Skip to main content

Redactie Beroepseer

Open brief schoolhoofden Long Island tegen standaardtoetsen

Per september 2011 hebben leraren en schoolhoofden in de staat New York de plicht op een schaal van 0 tot 100 de prestaties op hun school te beoordelen. Dit is vastgelegd in een amendement op de onderwijswet betreffende de Annual Professional Performance Review voor de evaluatie van leraren en schoolhoofden (APPR, mei 2010).

Bepaling daarin is dat twintig tot veertig procent van die beoordeling wordt ontleend aan geleverde prestaties van leerlingen, gemeten aan de hand van standaardtoetsen.
Op het eerste gezicht lijkt het een redelijke methode om de schoolprestaties te beoordelen. Maar, in de praktijk is gebleken dat deze manier van toetsen niet meer te negeren kwalijke en onbedoelde gevolgen heeft voor scholen en leerlingen.

Schoolhoofden van Long Island hebben dan ook een Open brief vol passie geschreven waarin ze de negatieve effecten van de nieuwe regels tot in detail uitleggen en aanbevelingen doen over hoe het wel zou moeten.
Een van de bezwaren tegen standaardtoetsen is bijvoorbeeld dat belastinggeld niet meer naar de scholen gaat, maar naar toetsbedrijven, instructeurs en colporteurs.

In hun brief roepen de schoolhoofden op hen te steunen:
“Wij  komen tot de conclusie dat de voorgestelde APPR-werkwijze een onbewezen systeem is dat leidt tot verspilling van steeds beperkter wordende financiële middelen. Nog belangrijker is dat dit systeem de leraren ten diepste demoraliseert en dat het schadelijk is voor de aan ons toevertrouwde kinderen. Onze leerlingen zijn meer dan de som van toetsenscores en teveel nadruk op toetsenscores zal niet leiden tot beter leren.
Volgens een negen jaar durend onderzoek van de National Research Council heeft de nadruk op toetsen maken in de laatste tien jaar weinig vooruitgang opgeleverd voor het onderwijs, ook niet wat betreft de kosten voor de belastingbetaler.
Wij accepteren verantwoording afleggen en het voortdurend nastreven van hoge maatstaven. Wij willen wat het beste is voor onze leerlingen. Maar we geloven ook dat een onbewezen, kostbaar en potentieel schadelijk evaluatiesysteem niet de weg is naar solide verbetering van het onderwijs. We moeten niet uit het oog verliezen wat er het meest toe doet: academische, sociale en emotionele groei van leerlingen”.

Ga naar de website van de schoolhoofden van Long Island: www.longislandprincipals.org/ (website is opgeheven)

Principals’ Open Letter of Concern, met ondertekenaars: www.scribd.com/document/71354533/Principals-open-letter-of-concern

Linda Rief en de dwaze effecten van standaardtoetsen

rief linda“We zouden onze professionele stem moeten gebruiken om luid te zeggen waar het op staat, maar er bestaat een angst bij leraren en schoolmedewerkers die ik van mijn leven nog niet eerder ben tegengekomen”, aldus de 67-jarige Linda Rief in een interview in The New York Times van 30 oktober 2011 waarin zij reageert op de toenemende druk van het maken van standaardtoetsen op school.

Rief, lerares op de Oyster River Middle School in Durham, New Hampshire in de V.S. was in 2000 door de National Council of Teachers of English gekozen tot leraar van het jaar van de “middle school”, een schooltype tussen basisschool en middelbare school in.
Riefs school presteerde altijd goed. Er werd met passie lesgegeven en de leerlingen behaalden goede resultaten.
Tot het afgelopen jaar.
Volgens de No child left behind-wet die voorschrijft dat vorderingen van leerlingen regelmatig worden beoordeeld d.m.v. standaardtoetsen, voldoet de Oyster River school niet aan de maatstaven.

Om wel aan die maatstaven te kunnen voldoen, heeft de school dit jaar het roer omgegooid. Een nieuw motto werd ingevoerd: “Vul de vakken in”. Leerlingen kregen het advies dat voor het behalen van een hoge puntenscore voor de verplichte Engelse taaltoets, de schrijfruimte van de toets zoveel mogelijk gevuld moest worden. “Jullie moeten zoveel mogelijk opschrijven als je kan” was het advies van het schoolhoofd: “Mensen hebben dit bestudeerd”.

Het idee alleen al dat zoveel mogelijk opschrijven de beste manier van schrijven is, heeft Rief bijna een hartstilstand bezorgd: “Volslagen idioot. We geloofden in onszelf totdat we opzij geschoven werden door de toetsen”.
De bedoeling van de No child left behind-wet is arme kinderen, vooral in de grote steden, onderwijs van goede kwaliteit geven, maar het toetsen maken is allesoverheersend geworden op de scholen.
De verandering komt hard aan op een school waar de leraren altijd vertrouwen genoten en zelfstandig konden werken.

Rief maakt zich zorgen dat een nieuwe generatie leraren opgroeit met standaardtoetsen en dat ze denken dat het zo hoort. Ze vreest dat openbare scholen waar leraren het leren tot een plezier maken, aan het uitsterven zijn.
Ze zegt wel te begrijpen dat kant en klare lesprogramma’s en gestandaardiseerde toetsen scholen dermate veel kosten besparen, dat wat dat betreft zij en haar soortgenoten daar niet tegenop kunnen boksen.

Klik hier voor het interview met Linda Rief in The New York Times, door Michael Winerip, 30 oktober 2011: In a Standardized Era, a Creative School Is Forced to Be More So: http://www.nytimes.com

Linda Rief schreef een aantal boeken: Inside The Writer’s-Reader’s Notebook (2007), Adolescent Literacy (2007), Vision and Voice (1999), en Seeking Diversity (1992).

Meer aandacht voor betrokkenheid personeel

Organisaties moeten meer aandacht besteden aan het motiveren van personeel. In de praktijk blijkt dat managers daar lang niet altijd aan toekomen. Een grotere inspanning vergroot de kans dat personeel efficiënter gaat opereren en ondernemingen hun doelen bereiken. Dat zegt Aon Hewitt, wereldwijd marktleider in human-resourcemanagement, consultancy en outsourcing.

Ondernemingen doen jaarlijks onderzoek naar betrokkenheid van het personeel, maar in de praktijk blijkt dat bijna de helft van de managers  – 47% –  weinig met de resultaten doet. Niet meer dan twee tot vijf dagen per jaar zijn ze ermee bezig, aldus Aon Hewitt in het rapport Managers: Your Strongest or Weakest Link in Driving Employee Engagement?
Het rapport is gebaseerd op een onderzoek onder 730 managers uit Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, Oostenrijk, Polen, Rusland, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland.

“Door hun werkgever worden managers nog teveel beoordeeld op financiële resultaten, terwijl zaken als vergrijzing en economische crisis juist vragen om aandacht voor het motiveren van medewerkers.
De rol van het middenmanagement bij het bevorderen van de betrokkenheid van werknemers is een belangrijke schakel die organisaties vaak niet benutten. Deze managers hebben dagelijks contact met hun teamleden en spelen dan ook een cruciale rol bij het beïnvloeden, motiveren en versterken van hun team”, aldus Nicole Toorenaar, senior consultant Talent & Rewards bij Aon Hewitt.

De bevindingen komen overeen met het beeld dat mensen op de werkvloer zelf hebben. Een grote meerderheid van de Europese werknemers is ervan overtuigd dat hun leidinggevenden personeelsbetrokkenheid zien als een verplicht nummer. Slechts 18% van hen gelooft dat de resultaten van personeelsenquêtes ook daadwerkelijk worden opgevolgd, zo blijkt uit gegevens van de Europese Engagement Database van Aon Hewitt.
Zie Aon: www.aon.com

Voor een ingekorte presentatie van het rapport: klik hier.

Downloaden van het hele rapport: www.slideshare.net/markalex222/aon-report-managers-strongest-or-weakest-link-in-driving-employee-engagement

Goed werk is een doel, geen middel

“Het moet afgelopen zijn met al de managementprietpraat die wordt losgelaten op professionals in de (semi)publieke sector”, betogen Gabriël van den Brink, Thijs Jansen en Jos Kole — de auteurs van het boek Beroepstrots. Een ongekende kracht, in het artikel Goed werk is een doel, geen middel: “Het is de hoogste tijd voor een alternatieve besturingsfilosofie die uitgaat van de deskundigheid, vaardigheid, beroepsethiek en intrinsieke motivatie van degenen die op de werkvloer het echte werk doen”.

Het artikel besluit met de hoop dat we op weg zijn naar de door Herman Wijffels aangekondigde nieuwe maatschappelijke ordening waarvan gemotiveerde professionals de pijlers zullen zijn.

Goed werk is een doel, geen middel is verschenen in het tijdschrift Socialisme & Democratie, no 9, oktober 2011. Zie pagina 75:
Zie: https://www.academia.edu/48870973/Goed_werk_is_een_doel_geen_middel

Ook te downloaden op: https://beroepseer.nl

De auteurs redigeerden het boek Beroepstrots- een ongekende kracht, verschenen in 2009, ook in het Engels: Professional Pride – a Powerful Force. Zie op deze site bij Boeken Beroepseer.

Oproep van Engelse minister Francis Maude: Zeg ons hoe het moet!

francis maude

Francis Maude, Minister van het Cabinet Office in Groot-Brittannie heeft op 26 oktober 2011 een oproep gedaan aan zijn ambtenaren – van verpleegster tot arbeidsbureaumedewerker. Hij vraagt hun hem te te laten weten hoe hij de openbare dienstverlening beter, sneller en goedkoper kan maken.

Daartoe heeft hij een nieuw plan gelanceerd in de vorm van een crowdsourcing overheidswebsite met de aansprekende titel: Tell us how  – Zeg ons hoe het moet.

Maude wil dat werkers in de publieke sector op die site de regering gaan helpen met het verlichten van administratieve lasten en terugdringen van bureaucratie. Regels mogen voortaan optimale dienstverlening niet meer in de weg staan.

“We mogen ons gelukkig prijzen dat we enthousiaste, betrokken en kundige beroepsambtenaren in dit land hebben, maar ze worden in hun mogelijkheden te vaak gehinderd”, aldus Maude: “De mensen op de werkvloer weten het beste met wat voor obstakels ze elke dag te maken hebben en onder wat voor druk ze staan. We hopen dat  de vandaag gelanceerde Tell us how website ertoe bijdraagt deze dingen te verhelpen.
Ik zal me hard maken voor werknemers in de publieke sector en ervoor zorgen dat ze niet belemmerd worden in de uitoefening van hun werk, dat we hen meer zullen steunen en dat ze ons meedelen hoe we tijd kunnen winnen en geld kunnen uitsparen”.

Meer over Francis Maude en de Tell us how website. (Niet meer beschikbaar)

Barend Rombout genomineerd voor Overheidsmanager van het jaar

overheidsmanager van_het_jaar_beeldOp woensdag 23 november 2011 wordt voor de veertiende keer de Overheidsmanager van het jaar gekozen. De keuze is tussen drie genomineerden: Barend Rombout, hoofd Bureau Frontlijn van de gemeente Rotterdam; Paul Huijts, directeur-generaal volksgezondheid van het Ministerie van VWS en Peter Teesink, directeur Sociale Werkvoorzieningsbedrijf Iederz van de gemeente Groningen.

De prijs wordt uitgereikt aan “Overheidsmanagers die stand houden en bijzondere prestaties leveren binnen de publieke sector die onder grote druk staat.”

Barend Rombout is Voortrekker van de Stichting Beroepseer. Hij werkt sinds 2000 hij bij de gemeente Rotterdam waar hij als hoofd van Bureau Frontlijn in opdracht van het college van B & W methodieken en innovatieve programma’s ontwikkelt op het gebied van zorg, onderwijs, jeugd, armoedebestrijding en handhaving voor toepassing – soms al binnen 1 à 2 weken – in de achterstandswijken.

barend rombout
Barend Rombout

Rombout probeert veranderingsprocessen op gang te brengen en stelt zich voortdurend de vraag: Wat is nodig? Bijvoorbeeld voor een kind van nul tot vier jaar om fatsoenlijk op te groeien? Ook rekent hij graag de maatschappelijke kosten en baten uit om mensen die met een economische bril naar de maatschappij kijken te laten zien, dat met je hart kijken, in veel gevallen ook nog goedkoper is.
De programma’s van Frontlijn zijn gericht op mensen zelf leren dingen te doen.

De verkiezing tot Overheidsmanager van het jaar 2011 vindt plaats in de Ridderzaal in Den Haag om acht uur ‘s avonds. Minister Donner van Binnenlandse Zaken reikt de prijs uit aan de winnaar en minister Opstelten van Veiligheid en Justitie houdt namens het kabinet de Overheidslezing 2011.

De jury van de verkiezing 2011 bestaat uit: Johan Remkes (voorzitter), Jet Bussemaker, Erik Heijdelberg, Judith Meulenbrug, Mirko Noordegraaf, Albertine van Vliet-Kuiper, Bernard Wientjes en Pieter Zevenbergen.

Website van de verkiezing Overheidsmanager van het jaar: www.overheidsmanager.nl/

Barend Rombout als Voortrekker van Beroepseer: klik hier.

 

Schooldistrict in V.S. wijst 2,54 miljoen dollar aan subsidie af

In de V.S. heeft het schooldistrict van Oregon City in oktober 2011 een opmerkelijk besluit genomen: geen gebruik maken van een subsidie van 2,54 miljoen dollar, te besteden aan prestatiebeloning van leraren en schoolhoofden.

Dit bedrag had het schooldistrict in september 2010 gewonnen op een wedstrijd die ging om de beste plannen voor verbetering van de kwaliteit van lesgeven en extra financiële beloning voor leraren en schoolhoofden die de prestaties van hun leerlingen wisten omhoog te stuwen.

Maar in een jaar kan veel veranderen. Het direct verbinden van het lerarenloon aan prestaties van leerlingen, is in heel de Verenigde Staten intussen hèt onderwerp van discussie geworden in onderwijsland. De op prestatie gebaseerde onderwijssystemen waarbij leerlingen allerlei standaardtoetsen moeten maken om hun vorderingen te meten, vormen de kern van die discussies.

Omdat het schooldistrict van Oregon City niet wilde instemmen met individuele bonussen, heeft het besloten het hele plan te schrappen.
Nancy Noice van de lerarenvakbond verklaarde dat bij nader inzien “Oregon City het geld niet ging gebruiken voor extra betalingen aan leraren. Oregon City wenst niet die kant op gaan”.

Klik hier voor het bericht Oregon City School District walks away from $2.54 million grant for performance pay op de site van OregonLive.com.

Meer bijdragen over prestatiebeloning, standaardtoetsen en de situatie van de leraar in het Amerikaanse onderwijs kunt u lezen in de Groepsblog. Zie bijvoorbeeld:
Waarden in plaats van toetsenplaag in het onderwijs.
Demonstratie Save Our Schools.
Amerikaans onderwijs in beroering.
De Wisconsin demonstraties en de speech van Kathleen Kennedy Towsend.

 

 

Rijksambtenaren zijn respectloos gedrag beu

Om de bezuiniging van 1,8 miljard te kunnen realiseren, wil het Kabinet ambtenaren ontslaan en twee jaar op de nullijn zetten. Daarom liepen de cao-onderhandelingen in februari 2011 al vast.
Eind september is ook het overleg over Sociaal Flankerend Beleid gestrand.

Cao-onderhandelaar Jan Willem Dieten: “We hebben lang en geduldig geprobeerd of de overeenkomst over het sociaal flankerend beleid, die eind 2011 afloopt, kunnen verlengen. Al dan niet gewijzigd. Met als doel dat we de bezuinigingen zonder slachtoffers doorkomen en ambtenaren gefaciliteerd worden om binnen of buiten het Rijk mobiel te worden. Donner wil op dit punt alleen verslechteringen en vindt het ook best als er geen nieuw sociaal flankerend beleid komt.”

Op 22 september hebben de vier bonden, Abvakabo FNV, CNV Publieke zaak, CMHF en Ambtenarencentrum, een laatste poging gedaan om met de onderhandelaar van de minister tot overeenstemming te komen of althans een onderhandelingsopening te vinden.
Dieten: “Dat is mislukt. Gedwongen ontslagen zijn niet uitgesloten. Nul moet nul blijven. Zelfs een uitruil, die wij overigens niet willen, is uitgesloten. Dus ook zonder salarisverhoging kunnen we geen werkzekerheid krijgen en ook zonder werkzekerheid kunnen we geen salarisverhoging krijgen. De vier bonden hebben daarop geconcludeerd dat er in het overleg niets valt te bereiken”.

Abvakabo FNV roept de rijksambtenaren op om 1 november het werk neer te leggen en naar Utrecht te komen voor een protestbijeenkomst van 12.00 tot 14.00 uur. Men wil minister Donner duidelijk maken dat rijksambtenaren dit respectloze gedrag beu zijn en fatsoenlijk behandeld willen worden. Een normaal kabinet bedreigt ambtenaren niet met ontslag als er genoeg werk is en zorgt ervoor dat ambtenaren minstens hun koopkracht behouden.

Zie: www.abvakabofnv.nl/nieuws/nieuws/actie-rijksambtenaren (Website AbvaKabo FNV is opgeheven).