Skip to main content

Redactie Beroepseer

Zorgberoepen emotioneel meest veeleisend, docenten meest betrokken in 2018

Werknemers in pedagogische beroepen gaven in 2018 het vaakst van alle beroepen aan emotioneel betrokken te raken bij hun werk. Dit geldt voor bijna drie op de tien. Ook ervaarden zij het werk bovengemiddeld vaak als veeleisend. Dat laatste geldt nog meer voor werknemers in zorg- en welzijnsberoepen. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van cijfers uit de Nationale Enquête arbeidsomstandigheden (NEA), uitgevoerd door het CBS en onderzoeksorganisatie TNO.

De NEA is een internet-enquête onder bijna 63 duizend werknemers (in 2018) van 15 tot 75 jaar die in Nederland werken. Zij krijgen vragen over arbeidsomstandigheden, -ongevallen, -verhoudingen, -voorwaarden, en werkinhoud. Ook wordt gevraagd in hoeverre ze emotioneel betrokken raken bij het werk, en hoe vaak ze het werk als emotioneel veeleisend ervaren.

Onder leerkrachten in het basisonderwijs is het aandeel dat zei vaak of altijd emotioneel betrokken te raken bij het werk met bijna 39 procent het hoogst van alle onderzochte beroepsgroepen (gemiddeld 15 procent). Zij staan de hele onderzochte periode (2014-2018) al aan de top als het gaat om emotionele betrokkenheid. Leerkrachten tot 35 jaar raken vaker betrokken (42 procent) dan leraren van 35 tot 75 jaar (37 procent). Ook docenten algemene vakken in het voortgezet onderwijs (vo) en het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) raken bovengemiddeld vaak betrokken, vrouwen vaker (36 procent) dan mannen (29 procent).

Daarnaast is de betrokkenheid bij het werk ook hoog onder psychologen en sociologen (33 procent), docenten beroepsgerichte vakken in het Vo en het MBO (29 procent), en onder docenten in het hoger onderwijs (HO) en hoogleraren (27 procent).

Grafiek CBS Emotioneel betrokken bij werk, 2028

Helft psychologen en maatschappelijk werkers vindt werk emotioneel veeleisend

Werknemers in zorg- en welzijnsberoepen, zoals psychologen, maatschappelijk werkers en verpleegkundigen, en medewerkers van politie en brandweer, vonden in 2018 hun werk het vaakst emotioneel veeleisend. Van de psychologen en sociologen vond 56 procent dat het werk vaak of altijd emotioneel veel van ze vergt (in 2014 nog 49 procent), voor maatschappelijk werkers is dit 50 procent. Van de gespecialiseerde verpleegkundigen rapporteerde ruim 43 procent dat ze hun werk vaak emotioneel veeleisend vinden, van politie- en brandweer medewerkers 37 procent.

Emotioneel veeleisend werk speelt een rol in het optreden van gezondheidsklachten en verzuim. Uit eerder onderzoek bleek al dat de gezondheids- en welzijnszorg het hoogste ziekteverzuim heeft van alle bedrijfstakken.

Emotioneel veeleisend werk CBS 2028

De tien beroepsgroepen waarin werknemers hun werk het vaakst als emotioneel veeleisend ervaren, komen voor op de lijst van cruciale beroepsgroepen, die sinds het uitbreken van COVID-19 door de overheid is opgesteld. Het betreft beroepen in de zorg, politie en brandweer, en het onderwijs. De beroepsgroepen in de door het CBS gehanteerde beroepenclassificatie sluiten niet naadloos aan bij de beroepsgroepen op de lijst die de Rijksoverheid recent heeft opgesteld.

Zorgberoepen emotioneel meest veeleisend, docenten meest betrokken in 2018, CBS, 31 maart 2020: www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2020/14/zorgberoepen-emotioneel-meest-veeleisend-docenten-meest-betrokken-in-2018

U P D A T E

Psychisch belastend werk naar beroep, door Astrid Pleijers, CBS, 30 juni 2020: https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/statistische-trends/2020/psychisch-belastend-werk-naar-beroep?onepage=true

Overheidsawards 2020

Nominatieperiode voor verkiezing Beste overheidsmanager en Beste overheidsorganisatie van het Jaar 2020 van start

Nederland bevindt zich in een roerige periode. Overheidsorganisaties en hun managers nemen belangrijke besluiten die invloed hebben op de gehele Nederlandse samenleving op korte en lange termijn. Welke manager of organisatie is in staat om op een juiste manier in te spelen op deze complexe opgaven? En wie weet ook in roerige tijden het verschil te maken?

Vanaf 24 maart 2020 is het mogelijk om voor beide verkiezingen kandidaten te nomineren. Op 9 november 2020 vindt de uitreiking van de prijzen plaats in de Ridderzaal in Den Haag.

Tussen systeem en maatwerk

De verkiezingen hebben tot doel bevordering van transparantie en kennisdeling binnen het openbaar bestuur door het werk van goede overheidsmanagers en -organisaties uit te lichten en te belonen. Juryleden van de Verkiezing Overheidsdmanager van het Jaar, zijn op zoek naar vooruitstrevende managers die passen binnen het thema van 2020: Tussen systeem en maatwerk.

De Overheidsmanager van 2020 is iemand die maatwerk ruimte durft te geven en goed inspeelt op onverwachte (crisis)situaties. Deze manager draagt bij aan bewustwording, het besef dat handelen en de effecten ervan van belang zijn, ook als dat betekent dat je af en toe buiten de lijntjes moet treden. Tegelijkertijd is de overheidsmanager er zich ook van bewust dat maatwerk niet altijd nodig is. De manager weegt maatwerk af tegenover meerdere doelen en kan de keuze naar anderen toe verantwoorden.

Regels zijn er binnen de overheid om de publieke zaak in goede banen te leiden en om ervoor te zorgen dat ambtenaren een houvast hebben waarop ze kunnen terugvallen. Maar bij het oplossen van publieke vraagstukken en crisissituaties passen regels niet altijd. Wat doe je als de regels even niet passen binnen de werkelijkheid en de situatie om een nieuwe of andere aanpak vraagt?

Lees op Overheidsawards aan welke criteria de Beste overheidsmanager van het jaar 2020 behoort te voldoen: www.overheidsawards.nl/thema-en-criteria/ (Criteria voor 2020 – Tussen systeem en maatwerk – staan niet meer vermeld op de site van Overheidsawards)

De jury van de Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar wil een krachtige organisatie bekronen die met constante wil om te verbeteren het verschil maakt, passend binnen de door de jury opgestelde dimensies. Ook in deze roerige periode dient de organisatie goed in te spelen op de uitdagingen van haar omgeving.

Wie mogen er mee doen? Alle overheidsorganisaties kunnen zich kandidaat stellen voor deze verkiezing. Denk aan ministeries, provincies, waterschappen, gemeenten, zelfstandig bestuursorganen en agentschappen. Het is belangrijk dat de genomineerde organisatie een publieke functie heeft en hoofdzakelijk door publiek geld word gefinancierd.

Meer info over de dimensies voor de verkiezing Beste overheidsorganisatie van het jaar: www.overheidsawards.nl/dimensies/

Doe mee en nomineer

Nominaties voor beide verkiezingen zijn welkom op de site van Overheidsawards. Nomineren kan tot en met 25 juni 2020: www.overheidsawards.nl/nomineer (Niet meer geldig).


De verkiezingen worden georganiseerd door de Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM) in samenwerking met Binnenlands Bestuur, landelijk netwerk van jonge ambtenaren werkzaam bij de overheid FUTUR, Interprovinciaal Overleg (IPO), ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), NEderlandse Norm (NEN), Netwerk van Publieke Dienstverleners (NPD), Ordina, Publiek Denken en Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

Meer info info over finalisten en winnaars voorgaande verkiezingen op Overheidawards; zie menu: www.overheidsawards.nl (Info over voorgaande verkiezingen is geschrapt op deze site in 2021). Zie daarvoor in de plaats: http://www.futuregov.nl/

U P D A T E

LET OP! In 2021 zal de Verkiezing Beste Overheidsorganisatie niet worden uitgereikt. Vanaf 2021 zal ter vervanging om het jaar de Verkiezing Beste Overheidsinnovatie worden georganiseerd. Volgend jaar kan men weer organisaties nomineren voor de Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het jaar 2022.

Alarm in de thuiszorg. Negentig procent zorgverleners kan zich niet voldoende beschermen

Nu het coronavirus door Nederland heen trekt wordt pijnlijk duidelijk hoe kwetsbaar de structuur rondom de ‘wijkverpleging’, oftewel thuiszorg in de praktijk is. Nog niet zo lang geleden werden verzorgingshuizen halsoverkop gesloten en ouderen moesten zo lang mogelijk thuis blijven wonen.
Ziekenhuizen willen uiteraard hun bedden beschikbaar houden voor nieuwe corona-geïnfecteerden. Verpleeghuizen zijn erop uit opnames te voorkomen en mensen door te laten stromen naar de thuissituatie.

De brancheorganisatie voor zzp’ers in de zorg Solo Partners wijst erop dat door die bewegingen het werk neer komt op de thuiszorg en juist daar staat de zorg enorm onder druk en houden zorgorganisaties er hun eigen individuele aanpak op na.

Tekort aan beschermingsmateriaal

Solo Partners schrijft in een artikel dat er chaos heerst is de thuiszorg. Er is een tekort is aan beschermingsmateriaal. Negentig procent van de zorgverleners kan zich niet beschermen. Ouderen worden in de steek gelaten, zorgorganisaties trekken zich terug en zorgverzekeraars houden zich ook nu niet aan de spelregels.
In een overzicht van de huidige toestand geeft Solo Partners de reacties van zorgverleners op een oproep om ervaringen uit de praktijk te delen naast een online-onderzoek onder de negenduizend zorgprofessionals die binnen de thuiszorg en verpleeghuizen werkzaam zijn en onderdeel uitmaken van de achterban van Solo Partners.

De reactie van een een zorgprofessional die werkzaam is bij een grote gecontracteerde thuiszorgorganisatie:

– “Geen enkele bescherming voor mij of de cliënten. Geen handalcohol, geen handschoenen, geen mondkapjes en geen overschorten. Al deze zaken waren op lokatie 2 weken geleden maar toen zijn alle materialen verplaatst naar een depot. Het enige dat wij krijgen is een poster met een stappenplan. Als zzp-er kan ik mijn mond niet open doen zonder mijn opdracht in gevaar te brengen. De ENIGE beschermende maatregel die wij hebben is handen wassen. Ik weet niet hoe andere thuiszorginstanties hiermee omgaan maar wat ik hier bij deze thuiszorgorganisatie meemaak is schandalig.”

Resultaten onderzoek

Het algemene beeld is dat de thuiszorg, na ziekenhuizen en verpleeghuizen, het ondergeschoven kindje is in de aanpak rondom het coronavirus. Dit frustreert enorm, aangezien juist in die thuissituatie zeer kwetsbare ouderen zitten die geen plek kunnen krijgen in het verpleeghuis door wachtlijsten, omdat opname door de organisatie vermeden wordt of doordat zij te ‘goed’ zijn om een plek in het verpleeghuis toebedeeld te krijgen.

Solo Partners heeft de resultaten van hun onderzoek verdeeld in vijftien punten. We noemen de eerste vijf:

  1. Van de zorgprofessionals die reageerden op onze online survey, werkt ongeveer de helft als onderaannemer bij een reguliere thuiszorgorganisatie, zo’n 5% heeft een eigen contract bij een zorgverzekeraar, zo’n 15% werkt niet-gecontracteerd en zo’n 30% werkt voor cliënten met een Persoons Gebonden Budget;
  2. Het rapportcijfer 4, een dikke onvoldoende dus, wordt gegeven aan de huidige aanpak van het coronavirus in de thuiszorg.
    90% van de respondenten geeft aan dat zij zichzelf niet of onvoldoende kunnen beschermen als dat nodig is. De helft van de honderden respondenten geeft aan dat er onvoldoende of geen materialen beschikbaar zijn. De andere helft geeft aan dat middelen slechts in beperkt mate aanwezig zijn;
  3. Het universele signaal dat we ontvangen is dat er onvoldoende middelen zijn om jezelf te beschermen in de thuiszorg.
  4. Zonder uitzondering is dit het eerste onderwerp dat de honderden zorgverleners in de thuiszorg aanreiken. Voorbeelden van zorgverleners die uit wanhoop van stofzuigerzakken, maandverband, keukenrollen of ventilatiemateriaal van een afzuigkap tot mondkapjes maken bereiken ons. Zorgverleners struinen bouwmarkten af in de hoop zichzelf op een of andere wijze te kunnen beschermen. 55% van de respondenten geeft aan niet te weten waar zij terecht kunnen voor materialen en deze zelf aan te schaffen. De personen die wel weten waar ze moeten zijn, krijgen over het algemeen te horen dat er geen of nauwelijks materialen zijn;
  5. We horen voorbeelden van medewerkers (in loondienst) van zorgorganisaties die zichzelf willen beschermen door het dragen van een mondkapje en deze zelf meenemen omdat de werkgever hier niet in kan voorzien, een verbod krijgen om deze te dragen. In één geval ook als er sprake is van een situatie bij Bijzonder Resistent Micro-Organisme (BRMO);

Solo Partners doet een oproep ter bescherming van de zorgprofessional die een enorm risico loopt en ditmaal met gevaar voor eigen leven, en geeft als oplossing:

  • Een klankbord van zorgprofessionals uit de praktijk organiseren dat in direct contact staat en regelmatig – wekelijks – overleg voert met de ministers en het ministerie.
  • Waar banken ondernemers helpen in tijden van crisis, laten zorgverzekeraars de afgelopen twee weken zien dat zij geen intrinsieke motivatie hebben om álle zorgverleners en hun organisaties garanties te bieden. Regisseer de financiering van zorg tijdens deze crisis op een stevige en sturende manier. De maatschappelijke rol van zorgverzekeraars is fictie gebleken;

Intussen heeft Solo Partners zelf het een en ander ondernomen om de situatie het hoofd te bieden. In samenwerking met andere organisaties is onder meer een noodoproep gedaan aan zorgverzekeraars om te komen met concrete maatregelen voor alle zorgaanbieders, dus ook voor zorgaanbieders zonder contract.

Lees het hele artikel Chaos in de thuiszorg: 90% zorgverleners kan zich niet voldoende beschermen, Solo Partners, 30 maart 2020: https://www.solopartners.nl/nieuws/chaos-in-de-thuiszorg-90-procent-zorgverleners-kan-zich-niet-voldoende-beschermen/ (Artikel is niet meer beschikbaar)

Persbericht Noodoproep aan zorgverzekeraars, 27 maart 2020: www.solopartners.nl/wp-content/uploads/Persbericht-Zorgthuisnl-SPOT-KenniZ-BVKZ-SoloPartners.pdf

Economen aan het woord in tijden van coronacrisis

De redactie van ESB, vakblad voor economie en beleid, is in maart 2020 een serie gestart van video-gesprekken met economen over de grote vragen die hen bezighouden en de inzichten die ze te bieden hebben naar aanleiding van de coronacrisis. Titel van de serie: Economen in tijden van corona. De gesprekken vinden online plaats.

Het coronavirus is de oorzaak van een gezondheidscrisis met ongekend grote economische implicaties. Wat kan en moet de overheid doen? En de centrale banken? Op welke vragen hebben we een antwoord nodig om rationeel beleid te kunnen blijven maken in onzekere tijden?
De gesprekken worden gevoerd door de economen Esther van Rijswijk en Jasper Lukkezen, hoofdredacteur van ESB.

Aan het woord waren tot nu toe (26 maart 2020) vijf economen:

Aflevering 1: Bas Jacobs, hoogleraar economie en lverheidsfinanciën aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. De vraag aan Jacobs is een analyse te geven van de huidige crisis is. Waar zijn op dit moment de grootste problemen te zien? Welke oplossingen zijn er?
Het gesprek gaat over aanbodschokken en vraaguitval en de effecten op de financiële markten. Ook over de moral hazard in het steunpakket van de overheid.

Aflevering 2: Lex Hoogduin, hoogleraar monetaire economie, complexiteit en onzekerheid aan de Rijksoverheid Groningen. Hoogduin staat bekend als een van de grootste sceptici van het – geldscheppende – quantative easing-programma van de Europese Centrale Bank, maar stelt nu voor om de geldkraan echt ouderwets open te draaien: ‘Laat de minister van Financiën, Wobke Hoekstra, rood staan bij DNB-president Klaas Knot’. In deze podcast vertelt hij waarom.

Aflevering 3: Lukas Daalder, chief investment strategist bij BlackRock, de grootste vermogensbeheerder ter wereld. Het gesprek gaat over de historische dalingen in de beurskoersen. Is de bodem bereikt? Wat is wijsheid als belegger? En moeten de beurzen dicht? Daalder geeft zijn visie.

Aflevering 4: Wimar Bolhuis, universitair docent aan de Universiteit Leiden, heeft het over het hulppakket van de overheid voor ondernemers en zzp’ers. Komt het snel genoeg?

Aflevering 5: Coen Teulings, sinds januari 2018 hoogleraar aan de Universiteit Utrecht. Eerder was hij hoogleraar economie aan de Universiteit van Cambridge (2013-2017). Van 2006 tot 2013 was hij directeur van het Centraal Planbureau ((CPB). Onderwerp van het video-gesprek is de financiering van de hulppakketten van de overheid en de rol van de EU daarbij.

De gesprekken zijn te bekijken en beluisteren via YouTube en Soundcloud.

ESB communicatieplatform en vakblad voor economie en beleid: www.esb.nu/events/overig/20059194/economen-in-tijden-van-corona-01-bas-jacobs

Downloading solidarity - Please wait...

Academici zijn geen ‘vitale beroepsgroep’. Pleidooi voor solidaire benadering van COVID-19 crisis in universitair onderwijs

Het blijkt dat academici en universiteiten actief gelobbyd hebben om hun beroep als ‘vitaal’ te verklaren. Dit in verband met de noodmaatregelen van de overheid n.a.v. de COVID-19-uitbraak en de publicatie van een overzicht van cruciale beroepen en vitale processen, die onmisbaar zijn voor het functioneren van de maatschappij. Sommige ouders of verzorgenden kunnen in de periode zolang de maatregelen van kracht zijn, op hun eigen school of opvang gebruik maken van opvangmogelijkheden voor kinderen, zodat zij kunnen blijven werken en de samenleving draaiende houden. Het gaat hier om beroepsgroepen die in de omstandigheden van COVID-19 vragen om continue bezetting. Ook onmisbare functies ten behoeve van een van deze cruciale beroepsgroepen kunnen een beroep doen op kinderopvang.

Zes academici*) van de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Universiteit van Amsterdam schrijven op Science Guide  – podium voor hoger onderwijs en wetenschap – dat de lobby succesvol was in haar poging en verwijzen naar een persbericht, verstuurd op 17 maart 2020 door de Vereniging van Universiteiten (VSNU):

“Voor de medewerkers van universiteiten geldt dat zij vallen onder de ‘cruciale beroepen’, wanneer zij nodig zijn voor het organiseren van (afstands)onderwijs, zo is aan de VSNU verzekerd door het ministerie van OCW. Deze definitie is volgens de VSNU in de praktijk in elk geval, maar niet limitatief, van toepassing op:

– De docent
– ICT-personeel benodigd voor het in de lucht houden van de ICT-infrastructuur en programma’s ter ondersteuning van afstandsonderwijs.

Voor verdere informatie verwijzen we naar de website van de Rijksoverheid”.

Vervolgens werden e-mails rondgestuurd met berichten als: “Het ministerie heeft duidelijk gemaakt dat universitair medewerkers tot de vitale beroepen in Nederland horen. Dit betekent dat, als je niemand anders thuis hebt die voor je kinderen kan zorgen, je het recht hebt ze naar kinderopvang of school te sturen”.

De zes academici zijn het hier niet mee eens. Buiten de medische afdelingen is wetenschappelijk onderwijs geen urgent beroep. Men zou dan ook geen aanspraak moeten maken op de noodopvang.
“Het komt misschien voor sommigen als een schok, maar wij academici zijn niet zo vitaal als we denken”, is het commentaar van de zes auteurs.
Ze merken op dat tot op heden die ‘vitaal beroep’-status niet expliciet is gemaakt op de officiële overheidswebsite waarnaar de VSNU verwijst, hoewel het Ministerie van Onderwijs (OCW) op 19 maart een Kamerbrief verstuurde waarin die status bevestigd wordt. De lijst op de website van de overheid vermeldt nog steeds alleen ‘leraren en personeel benodigd op school’ – en ironisch genoeg is ‘schoolleraar’ een label dat universiteitsbesturen kennelijk ineens graag omarmen.

Eisen

In plaats van te kiezen voor een ‘vitaal beroep’-claim, waarmee ze effectief het reeds precaire gezondheidssysteem en het primair onderwijs in Nederland overbelasten, zouden universiteiten als werkgevers solidariteit moeten organiseren. De zes auteurs beschrijven hoe dat kan en concluderen dat er vooral leiderschap is vereist. Ze stellen vervolgens vijf eisen aan de Nederlandse universiteiten:

1) Uitgezonderd medische staf die direct betrokken is bij het managen van de COVID-19 crisis, moet de claim dat universitair medewerkers een ‘vitaal beroep’ uitoefenen worden teruggenomen;

2) Alle inspanningen moeten gericht zijn op het verlichten van de druk op studenten, en dat betekent het aanpassen van deadlines, extra herkansingsmogelijkheden, en het ruimhartig beoordelen van werk, allemaal op zo’n manier dat studenten zowel door kunnen gaan met hun studie of kunnen afstuderen, en de minste financiële lasten oplopen;

3) Zowel de veiligheid als de doorbetaling van ondersteunend en facilitair personeel moet worden zeker gesteld, of hun werk nu is ge-outsourced of niet;

4) Tijdelijke staf heeft in het bijzonder extra ondersteuning nodig; tenure tracks moeten ruimhartig worden beoordeeld en promotietrajecten moeten worden verlengd;

5) Er moet druk komen op de overheid om financiële ondersteuning te geven aan tijdelijke staf, maar in het bijzonder aan studenten. De overheid heeft een enorm pakket aan steunmaatregelen voor bedrijven aangekondigd. Waarom niet voor studenten? Het kwijtschelden van studieleningen en de verlenging van studies zonder bijkomend collegegeld zijn twee voor de hand liggende opties die verdergaan dan het slechts uitstellen van schuldbetalingen en het effectief vergroten onder studieschuld, zoals aangekondigd in de brief van de minister aan de Tweede Kamer van 19 maart.

Petitie

De zes academici zijn een online petitie gestart om hun eisen kracht bij te zetten:

“Beste academische gemeenschap – schoonmakers, cateraars, support staf, studenten, docenten: Onderteken dit document als je de boodschap dat de universiteit nu niet met ‘business as usual’ kan doorgaan en de urgente noodzaak ziet om ons te bezinnen op wat wij als gemeenschap van elkaar verwachten”.

Zie voor de petitie: https://pad.riseup.net/p/Academics_Are_Not_a_Vital_Profession-keep

Academici zijn geen ‘vitale beroepsgroep’, door Willem Schinkel & Marguerite van den Berg & Sarah Bracke & Irene van Oorschot & Rogier van Reekum & Jess Bier, Science Guide, 20 maart 2020: www.scienceguide.nl

Vragen over noodopvang voor kinderen van ouders in cruciale beroepen of vitale processen, Rijksoverheid: www.rijksoverheid.nl

Kamerbrief COVID-19 aanpak hoger onderwijs, Tweede Kamer, 19 maart 2020; en Servicedocument HO – aanpak Coronavirus COVID-19, Ministerie van OCW, 23 maart 2020: www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2020Z05376&did=2020D11138

Noot
*) Willem Schinkel, Erasmus University Rotterdam
Marguerite van den Berg, University of Amsterdam
Sarah Bracke, University of Amsterdam
Irene van Oorschot, Erasmus University Rotterdam
Rogier van Reekum, Erasmus University Rotterdam
Jess Bier, Erasmus University Rotterdam

 

De afbeelding bovenaan is van Gerd Altmann

Applaudisserende mensen voor open raam van hun huis voor steun aan zorgverleners in hun strijd tegen verspreiding van het coronavirus

Noodarts in België: Ik kan niet tegen mensen die zorgverleners toejuichen

Antoine Dumont werkt als spoedeisende arts in het Belgische Luik. In het weekblad Knack schrijft hij dat hij er niet tegen kan dat mensen applaudisseren voor de mensen in de zorg.
Sinds 18 maart 2020 worden de Belgen opgeroepen elke avond om acht uur te applaudisseren voor de mensen in de zorg die in de frontlinie staan in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus.
De actie begon op sociale media. Met de hashtag #applausvoordezorg verspreidde de oproep zich als een lopend vuurtje. Doel is waardering laten zien voor het belangrijke werk dat zorgverstrekkers leveren.

In Nederland deed een soortgelijke oproep de ronde op sociale media om te applaudisseren op dinsdagavond 17 maart om acht uur. Veel mensen hebben daar gehoor aan gegeven, ook het Koninklijk Huis heeft eraan meegedaan.

De Luikse spoedarts kan dit gebaar maar moeilijk appreciëren:

“Ik denk dat ik verbitterd ben, ik was gisteren van wacht (24 uur met weinig slaap). Maar over het algemeen kan ik er niet tegen dat mensen applaudisseren.

De ziekenhuizen hebben niet gewacht tot Covid-19 om zich in de miserie te werken, in permanente overboeking.

De hulpdiensten hebben ook niet gewacht tot ze overbelast waren, onderbezet waren (vooral verpleegkundigen), in vervallen of ondermaatse lokalen.

Dat het UMC Sint-Pieter moet bedelen om beademingsapparatuur is een totale schande!

Waar zijn we? Gaan Artsen zonder Grenzen binnenvallen?

Veel van de mensen die applaudisseren, stemmen elk jaar voor de hufters die bezuinigen, maken hashtags #keepsophie en vergeten dat ze minister van Begroting was in een regering die miljarden euro’s uit de gezondheidszorg haalde.

En ze zijn zogezegd bang omdat we ons leven riskeren?! Mensen die shifts draaien en stressvolle banen nemen omdat ze onvoldoende middelen hebben, sterven niet aan een infectie. Ze sterven omdat ze werken aan een hels tempo, waardoor ze 10-15-20 jaar levensverwachting verliezen”.

Lees de hele blog van Antoine Dumont: ‘Ik kan er niet tegen dat mensen applaudisseren voor de mensen in de zorg’ , Knack, 23 maart 2020: hwww.knack.be

Tekst oproep applaudisseren voor de zorg

Gefilmde interviews met tien voormalige ministers en topambtebareb

‘De top kijkt om’. Tien boeiende interviews op video met voormalige bewindslieden

In de serie De top kijkt om kijken tien voormalige ministers en topambtenaren in gefilmde interviews terug op hun manier van besturen, de druk van de media en de kwaliteit van de ambtelijke dienst. Ze beantwoorden vragen over hun ervaringen, vooral over zaken die je doorgaans niet terugleest in departementale archieven. Hun op video vastgelegde herinneringen zijn op deze manier toegankelijk gemaakt voor hun opvolgers en andere geïnteresseerden. We kunnen ze benutten en ervan leren.
Hoe gingen onze minister en secretaris-generaal – de hoogste ambtenaar van een ministerie – om met hun overvolle agenda? Hebben ze adviezen? Wat moeten hun opvolgers doen en laten om zo effectief mogelijk te zijn?

Zeven thema’s

De video’s van elk ongeveer een half uur zijn ingedeeld in zeven thema’s:

  • Politiek-ambtelijke verhoudingen
  • Relatie met het parlement
  • Het managen van de opgave
  • Het managen van crises en incidenten
  • Relatie met het veld
  • Omgang met collega’s (incl. MP)
  • Vakmanschap

Geïnterviewd zijn de ministers: Jozias van Aartsen, Annemarie Jorritsma, Cees Veerman, Laurens Jan Brinkhorst, Jan Pronk en de secretarissen-generaal Marianne Sint, Chris Kalden, Tjibbe Joustra, Harry Borghouts en Dineke Mulock Houwer.
Het is de bedoeling dat de serie elk jaar wordt uitgebreid met tien nieuwe interviews.

De top kijkt om is gerealiseerd door de Kennisbank Openbaar Bestuur, in samenwerking met Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht en Centrum voor Parlementaire Geschiedenis. De Kennisbank is het geheugen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), een vindplaats van kennis, informatie en data op het gebied van openbaar bestuur.

Inspiratiebron van De top kijkt om is het initiatief Ministers reflectCandid interviews with former ministers van het Britse Institute for Government dat inmiddels een uniek archief van interviews heeft opgebouwd. Doel ervan was om in de eigen woorden van de bewindslieden te horen wat nodig is om een effectieve minister te zijn, met welke uitdagingen ze worden geconfronteerd en wat er gedaan kan worden om hun te ondersteunen bij het bereiken van doelen.

De interviews staan op het You Tubekanaal van de Kennisbank Directoraat-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties: www.youtube.com/channel/UCBfefVREoZ82J8tgdMBWZAA/videos

U P D A T E

Kernvraag in interview-serie ‘De top kijkt om’: Hoe kun je effectief opereren als bewindspersoon of topambtenaar? Blogs Beroepseer, 8 juli 2022: https://beroepseer.nl

Waarom regelgeving ter bescherming van rechten werknemers nodig is in het tijdperk van AI

Grootmachten, staten en bedrijven over de hele wereld doen allemaal hun best om de AI-race te winnen. Kunstmatige intelligentie is van strategisch belang voor de EU, waarbij de Europese Commissie onlangs heeft verklaard dat “kunstmatige intelligentie met een doel Europa tot een wereldleider kan maken”. Om dit te laten gebeuren, moet de EU het juiste ethische en juridische kader creëren.

In het verkennend onderzoek Labour in the age of AI: why regulation is needed to protect workers schrijft onderzoeker Aída Ponce Del Castillo dat een dergelijk kader stevig gebaseerd behoort te zijn op regelgeving – die kan worden bereikt door de bestaande wetgeving bij te werken – en op aandacht voor de bescherming van werknemers. Werknemers bevinden zich in een ondergeschikte positie ten opzichte van hun werkgevers, en in de gretigheid van de EU om de AI-race te winnen, worden hun rechten mogelijk over het hoofd gezien. Daarom moet er met medewerking van de sociale partners een beschermend en afdwingbaar rechtskader worden ontwikkeld.

Verschillende manieren van beïnvloeding

Kunstmatige intelligentie (Artificial Intelligence – AI) is een zeer ontwrichtende technologie. In deze Verkenning wordt onder AI verstaan het vermogen van machines om met hun omgeving te communiceren en beslissingen te nemen met een diverse mate van autonomie, gebaseerd op verzamelde of aangeleverde gegevens. Dat gebeurt op een manier die het menselijk denken kopieert en dus als intelligent kan worden beschouwd. Het effect hiervan op burgers, bedrijven, overheden en de samenleving in het algemeen is het onderwerp van veel onderzoek. Het effect ervan op werknemers is minder onderzocht. AI heeft het vermogen om personeel op vele manieren te beïnvloeden, zowel als stand-alone-technologie als in combinatie met andere technologieën, waaronder robotica, machineleren of blockchain.
Om die redenen stelt deze Verkenning dat er een bestuurskader moet worden ingesteld, bij voorkeur gebaseerd op regelgeving in plaats van op ethische richtlijnen, gedragscodes of normen.

Praktisch gezien kunnen AI-systemen werknemers op veel verschillende manieren beïnvloeden: trackers voor Uber-chauffeurs, Deliveroo-koeriers en vrachtwagenchauffeurs; verpleegkundigen verbonden met een app of tablet; technici die samenwerken met robots in een productielijn; software die bepaalt wie in aanmerking komt voor promotie, resultaten voorspelt en activiteiten regelt. De gevolgen zijn talrijk en divers, maar AI mag de grondrechten en arbeidsvoorwaarden van werknemers niet negatief beïnvloeden.

In bedrijven kan AI worden gebruikt om de productiviteit te verhogen, processen te optimaliseren of kosten te verlagen. Technologie heeft een symbiotische relatie met mensen die ermee werken. Hoewel vaak onzichtbaar, kan AI worden gebruikt om gedrag te analyseren, personeel te werven, workflows te volgen of werknemers en hun prestaties te evalueren. In sommige gevallen kunnen AI-systemen zelfs worden gebruikt om werknemers te ontslaan. In een artikel in The Verge meldde Colin Lecher (2019) dat Amazon het productiviteitspercentage van werknemers bijhoudt en “automatisch een waarschuwing of opzegging genereert vanwege de kwaliteit of de productiviteit zonder tussenkomst van een leidinggevende”.

Zeven essentiële aspecten

Met het oog op het toekomstige strategische werk van de Europese Commissie op het gebied van AI, is het doel van deze Verkenning een korte beschrijving geven van mogelijke regelgeving en andere mogelijkheden voor het beheren van AI en nieuwe, opkomende technologieën.

Deze Verkenning belicht zeven essentiële aspecten van toekomstige regelgeving ter bescherming van werknemers:

1) Bescherming van de privacy van werknemers en hun gegevens
2) Aanpakken van bewaking, tracking en monitoring
3) Het doel van AI-algoritmen transparant maken
4) Zorgen voor de uitoefening van het ‘recht op uitleg’ met betrekking tot door algoritmen genomen beslissingen en machine-lerende modellen
5) Beschermen van veiligheid en zekerheid van werknemers in de interactie mens-computer
6) Vergroten van de autonomie van werknemers in de interactie mens-computer
7) Werknemers in staat stellen ‘AI-geletterd’ te worden

Downloaden van verkennend onderzoek Labour in the age of AI: why regulation is needed to protect workers, door Aïda Ponce Del Castillo, uitgave European Trade Union Institute (ETUI), 2020:
www.etui.org/Publications2/Foresight-briefs/Labour-in-the-age-of-AI-why-regulation-is-needed-to-protect-workers

European Trade Union Institute (ETUI) is een onafhankelijk onderzoeks- en opleidingscentrum van het Europees Verbond van Vakverenigingen (European Trade Union Confederation – ETUC).
ETUI wordt gefinancierd door de Europese Unie: www.etui.org

17 maart 2020: Werelddag voor sociaal werk. Het belang van menselijke relaties

Vandaag, dinsdag 17 maart 2020 is het World Social Work DayWerelddag voor sociaal werk. Op deze dag brengen maatschappelijk of sociaal werkers hun boodschap voor dit jaar onder de aandacht dat in 2020 tot thema heeft: Het belang van menselijke relaties.

Het thema benadrukt de onderlinge afhankelijkheid van de mens en is het laatste van vier waarmee The Global Agenda for Social Work and Social Development van start ging in 2010.
Drieduizend vertegenwoordigers van het sociaal werk en sociaal professionals waren bij elkaar gekomen om de speerpunten van het beroep tot 2020 vast te stellen: een rechtvaardiger en vreedzamer maatschappij en versterking van de stem van het beroep van sociaal werk.

“Het thema benadrukt dat relaties tussen mensen, gemeenschappen en naties essentieel zijn bij de aanpak van sociale, economische en ecologische uitdagingen. Op basis van enkele wezenlijke vaardigheden zoals mensen samenbrengen om de diverse behoeften met elkaar in evenwicht te brengen, kan sociaal werk een belangrijke bijdrage leveren aan de samenleving. Onze taak en missie op het moment is deze boodschap te verspreiden in onze gemeenschap, op de werkvloer en bij onze regerin,  met het oog op een duurzame toekomst”

Het oorspronkelijke logo van de Werelddag voor sociaal werk 2020 was een stevige handdruk van twee mensen. Vanwege het wereldwijde advies lichamelijk contact te mijden i.v.m. verspreiding van het Coronavirus, is het logo veranderd in twee naar elkaar buigende mensen.

Agenda voor periode 2020 – 2030

De International Federation of Social Workers  (IFSW) gaat nieuwe thema’s bedenken voor de Agenda for Social Work and Social Development 2020 – 2030. Daartoe start IFSW een consultatie-ronde waar sociaal werkers hun ideeën kunnen inbrengen. Dat is essentieel voor een sterke en inclusieve Agenda die aansluit bij de werkelijke behoeften van mensen. De consultatie-ronde duurt tot eind juili 2020. Wie wil deelnemen en meedenken over thema’s voor de komende tien jaar, ga naar IFSW: www.ifsw.org/ga-consultation/

Rapporten van de Global Agenda 2010-2018 kunnen gratis worden gedownload op de site van IFSW. Ga naar: www.ifsw.org/shop

Video en Nieuwsbrief

De video onderaan deze pagina bevat een boodschap van IFSW-voorzitter Silvana Martinez en secretaris-generaal Rory Truell. Zij geven voorbeelden van het succes van de Global Agenda en nodigen mensen die geïnteresseerd zijn in de ontwikkeling van het sociaal werk deel te nemen aan de consultatie-ronde. De video is ondertiteld in zowel Spaans en Engels.

De Belgische site Sociaal.Net stuurde op deze Werelddag voor sociaal werk een toepasselijke Nieuwsbrief. Het onafhankelijke Sociaal.Net brengt achtergrond, verhalen en opinie voor sociale professionals.

“Sociaal werk valt niet stil in crisistijd. Meer dan ooit is het duidelijk hoe belangrijk sociale professionals zijn. Voor en achter de schermen. Aan iedereen die deze dagen het uiterste van zichzelf geeft: Bedankt! Een greep uit de mooie initiatieven die we al zagen passeren”: https://mailchi.mp/sociaal/sterksociaalwerk-ook-in-crisistijd?e=253401df8f