdrage kunnen leveren aan ‘een deskundige overheid’?
Kortom, hoe kan worden bewerkstelligd dat Nederlandse overheden beschikken over en gebruik maken van de kennis en vaardigheden die zij nodig hebben om de hen toebedeelde taken goed uit te voeren?

Met de publicatie van Discussienotitie deskundige overheid presenteert de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) eerste ideeën en mogelijkheden om de discussie over een deskundiger overheid te stimuleren en de gedachten daarover te prikkelen. Op basis daarvan hoopt de WRR in een volgende stadium meer uitgewerkte voorstellen te kunnen presenteren, die uitmonden in een adviesrapport.
De WRR hoort graag wat anderen vinden van de analyse, de ideeën en de suggesties. Een ding staat voor de WRR evenwel al vast. De weg naar een deskundiger overheid vergt méér dan alleen maar de juiste mensen in dienst kunnen nemen, weloverwogen systemen van loopbaanontwikkeling of sleutelen aan de Algemene Bestuursdienst (ABD) en zijn 3-5-7-systematiek.

Uit de Inleiding:

De laatste jaren staat de deskundigheid van de overheid hoog op de agenda. Hoewel Nederland op internationale ranglijsten van overheidsprestaties regelmatig tot de top behoort, had ons land zeker de laatste jaren te maken met grote beleidsmissers en uitvoeringsproblemen, variërend van een falend woon- en stikstofbeleid tot de toeslagenaffaire. Deze problemen hebben geleid tot fundamentele vragen over de kwaliteit van het openbaar bestuur.

Ondertussen wordt de politieke omgeving van de overheid er niet makkelijker op. Enerzijds doet zich een stapeling voor van steeds weer nieuwe en verfijnder regelgeving die liefst morgen moet worden ingevoerd, anderzijds neemt de druk toe om fouten meteen te herstellen en risico’s uit te sluiten. Mede daardoor is de politiek harder geworden en de toon van verantwoordingsdiscussies scherper. De dagelijkse gang van zaken wordt steeds meer bepaald door het incident van de dag en de crisis van de week, waardoor ambtenaren, bestuurders en politici nauwelijks aan de inhoud toekomen.

Daar bovenop komen grote en nieuwe opgaven, zoals de puzzel van ruimtelijke ordening in een land dat stuit op de natuurlijke en juridische grenzen van wat mogelijk en houdbaar is, de immense uitdagingen van de energietransitie en de klimaatadaptatie, de vraag hoe om te gaan met niet aflatende migratiestromen, de potentiële kansen maar ook bedreigingen van AI. Tegelijk mogen de traditionele overheidstaken en de reguliere publieke dienstverlening niet hieronder lijden. Die blijven evenzeer aandacht vragen.

Mede tegen deze achtergrond verschuiven (opnieuw) de opvattingen over de taken en de rol van de overheid. Lange tijd leek het parool dat de overheid inhoudelijk ‘bescheiden’ moest zijn, en markt en samenleving zo moest ordenen dat door het maatschappelijk krachtenspel vanzelf de goede oplossingen zou worden gerealiseerd. Maar de laatste jaren kijkt men weer nadrukkelijker naar de overheid voor oplossingen. Die moet (opnieuw) een actieve, richtinggevende en regisserende rol nemen bij de grote opgaven van dit moment. Maar kan het stelsel van overheden dat wij in Nederland kennen dat (nog) wel? Hebben Nederlandse overheden hiertoe de vereiste kennis en kwaliteiten in huis? En wordt daarvan de politiek-bestuurlijke beleidsvorming ook optimaal gebruik gemaakt?

Daarmee komen we op de hoofdvraag van dit project:

Hoe kan worden bewerkstelligd dat Nederlandse overheden
beschikken over en gebruik maken van de kennis en vaardigheden
die zij nodig hebben om de hen toebedeelde taken goed uit te voeren?

 

Downloaden Discussienotitie deskundige overheid, Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 28 februari 2024: https://beroepseer.nl

WRR – de deskundige overheid: www.wrr.nl/adviesprojecten/de-deskundige-overheid
De discussienotitie is onderdeel van het WRR-project ‘de deskundige overheid’ dat gaat over de vraag wat de Nederlandse overheid moet ‘kennen en kunnen’ om de opgaven waarvoor overheid en samenleving staan zo goed mogelijk te verrichten.