Skip to main content

Redactie Beroepseer

Onderzoek naar de hoge beloning van thuiszorgbestuurders: ‘Over de top’

Terwijl overal in het land thuiszorgmedewerkers op straat worden gezet, zorgen hun bestuurders goed voor zichzelf. 52 van hen verdienen meer dan de 178.000 euro, die volgend jaar ook in de zorg als wettelijk maximum geldt.
Dat blijkt uit het onderzoek Over de top van de SP naar de inkomens van 84 bestuurders van in totaal 50 instellingen.

Thuiszorgorganisatie Cordaan spant de kroon, door een van zijn bestuurders ruim drie ton te betalen. Careyn en Omring Noord-Holland staan ook in de top 3. Zij betalen bestuurders respectievelijk bijna drie ton en ruim 280.000 euro, zo blijkt uit jaarverslagen over 2013.

Schril contrast
SP-Kamerlid Tjitske Siderius vindt dat het niet kan dat bestuurders tonnen opstrijken terwijl duizenden medewerkers hun baan verliezen en de zorg voor de cliënten verschraalt: “Er wordt keihard bezuinigd op de zorg”, zegt zij.
“Cliënten verliezen hulp of krijgen minder uren. Ouderen komen hierdoor in een isolement. Dat is in schril contrast met de inkomens van de bestuurders. Daarom moet er worden ingegrepen”.

Het SP-Kamerlid is boos omdat minister Schippers heeft besloten de nieuwe wet normering top-inkomens pas volgend jaar in te voeren. Daarom geldt voor bestuurders in de zorg sinds 2013 een maximum van 228.000 euro. Wie meer verdient houdt dat salaris vier jaar en bouwt daarna in drie jaar af.

‘Verlagen’
Siderius: “Schippers moet zich gewoon aan de wet houden en nu salarissen verlagen. Verder moeten bestuurders zelf ook salaris inleveren als ze medewerkers ontslaan of dwingen genoegen te nemen met een lager loon”.

Deze week heeft de SP geprobeerd in discussie te gaan met minister Schippers. De regeringspartijen hielden echter het debat tegen.

Onderzoek SP naar de beloning van thuiszorgbestuurdersOver de top’, deel II, januari 2015, waarin opgenomen lijst van bedragen die topbestuurders verdienen en van het aantal mensen dat ontslagen is bij de instellingen: https://www.sp.nl/sites/default/files/overdetop2015.pdf

SP boos over hoge lonen top thuiszorg, RTL Nieuws, 16 januari 2015: www.rtlnieuws.nl

Brabantse huishoudhulpen moeten loon inleveren, Nu.nl, 16 januari 2015: www.nu.nl

Zie ook: Wereldwijde aversie tegen veel te hoge financiële beloning van bestuurders en directeuren, Blogs Beroepseer, 29 december 2014: https://beroepseer.nl

In duurzame zorg is de patiënt de oplossing, niet het probleem

Zorginstellingen moeten wereldwijd heel anders tegen patiënten gaan aankijken willen zij komen tot een duurzaam zorgstelsel dat gekenmerkt wordt door lage kosten en een hoge kwaliteit. Dat betekent dat instellingen moeten gaan inzien dat de patiënt bepalend is voor de wijze waarop de zorg in de toekomst verleend wordt.

Hoewel de uitdagingen voor de zorgsector bekend zijn, worstelen zowel overheid als private sector nog altijd met de wijze waarop zij zinvolle veranderingen kunnen aanbrengen die een duurzame gezondheidszorg tot gevolg hebben, dat wil zeggen zorg van hoge kwaliteit tegen een betaalbare prijs. In het rapport ‘Staying Power’ verkent KPMG met een groot aantal wereldwijde leiders uit de zorg de mogelijkheden om de zorg structureel te veranderen.

Uit deze verkenning blijkt dat het vermogen om de zorg anders in te richten, betekent dat het laten wegvallen van verschillen tussen 1e en 2e lijns zorg en deze niet langer te koppelen aan traditionele zorginstellingen, de weg vrijmaakt om te komen tot een meer verantwoorde zorg en een betere gezondheid voor de consument. Dat betekent bijvoorbeeld dat het ‘thuis’ van de patiënt, maar ook zijn woonomgeving een prominentere rol gaan spelen.

Zorg daadwerkelijk aan huis
“Eén van de belangrijkste uitgangspunten voor het realiseren van betaalbare zorg van hoge kwaliteit is dat de zorg niet alleen dichter bij huis wordt geleverd, maar daadwerkelijk aan huis”, zegt Anna van Poucke, voorzitter van KPMG Gezondheidszorg.

Van Poucke: “Wereldwijd gaan de meeste zorgstelsels inmiddels uit van de gedachte dat de zorg niet langer in het ziekenhuis maar in de woonomgeving moet worden geleverd. Zelden echter wordt de noodzakelijke volgende stap gezet: nulde- en eerstelijns zorg aan huis. Het is niet langer vol te houden om ouderen en chronisch zieken in het ziekenhuis te blijven verzorgen en het gewoonweg doorschuiven van deze patiënten naar aan de lokale, gemeenschappelijke voorzieningen zou deze weer kunnen overbelasten.

Nieuwe zorgmodellen, zoals het geïntegreerde zorgsysteem in Singapore, stellen de patiënt centraal in het midden en gaan vanuit deze gedachte aan het werk. Daarnaast is de betrokkenheid van mensen van essentieel belang, betrokken medewerkers leveren immers waarde. Artsen, verpleegkundigen en andere medewerkers in de zorg zijn de kracht achter de zorgverlening, dus elke poging om te komen tot veranderingen in de zorg vereist hun volledige inzet. In de zorg is de betrokkenheid van de medewerkers in het algemeen sterker dan hun verlangen naar financiële beloning. Die betrokkenheid kun je zo goed benutten om de veranderingen te realiseren waar de patiënt baat bij heeft.”

Actieve rol personeel
Zorginstellingen moeten volgens Van Poucke hun personeel dan ook zoveel mogelijk betrekken bij de veranderprogramma’s en de mensen een actieve rol toebedelen in het ontwikkelen en uitdragen van de visie van de organisatie.

Van Poucke: “Een effectieve transformatie kan bovendien zelden worden beperkt tot een enkele organisatie in de gezondheidszorg. Allianties, partnerships en netwerken, ook met hele nieuwe partijen, doen de grenzen tussen de verschillende aanbieders van zorg steeds meer vervagen. In ontwikkelingslanden zoals India, zijn volledig nieuwe zorgmodellen in opkomst die laten zien wat de waarde is wanneer op verschillende locaties en bij diverse partners een uniforme zorgaanpak gehanteerd wordt. Een aanpak die niet alleen leidt tot een hoger en consistenter niveau van zorg, maar ook tot schaalvoordelen.

In deze aanpak wordt de meeste zorg dicht bij huis geleverd door huisartsen en mantelzorgers in de omgeving van de patiënt, ondersteund door e-health en telemedicine. Patiënten worden alleen doorverwezen naar ziekenhuizen als de zorg in en om het huis niet langer adequaat is.”

Buurtzorg
KPMG vergeleek zeshonderd thuiszorgorganisaties met meer dan twintig cliënten op kwaliteit en kosten waaronder ook Buurtzorg. Het rapport, dat in opdracht van het ministerie van VWS is gemaakt, wordt binnenkort naar de Tweede Kamer gestuurd. Het ministerie en zorgverzekeraars willen weten of het experiment met regelarme zones*), waaraan Buurtzorg deelneemt, leidt tot andere uitkomsten. Vooral zorgverzekeraars vreesden dat als wijkverpleegkundigen zelf gaan indiceren welke zorg nodig is, dit tot meer uren zorg zou leiden. Dat is dus niet het geval.

Het onderzoek maakt ook een einde aan de aanhoudende discussie tussen Buurtzorg en enkele verzekeraars over de effectiviteit van Buurtzorg. Enkele verzekeraars beweren dat Buurtzorg efficiënter zou kunnen werken als het uurtarief omlaag zou gaan. Het gemiddelde uurtarief van Buurtzorg is met 54,47 euro één van de allerhoogste in de thuiszorg. Het gemiddelde uurtarief in de thuiszorg bedraagt 48,74 euro. Maar Buurtzorg compenseert dit relatief hoge tarief door een derde minder uren zorg per cliënt te leveren. Buurtzorg levert per cliënt gemiddeld 108 uur zorg, terwijl het landelijk gemiddelde op 168 uur ligt.

Buurtzorg-directeur Jos de Blok ziet hierin een bevestiging dat de inzet op zelfredzaamheid leidt tot andere uitkomsten. “Wij werken met veel hoogopgeleide verpleegkundigen. Die beoordelen problemen anders en komen met oplossingen die de zelfredzaamheid bevorderen. Cliënten zijn bij ons korter in behandeling. Qua kosten scheelt dat per cliënt zo’n 3000 euro aan kosten”.

*) Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten start experiment regelarme instellingen, CDA, 31 januari 2012: www.cda.nl

Rapport KPMG International: Staying power – Success stories in global healthcare, 17 december 2014: www.kpmg.com

Buurtzorg levert 35 procent minder zorg, door Bart Kiers, Zorgvisie, 15 januari 2015: www.zorgvisie.nl

buurtzorg jos de blok kpmg rapport

 

Tweehonderd protesterende huisartsen zijn het nieuwe jaar gestart zonder contract met zorgverzekeraar VGZ

Van de ongeveer 2150 huisartsen aan wie zorgverzekeraar VGZ een contract heeft voorgelegd, zijn er zo’n tweehonderd niet van plan om dat ook te tekenen. De protesterende huisartsen hebben verschillende bezwaren. Zo willen ze zelf kunnen besluiten tot een bepaald medicijn of laboratorium, vinden zij de vergoeding voor extra verrichtingen te laag, en biedt het contract onvoldoende garanties voor de privacy van patiënten. Een van de weigeraars is huisarts Patrick Albert in Reuver, initiatiefnemer van de niet-tekenactie in Noord-Limburg. Het steekt hem dat geld wordt weggehaald bij de zorg om huisartsen premies te geven als zij goedkoop doorverwijzen en voorschrijven: ‘Het contract is strijdig met mijn beroepseed, want ik mag geen financieel belang hebben bij mijn adviezen aan patiënten’.

Huisartsen hoeven geen overeenkomst met een zorgverzekeraar te tekenen, want inschrijftarieven en consulten kunnen ook zonder contract gedeclareerd worden, schrijven Joost Visser en Heleen Croonen op de site van Artsennet. Contractvrij werken is voor huisartsen een nieuw fenomeen, maar in andere disciplines is het al langer aan de orde. Psychologen, psychiaters, fysiotherapeuten, tandartsen en andere paramedici werken al jaren contractvrij. De enige nadelen: meer gedoe over geld met de patiënt en pestende zorgverzekeraars.

Fysiotherapeuten Eveline Bosselaar en Corenne Boeve zijn een website gestart om zich met andere contractvrij werkende collega’s te verbinden: contractvrijfysiotherapie.nl. Al snel sloten 170 fysiotherapeuten zich aan. Ook psychologen en psychotherapeuten kiezen er steeds vaker voor om zonder contract te werken. Zij wisselen informatie uit op de website zorgvoorkwaliteit.nu, waar 400 grotendeels contractvrij werkende psychologen hun steunbetuiging vastlegden. Ook de website contractvrijepsycholoog.nl is een platform voor praktische tips.

Psycholoog-psychotherapeut Kees Kleywegt heeft een psychotherapiepraktijk aan de Amsterdamse Keizersgracht en is een van de initiatiefnemers van zorgvoorkwaliteit.nu. Pas sinds 1 januari 2015 werkt hij contractvrij, de maanden ervoor heeft hij gebruikt om zijn patiënten voor te lichten over de ‘juiste’ polis. “Mijn grootste bezwaar tegen de contracten van de zorgverzekeraar is het omzetplafond. Dit betekent dat een behandeling tussentijds gestopt moet worden als het plafond bereikt is, of dat ik nieuwe patiënten zou moeten weigeren. Voor een psycholoog is dit niet werkbaar”.

‘Bij een vermoeden van fraude’
Klinisch psycholoog-psychotherapeut Liedeke Vis heeft een praktijk aan de Utrechtse Weerdsingel en zij werkt al sinds 2008 contractvrij. “De voornaamste reden was dat in de contracten staat dat de zorgverzekeraar ‘bij een vermoeden van fraude’ inzage in mijn dossier kan krijgen. Ik heb hierover contact gehad met een jurist, die aangaf dat ik daarmee elk recht tot beroepsgeheim opgaf”, aldus Vis. “Ik pleeg geen fraude, nooit, maar dit kan gewoon niet”. Ook in het huisartsencontract van VGZ staat dat de verzekeraar inzage mag vragen. De Nederlandse Zorgautoriteit vult aan dat controle op fraude altijd mogelijk is, ook zonder contract, binnen de grenzen van de wet. Psychiater Kaspar Mengelberg kan de bezwaren van de huisartsen tegen deze zin echter goed invoelen. “Dit kan echt niet. Het beroepsgeheim wordt alleen verbroken via een getrapte toegang, die in een ministeriële verordening beschreven staat”. Zelf heeft hij nooit een contract met een zorgverzekeraar gehad. De ggz mag zelf een rekening sturen naar de patiënt als er geen contract is met de zorgverzekeraar, in tegenstelling tot de huisartsen*).

‘Pesten’ door zorgverzekeraars
Zowel psychiater Mengelberg als psychotherapeut Vis is tevreden over het werken zonder contract; ze voelen zich bevrijd van de eisen van de zorgverzekeraars. Ook is het prettig dat de patiënt door de rekeningen een heldere inzage krijgt in de kosten. Bovendien hoeft daar geen dbc-naam op te staan, dankzij eerdere juridische strijd van Mengelberg.
Maar er is ook een keerzijde. De patiënt krijgt een rekening, en moet de kosten voorschieten. Dit kan omzeild worden, bijvoorbeeld met een ‘acte van sessie’, waarmee de zorgverlener toestemming krijgt van de patiënt om direct bij de zorgverzekeraar te declareren, of door de rekening pas te innen als de zorgverzekeraar al heeft uitgekeerd aan de patiënt. Tweede probleem is dat de patiënt niet alles terugkrijgt als hij de ‘verkeerde’ polis heeft. Er gaat tijd zitten in het bespreken van de financiën, en dat is zonde van de behandeltijd. Psychiater Mengelberg maakt wel eens mee dat patiënten vanwege het voorschieten naar een andere behandelaar gaan die wel gecontracteerd is door de zorgverzekeraar. Het derde probleem, door beide zorgverleners genoemd, is opmerkelijk – het probleem van ‘pesten’ door zorgverzekeraars. Psychotherapeut Vis: “Zorgverzekeraars raken regelmatig de nota kwijt. Soms moet hij vier keer verstuurd worden, soms zelfs twee keer aangetekend. Het kan dus maanden duren voor de rekening betaald wordt”.

Lees de hele blog Werken zonder contract heeft ook voordelen, door Joost Visser en Heleen Croonen, Artsennet, 14 januari 2015: http://medischcontact.nl

*) Onderaan de blog op Artsennet  staat een toelichtend kader: Contractvrij werken: huisartsen versus ggz, waarin een woordvoerder van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vermeldt dat huisartsen de patiënt geen rekening mogen sturen voor de niet-gecontracteerde zorg. Psychologen en psychiaters mogen dit wel. Lees ook de reactie van bedrijfsarts J.W. van Leeuwen.

Lees op Artsennet ook de blog: LHV: ‘Verzekeraars spreken niet echt met huisartsen’, waarin voorzitter Ella Kalsbeek van de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) zegt dat gesprekken, brieven en e-mails met zorgverzekeraars niets opleveren: “Er lijkt geen echte communicatie mogelijk”.
Kalsbeek baseert haar oordeel op de voorlopige uitkomsten van een online-enquête over de marktmacht van verzekeraars, gehouden onder de leden van de LHV. Van de duizend huisartsen die binnen 24 uur reageerden, zochten er 421 contact met de zorgverzekeraar over het contract. Driekwart is vervolgens mondeling, per brief of per e-mail met een vertegenwoordiger van de zorgverzekeraar in contact geweest; van hen geeft opnieuw driekwart aan dat daarbij geen sprake was van echte communicatie. “Je zou verwachten dat de partijen in zo’n contact hun ideeën en standpunten zouden uitwisselen”, zegt Kalsbeek. Maar dat bleek niet het geval”.

De definitieve uitslag van de enquête wordt binnenkort bekend gemaakt.

Innovatieve plannen blijken ook niet erg gewaardeerd te worden door de zorgverzekeraar. Vier plannen werden afgewezen: wachtkamergesprekken, een website met bekkenbodemoefeningen, opsporen en begeleiden van rokende zwangeren, internettherapie: de zorgverzekeraar zag er niets in.
De LHV gaat met Zorgverzekeraars Nederland en het ministerie van VWS over de problemen praten, aldus Kalsbeek.

LHV: ‘Verzekeraars spreken niet echt met huisartsen’, door Joost Visser, Artsennet, 9 januari 2015: www.medischcontact.nl

Zie ook de nieuwsbrief van 14 januari 2015 van Vereniging voor Praktijkhoudende huisartsen (VPHuisartsen) met nieuws over de weigerhuisartsen van VGZ en de berustende rol van de NZa : http://ymlp.com/zpEZ9Q

VvAA steunt huisartsen in discussie met VGZ: www.vvaa.nl (Artikel niet meer beschikbaar op site VvAA).

 

Tweede Kamer gaat in gesprek over rol zorgverzekeraar

Op initiatief van Kamerleden Corinne Ellemeet (GroenLinks), Hanke Bruins Slot (CDA) en Pia Dijkstra (D66) organiseert de Tweede Kamer op maandag 19 januari 2015 een rondetafelgesprek met deskundigen, zorgverzekeraars en vertegenwoordigers van patiënten en artsen over het zorgstelsel en de rol van zorgverzekeraars. Ellemeet, Bruins Slot en Dijkstra willen weten hoe de rol van zorgverzekeraars kan worden aangepast en verbeterd zodat zij meer in dienst van de patiënt gaan functioneren.

De afgelopen tijd zijn er verschillende rapporten uitgebracht over het zorgstelsel, hierover is een breed debat aangevraagd door GroenLinks, CDA en D66. Voorafgaand aan dat debat hebben de drie partijen het initiatief genomen voor een rondetafelgesprek zodat vanuit verschillende expertises belicht kan worden op welke manier zorgverzekeraars beter kunnen bijdragen aan een solidair en innovatief zorgstelsel. Onder meer Chris Oomen (zorgverzekeraar DSW), Bart Combee (directeur Consumentenbond) en Petra Schout (Patiëntenfederatie NPCF) zullen daarover in gesprek gaan met de Kamerleden.

GroenLinks-Kamerlid Corinne Ellemeet: “Het debat over de vrije artsenkeuze heeft nog maar eens bewezen dat er grote maatschappelijke onrust is over de rol van zorgverzekeraars. De macht en verantwoordelijkheden van zorgverzekeraars zijn de afgelopen tijd enorm toegenomen, maar dat lijkt niet in het voordeel van de patiënt uit te vallen. Wij zijn geïnteresseerd in óplossingen voor het tekortschieten van zorgverzekeraars. Wat moet er anders zodat de patiënt echt baat heeft bij hun rol in ons zorgstelsel”.

CDA-Kamerlid Hanke Bruins Slot: “Het piept en het kraakt op dit moment met groeiende wachtlijsten in de GGZ en een onoverzichtelijk woud van verschillende zorgpolissen. Wij willen kijken hoe zorgverzekeraars meer in dienst van de patiënt kunnen werken”.

Het rondetafelgesprek vindt plaats in de Groen van Prinstererzaal van de Tweede Kamer en is vrij toegankelijk voor pers en publiek. Het programma is als volgt:

Eerste ronde van 10.00 – 11.00 uur

CZ Zorverzekering – Wim van der Meeren
Erasmus Universiteit – Erik Schut
Vereniging Samenwerking Algemene Ziekenhuizen – Yvonne Snel
Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) – Henk Jansen
Patiëntenfederatie NPCF – Petra Schout

Tweede ronde van 11.15 – 12.15 uur

DSW Zorgverzekeraar– Chris Oomen
Achmea Zorverzekeraar– Norbert Hoogers
Landelijke Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen en Psychotherapeuten (LVVP) – Judith Veenendaal
Consumentenbond – Bart Combee
Erasmus Universiteit – Wynand van der Ven
Landelijk Platform GGz (LPGGZ) – Marjan ter Avest

Bij lezing van de namen van de genodigden, rijst de vraag: Doen het Comité Vrije artenskeuze en de huisartsen niet mee aan dit rondetafelgesprek?*)

Zie site GroenLinks: Tweede Kamer gaat in gesprek over rol zorgverzekeraar, 12 januari 2014: https://groenlinks.nl

Site Tweede Kamer met info over vergaderingen en debatten: www.tweedekamer.nl

De bijeenkomst is live te volgen op: http://www.tweedekamer.nl/vergaderingen/livedebat
Klik op Groen van Prinstererzaal.

*) Update: Op een later gepubliceerde lijst van deelnemers aan het rondetafelgesprek staat toegevoegd Mevrouw Ella Kalsbeek van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV).

Nieuwe beroepscode van verpleegkundigen en verzorgenden

Tot op heden waren er vier beroepscodes voor verpleegkundigen en verzorgenden, maar nu is er één nieuwe Beroepscode. Op 8 januari 2015, tijdens het symposium De sleutel tot een goede beroepsuitoefening is de Beroepscode officieel gepresenteerd en overhandigde Bart Cusveller de eerste Beroepscode aan prof. dr. Marieke Schuurmans, hoogleraar Verplegingswetenschap UMC Utrecht en lector Zorg voor Ouderen Hogeschool Utrecht en aan Corien Harder als vertegenwoordigster van alle verpleegkundigen en verzorgenden.

Het afgelopen jaar hebben beroepsverenigingen en vakbonden van zorgprofessionals zoals V&VN, NU’91, FNV Zorg & Welzijn, CNV Zorg & Welzijn, RMU sector Gezondheidszorg en Welzijn ‘Het Richtsnoer’, Healthcare Christian Fellowship Nederland en CGMV vakorganisatie voor christenen hard gewerkt aan één beroepscode. Het resultaat van deze unieke samenwerking is de nieuwe Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden.

De Beroepscode is een leidraad voor het handelen als professional en geeft aanknopingspunten om te bepalen hoe je je in je beroepsuitoefening als professional gedraagt. De code biedt ook handvatten om in complexe situaties een weloverwogen afweging te maken over wat goede zorg in deze situatie vraagt. De Beroepscode is tegelijk geactualiseerd.
Nieuw in deze beroepscode zijn de afspraken over het omgaan met gewetensbezwaren, het gebruik van elektronische dossiers, sociale media en mobiele telefoons, en het samenwerken met informele zorgverleners. In het artikel over bescherming van de privacy van de zorgvrager staat nu ook dat een verpleegkundige of verzorgende ernaar streeft de privacy van de zorgvrager te beschermen.

Leiderschap en partnerschap

Marieke Schuurmans is zeer te spreken over de nieuwe beroepscode: “De nieuwe Beroepscode is een sleutel tot goede beroepsuitoefening. Juist nu in een tijd waarin de gezondheidszorg voor grote uitdagingen staat. De grootste en meest flexibele beroepsgroep in de zorg: de verpleegkundigen en verzorgenden tonen met deze beroepscode leiderschap en partnerschap. Zij kunnen aangesproken worden op goede beroepsuitoefening. Daar staat de Beroepscode voor”.

De Beroepscode van Verpleegkundigen & Verzorgenden is hier te downloaden: www.venvn.nl
Ook in posterformaat te bestellen.

Eén beroepscode van verpleegkundigen en verzorgenden, Verpleegkundigen & Verzorgenden in Nederland, 11 januari 2015: www.venvn.nl

Beroepscode: document voor professionele beroepsuitoefening, Zorg in de praktijk, onafhankelijk online communicatieplatform, 8 januari 2015: http://zorgenz.nl

Patrick Pelloux, arts en redacteur van Charlie Hebdo: Schrijven met tranen

patrick pelloux charlie hebdoDe aangrijpende beelden en woorden van Patrick Pelloux na de aanslag op Charlie Hebdo met twaalf doden en elf gewonden zijn de wereld rondgegaan en zullen menigeen in het hart hebben geraakt. Ondanks de dood van de belangrijkste redactieleden verschijnt er woensdag toch weer een nieuwe editie van het weekblad. “We zullen het schrijven met onze tranen”, verklaarde Pelloux die zijn tranen nauwelijks kon bedwingen.

Op de site van Arts en auto schrijft Ignace Schretlen, arts, publicist en beeldend kunstenaar in een blog hoe de 51-jarige arts Patrick Pelloux door een bespreking met de brandweer wat later op de redactievergadering van Charlie Hebdo zou verschijnen en daardoor ontkwam aan de rampzalige aanslag. Pelloux is redacteur van Charlie Hebdo en als arts verbonden aan de Franse ambulancedienst Service d’Aide Médicale Urgente. Als een van de eersten werd hij geconfronteerd met het bloedbad.
Pelloux kreeg in 2003 in Frankrijk nationale bekendheid toen hij direct al waarschuwde voor de medische gevolgen van de hittegolf die Europa in augustus van dat jaar teisterde. Het ging om één van de heetste zomers ooit, waarbij alleen al in Frankrijk meer dan veertienduizend mensen door de hitte overleden. Pelloux hekelde het feit dat men nauwelijks was voorbereid op deze ramp, waarvan met name ouderen het slachtoffer waren. Hij bepleitte toen op kortst mogelijke termijn een aantal noodmaatregelen.

Van zijn betrokkenheid tot en verantwoordelijkheid voor de zorg in de Franse samenleving, geeft hij ook blijk in zijn publicaties. Voor Charlie Hebdo schrijft Pelloux al vele jaren een kroniek, waarin hij niet alleen middels anekdoten verhaalt over zijn werkzaamheden, maar waarin hij vooral laat zien op welke wijze politieke besluiten kunnen doorwerken op de werkvloer.

Zijn bijdragen voor Charlie Hebdo zijn in 2007 gebundeld in Histoire d’urgences. Het weekblad stond toen onder hoofdredacteurschap van Philippe Val, die ook als zanger en cabaretier bekend werd. Val was toen jarenlang beducht voor de impact van de islamitische revolutie en onder zijn gezag werden de Deense spotprenten van Mohammed opnieuw afgedrukt. In 2012 volgde een tweede deel van Histoire d’urgences.
Nederland kent maar weinig artsen van het kaliber van Patrick Pelloux, die hun bezieling en betrokkenheid tot de volksgezondheid op meerdere fronten tegelijk tot uiting laten komen.

Lees de hele blog van Igance Schretlen, Schrijven met onze tranen, Arts en auto, 9 januari 2014: www.artsenauto.nl

Nederlandse gezondheidszorg wordt supermarktgeneeskunde

Dirk Van Duppen, huisarts en voorzitter van Geneeskunde voor het Volk, een over heel België verspreid netwerk van elf groepspraktijken met meer dan 25.000 ingeschreven patiënten, schreef een blog over de gezondheidszorg in Nederland. Volgens hem krijgen we hier een supermarktgeneeskunde. Aan de hand van feiten, cijfers en grafieken laat hij zien hoe het het Nederlandse zorgverzekeringsstelsel is vergaan sinds afschaffing van het ziekenfonds en de invoering van de nieuwe zorgverzekeringswet in 2006: één markt van volledig private en winstgestuurde zorgverzekeraars.
Iedereen moest zich aansluiten voor het basispakket bij een zorgverzekeraar. De zorg zou door concurrentie tussen de zorgverzekeraars goedkoper en beter worden en tot meer transparantie leiden, iedereen zou weten wat de zorg kost.

Na toetsing van deze voorspellingen aan de feiten en de cijfers, constateert Van Duppen dat de zorgpremie elk jaar omhoog gaat.
In 2015 wordt de stijging nog forser. In de Zorgwijzer krijg je een overzicht van het grote aantal zorgverzekeraars met uiteenlopende tarieven en aanbiedingen en vooral forse premieverhogingen die variëren van drie procent tot meer dan tien procent.

Het almaar toenemende ‘eigen risico’-bedrag

In 2008 werd het eigen risico ingevoerd, het bedrag dat je volledig uit eigen zak moet betalen, vooraleer je van tussenkomst van de zorgverzekeraar kunt genieten. Dat bedrag neemt jaar na jaar toe: in 2009:  € 155; 2010: € 165; 2011: € 170; 2012: € 220; 2013: € 350; 2014: € 360; 2015: € 375. Een stijging van 142 procent op zes jaar tijd. Globaal betekent dit dat de patiënt vandaag hierdoor 3,2 miljard euro zorgkosten extra uit eigen zak betaalt.
Het eigen risico geldt niet voor consultatie bij de huisarts en basale verloskundige zorg. Maar wel voor de geneesmiddelen die de huisarts voorschrijft of de technische onderzoeken en verwijzingen voor specialistenzorg en ziekenhuiszorg.

Het rapport Brede heroverwegingen Curatieve Zorg (2010) van de Inspectie der Rijksfinanciën dat adviezen moet geven tot besparingen, adviseert om het bedrag van het ‘wettelijk eigen risico’ nog meer op te trekken, tot 775 euro.
Daarnaast suggereert het rapport: “Een eigen bijdrage van € 5 per huisartsenconsult. De gedragseffecten voor huisartsenzorg zijn relatief groot omdat verzekerden zelf kunnen beïnvloeden of ze wel of geen zorg vragen”. Terwijl juist internationaal overal, ook bij de Belgische professoren huisartsgeneeskunde, gepleit wordt om in de eerste lijn de remgelden af te schaffen.

hema reclame zorgverzekering

De ‘basispremie vanaf 73 euro per maand’ die je op de bovenstaande advertentie van Hema kunt lezen heeft betrekking op een verzekering waarbij bovenop de 375 euro wettelijk verplichte eigen risico ook nog eens 500 euro zogenaamd vrijwillig eigen risico bijkomt. M.a.w. bij die relatief lage basispremie betaal je wel de eerste 875 euro van het jaar aan gezondheidszorg volledig uit eigen zak, voordat je beroep kunt doen op de Zorgverzekeraar. De basispremie bij Hema met het wettelijke 375 euro eigen risico bedraagt immers 97 euro per maand.

Andere punten die Van Duppen onder de loep neemt en becommentarieert zijn:

– Grote verspilling door concurrentie, reclame en overstapkosten.
– Artsen en zorgverstrekkers slachtoffer van een gigantische bureaucratie.
– Patiënt wordt verknipt in ziektebeelden.
– Meer en meer diensten worden uit het verplichte basispakket gehaald.
– Zorgverzekeraars monopoliseren gezondheidsgegevens.
– Lessen voor België.
– Zorgtoelage, huurtoelage, kinderopvangtoelage.
– Nederlandse Zorgverzekeringswet van 2006 schaft solidariteit aan inkomstenzijde af.
– Solidariteit langs de uitgavenzijde: de acceptatieplicht, wordt meer en meer omzeild.
– Monopolievorming door vier grote spelers op een chaotische markt van meer dan 50 verschillende zorgverzekeraars.
– Durfkapitaal voor ziekenhuizen.
– Als het ziekenhuis een bank was… dan was het al lang gered! De eerste faillissementen van ziekenhuizen zijn een feit.

Lees de hele blog: Nederlandse gezondheidszorg wordt supermarkt geneeskunde, blog Uit de community, door Dirk Van Duppen, op site De wereld van morgen, 6 januari 2015: www.dewereldmorgen.be

Dirk van Duppen is sinds 2014 gemeenteraadslid van Antwerpen voor de PVDA+. Hij is initiator van het Kiwi-model in België. Daarbij worden de beste geneesmiddelen door de ziekteverzekering aangekocht via openbare aanbestedingen en gratis verstrekt aan patiënten. Van Duppen publiceerde in 2004 het spraakmakende boek De Cholesteroloorlog. Waarom geneesmiddelen in België zo duur zijn. In 2009 kreeg hij voor zijn jarenlange maatschappelijk engagement de Prijs voor de Democratie.

Geert-Jan Waasdorp van Intelligence Group over massaontslag, uitholling middenklasse en overbodige accountants

Geert-Jan Waasdorp, oprichter van het onderzoeks- en adviesbureau voor arbeidsmarktcommunicatie Intelligence Group zegt in een interview met Jeppe Kleyngeld van Financieel Management dat het “grootste massaontslag ooit eraan komt in 2015”.

Op de vraag wat de drie grootste veranderingen zijn die op de Nederlandse arbeidsmarkt afkomen antwoordt Waasdorp:
“Dat zijn de volgende drie:
1. Flexibilisering: Voor de crisis werd flexibele arbeid vooral gezien als een noodzakelijke kostenpost voor additionele capaciteit. Inmiddels is het voor de meeste bedrijven een strategische investering en bewuste keuze geworden.
2. Internationalisering: De arbeidsmarkt wordt steeds internationaler. Dat heeft gevolgen. Er is momenteel een netto uitstroom van talent in Nederland, oftewel veel talent verdwijnt van de Nederlandse arbeidsmarkt. De kwalitatieve balans slaat negatief door. Veel Nederlands talent vertrekt naar Azië. In Nederland valt het nog mee; in Spanje vindt echt een braindrain plaats. Europa is jachtgebied voor global recruiters.
3. Wet- en regelgeving: Wat dit punt betreft, niemand weet wat de implicaties zijn van de Wet Werk- en Zekerheid en de Participatiewet die eraan zitten te komen”.

Hebben jullie een theorie ontwikkeld over deze nieuwe wet- en regelgeving?
“Ik geloof zelf dat we het grootste massaontslag van Nederland ooit gaan krijgen in Q3 2015. Ik denk dat het zo’n 20.000 of 30.000 mensen zal betreffen. Dat heeft te maken met de versoepeling van het ontslagrecht. Daarmee krijgt een werknemer bij ontslag maximaal een jaarsalaris of 75.000 euro mee. Als je nu nog volgens de kantonrechtersformule ontslagen moet worden, en je bent 55 jaar, 30 jaar in dienst met een salaris van 4.000 euro en nauwelijks een dossier, dan kost dat een werkgever al snel twee ton als ontslagvergoeding. Dus die werkgever zit te wachten tot het kan. Dat wordt een enorme dreun”.

Uitholling van de middenklasse

Als grootste gevaar voor de toekomst ziet Waasberg dat…”De uitholling van de middenklasse het grootste risico is voor Nederland en de Westerse wereld. Gelukkig hebben we een ander sociaal stelsel dan in de Verenigde Staten, maar ook in Nederland wint kapitaal het heel onevenredig van arbeid. We staan toe dat grote hedgefunds openlijk tegen landen speculeren, waar beleggers rijk van worden, terwijl de positie van de arbeidersklasse verslechterd. Het gevolg zal zijn dat deze middenklasse radicaliseert. Onlangs werd Le Pen serieus gezien als mogelijke nieuwe president van Frankrijk. Dat was ondenkbaar tien jaar geleden”.

In welke sectoren verwacht jij groei of juist krimp?
“Alles in de financiële sector is krimp. Verzekeraars, banken en zorgverzekeraars zijn krimpsectoren. Groeisectoren zijn high tech bedrijven, start-ups, kleinere MKB-organisaties, bedrijven met een sterke Duitse en Aziatische component. Ook online retail, zoals Otto, wehkamp, Amazon en Bol.com zijn absoluut groeibedrijven. In welke sector je het ook zoekt, je moet accepteren dat je niet voor het salaris dat je gewend bent aan de slag kunt. Je moet het hebben van groeimogelijkheden en als het meezit een aandelenparticipatie”.

Accountants weggeautomatiseerd

Over accountants merkt Waasdorp op: “‘Accountants, dat is een treurig verhaal – In 2030 is 95 procent weggeautomatiseerd volgens de Oxford studie ‘The future of employment’. Als je als accountant niet nu nadenkt over je toegevoegde waarde ben je heel snel weg geautomatiseerd. In 2030 reken je af met je pinpas en de transactie schiet direct de administratie in. Bankboek en grootboek worden dan direct bijgewerkt, dus daar is geen menselijk handelen meer nodig.
Maar je hebt als accountant wel andere kwaliteiten: je kunt gedisciplineerd controleren, bent betrouwbaar en solide. Dat maakt dat je in risicobeheersing veel kunt betekenen. Nog belangrijker: je kunt met cijfers omgaan, dat is een geweldig onderscheidend vermogen om te hebben. Je bent als accountant halverwege om big data analist te worden. Ik zou me laten omscholen tot analist. Als je dat nu doet kun je over drie jaar aan de slag als recuitment analist, value chain analist, big data analist, HR analist, of één van de vele andere mogelijkheden. Daar zit een gouden toekomst in”.

Lees het hele interview op site van Financieel Management: Geert-Jan Waasdorp (Intelligence Group): Grootste massaontslag ooit komt eraan in 2015, door Jeppe Kleyngeld, 5 januari 2015: http://financieel-management.nl

Op 25 januari 2015 spreekt Waasdorp in Rotterdam op de bijeenkomst De veranderende arbeidsmarkt van 2015 en verder. Zie https://www.slideshare.net/hoevindikeenbaan/de-veranderende-arbeidsmarkt-van-2015-en-verder-def (Niet meer beschikbaar).

Niet iedereen hoeft beroemd te worden. De kracht van onzichtbaar werk in een tijd van zelfpromotie

omslag invisibles david zweigWat hebben feitenonderzoekers, anesthesiologen, tolken bij de Verenigde Naties en bouwtechnisch ingenieurs met elkaar gemeen? Als ze hun werk slecht uitvoeren, kunnen de gevolgen rampzalig zijn voor hun organisatie, maar als ze hun werk goed doen, zijn ze onzichtbaar.
In elke sector werken miljoenen “onzichtbaren”. Ondanks de toenemende roem en adorering van CEO-topmannen*) en “genieën” in alle soorten en maten, zijn ze heel tevreden met hun anonimiteit. Ze zijn niet bezig met zichzelf constant te promoten en bekommeren zich meer om het resultaat van hun werk dan om zichzelf.

David Zweig schreef een boek over die onzichtbaren: Invisibles – The power of invisible work in an age of relentless self-promotion. Hij vraagt zich af in een door hem geschreven artikel in The New York Times naar aanleiding van zijn boek wat voor effect dat zelfpromoten heeft op kinderen en jongvolwassenen, op het soort werk dat ze zouden willen doen? Hoe denken jongeren over gelukkijg worden? Hoe denken ze te kunnen slagen? Trouwens, hoe definiëren wij eigenlijk succes?

Intrinsieke motivatie

Zweig heeft gesprekken gevoerd met schoolbestuurders, studenten en personeelswervers die hem vertelden dat steeds meer jongvolwassenen een carrière ambiëren in de entertainmentindustrie en de media. Of ze zoeken naar werk bij de aandacht trekkende organisaties. Ze willen een bankier zijn die belangrijke deals sluit in plaats van de analyst die achter de schermen werkt en de gegevens verstrekt die nodig zijn voor zulke deals.
Nu is het bekend in de zakenwereld dat er maar een beperkt aantal van dat soort banen is, en dat er, omgekeerd, grote vraag is naar onopvallende beroepskrachten zoals computercodeerders of accountants die overigens financieel ruim beloond worden voor hun werk.

Jonge mensen vragen zich af: Waarom zou ik op de achtergrond werken, als ik op de voorgrond kan staan?
Zweig zou graag zien dat ouders hun kinderen vertellen hoe dwaas het is zo te denken. Immers, de meeste mensen slagen niet in hun streven nummer een te worden. Laat de kinderen liever een voorbeeld nemen aan de onzichtbaren, een klasse van bekwame professionals met werk dat bepalend is voor elke onderneming of organisatie waarvan ze deel uitmaken maar die door het merendeel van het publiek niet opgemerkt wordt.

De onzichtbaren bekleden vaak belangrijke posities. Ze hebben macht en worden goed betaald. Ze behalen hun doel door niet de aandacht te trekken. De naam van een van hen, een bouwtechnisch ingenieur die verantwoordelijk is voor de hoogste wolkenkrabbers ter wereld, is niet bekend bij het publiek, terwijl de architecten met wie hij samenwerkt dat wel zijn. Deze ingenieur beantwoordt elke vraag met “wij” in plaats van met “ik”.
Volgens Zweig was zo’n op het team georiënteerde houding typisch voor veel onzichtbaren. Veel lawaai maken is niet de enige, of zelfs noodzakelijke, weg naar succes, zo blijkt.

Hoewel erkenning krijgen voor onszelf en ons werk af en toe heel fijn is, feit is dat de onzichtbaren heel tevreden mensen zijn. Onderzoek laat zien dat intrinsieke motivatie, beroepseer, uitdagingen zoeken en jezelf zien als deel van een organisatie of bedrijf, de bron zijn voor diepe en bestendige verwezenlijking. De invloed van extrinsieke beloningen, zoals geld en aandacht is, hoewel belangrijk, bijzaak en beperkt.

“Verborgen professionals”

Zweig adviseert ouderen, om de gevolgen van onze door roem en aandacht geobsedeerde cultuur het hoofd te bieden, met jonge mensen te gaan praten over de verborgen waarde van onopvallend werk, zowel wat betreft persoonlijke prestaties als een succesvolle loopbaan.
Er is niets mis met werken in een zichtbare positie maar als de motivatie is gericht op de aandacht zelf dan blijft het na te streven doel ver weg en alleen binnen bereik van een paar mensen. Uiteindelijk is erkenning een bijproduct van je werk heel goed doen.

Zweig: “Bemoedigend nieuws is dat in gesprekken met studenten waarin ik voorbeelden had aangehaald van onzichtbaren en hun werk, zij beseften dat de kracht van onzichtbaar zijn meer glans geeft dan een spotlicht”.
Wat verloren is gegaan in het lawaai van zelfpromotie, kan weer worden terugveroverd. Niet iedereen wil meedoen aan zelfpromotie. Niet op de voorgrond willen staan kan ook worden beschouwd als een teken van eergevoel en kan een bron zijn van een echt, rijk leven.

In een eeuw van “teveel aan informatie” en van participeren in reality-tv programma’s en sociale media, waarin erkenning gelijk staat aan waarde en aandacht aan succes, is het goed luisteren naar Zweigs gesprekspartners. Voor zijn boek interviewde hij o.a. diplomaten, een tolk bij vergaderingen van de Verenigde Naties waar media noch publiek bij aanwezig mogen zijn en een guitaartechnicus van de rockband Radiohead. Gecombineerd met inzichten uit de psychologie, de sociologie en de zakenwereld komen we te weten hoe de “verborgen professionals” diepe voldoening uit hun werk halen en genieten van de uitdagingen van hun werk.

*) Chief executive officer = bestuursvoorzitter, directeur.

Raising Invisible Kids: Not Everyone Needs to Be Famous, door David Zweig, The New York Times, 5 november 2014: http://parenting.blogs.nytimes.com

Invisibles – The power of invisible work in an age of relentless self-promotion, door David Zweig, 2014: www.invisiblesbook.com