Skip to main content

Redactie Beroepseer

Uitnodiging deelname focusgroep ‘Ambtelijk vakmanschap’. Praat mee over je vak!

UITNODIGING DEELNAME FOCUSGROEPEN AMBTELIJK VAKMANSCHAP

Ben jij een ambtelijke professional?
Praat mee over je vak!

Stichting Beroepseer voert een onderzoek uit naar het recht op ambtelijk vakmanschap, in opdracht van het Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds Rijk (A+O fond Rijk) en in samenwerking met de vakbonden binnen de rijksoverheid, waaronder de Centrale voor Middelbare en Hogere Functionarissen (CMHF). De centrale vraag van het onderzoeksproject luidt: Welke voorzieningen zijn er nodig om ambtelijk vakmanschap in de praktijk te ontwikkelen en beschermen? De resultaten worden gebundeld in een aantrekkelijk geschreven publicatie.

Met dit project wil Stichting Beroepseer, samen met A+O Fonds Rijk en de vakbonden binnen de rijksoverheid, advies uitbrengen over wat er nodig is om de positie en het vakmanschap van de ambtenaar te versterken. Dat is nodig om werk te maken van het herstel van het gezag van en vertrouwen in de overheid.

Focusgroepen met ambtelijk professionals. Doe je mee?

Een onderdeel van het onderzoek bestaat uit een drietal focusgroepen met ambtelijke professionals. Het doel van de focusgroepen is om op te halen wat er leeft onder ambtenaren zelf. Wat zien zij zelf als aanknopingspunten om ambtelijk vakmanschap goed te organiseren en beschermen?
Je kunt op drie momenten meedoen:

• dinsdag 18 januari van 15:00 – 17:00 uur
• woensdag 19 januari van 15:00 – 17:00 uur
• donderdag 20 januari van 15:00 – 17:00 uur

Inschrijven

Ben jij rijksambtenaar werkzaam in beleid, uitvoering of toezicht en wil je graag je ervaringen delen over je vak als ambtenaar? Geef je dan op voor een van de focusgroepen. Stuur een bericht aan Gerard van Nunen – g.vannunen@beroepseer.nl

Je ontvangt bij deelname een gratis exemplaar van het boek Voorbij boos en achteloos. Rechtsstatelijk besef als kompas voor overheid en burger van drs. Hans Wilmink, verschenen in de boekenreeks Beroepseer.

Thema’s

De volgende thema’s kunnen onder andere aan bod komen tijdens de focusgroepen:
• het vakmanschap van de ambtenaar (kennis en kunde),
• de borging van ambtelijk vakmanschap: formeel en informeel (regels en cultuur),
• de professionele ruimte voor ambtenaren in relatie tot de ambtelijke ondergeschiktheid aan de politiek,
• tegenspraak,
• transparantie en het organisatorisch verankeren van ‘het goede gesprek’ over ambtelijk vakmanschap.

Meer informatie is te vinden op: https://beroepseer.nl

Gedupeerden Kinderopvangtoeslagaffaire nemen regie in eigen handen en publiceren ‘(Gelijk)waardig herstel’

Gedupeerde ouders, kinderen en jongeren van de Kindertoeslagaffaire*) nemen de regie in eigen hand. Ze zijn moe van het vechten: “We willen geen voorwerp zijn van een aanpak maar onderdeel van oplossingen voor iedereen – niet alleen voor ouders maar óók voor kinderen en jongeren”. Ze hebben de krachten gebundeld en zich verzameld in een groep voor het gezamenlijk problemen oplossen, vooruitkijken en aan herstel werken. Een eigen website is opgestart onder de titel De Zolderkamer.
In december 2021 heeft de groep de uitslagen van een enquête gepubliceerd. Het rapport is getiteld (Gelijk)waardig herstel en bevat inzichten en aanbevelingen voor een landelijke en lokale aanpak van het repareren van de schade die de kinderopvangtoeslagaffaire heeft teweeggebracht.
Het rapport is bestemd voor mensen die complexe vraagstukken willen begrijpen vanuit perspectief van de mensen om wie het gaat en die laten zien hoe een ‘menselijke overheid’ eruit ziet.

De mensen om wie het gaat:

“Niemand kan spreken namens alle 49.159 geregistreerde ouders en naar schatting 95.000 kinderen van ‘gedupeerden van de kinderopvangtoeslagaffaire’. Niemand heeft dat mandaat. Want ieder mens heeft een eigen stemgeluid. En toch. Het lot heeft ons samengebracht. Wat ons verbindt, is dat we weten hoe onverwacht onrecht, onrechtvaardigheid en wanhoop voelen. Hoe het is om niet gehoord te worden, steeds maar weer. En dat er nog een lange weg te gaan is naar (emotioneel) herstel”.

De groep wil samenwerken met:

”iedereen die ertoe doet in deze affaire: alle verschillende ouders, jongeren en kinderen, het ouderpanel, de staatssecretaris van Financiën, UHT**), leden van de Tweede Kamer, de Kinderombudsman en de Ombudsman, advocaten, de rechtspraak, Raad van State, maatschappelijke organisaties en iedereen die hier verder onderdeel van is. De media zijn onafhankelijk, maar hebben hier ook een rol in“.

Enquête

De groep heeft een enquête gehouden onder een representatief aantal van 592 ouders en 133 jongeren en kinderen uit 172 verschillende gemeenten, verspreid over vijf landen. De vragenlijst is opgesteld door ouders en kinderen.
Het ziet ernaar uit dat de affaire – we schrijven december 2021 – nog steeds veel ellende teweegbrengt. Levens zijn verwoest, relaties kapotgegaan, toekomstdromen zijn vervlogen. Een zorgeloze jeugd was er niet, met alle gevolgen van dien. Er is zelfs sprake van wat ‘secundaire victimisatie’ wordt genoemd: dat slachtoffers zich opnieuw slachtoffer voelen door de houding of werkwijze van de instantie(s) die er voor hen zouden moeten zijn en steunen met compensatie en herstel.

In het rapport vragen ouders en hun kinderen:

“… anders te gaan denken. We zijn méér dan kwetsbaar en gedupeerd. Velen van ons zijn weliswaar beschadigd, maar dat wil niet zeggen dat we onze innerlijke kracht hebben verloren. We hebben bewezen dat we overlevers zijn. Neem daarom ouders, jongeren en kinderen serieus, zodat een gezamenlijk doel wordt bereikt: controle krijgen.

… aandacht voor minderjarige kinderen en jongeren vanaf 18 jaar. Minderjarige kinderen vallen onder de regeling voor de ouders; voor jongeren vanaf 18 jaar is dat onduidelijk, bijvoorbeeld als het gaat om schulden, brede hulp en toekomstperspectief. Er is nog onvoldoende erkenning dat het financieel en emotioneel herstel en welzijn van ouders onlosmakelijk is verbonden met dat van kinderen van alle leeftijden. Ook hier geldt, je bent zo gelukkig als je ongelukkigste kind”

Het rapport is geschreven in de hoop dat het als gids gaat dienen voor besluitvormers en uitvoerders bij het vermijden van blinde vlekken en verkeerde aannames. Zo kan het rapport misschien bijdragen aan het tegengaan van nog meer verlies van vertrouwen in de overheid. Aan het slot van het rapport staan zeven aanbevelingen.

Zie onderaan een aantal van de belangrijkste uitkomsten van de enquête.

Noten
*) De Kinderopvangtoeslagaffaire: Tussen 2004 en 2019 is de kinderopvangtoeslag van een groot aantal ouders onterecht stopgezet. Bezwaarprocedures en (hoger)beroepsprocedures hierover hadden erg lange doorlooptijden. Gezinnen hebben onnodig lang in onzekerheid gezeten en hebben veel schade opgelopen. Veel ouders zijn financieel benadeeld en aangetast in hun rechtsgevoel omdat zij zijn bestempeld als fraudeur. De premier en de minister en staatssecretaris van Financiën hebben daarvoor hun excuses aangeboden. Het kabinet heeft ook een aantal besluiten genomen die er voor moeten zorgen dat de problemen van gedupeerde ouders zo snel mogelijk worden opgelost.
Het herstelproces wordt uitgevoerd door de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen. Zie verder: www.rijksoverheid.nl

**) UHT = Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen, speciaal opgericht om het herstel te verzorgen.

Downloaden rapport Gelijkwaardig herstel, De Zolderkamer – Number 5, december 2021: https://beroepseer.nl

(Gelijk)waardig herstel: www.gelijkwaardigherstel.nl

Zijn ambtenaren creatief? Over creativiteit en innovatie in de publieke sector

Volgens Glenn Houtgraaf zijn ambtenaren best creatief. Zij dragen innovatieve en bruikbare ideeën aan. Alleen, de wijze waarop de ambtenaren creatief zijn, verschilt wezenlijk van het beeld dat wij over het algemeen hebben van creatieve en eigenzinnige personen. Ambtenaren worden door het publiek bepaald niet getypeerd als creatief, maar eerder als rigide en stoffig.

Houtgraaf doet sinds oktober 2019 onderzoek naar ‘public sector creativity’ – creativiteit in de publieke sector. Hij is promovendus bestuurskunde aan de Radboud Universiteit. Met Peter Kruyen en Sandra van Thiel heeft hij d.m.v. systematisch literatuuronderzoek geanalyseerd hoe ambtenaren op de werkplek hun creatieve vermogens aanwenden voor innovatieve ideeën in de publieke sector. Creativiteit wordt beschouwd als de oorsprong van innovatie. Creativiteit in de publieke sector is in theorie niet gedefinieerd en er is nog onvoldoende onderzoek naar gedaan. Een definitie zou kunnen zijn: “ambtenaren die door toepassing van diverse methoden op nieuwe en bruikbare ideeën voor innovaties komen”.

Op Stuk Rood Vlees (SRV) – site voor politicologie en actualiteit – schrijft Houtgraaf: “Uit mijn onderzoek blijkt dat ambtenaren wel degelijk creatief zijn, maar dat deze creativiteit pragmatisch van aard is (in plaats van idealistisch) en dat dit eigenlijk juist wenselijk is gezien de taak van de publieke sector”.

Complexe uitdaging

In de dagelijkse praktijk genereren ambtenaren overwegend ideeën voor innovaties in de vorm van kleine aanpassingen en verbeteringen van bestaande diensten, zoals bijvoorbeeld het oplossen van problemen. Radicale ideeën voor innovaties die breken met de conventionele manier van werken komen daarentegen in mindere mate voor. Ambtenaren brengen met name stapsgewijs kleine veranderingen aan in plaats van grote, van te voren geplande, sprongen te maken. Maar, dat betekent niet dat ambtenaren geen radicale ideeën kunnen hebben. Uit door ambtenaren verzamelde gegevens betreffende hun creatieve ervaringen blijkt dat zij wel degelijk met radicale ideeën komen zoals de toepassing van blockchain, de anticipatie op vliegende auto’s en het aanwenden van neurale-netwerk technologieën.

Zou het wenselijk zijn als ambtenaren idealistischer, proactiever en radicaler worden in hun creativiteit? Houtgraaf: “Dat lijkt niet goed te passen bij de opdracht van publieke organisaties. We zouden dan verwachten dat ambtenaren ‘out-of-the-box’ denken in termen van creativiteit, maar ‘inside-the-box’ blijven in het kader van wettelijke, morele en budgettaire kaders. Dat is een complexe uitdaging voor ambtenaren waarbij zij tevens het risico lopen om buiten de lijntjes te kleuren met de negatieve gevolgen van dien”.

Kortom, de resultaten van het onderzoek wijzen erop dat ambtenaren niet altijd creatief zijn in de zin dat zij autonoom ideeën genereren; zij laten dit vaak aan anderen over. Het blijkt dat zij meestal creatief zijn in het vinden van alternatieve manieren om nieuwe ideeën toe te passen in de publieke sector.

Creativiteit is van belang

Creativiteit in de publieke sector is van belang en nodig om te komen tot optimalisering, uitbreiding en het waarborgen van de publieke dienstverlening. Creativiteit draagt bij tot bijvoorbeeld een snellere aanvraag van het paspoort, passende opvang voor asielzoekers of een gemakkelijke manier van betalen van boetes.

De literatuurstudie wijst, aldus Houtgraaf, ook op hiaten in de kennis over creativiteit in de publieke sector, waarvoor “we een onderzoeksagenda met belangrijke pistes voor toekomstig onderzoek opstellen. We vragen dat toekomstig onderzoek zich verdiept in idiosyncratische kenmerken van creativiteit in de publieke sector, de dynamiek van haar processen, en de soorten uitkomsten. Verder doen we methodologische suggesties over hoe we deze hiaten adequaat kunnen aanpakken”.

Downloaden rapport: Public sector creativity as the origin of public sector innovation: A taxonomy and future research agenda, door Glenn Houtgraaf, Peter M. Kruyen, Sandra van Thiel,  Public Administration 24 november 2021: https://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/padm.12778

Creatieve ambtenaren? door Glenn Houtgraaf, Stuk Rood Vlees, 29 november 2021: https://stukroodvlees.nl/creatieve-ambtenaren/

Website Glenn Houtgraaf: https://glennhoutgraaf.com

 

Afbeelding bovenaan is van Cdd20 

Inzendtermijn voor Noorderpers-prijzen geopend

Op 14 februari 2022 reikt Noorderpers weer de prijzen uit voor de beste noordelijke journalistieke en communicatieve prestaties van 2021.
Noorderpers, platform van journalisten en communicatiedeskundigen in Drenthe, Friesland en Groningen, reikt maar liefst drie prijzen uit. Een voor de beste journalistieke prestatie of publicatie van 2021 en een voor de meest vernieuwende communicatieprestatie of -professional van het afgelopen jaar. Daarnaast keert de traditie van de Reuringprijs terug. Deze derde Noorderpers-prijs wordt uitgereikt aan iemand die met een vernieuwende bijdrage iets teweeg heeft gebracht in het Noorden en voor (positieve) ophef heeft gezorgd.

De inzendtermijn is geopend op 7 december 2021. Tot 15 januari 2022 kunnen tips worden ingestuurd.

De winnaars van de Noorderpers-prijzen ontvangen een oorkonde en een beloning ter waarde van 500 euro. Deze worden op maandagavond 14 februari 2022 uitgereikt tijdens een feestelijke en inhoudelijke Noorderpersbijeenkomst in Forum Groningen.

De jury’s

De Noorderpers-prijs voor journalistiek staat onder voorzitterschap van Bart Brouwers, hoogleraar journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen. De andere juryleden zijn Ineke Noordhoff, Bert Haandrikman en Wytse Vellinga.

De jury van de Noorderpers-prijs voor communicatie heeft als voorzitter Dick Dam, partner bij netwerkorganisatie Hollandse Nieuwe, en de leden zijn Rogier Brink, Marieke Kanon, Perry ten Hoor, Lotte Stienstra en Marjolein Visser.

Inzendingen voor beide prijzen kunnen tot 15 januari 2022 worden verstuurd naar bestuur@noorderpers.media

De Reuringprijs-jury wordt aangevoerd door Jan Boon, matchmaker en coach. Iedereen kan de Noorderpers Reuringprijs winnen. Deze jury gaat zelf op zoek naar  kandidaten en komt jaarlijks tot een unanieme keuze.

Meer info op Noorderpers: https://www.noorderpers.media/

U P D A T E

Maaike Borst heeft  heeft op 14 februari 2022 de Noorderpersprijs voor de beste journalistieke productie van 2021 van Noord-Nederland gewonnen.  Zij is verslaggever van Dagblad van het Noorden en heeft gewonnen met haar verhaal In de ziel geraakt. Als mijnbouw een bom onder je bestaan legt. Het artikel was de afsluiting van de vierdelige serie Het Nieuwe Noorden die het afgelopen jaar in Dagblad van het Noorden stond.

Lees verder: DVHN-verslaggever Maaike Borst wint Noorderpersprijs met ‘veelgelaagd juweeltje’ (dat je hier kunt lezen), Dagblad van het Noorden, 14 februari 2022: https://dvhn.nl/groningen/DVHN-verslaggever-Maaike-Borst-wint-Noorderpersprijs-met-veelgelaagd-juweeltje-dat-je-hier-kunt-lezen-27477821.html

 

Afbeelding bovenaan is van Francik Woło

Handreiking van SER voor versteviging relatie met ondernemingsraad binnen de ‘driehoek’ in onderneming

De SER-handreiking Zo verstevigt u de relatie met de or binnen de driehoek is speciaal opgesteld voor bestuurders. Deze uitgave geeft informatie en tips over het onderling contact en wederzijds vertrouwen in de ‘driehoek’ binnen de onderneming. De driehoek staat voor: de raad van bestuur (rvb), de raad van commissarissen (rvc) en de ondernemingsraad (or). Een goede samenwerking in de driehoek levert namelijk een belangrijke bijdrage aan het goed functioneren van de organisatie.
De or kan een bestuurder namelijk voorzien van interessante extra informatie. Or-leden staan direct in contact met collega’s, weten wat er speelt en welke ideeën medewerkers hebben. Dit biedt kansen voor de hele organisatie.

Uitwisseling tussen toezichthouder en or

Toezichthouder en or kunnen voor elkaar ook een interessante bron van informatie en expertise zijn, waardoor ze hun taken nog beter kunnen uitoefenen. Via de Wet op de ondernemingsraden (WOR) heeft de or immers ook een soort toezichthoudende rol.

Actieve rol bestuurder

De SER-commissie Bevordering Medezeggenschap (CBM) stimuleert hiermee dat bestuurders actief invloed uitoefenen op de samenwerking in de driehoek en zo ook waardevolle en constructieve tegenspraak creëren.

Tips voor een meer proactieve en interactieve medezeggenschap:
  • Regel goede faciliteiten voor de or
  • Stimuleer scholing
  • Informeer de or goed en vroegtijdig
  • Stimuleer het initiatiefrecht
  • Maak optimaal gebruik van de artikel 24-vergadering

Downloaden Handreiking voor bestuurders. Zo verstevigt u de relatie met de or binnen de driehoek, SER, november 2021: www.ser.nl

‘Zo verstevigt u de relatie met de or binnen de driehoek’ , SER, 3 december 2021: www.ser.nl

Zie ook: Royal HaskoningDHV wint Driehoek 3D Trofee 2021/2022, SER,23 november 2021: www.ser.nl

 

Afbeelding bovenaan is van Gerd Altmann

Bert Wienen in lezing over het recht van kinderen en jongeren niet langer te hoeven werken aan de beste versie van zichzelf

Nieuw kinderrecht: het recht om te falen was de titel van de tiende Daan Mulock Houwer-lezing, gehouden door Bert Wienen in november 2021. Centraal thema was het onder druk zetten van kinderen en jongeren om te presteren. Prestatiedruk is een moderne vorm van kinderarbeid in Nederland.
Met de jaarlijkse Mulock-Houwer-lezing willen het Nederlands Jeugdinstituut en de internationaal opererende organisatie Defence for Children meer aandacht vragen voor het werk en de betekenis van pioniers en vernieuwers in de jeugdzorg.

De lezing is vernoemd naar de markante Daan Mulock Houwer (1903-1985). Opgegroeid in tehuizen zou hij op latere leeftijd een fervent pleitbezorger worden van modernisering van de jeugdzorg en de kinderbescherming.
Bert Wienen is associate lector Jeugd bij hogeschool Windesheim en promoveerde op inclusief onderwijs en de rol van psychiatrische diagnoses binnen het onderwijs. Wienen is opgeleid als psycholoog, onderwijskundige en bedrijfskundige. Binnen het lectoraat Jeugd onderzoekt hij de ontwikkeling van angst en depressiviteit bij leerlingen in het voortgezet onderwijs en de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp.

Zelfdwang

Net als Mulock Houwer komt Wienen op voor het recht van kinderen om niet te hoeven werken. Wienen betoogt dat kinderen en jongeren in onze huidige prestatiesamenleving knechten zijn van de economie, die onder zelfdwang moeten werken aan de beste versie van zichzelf. Een vorm van kinderarbeid dus.
Om die trend te keren, pleit Wienen ervoor onderwijs en opvoeding weer los te weken van economische principes, zodat kinderen de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen tot gemeenschapsmens, in plaats van als betere versie van zichzelf. Geheel in de geest van Mulock Houwer, die het onderwijs zag als ultieme oefenplek voor kinderen om te leren functioneren binnen de gemeenschap.

Wienen in de Inleiding:

“‘Het is eenvoudig een plicht van de gemeenschap om haar in moeilijkheden verkerende kinderen tijdig te helpen. Een reddingsmaatschappij wier boten niet zeewaardig zijn, is een misdadige instelling. De S.O.S.-seinen doorklieven de lucht. Het is dus hoog tijd om te helpen’.

Deze oproep deed Mulock Houwer, de naamgever van deze lezing, in 1946. Ook vandaag, 75 jaar later, horen we drenkelingen roepen. Reddingsboten varen uit, reddingsvesten worden toegeworpen. Steeds meer, steeds vaker en steeds langer krijgen kinderen en jongeren jeugdhulp. En ook vandaag zijn er dus oproepen zoals die van Mulock Houwer. ‘Maak kinderen hoofdprioriteit in de formatie’, stelt Save the Children voor en ‘Benut crisis als unieke kans voor onderwijsrenovatie’, adviseert de onderwijsinspectie.
Terug naar de twintigste eeuw van Mulock Houwer. Het is laat in de avond, twaalf uur in de nacht. Op straat lopen jonge kinderen, op het oog zo’n 8 tot 10 jaar oud. Slaperig zijn ze, moe. Ze slenteren naar de glasfabriek. De glasfabriek van Peter Regout, die de kinderen laat werken als fabrieksarbeiders: handig die kleine vingertjes. Goedkoop bovendien. Kinderen die functioneren als fabriekswerkers, als grondstof en radertje voor de economie. Gelukkig, zo zou ook Mulock Houwer schrijven, komt er een verbod op kinderarbeid. Kinderarbeid, hoe bizar, vinden wij nu.

Maar vinden we dat echt? Want ook vandaag laten we kinderen werken als jonge kindarbeiders. Ook vandaag laten we hen met elkaar concurreren omdat we denken dat dit tot de beste economische resultaten leidt. Ook vandaag raken kinderen uitgeput en haken ze af. Maar met één belangrijk verschil.
Waar de kinderen in de fabriek werkten voor hun baas Peter Regout, zijn kinderen en jongeren vandaag hun eigen baas geworden en presteren ze onder zelfdwang. Zelfdwang waardoor ze, naast hun eigen baas, ook hun eigen knecht zijn geworden. Ploeterden kinderen vroeger in de fabriek of op het land, vandaag de dag ploeteren ze aan de fabricage van hun eigen ik. Zogenaamd omdat ze dat zelf willen. Vandaag pleit ik, met Mulock Houwer, om weer op te staan voor het recht van kinderen en jongeren om niet te hoeven werken. Ik pleit ervoor om onderwijs en opvoeding weer los te weken van economische principes. Om zo te voorkomen dat we gefocust blijven op de reddingsvesten die steeds sneller uitgeworpen worden, en reddingsboten die steeds vaker uitvaren. En bovendien om ervoor te zorgen dat de reddingsboten beschikbaar blijven voor kinderen en jongeren die dat echt nodig hebben”.

Wienen eindigt zijn lezing met:

“We zullen de therapeutisering en pathologisering in het onderwijs een halt moeten toeroepen. Anders blijft de focus op reddingsboten en reddingsvesten.
Ziet u daar die speedboot? Zie hem gaan. Steeds een beetje harder, steeds een beetje sneller en als je heel goed kijkt, dan vallen aan de achterkant van de speedboot steeds meer kinderen en jongeren van de boot af. Steeds meer.
Wat moeten we doen? Blijven we reddingsboten sturen? Blijven we meer inzetten op jeugdhulp? Op de verbinding tussen onderwijs en zorg? Of of zelfhulpboeken? Workshops en veerkracht? Blijven we reddingsvesten toegooien, zodat kinderen en jongeren blijven drijven en tenminste nog zelf de richting kunnen kiezen die ze op willen zwemmen?

Volgens mij moeten we iets anders doen.

We zouden samen moeten afspreken om die speedboot zachter te laten varen. De economische principes moeten weer uit de kinderen- en jongerenfase. De zelfdwang moet weg zodat er ruimte ontstaat het onderwijs weer in te richten als een gemeenschap waarin het opgroeien als maatschappelijk verantwoorde en betrokken burgers de norm wordt. Burgers die bovendien over kennis beschikken om geldende normen te begrijpen, te lezen en ter discussie te stellen. Op die manier ontstaat er ruimte voor een economie die niet is gericht op groei of op concurrentie, maar op genoeg waarin kinderen en jongeren leren van falen, en leren naar elkaar om te zien, in plaats van de vraag te stellen: What’s in it for me?
Wat is onze plicht als leden van de gemeenschap? Nou, wat mij betreft, dat we net als Mulock Houwer, weer opstaan voor het recht van kinderen en jongeren, om niet te hoeven werken. Niet langer te hoeven werken aan de beste versie van zichzelf”.

Zie hieronder de video-opname van Wienens lezing, met intermezzo’s waarin twee scholieren en een student aan het woord komen. Als eerste wendt Claire Teunissen zich direct tot de kijkers. Ze gaat iets vertellen over “mij en misschien ook over jou. Iets over school en de toetsen en vakken. Soms voelt het of alles moet en niets mag. Alsof ik vast zit in een ijzeren deken in de kou”.

De lezing is ook in PDF te downloaden op site van het Nederlands Jeugdinstituut: https://www.nji.nl/publicaties/nieuw-kinderrecht-het-recht-om-te-falen

Aanbieding petitie voor volwaardige medezeggenschap voor overheids-ondernemingsraden

Op dinsdag 7 december 2021 wordt de petitie Primaat van de Politiek in de Wet op de ondernemingsraden (WOR) aangeboden aan de vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het betreft een verzoek van vertegenwoordigers van ondernemingsraden bij de overheid, de samenwerkende centrales van overheidspersoneel en de vereniging van arbeidsrecht.

De petitie is eerder aangeboden aan minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) op 18 maart 2021, de dag na de verkiezingen, met daarin de oproep om de bepaling over het primaat van de politiek in de WOR aan te passen. Tevens heeft de minister het boek van de Vereniging voor Arbeidsrecht over 25 jaar rechtspraak over het primaat van de politiek in de WOR in ontvangst genomen. Vanwege de Corona-maatregelen heeft dit digitaal plaatsgevonden.
Ruim honderd ondernemingsraden hebben de petitie ondertekend, evenals ongeveer duizend OR-leden, vakbondsleden en deskundigen.
Onder de initiatiefnemers bevinden zich de vakbonden FNV en CNV Overheid, Algemene Centrale Overheidspersoneel (ACOP), de Centrale voor Middelbare en Hogere Functionarissen (CMHF) en de voorzitters van de OR Inspectie SZW en de Centrale Ondernemingsraad Politie.

Waarom deze petitie?

Sinds 1995 geldt de Wet op de ondernemingsraden (WOR) ook voor de overheid. Sindsdien is er in de WOR ook een artikel opgenomen over het primaat van de politiek om besluiten van democratisch gecontroleerde organen te onttrekken aan de invloed van ambtelijke ondernemingsraden.
Door de jaren heen is de uitleg van wat onder het primaat van de politiek valt zodanig ruim geworden dat er voor ondernemingsraden bij de overheid feitelijk niets meer rest dan het adviesrecht over de personele gevolgen van een besluit.

De initiatiefnemers van deze petitie zijn van mening dat de rol van ondernemingsraden bij de overheid hierdoor te ver is ingeperkt.
Zij willen

  • dat de rol van ondernemingsraden bij de overheid niet verder wordt beperkt door het primaat van de politiek dan strikt noodzakelijk is.
  • dat ondernemingsraden bij de overheid net als andere ondernemingsraden in de marktsector volwaardig bij de besluitvorming door overheidswerkgevers worden betrokken.
  • dat het primaat van de politiek op grond van artikel 46d van de WOR zodanig wordt aangepast dat ondernemingsraden bij de overheid op een volwaardige wijze bij besluitvorming worden betrokken.

Invloed zijn op de service aan de burger

Binnenlands Bestuur, tijdschrift en journalistieke nieuwssite voor ambtenaren en bestuurders, heeft in maart 2021 een uitgebreid artikel gewijd aan de petitie. Daarin staat:

“Als personeel niet meer via de ondernemingsraad betrokken wordt bij veranderingen van hun eigen werk leidt dat tot negatieve invloeden op hun eigen werk en motivatie en dat kan van invloed zijn op de service aan de burger”, aldus Loes Thissen, voorzitter COR Politie. Carin Benders van de COR van het ministerie van SZW stelt dat bij een verhuizing van een overheidsinstantie de keuze over de indeling van een nieuw pand en waar de muurtjes worden getrokken toch geen politiek besluit is. “Toch wordt alles besloten zonder ondernemingsraden en personeel te betrekken. In de toekomst gaan we hybride werken. Daar willen we als ondernemingsraad bij betrokken worden”.

Volgens Judy Hoffer, FNV-bestuurslid en voorzitter van de ACOP (het overkoepelend orgaan van de overheidsvakbonden) wordt het primaat van de politiek steeds vaker gehanteerd, medezeggenschap daarmee buiten spel gezet en de mening van de professional bij de uitvoering genegeerd. “De politiek stuurt veelal de dagelijkse uitvoering aan door strikte regelgeving en strakke centrale richtlijnen. Wij zijn hierover verontrust. Het staat een goede en adequate uitvoering van de publieke taken in de weg”.

Minister Koolmees heeft positief gereageerd op de aanbieding van de petitie: “De WOR moet hetzelfde worden toegepast bij publieke als bij private ondernemingen. Ik heb me nooit gerealiseerd dat dit door de ‘primaat van de politiek’ niet het geval is. Ik hoor nu dat dit in de praktijk niet zo is. Politiek primaat is belangrijk, maar niet als middel om medezeggenschap van werknemers te omzeilen. Ik neem het signaal serieus op en ga me erin verdiepen”.’

De aanbieding van de petitie aan de vaste Kamercommissie vindt plaats om 13.15 uur in de Max van der Stoelzaal. Zie voor meer info op Tweede Kamer: www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2021A06790

Petitie: meer zeggenschap voor ondernemingsraden, door Wouter Boonstra, Binnenlands Bestuur, 19 maart 2021: www.binnenlandsbestuur.nl

Teken de petitie voor volwaardige medezeggenschap overheids-or, FNV, 16 december 2020: https://www.fnv.nl/nieuwsbericht/kader/2020/12/teken-de-petitie-voor-volwaardige-medezeggenschap (Niet meer beschikbaar)

Invloed medezeggenschap bij de overheid: https://www.invloedmedezeggenschapoverheid.nl/

U P D A T E

Aanbieden petitie aan Wouter Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Invloed medezeggenschap overheid, 18 maart 2021: www.invloedmedezeggenschapoverheid.nl/aanbieden-petitie/

 

Afbeelding bovenaan is van Gerd Altmann

Eenderde schoonmakers krijgt te maken met ongewenst gedrag. Vindt plaats over hele breedte schoonmaakbranche

Getreiter, achterstellen, buitensluiten.Ongeveer eenderde van de schoonmakers in Nederland heeft te maken met ongewenst gedrag. Dat blijkt uit een onderzoek van werkgeversorganisatie Schoonmakend Nederland en FNV Schoonmaak onder 292 schoonmaakmedewerkers. 27 procent van de ondervraagden gaf aan buitengesloten te worden, 23 procent zei genegeerd te worden en 19 procent gaf aan dat er over hen grappen worden gemaakt.
In de enquête zijn de volgende uitingsvormen onderzocht:
• Buitensluiten
• Negeren
• Grapjes maken
• Klein houden
• Achterstellen
• Pesten
• Intimideren
• Agressie of geweld

Aanleiding voor het onderzoek is de CAO-afspraak tussen werkgevers en vakbonden om zich gezamenlijk in te spannen voor een gezonde en veilige werkplek voor medewerkers.
Rob Rommelse, directeur Schoonmakend Nederland, was geschokt door de uitkomsten: “Tegelijkertijd gaven de uitkomsten ons concrete handvatten voor de ontwikkeling van een toolkit om discriminatie en ongewenst gedrag op de werkvloer te erkennen, herkennen en bespreekbaar te maken”.
“Ja, je schrikt er enorm van”, reageert Renate Bos, bestuurder bij vakbond FNV Schoonmaak. “Tegelijkertijd krijgen we ook vaker signalen bij de vakbond hierover, dus dan is het goed dat we het maar een keer uitgezocht hebben hoe groot het probleem eigenlijk is. Iets doen aan het probleem van discriminatie begint bij herkennen en erkennen dat er een probleem is”.

Bespreekbaar

De onderzoekers: “In de schoonmaakbranche is er, net als in andere branches, sprake van ondermelding”. In de enquête vroegen ze ook of medewerkers discriminatie bespreekbaar maken en zo ja, bij wie. Van alle respondenten die aangaven dat er discriminatie voorkomt binnen het bedrijf waar ze werken, maakt 64 procent het bespreekbaar, 31 procent bespreekt het niet en 5 procent meldt het bij een vertrouwenspersoon. Rommelse: “Alhoewel de vertrouwenspersonen het beeld hebben dat dit percentage in de praktijk hoger ligt, is dit een belangrijk punt om te benadrukken bij de voorlichting aan bedrijven en medewerkers”.

“Je wordt echt gezien als een mindere”

RTL Nieuws had een gesprek met Michel Lausberg, sinds een jaar schoonmaker; daarvoor was hij taxichauffeur. Door de coronacrisis had hij steeds minder werk en besloot hij wat anders te gaan doen: “Alles wat schoon moet, maak ik schoon. Het bevalt me goed, het is raar maar waar” vertelt hij. Wel merkt Michel dat mensen tegenwoordig anders met hem omgaan. “Je wordt echt gezien als een mindere”, zegt hij. “Bij een heleboel bedrijven word je niet voor vol aangezien. Dan merk ik dat er niet eens gedag gezegd wordt. Het is weleens gebeurd dat iemand een brandende sigaret uittrapte waar ik aan het schoonmaken ben. Ik zeg daar wel wat van, maar dan krijg je terug: daar ben je toch voor?”

Status

Volgens antropoloog Rik Roelfzema is status de oorzaak van het discrimineren van schoonmakers Hij zegt tegen RTL Nieuws: “In de westerse maatschappij streven mensen naar hoog aanzien. Daar hebben we binnen onze samenleving allerlei gradaties in aangebracht. We zien de schoonmaker als iemand die lager in de hiërarchie staat”.
Die status kan ook aan het wankelen worden gebracht. In crisissituaties bijvoorbeeld. “Neem de coronacrisis, waarin verpleegkundigen weer meer waardering kregen”.

Opmerkingen uit de enquête

  •  “Ik heb directie op de bühne positief zien doen en achter de coulissen denigrerende opmerkingen horen maken”
  • “Sommige bedrijven waar ik werk zien mij als een dom en arm mens, en zeggen dit ook tegen me”
  • “Als mensen je minderwaardig vinden, omdat je een schoonmaakster bent, kun je daar niets aan veranderen. Het komt op grote schaal voor. Ik zit al 25 jaar in het vak en heb dit veelvuldig mee gemaakt. Zelfs op een politiepand, waar je zou verwachten dat juist zij een beter voorbeeld zouden geven”

Toolkit Aanpak ongewenst gedrag in de schoonmaak

De toolkit Aanpak ongewenst gedrag in de schoonmaak is ontwikkeld op basis van een literatuur- en expertonderzoek en de enquête onder de 292 schoonmakers. De bedoeling is ongewenst gedrag op de werkvloer te herkennen en bespreekbaar te maken. Hoe herken je discriminatie? Waar ligt de grens bij ongewenst gedrag en wat kun je doen bij ongewenst gedrag door een klant?
De toolkit maakt onderdeel uit van de campagne Elke dag weer, waarmee Schoonmakend Nederland, FNV en CNV zich inspannen voor een gezonde en veilige werkplek. Onder veilig werken valt ook sociale veiligheid.

Downloaden rapport Discriminatie-onderzoek schoonmaakbranche, door Daphne Story en Emily van de Vijver i.s.m. BureauO2 en Design Story, december 2020: https://fnvsawebprd.blob.core.windows.net

Toolkit Ongewenst gedrag: https://ongewenstgedrag.elkedagweer.nl/

34 procent schoonmakers wordt gediscrimineerd: nieuwe toolkit voor aanpak ongewenst gedrag, LVVV, 30 november 2021: www.lvvv.nl

Service Management – Facto – Schoonmaakbedrijven: www.facto.nl/schoonmaakbedrijven

Schoonmakers ervaren ongewenst gedrag: ‘Er wordt geen gedag gezegd’, RTL Nieuws, 2 december 2021: www.rtlnieuws.nl

Schokkend onderzoek: een derde schoonmakers ervaart discriminatie, door Peter te Lintel Hekkert FNV, 2 december 2021: www.fnv.nl


Uit: rapport ‘Discriminatie-onderzoek schoonmaakbranche’

 

Hoe ziet de journalistiek eruit in Nederland anno 2035?

Hoe ziet het journalistieke landschap er over tien à vijftien jaar uit en hoe kunnen we ons daarop voorbereiden? De journalistiek staat onder druk en verandert in hoog tempo. Denk aan de roep om inclusiviteit en representatie, aan invloedrijke personen die de integriteit van nieuws en journalistiek betwisten of aan de grillige advertentie-inkomsten in een jaar dat getekend werd door Covid-19.

Het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek (SvdJ) komt samen met Van de Bunt Adviseurs met de resultaten van een onderzoek waarin vier radicale maar plausibele toekomstscenario’s voor de journalistiek worden gepresenteerd. Doel van de studie is om een prikkelende bijdrage te leveren aan het debat over de toekomst van de journalistiek in Nederland en de vraagstukken waar journalisten, mediaorganisaties en beleidsmakers in de komende jaren voor staan. De scenario’s zijn ontstaan door uit te gaan van verschillende antwoorden op twee bepalende vragen: Worden techbedrijven en data wel of niet effectief gereguleerd? En: Vertrouwen burgers elkaar binnen de samenleving of is er sprake van onderling wantrouwen?

De vier scenario’s

Extremes
Een wereld waarin de samenleving verregaand gepolariseerd is. Extreme stemmen bepalen het publieke debat en er vindt geen constructieve maatschappelijke dialoog plaats. Het politieke landschap is instabiel en dit leidt tot een zigzagbeleid bij de overheid, met schadelijke gevolgen voor de publieke voorzieningen. Mis- en desinformatie zijn alom aanwezig en voeden de verschillen. Ongehinderd door regulering maken de techbedrijven gebruik van clickbait, micro-targeting, attention hacking en meer. Alles om zo veel mogelijk consumenten zo lang mogelijk engaged te houden met steeds extremere content die aansluit bij hun overtuigingen. Klassieke journalistieke waarden als onafhankelijkheid en waarheidsgetrouwe berichtgeving verliezen hun waarde in een gefragmenteerd medialandschap met kanalen voor iedere subgroep.

Bubbles
Een wereld waarin we het over weinig eens zijn  behalve dan dat iedereen het recht heeft om zijn eigen mening in een digitale omgeving te uiten, zonder dat dit je openbare leven aantast. Burgers wantrouwen elkaar. De overheid heeft ingegrepen om de privacy van burgers en hun zeggenschap over hun data effectief te waarborgen. Tegelijkertijd is het debat over andere onderwerpen hevig, zoals het vraagstuk van inclusie en diversiteit. Er zijn bedrijven en instellingen waar grotendeels mensen van kleur of LHBTIQ+’ers werken. En hele sectoren die opvallend eenkleurig en traditioneel blijven. In het openbare (digitale) leven gaat men confrontaties met elkaar uit de weg. Daarnaast heeft elke subgroep binnen de samenleving zijn eigen afgeschermde omgeving, waarin burgers zeggen wat ze denken.

Money
Een wereld waarin economische voorspoed het makkelijker maakt tegenstellingen niet te problematiseren. We hanteren verschillen door te zorgen dat iedereen er stapje voor stapje op vooruit gaat, al is dit niet in gelijke mate. Er ontstaat een laag van superrijken met veel invloed die met hun exorbitante levensstijl de aandacht trekken en voor velen een voorbeeld vormen. Grote datalekken hebben geleid tot brede verontwaardiging en in antwoord daarop is Big Tech overgegaan tot zelfregulering. Dit is echter vooral windowdressing en ondertussen loopt het volledige digitale leven via hun platforms. De techbedrijven bepalen door wel of niet te modereren en door hun verspreidingsalgoritmes grotendeels het maatschappelijke debat en hebben de volledige advertentiemarkt in hun greep. Er is een veelstemmig en veelkleurig medialandschap met zowel mainstream media als kleine kanalen. Dit landschap is echter wel bijna volledig in handen van een paar commerciële mediabedrijven.

Careful
Een wereld waarin het succesvol aanpakken van een aantal grote onderwerpen leidt tot een veerkrachtige samenleving waarin verschillen constructief gehanteerd worden. Burgers zijn zelfbewust en kritisch ten aanzien van hun rechten, zeker ten aanzien van data. Dit heeft de overheid mandaat gegeven om Big Tech ingrijpend te reguleren en een basis van platforms en digitale voorzieningen als nutsbedrijven te reguleren. Mis- en desinformatie zijn een reëel maar hanteerbaar probleem, burgers vertrouwen erop dat journalisten hen helpen om het kaf van het koren te scheiden.  Extreme stemmen mogen wel gehoord worden, maar zonder algoritmes die ze versterken en zonder verregaande polarisatie vinden ze weinig weerklank. Er is een breed, stabiel en divers maatschappelijk midden, dat bediend wordt door mainstream media.

De uitkomsten van het scenario-onderzoek zijn met verschillende experts van binnen en buiten de journalistiek geanalyseerd. Daarbij lag de focus op het identificeren van de scenario-overstijgende opgaven die zich met een horizon van tien tot vijftien jaar aandienen voor de journalistiek. Op basis van deze analyse zijn vijf strategische, scenario-overstijgende opgaven geformuleerd:

  1. Een permanente plek voor gezamenlijke strategievorming
  2. Mis- en desinformatie
  3. Representatie en inclusie
  4. Borgen van betrouwbaarheid en kwaliteit van de journalistiek
  5. Borgen van fatsoenlijke verdienmodellen voor (zelfstandige) journalisten en mediaorganisaties

Volledige tekst van de vier scenario’s en meer info over het Scenario-onderzoek: Journalistiek 2035 is te lezen op: https://journalistiek2035.nl

Journalistiek in 2035, door Trudy Brandenburg – van de Ven, Villamedia, 12 november 2021: www.villamedia.nl/artikel/journalistiek-in-2035

Niet het eerste onderzoek

Dit onderzoek is niet het eerste. In 2015 verscheen het rapport: Anders nog nieuws? Scenario’s voor de toekomst van de journalistiek: www.journalistiek2025.nl/bundles/svdjui/documents/Scenario-onderzoek-SvdJ.pdf
Zie ook de interactieve site Het journalistieke landschap in 2025. Een blik op de toekomst aan de hand van vier scenario’s: www.journalistiek2025.nl