Skip to main content

Redactie Beroepseer

Rapport Monitor integriteit en veiligheid Openbaar Bestuur 2016

omslag monitor integriteit veiligheid 2016Op 29 november 2016 heeft Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer het Rapport Monitor integriteit en veiligheid aangeboden. Deze heeft betrekking op politieke ambtsdragers en op overheidsmedewerkers bij de rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen. De monitor zegt dus niets over andere sectoren zoals openbaar vervoer, zorg en sociale zekerheid.

De Monitor integriteit en veiligheid biedt een waardevolle momentopname van de beleving onder politieke ambtsdragers en overheidsmedewerkers en van de effectiviteit van beleid. Er is voor de vierde keer onderzoek gedaan naar agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers en overheidsmedewerkers van gemeenten, provincies, rijk en waterschappen. Het onderzoek naar integriteit is voor de derde maal gehouden.

In de begeleidende brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer noemt de minister de belangrijkste conclusies en geeft hij een reactie op die conclusies. De belangrijkste conclusies uit het rapport zijn:

Agressie en geweld

Veiligheid overheidsmedewerkers- en organisatie
De algemene trend is een daling van geweld en agressie gericht op overheidsmedewerkers. De verklaring voor deze dalende trend wordt deels gevonden in organisatorische veranderingen, zoals bijvoorbeeld digitalisering van
de dienstverlening. Hierdoor zijn er minder directe contacten met burgers. Daarnaast is er ook sprake van een autonome ontwikkeling want ook ambtenaren met frequente burgercontacten worden in mindere mate slachtoffer van agressie en geweld. Het is aannemelijk dat de gedane inspanningen voor een veilige publieke taak van de afgelopen jaren in de vorm van het stellen van regels, verzorgen van trainingen en het bieden van ondersteuning zijn vruchten afwerpen.
Per bestuurslaag zijn wel verschillen te zien. Gemeenteambtenaren ervaren het meeste agressie en geweld. Zij hebben dan ook meer direct contact met burgers dan ambtenaren van andere bestuurslagen.

Veiligheid politieke ambtsdragers
Anders dan bij de overheidsmedewerkers zien we de afgelopen twee jaar onder bestuurders en volksvertegenwoordigers in het openbaar bestuur een stijging van het slachtofferschap, na een daling tussen 2012 en 2014. Ruim een kwart van hen zegt in de afgelopen 12 maanden geconfronteerd te zijn met agressie en geweld. Mede door de sociale media is de zichtbaarheid en benaderbaarheid van politici toegenomen. De drempel voor agressieve uitingen is hiermee wellicht lager geworden. Agressie via sociale media tegen politieke ambtsdragers blijkt in de afgelopen twee jaar te zijn verdubbeld.
Een derde van de slachtoffers zegt na het incident te maken hebben gehad met nadelige gevolgen. De meesten ervaren een negatief effect op het werkplezier. Eén op de tien politieke ambtsdragers die slachtoffer was, geeft aan dat het risico op incidenten van invloed is op zijn bestuurlijke beslissingen.

Integriteit

Integriteit overheidsmedewerkers- en organisatie
Het algemene beeld is dat Nederland een integer ambtelijk apparaat heeft. Er zijn minder vermoedens van schendingen dan in de monitor uit 2012 en het aantal feitelijk geregistreerde schendingen is laag.
Er is veel bekendheid met het integriteitsbeleid. Over het thema worden bijeenkomsten georganiseerd, protocollen en codes opgesteld en trainingen gegeven. Bijna alle organisaties in het openbaar bestuur hebben actueel
integriteitsbeleid en een aanspreekpunt voor integriteitsvragen.

Een belangrijke indicator voor succesvol integriteitsbeleid is hoe organisaties omgaan met kwetsbare processen, handelingen en functies. Zes op de tien organisaties houdt dit bij. Dit is een verbetering in vergelijking met 2012. Inkoopen aanbesteding worden als de meest kwetsbare processen beschouwd, gevolgd door beveiliging van vertrouwelijke informatie en vergunningverlening. Kwetsbare processen zijn doorgaans met extra waarborgen omkleed. In driekwart van de organisaties wordt functiescheiding toegepast en zijn functies aangewezen waarvoor een Verklaring omtrent gedrag kan worden gevraagd. De helft van de organisaties geeft aan dat zij meldingen van integriteitsschendingen altijd registreren.

Uit de monitor blijkt voorts dat succesfactoren voor een effectief integriteitsbeleid vooral betrekking hebben op het levend houden van beleid, een veilige gespreksomgeving, commitment van de top van de organisatie, voorbeeldgedrag van leidinggevenden en de organisatiecultuur.

Integriteit politieke ambtsdragers
Ongeveer één op de drie politieke ambtsdragers ziet of vermoedt dat bepaalde regels rond integriteit niet altijd worden nageleefd. Men noemt in dat verband de omgang met gevoelige informatie, belangenverstrengeling, meestemmen over zaken waarin men een persoonlijk belang heeft en/of het optreden als adviseur/gemachtigde bij een geschil. Het punt van vermeende belangenverstrengeling wordt opvallend vaker genoemd dan in de monitor van 2012. De onderzoekers nuanceren deze uitkomst door te melden dat het aantal geregistreerde schendingen door politieke ambtsdragers laag was en nog steeds is. De ruime meerderheid wint advies in bij een (mogelijke) integriteitsbreuk.

Politieke ambtsdragers zeggen zich bewust te zijn van integer gedrag en daar ook naar te handelen. Omdat de grenzen van wat integer is zich slechts deels in wetten, regels of codes laten vangen, krijgt integriteit betekenis in het handelen. De onderzoekers geven aan dat binnen gemeenten soms een toenemende druk vanuit de onderwereld wordt ervaren. Een dergelijke druk zou kunnen leiden tot integriteitsdilemma’s. Negen procent van de politieke ambtsdragers zegt in de monitor dat de mogelijkheid van geweldsincidenten invloed heeft op hun besluitvorming als bestuurder.

Kortom: Geweld en agressie gericht op overheidsmedewerkers neemt af. Het aantal politieke ambtsdragers dat met geweld en agressie wordt geconfronteerd neemt daarentegen toe.
Nederland heeft een integer ambtelijk apparaat. Er zijn minder vermoedens van schendingen dan in 2012 en het aantal feitelijk geregistreerde schendingen is laag.

Ethisch leiderschap

In zijn reactie op Integriteit schrijft Plasterk dat…“leidinggevenden een belangrijke rol hebben bij het faciliteren van de dialoog over integriteit en mogelijke dilemma’s die zich in de praktijk voordoen.  Uit de monitor blijkt dat de succesfactoren voor een effectief integriteitsbeleid bijna allemaal samenhangen met de rol van leidinggevenden. De komende tijd ga ik, in eerste instantie met alle ministeries, bezien hoe wij op dit punt verder van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen versterken. Ethisch leiderschap behelst méér dan het zijn van een integer leider die het goede voorbeeld geeft. Een ethisch leider zet zich ook proactief in voor het bevorderen van integriteit, hij is dus zowel een moreel persoon als een moreel manager. Het managen van integriteit heeft onder meer betrekking op het managen van percepties, het communiceren over integriteit en de waarden van de organisatie, het effectief aanspreken en optreden bij ongewenst gedrag, inclusief het bieden van nazorg bij schendingen. Uit onderzoek blijkt dat ethisch leiderschap werkt: het stimuleert integer gedrag, verbetert de veiligheid en meldingsbereidheid en vermindert integriteitsschendingen”.

Downloaden Rapport Monitor Integriteit en veiligheid Openbaar Bestuur 2016, Ministerie van BZK, november 2016: https://beroepseer.nl

Aanbiedingsbrief bij rapportage Monitor Integriteit en veiligheid Openbaar Bestuur 2016, Ministerie van BZK, 29 november 2026 : https://beroepseer.nl

Di 29 nov. in EK bespreking Wetsvoorstel Invoering Lerarenregister. Petitie Stop dit Lerarenregister ruim boven 22.000 ondertekenaars

Het wetsvoorstel Invoering van het lerarenregister en het registervoorportaal wordt besproken in de Eerste Kamer op dinsdag 29 november 2016. Het voorstel – ingediend op 25 april 2016 – is op 11 oktober 2016 aangenomen door de Tweede Kamer. De volgende partijen stemden voor: PvdA, GroenLinks, Van Vliet, 50PLUS, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, Houwers, VVD, CDA en PVV.
De Eerste Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft op 25 november 2016 de memorie van antwoord ontvangen en bespreekt op 29 november 2016 de nadere procedure. Een datum van stemming is nog niet bepaald.

Het wetsontwerp

Doel van het wetsontwerp is de positie van leraren versterken en hun beroepskwaliteit zichtbaar maken en verbeteren.
Er wordt een lerarenregister ingevoerd waarin iedere leraar die op basis van een relevant hoger onderwijs-getuigschrift (bewijs van bevoegdheid) onderwijs geeft zich moet registreren. Om voor herregistratie in aanmerking te komen moet deze leraar elke vier jaar aantonen dat hij zijn bekwaamheid heeft onderhouden. Lukt dat niet, dan mag hij geen onderwijs meer geven tot hij alsnog aan deze criteria voldoet.

In een registervoorportaal worden de leraren geregistreerd die (nog) niet aan de bevoegdheidseisen voldoen. Verder wordt het beroep van leraar omschreven en bepaald dat de leraar in de uitoefening van zijn beroep voldoende professionele ruimte toekomt.
Met deze maatregelen moet het beroep van leraar aantrekkelijker worden voor mensen die een loopbaan in het onderwijs overwegen.

Petitie Stop dit Lerarenregister

Veel leraren zijn niet blij met dit wetsvoorstel. Leraren in het voortgezet onderwijs en in hun vrije tijd bestuurslid van de vakbond Leraren in Actie (LIA), zijn daarom een petitie gestart Stop dit Lerarenregister. De leraren zijn, schrijven ze, niet tegen EEN lerarenregister, maar tegen een lerarenregister dat van bovenaf wordt opgelegd. Een lerarenregister dat wordt georganiseerd en ingericht door de beroepsgroep zelf vinden zij het onderzoeken waard.

LIA is tegen omdat

  • dit register van bovenaf wordt opgelegd en niet wordt georganiseerd en ingericht door de beroepsgroep zelf.
  • het leraren verplicht formulieren in te vullen en reflectieverslagen te schrijven, terwijl die tijd beter kan worden besteed aan het voorbereiden van goede lessen.
  • leraren in dit register niet autonoom zijn in de keuze van hun professionalisering.
  • er veel onderwijsgeld gaat naar derden, terwijl dit geld beter kan worden besteed aan het primaire proces: kleinere klassen en minder lesuren.
  • het geen enkele oplossing biedt voor de huidige problemen in het onderwijs, zoals het tekort aan bevoegde leraren.
  • er geen goed onderzoek is gedaan naar het draagvlak onder leraren zelf.
  • we de voor dit register benodigde middelen beter kunnen inzetten voor wat leraren nu nodig hebben: autonomie om met elkaar de eigen professionalisering te regelen en meer tijd om goede lessen voor te bereiden (minder lessen aan kleinere klassen).

Wie de petitie ondertekent vraagt de leden van de Eerste Kamer tegen het wetsvoorstel te stemmen. LIA streeft ernaar dat zo veel mogelijk leraren deze petitie ondertekenen. Bij een burgerinitiatief zijn 40.000 handtekeningen nodig. Het burgerinitiatief Stop de overvolle klassen ging flink over dat aantal heen. Als dat bij deze petitie weer gebeurt, geven wij als leraren, aldus LIA, een duidelijk signaal dat onderwijsplannen zoals dit lerarenregister niet van bovenaf, zonder draagvlak onder leraren, moeten worden doorgevoerd.

Raad van State noemde wetsvoorstel prematuur 

Nu de spanningen rond het Lerarenregister oplopen, vragen de fracties zich af hoe de regering aankijkt tegen de actie Stop dit lerarenregister. De SP-fractie wil weten hoe de regering het feit beoordeelt dat er binnen een week ruim 17.000 handtekeningen zijn opgehaald tegen het wetsvoorstel. Op maandagmiddag 28 november 2016 staat de teller van de petitie op 22.422 ondertekenaars
De Raad van State, het hoogste adviesorgaan van de regering noemde het wetsvoorstel prematuur. De RvS schreef bijvoorbeeld dat “het lerarenregister geen beroepsregister is, maar slechts een register waarin bevoegde leraren hun nascholingsinspanningen moeten documenteren”.
Het advies werd naar de Tweede Kamer gestuurd op 22 januari 2016. Een samenvatting van het advies met argumenten is gepubliceerd op dezelfde dag als waarop het wetsvoorsteld werd ingediend bij de Tweede Kamer, 25 april 2016.

Petitie Stop dit Lerarenregister: www.lerareninactie.nl/LIA_start_petitie_STOP_DIT_LERARENREGISTER

Invoering van het lerarenregister en het registervoorportaal, Eerste Kamer:www.eerstekamer.nl

Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de invoering van het lerarenregister en het registervoorportaal, Overheid, 28 april 2016: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34458-4.html

Spanning rond ‘dit lerarenregister’ loopt op, MBO Today, 16 november 2016: http://mbo-today.nl

Teken petitie ‘Stop de behandelindex voor fysiotherapeuten!’ vóór 6 december

Fysiotherapeuten roepen verzekerden op de petitite Stop de behandelindex voor fysiotherapeuten! te tekenen. Er zijn inmiddels 35.846 medestanders (ochtend van 28 november 2016) die de petitie steunen. Doel is 40.000 handtekeningen op te halen voor dinsdag 6 december als de petitie wordt overhandigd aan Zorgverzekeraars Nederland, de branche-organisatie van zorgverzekeraars.

Tekst van de petitie

— Wij verzekerden constateren dat de fysiotherapeutische zorg waar we aanspraak op kunnen maken vanuit de afgesloten zorgpolis (aanvullende verzekering) mogelijk niet toegankelijk is door het instellen van de behandelindex voor fysiotherapeuten. Daarnaast constateren we dat de behandelindex niet leidt tot kwalitatief betere zorg wat de verzekeraar voor ogen zou hebben met het instellen van deze behandelindex (een maximaal aantal behandelingen per indicatie, behandelplafond).
Wij verzoeken dat de behandelindex komt te vervallen voor fysiotherapiepraktijken omdat de kans erg groot is dat we de zorg die we mogelijk nodig hebben, en waarvoor we ons aanvullend hebben verzekerd, onder druk van deze index (behandel plafond) niet meer krijgen. —

Het wordt steeds gekker

Fysiotherapeut Ronald Uyterwaal vertelde aan Edward Doelman van de lokale Barneveldse Krant op 8 november 2016 dat “de grens is bereikt”. Zijn collega Johan Noordegraaf vindt dat ook: “Het wordt steeds gekker”. De Barneveldse fysiotherapeuten hekelen de ‘behandelindex’, een rekenfoefje van zorgverzekeraars om de kosten te drukken: “Daar moeten we zo snel mogelijk vanaf, want patiënten zijn uiteindelijk de dupe”. De verzekeraars hanteren een ‘ontransparante rekenmethode’ waar zij geen inzage in hebben. De therapeuten worden door de grote zorgverzekeraars min of meer gedwongen om zich te houden aan een gemiddeld aantal behandelingen per patiënt. Dit terwijl de patiënt – vaak vanuit zijn aanvullende verzekering – regelmatig aanspraak kan maken op meer behandelingen dan de therapeut mag en kan geven.
“Een patiënt heeft bijvoorbeeld recht op twintig behandelingen, terwijl zorgverzekeraars via de behandelindex van ons eisen dat wij maximaal vijftien behandelingen mogen uitvoeren. Gaan we daar overheen, dan staan daar sancties tegenover. Het niet halen ervan resulteert in het krijgen van een lager tarief of het verliezen van je contract. Of er wordt door de zorgverzekeraar gedreigd dat er volgend jaar geen contract meer gesloten wordt. Je wordt dus min of meer gedwongen om zo min mogelijk behandelingen uit te voeren”, schetst Noordegraaf het probleem.

De patiënt als schadepost

Juist dat druist in tegen zijn medisch-professionele onderdeel: “Ik begrijp dat zorgverzekeraars de zorgkosten in de hand moeten houden, maar met zo’n index wordt gedaan alsof elke patiënt die wij behandelen een schadepost is, die zo min mogelijk mag kosten. Mensen verschillen. Bij de een kun je volstaan met veertien behandelingen, bij de andere zijn er misschien twintig behandelingen noodzakelijk. Die vrijheid om dat naar eigen inzicht te beoordelen, wil ik zo snel mogelijk terug”.
Beide therapeuten verzekeren tenslotte dat ze af willen van dit meetinstrument en naar eer en geweten willen blijven werken.

Voor tekenen van en meer info over de Petitie Stop de behandelindex voor fysiotherapeuten!: http://stopdebehandelindex.nl (site niet meer actief)

‘Dit voelt als een mes in onze rug’, door Edward Doelman, Barneveldse Krant, 8 november 2016: http://barneveldsekrant.nl

Zie hieronder de video over behandelindex en lees meer op Zorg.nu van AVRO TROS met Antoinette Hertsenberg over de behandelindex op: https://zorgnu.avrotros.nl

https://www.youtube.com/watch?v=8z_NPtJ17Z0

U P D A T E

Petitie ‘Stop de Behandelindex!’ aangeboden, Zorg.nu, 6 december 2016: http://zorgnu.avrotros.nl

Fysiotherapeut kind van de rekening, door Karik van Berloo, Skipr, 28 november 2016: www.skipr.nl

Ziekenhuiskunst, kort verhaal door Jordi Lammers, ‘writer in residence’ bij Beroepseer

jordi lammers
Jordi Lammers is voor een jaar ´Writer in residence’ bij stichting Beroepseer. Hij schrijft regelmatig voor ons een verhaal over werkende mensen, over mensen die zorg dragen voor de ander en zorg ontvangen. Hoe gaan zij om met de dilemma’s en emoties die daarmee gepaard gaan? Vandaag publiceren wij zijn derde verhaal Ziekenhuiskunst.

Begin van Ziekenhuiskunst:
— ‘Wat is dat?’ vraagt mijn tante.
Ze wijst naar een schilderij dat tegenover ons aan de muur van de bezoekersruimte hangt.

‘Kunst’, zegt mijn oom en hij laat zijn kartonnen bekertje vollopen met koffie. Ziekenhuiskoffie.
‘Dat begrijp ik, maar wat moet het voorstellen?’
Stap voor stap, als een ervaren museumbezoeker, loopt mijn oom steeds dichter naar het schilderij toe, tot de afstand tussen zijn neus en het doek niet meer dan een wijsvinger beslaat. Hij blijft even staan en loopt vervolgens naarachteren. Plukt aan zijn baardje, knikt. Houdt zijn mond open alsof hij elk moment aan een relaas over de kunstenaar kan beginnen.—
Verder lezen, klik hier.

Jordi Lammers is een twintigjarige student Nederlands uit Nijmegen. In zijn vrije tijd schrijft hij verhalen en gedichten, die onder andere op zijn webblog http://jordiilammers.tumblr.com te lezen zijn.
Voor het boek Het alternatief voor de zorg (2015) schreef hij het gedicht Mensenhanden.
Wie op de hoogte van zijn werk wil blijven, kan hem volgen op Twitter (@ladoublemers).
Vorig collegejaar (2015-2016) was hij de campusdichter van de Radboud Universiteit. In dit zelfde jaar behaalde hij de finale van de landelijke schrijfwedstrijd Write Now.
Op 25 november november 2016 maakte bliotheek Gelderland Zuid bekend dat Lammers een prijs krijgt vanwege zijn bijdrage aan de taalcultuur in de regio Nijmegen.

Klik hier voor verhaal 1: Handen en voeten (28 september 2016).
Klik hier voor verhaal 2: De achterkant van de zon (26 oktober 2016).

 

Jordi Lammers, ‘writer in residence’ bij Beroepseer, krijgt prijs van Nijmeegse Bibliotheek

jordi lammers taalenten 2016 klJordi Lammers, sinds september 2016 voor een jaar ‘Writer in residence’ bij stichting Beroepseer krijgt een prijs uitgereikt door Bibliotheek Gelderland Zuid vanwege zijn bijdrage aan de taalcultuur in de regio Nijmegen. Dat is op 25 november 2016 bekend gemaakt door de bibliotheek.

De prijs wordt voor de derde keer uitgereikt aan TAALenten, mensen die anderen inspireren om zelf te gaan lezen en schrijven. Bijvoorbeeld voorlezers, schrijvers, dichters, laaggeletterden, kortom mensen met een verhaal in de leeftijd van 8 tot 88. Deze onderscheiding wordt uitgebreikt in de hoofdvestiging van de Bibliotheek Gelderland Zuid: De Mariënburg.

Volgens Bibliotheek Gelderland Zuid zet Lammers zichzelf “behoorlijk op de kaart als dichter. Je bent campusdichter geweest, gooide hoge ogen in de schrijfwedstrijd Write Now! en je weet een groot aantal prominente en bekende Nederlanders aan je te binden door je poëzie via sociale media te verspreiden. Regelmatig komen er via Twitter – @ladoublemers- enorme pareltjes van gedichten voorbij. Juist het zo succesvol inzetten van sociale media is iets wat beloond en erkend mag worden. Het is uiterst origineel, maar tegelijkertijd erg kwetsbaar. En dat moet je wel durven. Gelukkig heb je aan dat lef geen gebrek!”

jordi lammers

Klik hier voor meer info: Handen en voeten, kort verhaal door ‘writer in residence’
bij Beroepseer: Jordi Lammers:
https://beroepseer.nl

 

Zorgaanbieder: “Het lukt niet om de mensen bij grootste zorgverzekeraar te spreken”

Bart Kiers van Zorgvisie, het online platform voor beleid en management in de zorg, schrijft dat voor het derde opeenvolgende jaar zorgverzekeraars te weinig wijkverpleging dreigen in te kopen. Volgens Adrie van Osch, bestuursvoorzitter van Brabantzorg betekent dat “in 2017 weer een moeizaam en tijdrovend traject van bijcontracteren. En als we er met verzekeraars niet uitkomen, dan moeten we verzekerden weer een factuur sturen. Of ze die vergoed krijgen hangt maar net af van de polis die ze hebben”.

Brabantzorg nog geen contract

Brabantzorg heeft formeel nog geen enkel contract ondertekend. Maar met de grote verzekeraars in de regio, CZ en VGZ, verwacht Van Osch er voor 1 december wel uit te komen. “Wij hebben veel verzekerden van hen als klant. Beide kanten zijn ervan doordrongen dat ze er wel moeten uitkomen”.

Zilveren Kruis en Menzis

Dat geldt niet voor de zorgverzekeraars die in de regio in Noord-Brabant maar een klein marktaandeel hebben, zoals Zilveren Kruis en Menzis. Ze bieden een prijs die te laag is om de wijkverpleging kostendekkend uit te voeren, nog lager dan in 2016. En het blijkt voor veel zorgaanbieders überhaupt niet mogelijk te zijn om in gesprek te komen met de verzekeraar. Van Osch: “Het lukt niet om de mensen te spreken die gaan over de zorginkoop. We worden geacht te tekenen bij het kruisje, maar dat doen we niet”.

Restitutiepolis        

De gevolgen zijn groot voor de 230 klanten van Brabantzorg die verzekerd zijn bij Zilveren Kruis. Ze krijgen in 2017 een factuur van de zorgaanbieder. Of ze die vergoed krijgen van de verzekeraar hangt af van de polis die ze hebben. “We gaan hun een brief sturen waarin we klanten adviseren om een restitutiepolis te nemen, zodat ze het hele bedrag vergoed krijgen. We leggen in die brief uit dat er ook alternatieven zijn, zoals overstappen naar een andere zorgverzekeraar of aanbieder”.

Zorggroep Elde: geen contract Zilveren Kruis

Jacqueline Joppe, bestuursvoorzitter van Zorggroep Elde in de regio Boxtel, heeft dezelfde ervaring met Zilveren Kruis. De tarieven zijn niet kostendekkend. Ze heeft 35 cliënten die verzekerd zijn bij Zilveren Kruis. Het lukt Joppe niet om in gesprek te komen met de grootste zorgverzekeraar van Nederland. “Ze komen niet praten. We hebben kennelijk te weinig omzet”.

Lees het hele artikel van Bart Kiers: Brabantse wijkverpleging weigert contract Zilveren Kruis, Zorgvisie, 24 november 2016: www.zorgvisie.nl
Zie ook onderaan dat artikel de reactie van P. Vermeulen over de “georkestreerde verwurging van de zorg in combinatie met verrijking van bedrijven(verzekeraars)”.

Zie ook: Patiënt de dupe van beperkende voorwaarden zorgverzekeraars, Consumentenbond, 22 november 2016: www.consumentenbond.nl

Tien jaar Bureau Frontlijnwerken in tien kernpunten

Hans van Willigenburg woonde de viering bij van het tienjarig jubileum van Bureau Frontlijn op 3 november 2016 in Theater Zuidplein in Rotterdam. Bureau Frontlijn zoekt oplossingen voor problemen in achterstandswijken rond gezondheidszorg, welzijn, onderwijs, jeugd, ouderen, armoede en werkloosheid. Op Stadslog Rotterdam vat Van Willigenburg tien jaar Bureau Frontlijn samen:

Het was niet alleen een feestelijke bijeenkomst, met honderden studenten die zich namens Frontlijn dagelijks inzetten voor de sociaal zwakkeren in ons eigen Rotterdam, maar ook een onzekere bijeenkomst: blijft Frontlijn de (financiële) ruimte krijgen om mensen terzijde te staan aan de andere kant van ‘de kloof’, zij die niet in de bureaucratisch georganiseerde vakjes passen? Terwijl tientallen gemeenten de noodzaak van een organisatie als Frontlijn onderkennen, en liefst morgen een dergelijke organisatie tot hun beschikking zouden hebben, staat Bureau Frontlijn in Rotterdam gek genoeg weer op de tocht. Tijdens de bijeenkomst gaven vier nauw betrokkenen vanachter het spreekgestoelte hún visie op werkwijze, resultaten en bestaansrecht van de Frontlijn-organisatie. Stadslog vat hun verhalen in 10 kernpunten samen.

KERNPUNT 1

Frontlijn krijgt de brutaalste journalist doodstil

‘Ooit reisde één van ’s lands brutaalste journalisten, Prem Radhakishun, naar Rotterdam om een radioverslag te maken van een huisbezoek door Bureau Frontlijn,’ memoreerde hoogleraar Bestuurskunde Pieter Tops en nauw betrokken bij de oprichting van Frontlijn. ‘Van tevoren had hij de toon gezet door de huisbezoeken te framen als vijandige “razzia’s”. De gemeente Rotterdam was bezig een politiestaat op te bouwen, dát was de teneur voordat hij afreisde. Vervolgens ging hij mee op huisbezoek en viel hij helemaal stil. Stel je voor! Prem die stilvalt! Voor zijn ogen zag hij hoe kwetsbare Rotterdammers op een heel respectvolle manier op weg werden geholpen. Essentiële dingen kregen aangeleerd. Als een blad aan een boom draaide Prem óm! Hij werd een groot ambassadeur van dit soort interventies.’

KERNPUNT 2

Frontlijn ziet dingen die anderen niet zien

‘Ik zal niet snel vergeten hoe PvdA-lijsttrekker Ad Melkert in 2002, gehuld in zijn onafscheidelijke beige regenjas, een bezoek bracht aan de Strevelsweg in Rotterdam-Zuid en samen met zijn delegatie een vervallen pand betrad,’ memoreerde Marco Pastors, ooit wethouder namens Leefbaar Rotterdam en nu directeur van NPRZ, Nationaal Programma Rotterdam Zuid. ‘Toen hij na het bezoek werd opgewacht door cameraploegen, keek hij verslagen voor zich uit. Ik moet me sterk vergissen of hij was zich kapot geschrokken over wat hij daarbinnen gezien had. Uitgerekend op die plekken – waar politici liever niet komen – bevindt zich het werkterrein van Bureau Frontlijn. Zij zien dingen die anderen niet zien. Of niet willen zien.’

KERNPUNT 3

Frontlijn roep extreme weerstand en extreme genegenheid op

‘Mij is opgevallen,’ opende Winfried Houtman, concerndirecteur van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Rotterdam, ‘dat Bureau Frontlijn extreem gepassioneerde medestanders heeft en extreem gepassioneerde tegenstanders. Een tussenweg lijkt niet te bestaan.’

KERNPUNT 4

Frontlijn vecht om van gelijke rechten ook gelijke kansen temaken

‘Gelijke rechten kun je regelen op papier,’ zei Barend Rombout, directeur van Bureau Frontlijn. ‘En alles wat je op papier kunt regelen, is natuurlijk prettig voor de overheid. Het staat zwart op wit. Maar wat betekenen die gelijke rechten als het niet, of zelfs in de verste verte niet, tot gelijke kansen leidt? Als mensen gestraft worden omdat ze niet op tijd reageren, niet goed kunnen lezen, daardoor formulieren verkeerd invullen of niet verschijnen op afspraken? En er vervolgens geen enkele rekening wordt gehouden met hun gezinssituatie of opgelopen schulden? Met een negatieve spiraal als onvermijdelijk gevolg? Bureau Frontlijn helpt de meest kwetsbare gezinnen in onze stad zich uit hun overlevingsmodus te bevrijden en weer ruimte te geven na te denken, zaken in eigen hand te nemen. Zodat ze, op termijn, voldoende kunnen groeien om hun kansen weer te pakken.’

KERNPUNT 5

Frontlijn blijft uit volle overtuiging erken met studenten

‘Eén van de meest unieke maar ook omstreden kenmerken van Bureau Frontlijn, is dat ze studenten een belangrijke rol geven in het hulptraject,’ riep hoogleraar Tops in herinnering. ‘Ikzelf vind het nog altijd een geweldige formule. Waarom? Omdat je op die manier een meer betekenisvolle relatie creëert dan tussen professional en cliënt. Immers, niet alleen de hulpvragers moeten nieuwe dingen aanleren. De studenten moeten dat net zo hard. Dat schept een band. Samen zijn ze in zekere zin lotgenoten. Zo ontstaat een “gedeeld eigenaarschap” van een probleem, waardoor beide kanten ermee aan de slag gaan. De praktijk laat zien dat het uitstekend werkt.’

KERNPUNT 6

Frontlijn stelt zich dienstbaar op, ook als het moeilijk wordt

‘De mensen voor wie wij opkomen zijn niet altijd aardig. En al helemaal niet altijd dankbaar,’ bracht Rombout in herinnering. ‘Maar hoe zou jíj zijn als je diep in de schulden zit en je woont op Rotterdam-Zuid? Zeg eerlijk, zou jij dan staan te trappelen om een gezellig gesprekje met de buurvrouw te voeren? Of een zware tas te dragen voor een oudere? Nee. Dan is de kans groot dat je een rothumeur hebt. Binnen blijft. Met allerlei opgekropte gevoelens.’ Voor juist die mensen – waarop de buitenwereld geneigd is het etiket ‘onaangenaam’ of ‘hopeloos’ te plakken – wil Frontlijn juist pal blijven staan. Met één simpele reden (Rombout): ‘Als je tegen hen zou zeggen “rot maar op!” of “zoek het lekker uit!”, weet je niet alleen zo goed als zeker dat ze een donkere tijd tegemoet gaan. Maar ook dat de omgeving van deze mensen, familie, vrienden, maar ook de wijk, omlaag zal worden getrokken. Met de gigantische, maatschappelijke kosten dáár weer van.’

 KERNPUNT 7

Frontlijn psychologieseert niet, pakt aan

‘Kwetsbare gezinnen hebben vaak niet één ingewikkeld probleem, maar een reeks eenvoudige problemen,’ memoreerde Marco Pastors, die aansluitend ter discussie stelde of hulpverleners wel zo gespecialiseerd hoeven te zijn. ‘Bureau Frontlijn is de enige met het vermogen zo’n reeks problemen over de volle breedte aan te pakken, één voor één op te lossen en zodoende het gezin weer vlot te trekken. Niet door ingewikkelde colleges te geven. Maar – heel simpel – door het voor te doen, waarna het zelf doen en het samen doen volgen.’

KERNPUNT 8

Frontlijn bijt en houdt scherp

‘Ik ken vele gemeenten, die een organisatie als Bureau Frontlijn maar wat graag in hun gelederen zouden hebben,’ zei hoogleraar Tops. ‘Die dag na dag hun vermogen zien afnemen om een groeiende groep kwetsbare burgers fatsoenlijk op te vangen en te helpen. Als ik Rotterdam was, zou ik daarom zuinig zijn op Frontlijn: hoe vaak ze ook bijten en de regels aan hun laars lappen. Door een eigen “pain in the ass” te organiseren, blijft de gemeente scherp. Het alternatief is dat al die wakkere ogen en oren verdwijnen, ongelijkheid in de stad omhoog schiet, inclusief de kosten die daarbij horen.’

KERNPUNT 9

Frontlijn is een verdienmodel

‘Als we de kans krijgen de eerste drie levensjaren van kwetsbare kinderen in Rotterdam verder te verbeteren, zorgen voor een gezondere geboorte, een betere hechting en goede kinderopvang, dan zal de stad op termijn veel geld kunnen besparen,’ voorspelde Rombout. ‘Investeren in de jongste levensjaren van Rotterdamse kinderen, is ook in economisch opzicht verstandig beleid.’

KERNPUNT 10

Frontlijn acteert anders dan de overheid

‘Verschillende programma’s en werkmethodes van Frontlijn zijn intussen overgenomen door de gemeentelijke wijkteams,’ sprak Winfried Houtman, wijzend op het belang van wetenschappelijke toetsing en brede inzetbaarheid. En sloot vervolgens af met te wijzen op een fundamentele frictie tussen een flexibele uitvoeringsorganisatie als Frontlijn en het overheidsapparaat zelf. ‘Hetgeen bij Frontlijn in de loop der jaren ontwikkeld is, kan niet altijd één op één door de gemeente geïmplementeerd worden.’

In de wandelgangen, na afloop van de bijeenkomst, vatte hoogleraar Tops de verschillende inzichten en het bijbehorende spanningsveld nog eens kernachtig samen. ‘Zolang Frontlijn bestaat, wordt de gemeente Rotterdam gedwongen in de spiegel te kijken. Ik hoop dat ze die confrontatie nog lang durven aan te gaan. Maar de verleiding om de spiegel op te bergen en het in eigen hand te houden, is continu aanwezig.’

10 jaar Frontlijnwerken in 10 kernpunten, door Hans van Willigenburg, Linkedin, 22 november 2016: https://nl.linkedin.com/pulse/10-jaar-frontlijnwerken-kernpunten-hans-van-willigenburg
Artikel verscheen oorspronkelijk op de inmiddels opgeheven site van Stadslog Rotterdam.

Hans van Willigenburg richtte in 2012 samen met Jos Verveen en Bart Driessen Stadslog Rotterdam op en schrijft de serie Slim bezig? (over bijzondere Rotterdamse bedrijven), Ogen/oren (over wat hij in de stad tegenkomt of waarneemt), Stadsiconen (over bijzondere Rotterdammers búiten het nieuws) en Het Feest van de praktijk (over hoe Rotterdam de armoede beter te lijf zou kunnen gaan).