Skip to main content

Redactie Beroepseer

Storybuilder-model moet helpen beroepsziekten in de toekomst te voorkomen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft een onderzoeksrapport gepubliceerd over beroepsziekten: Leren van beroepsziekten? Een nieuw perspectief verkend.

Jaarlijks overlijden naar schatting circa 4.100 mensen aan een beroepsziekte. Beter inzicht in de oorzaken van beroepsziekten biedt kansen om ze eerder te herkennen. Op basis van informatie kunnen preventief maatregelen worden getroffen. Een onderzoeksmodel van het RIVM dat oorzaken van ernstige arbeidsongevallen in kaart brengt, de zogenaamde Storybuilder, blijkt ook voor beroepsziekten te kunnen worden gebruikt. Dit model gaat ervan uit dat men bij falen te weten kan komen welk element in de organisatie daartoe heeft geleid.

Het RIVM heeft in de afgelopen jaren een database opgebouwd met lessen voor de preventie van arbeidsongevallen, de zogenaamde Storybuilder-database. In de huidige database zijn circa 27.000 ernstige arbeidsongevallen geanalyseerd op basis van rapportages van de Arbeidsinspectie. De onderzoeksrapporten van de ongevallen zijn met het Storybuilder-model geanalyseerd.
Deze gegevens bieden inzicht in de oorzaken en effecten van een arbeidsongeval.

Een beroepsziekte lopen mensen hoofdzakelijk op als gevolg van de aard van het werk of de werkomstandigheden. Een voorbeeld is het ontstaan van een mesothelioom als gevolg van werken met asbest. Te denken valt verder aan ernstige rug- en schouderklachten, maar ook een burn-out is een beroepsziekte.

Het RIVM heeft twintig dossiers geanalyseerd van Bureau Beroepsziekten FNV. Tien dossiers van mensen met de schildersziekte (OPS/CTE) en tien dossiers van mensen met onherstelbare rugklachten. BBZ FNV ondersteunt werknemers (leden van de FNV) bij het indienen van een aansprakelijkheidsclaim bij de betreffende werkgever, indien een beroepsziekte is ontstaan en gediagnosticeerd. De dossiers die geanalyseerd zijn in dit onderzoek betreffen alleen dossiers waarbij de rechter de werkgever aansprakelijk heeft gesteld. BBZ ontvangt jaarlijks rond de tweehonderd aanmeldingen. Van deze dossiers worden jaarlijks circa dertig tot vijftig werkgevers aansprakelijk gesteld.

Eerste analysemodellen voor beroepsziekten 

Het resultaat van dit eerste onderzoek is dat het mogelijk blijkt om casussen van bestaande beroepsziekten in beeld te brengen met het Storybuilder-model. In dit rapport zijn de eerste conceptversies van Storybuilder-modellen beschreven. Ze zijn nog niet geverifieerd of gevalideerd en de onderzoekers constateren ook dat in de onderzochte dossiers niet alle informatie aanwezig is voor een beter feitenrelaas van het ontstaan van de beroepsziekten,

Beroepsziekten voorkomen

Het RIVM concludeert dat de individuele analyse van een dossier lessen oplevert m.b.t. niet goed werkende maatregelen en falende managementfactoren. Inzicht in falende maatregelen leidt tot direct actief optreden op de werkplek, zoals de aanpassing van een stoel of het aanpassen van plannen en procedures door het management.
Ten tweede maakt de vergelijking van meerdere dossiers patronen zichtbaar die een rol spelen bij het ontstaan van beroepsziekten. Deze bieden aangrijpingspunten voor preventieve maatregelen.
Tot slot levert analyse aan de hand van het Storybuilder-model lessen op die gebruikt kunnen worden voor bijvoorbeeld bewustwording.

Toets de waarde in de praktijk

Het RIVM stelt voor om op basis van deze studie een praktijktoets uit te voeren met arboprofessionals. Een ander voorstel is aanvullende en nu nog ontbrekende informatiebronnen te inventariseren. Als de resultaten bevredigend zijn, is het mogelijk met de huidige modellen het onderzoek  te verdiepen en uit te breiden naar verschillende typen beroepsziekten.

Download hier Leren van beroepsziekten? Een nieuw perspectief verkend. Verkenningsstudie Storybuilder voor Beroepsziekten, RIVM Rapport, 94 p., 11 juli 2017: www.rivm.nl

Meer wijk-GGD’ers helpen verwarde mensen en nemen politie werk uit handen

Het aantal meldingen van verwarde personen die overlast geven is de afgelopen jaren flink toegenomen. Dat komt onder meer doordat mensen die eerder in een instelling verbleven nu zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Deze personen veroorzaken overlast, maar hebben eigenlijk vooral een zorgvraag. De problemen die zich op dit snijvlak van veiligheid en zorg voordoen, blijken in de praktijk lastig onder te brengen bij een hulpinstantie. De kans op escalaties neemt hierdoor toe.

In Haaksbergen gaat in oktober 2017 een wijk-GGD’er aan de slag die de politie werk uit handen gaat nemen. Haaksbergen doet dit in navolging van de gemeente Vught die al sinds 2015 ervaring heeft opgedaan met wijk-GGD’ers. In 2016 blijkt de werkwijze van Vught succesvol uit te pakken. Wijkagent Marcel de Rouw: “Ze nemen ons enorm veel werk uit handen”.
In heel Brabant steeg het aantal melding van 6456 in 2014 naar 7527 in 2015.. In Vught verdubbelde het aantal meldingen sinds 2012. Daarom werd er in 2015 besloten een proef te men met gespecialiseerde GGD’ers die in actie komen om mensen te helpen.

Incidenten, veroorzaakt door verwarde personen in Haaksbergen zijn de afgelopen zes jaar meer dan verdubbeld. In 2011 kwamen er in de gemeente 34 meldingen binnen, nu zijn dat er 83 per jaar. De overlast is heel divers. Sommige mensen schreeuwen, zorgen voor geluidsoverlast, andere mensen zijn agressief. Nu belanden die mensen nog vaak in een politiecel, maar dat is meestal niet de juiste aanpak, aldus Marlous Bruntink van het wijkteam in Haaksbergen: “Soms is er bij de verwarde persoon sprake van een verstoord dag-nachtritme, soms is het medicijngebruik niet goed. Een wijk-GGD’er kan dat met zijn medische kennis beoordelen. Kennis die een agent niet altijd heeft”.
Vught en Haaksbergen zijn slechts twee gemeenten met een toenemend aantal incidenten met verwarde personen. Er is toename in alle gemeenten, in sommige regio’s zelfs explosief. In de regio Oost-Nederland bijvoorbeeld steeg het aantal meldingen in 2016 ten opzichte van 2012 met 78 procent. Apeldoorn noteerde de meeste incidenten: 903 in 2016. Het staat daarmee landelijk gezien op de dertiende plek.

De proef in Haaksbergen loopt tot het eind van 2017. In de maanden daarna hoopt wethouder Annette Nijhuis de resultaten te hebben van het project: “We hopen dat de overlast minder is. Ook voor de mensen zelf”.

Schakelteam personen met verward gedrag

Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) gaf op 6 juni 2017 een toelichting op de in Vught beproefde werkwijze van de wijk-GGD’er tijdens een informatiebeenkomst. De bedoeling is dat deze werkwijze in tien gemeenten wordt ingevoerd. In de zomerperiode beslissen de gemeenten of ze daadwerkelijk aan de proef deelnemen. De volgende bijeenkomst staat gepland voor donderdag 7 september. 2016.

Sinds oktober 2016 bestaat het Schakelteam personen met verward gedrag onder leiding van Onno Hoes dat de opdracht heeft gedkregen gemeenten te ondersteunen en te faciliteren met de invoering van een goed werkende aanpak. De komst van het Schakelteam stond aangekondigd in een brief van 29 september 2016 van het Ministerie van Volksgezondheid aan de Tweede Kamer. Daarin staat ook dat alle gemeenten en regio’s per oktober 2018 dienen te beschikken over een goed werkend systeem voor de ondersteuning van mensen met verward gedrag.

Wijk-GGD’er in Haaksbergen moet politie werk uit handen nemen, RTV Oost, 31 juli 2017: www.rtvoost.nl

De wijk GGD’er, Hart voor Brabant: www.ggdhvb.nl/professional/gemeenten/de-wijk-ggder/

Wijk GGD’er, ZonMw: www.zonmw.nl/nl/onderzoek-resultaten/geestelijke-gezondheid/verward-gedrag/wijk-ggder/

Landelijke invoering werkwijze wijk-GGD’er van start met informatiebijeenkomst, CCV, 7 juni 2017: https://hetccv.nl/nieuws/nieuws-detail/article/landelijke-invoering-werkwijze-wijk-ggder-van-start-met-informatiebijeenkomst/ (Niet meer beschikbaar)
Zie: De wijk-GGD’er is er voor mensen met onbegrepen gedrag, Centrum voor Criminaliteitspreventie en veiligheid – CCV: https://hetccv.nl/onderwerpen/wijk-ggder/

Niemand tussen wal en schip – Schakelprogramma, Schakelteam voor personen met verward gedrag, december 2016: https://vng.nl

Kamerbrief met reactie tweede tussenrapportage Aanjaagteam verwarde personen, Rijksoverheid, 29 september 2016: https://beroepseer.nl

Het lerarenregister zou ondemocratisch zijn. Bijdrage aan de discussie van leraar Patrick Woudstra

De discussie omtrent het lerarenregister lijkt geen einde te kennen en laait af en toe weer op. Patrick Woudstra zet op het Onderwijzerblog een en ander nog eens op een rijtje. Woudstra is leraar in het MBO en was van 2008 tot 2016 opeenvolgend kaderlid en sectorbestuurder bij de Algemene Onderwijsbond (AOb). De gang van zaken omtrent het lerarenregister heeft er onder meer toe geleid dat hij zijn lidmaatschap heeft opgezegd.
Woudstra begint zijn blog met de vraag: Hoe kan het dat een register waar leraren, de Raad van State, de Onderwijsraad, het Bureau ICT Toetsing, de PO-Raad, de VO-Raad en de MBO-Raad op tegen zijn, toch doorgang vindt? Niemand wil het en toch gebeurt het, lijkt het wel.

In vier punten legt Woudstra uitgebreid uit wat er volgens hem schort aan het lerarenregister:

1. Van bovenaf opgelegd of van de beroepsgroep?
2. Doel van het lerarenregister
3. Gevolgen van niet (her)registreren en criteria
4. Het lerarentekort

De Raad van State bracht een advies uit over het wetsvoorstel tot invoering van een lerarenregister dat op 25 april 2016 bij de Tweede Kamer werd ingediend. De Raad van State achtte “de invoering van een verplicht lerarenregister onder de huidige omstandigheden echter prematuur”. De Raad adviseerde eerst de problemen in het onderwijs aan te pakken voordat er maar aan een register gedacht moest worden.

Per 1 augustus 2017 krijgt het nieuwe lerarenregister een wettelijke basis. Zie Wet Beroep Leraar en Lerarenregister: https://beroepseer.nl

Lees de blog van Patrick Woudstra: Het Lerarenregister: niet leren maar registreren staat centraal, Onderwijzerblog, 27 juli 2017: https://onderwijzerblog.wordpress.com

Uit inventarisatie blijkt: Je begint als werknemer op je veertigste al oud te worden

Het zaterdagmiddagprogramma van BNR Nieuwsradio over de arbeidsmarkt begon Thijs Baas met de woorden: “Ik ben 41, word deze zomer 42 en vind mezelf nog ongelooflijk jong. Maar, er zijn mensen die jonger zijn. Wanneer gaat een werkgever mij nou als oud beschouwen? In deze uitzending komen we erachter dat dat eerder is dan je denkt”.

Uit een inventarisatie van BNR Werkverkenners blijkt dat je als werknemer op je veertigste al oud begint te worden voor een werkgever en dat vooral de ‘oudere’ werknemer zelf moet zorgen dat ‘ie aantrekkelijk blijft op de arbeidsmarkt’.

Het is aan de oudere werknemer zelf om vaker het gesprek aan te gaan met de baas, zodat die weet dat je nog barst van de ambitie en meer te bieden hebt dan je ‘rivalen’. Hopelijk dringt ook tot meer bedrijven het belang door van reversed monitoring, waarbij jong én oud kunnen profiteren van meer samenwerking. Want zodra de keuzevrijheid groter is, kiezen werkgevers toch bij voorkeur voor een jongere medewerker, zegt Beatrice van der Heijden, professor Strategisch Personeelsmanagement aan de Radboud Universiteit.

Zelfs als je zelf nog het gevoel hebt dat je nog aan het begin van het echte leven staat, kunnen leidinggevenden je al minder ‘loopbaanpotentieel’ toedichten, zegt Van der Heijden. En dat begint al om en nabij het veertigste jaar – als het meezit. “In de ICT-sector ben je zelfs gemiddeld op je zesendertigste minder flexibel, ambitieus en innovatief, althans: in de hoofden van de leidinggevende. Dat zie je ook als je ze door bepaalde vragenlijsttechnieken een ideale leeftijdsopbouw laat invullen. Men dicht jongere medewerkers meer positieve eigenschappen toe”.

Lees verder op de site van BNR Radio: ‘Veertig is al oud voor veel werkgevers’, 29 juli 2017: www.bnr.nl/nieuws/arbeidsmarkt

Code rood in de zorg: 1100 vacatures in de zorg in Brabant

Zorgmedewerkers verliezen hun baan, verzorgingshuizen sluiten, Bezuinigingen op thuiszorg, Werkloosheid onder zorgmedewerkers is al groot. Dit zijn een paar koppen boven nieuwsberichten in het afgelopen jaar. Wekelijks werden er ontslagrondes door zorgorganisaties aangekondigd.

Maar sinds een half jaar is het tij gekeerd. We krijgen nu koppen te lezen als Zorginstellingen in Brabant slaan alarm: groot personeelstekort!

Het Brabants Dagblad meldt dat er ruim elfhonderd vacatures in de zorg open staan in Brabant en dat aantal loopt snel op. Scholen leiden onvoldoende studenten op en de huidige werknemers verlaten massaal de sector. Tijd voor actie, vinden de directies van 150 Brabantse zorginstellingen, verenigd in Transvorm. Er is sprake van code rood op de arbeidsmarkt.

Huidig personeel zoekt massaal ander werk

Geen handen aan het bed, maar handen in het haar. Het personeelstekort in de zorgsector van Noord-Brabant neemt dramatische vormen aan. De reden: de vraag naar personeel stijgt hard, terwijl huidig personeel massaal ander werk zoekt. Verder kiezen steeds minder jongeren voor een zorgopleiding en dus stokt de instroom van geschoold personeel.

De afgelopen jaren werden duizenden arbeidsplaatsen in de zorg geschrapt. Mensen verloren hun baan en zochten emplooi in andere sectoren. Dat ging vooral om relatief laagopgeleide werknemers, bijvoorbeeld in de thuiszorg. Nu is er schreeuwend behoefte aan hoger opgeleide personeel op mbo- en hbo-niveau.

Om dit probleem aan te pakken, komen de zorgwerkgevers met een actieplan onder de titel ‘Zonder Zorg 2020’. Doel is de instroom van afgestudeerden de komende drie jaren met vijftien procent te verhogen. Dat zijn 1470 extra leerlingen per jaar. Vorig jaar begonnen in Noord-Brabant 9.800 jongeren aan een zorgopleiding. Die doelstelling is ambitieus, geeft Marc Veldhoven toe. De oud-bestuurder van de Veldhovense zorgverlener ZuidZorg is bij Transvorm ‘aanjager’ van dit actieprogramma.

Tegelijkertijd moet de wassende uitstroom van werknemers uit de zorg gestuit worden. In 2012 verlieten jaarlijks 8.790 mensen de zorgsector, 5,2 procent van het totale bestand. In 2016 groeide dat naar 12.600 mensen, ruim 8,2 procent.

Lees het hele artikel in het Brabants Dagblad, Zorginstellingen in Brabant slaan alarm: groot personeelstekort, 1100 vacatures: ‘Dit is code rood’, 26 juli 2017: www.bd.nl

Opbeurende berichten

Op dezelde dag van dit alarmerende bericht over personeelskort in de zorg, konden we op de site van het televisieprograma Zembla lezen hoe de 26-jarige verpleegkundige Tommie Niessen sinds een maand over zijn werk als zzp’er in de zorg schrijft. Uit het niets wist hij 8.500 volgers op Facebook aan zich te binden. Drie scholen hebben gevraagd of de verpleegkundige een gastles wil komen geven en een groot samenwerkingsverband van zorgorganisaties in de regio waar Tommie werkt, wil hem helpen bij het maken van vlogs. “De reacties zijn super. Ik sta ervan versteld. Ik krijg heel veel berichten. Bijvoorbeeld van mannen die mede door mij geïnspireerd zijn om in de zorg te gaan werken. Dat is echt geweldig om te lezen.”

Zie Tommie in de zorg: https://tommieniessen.nl

‘Ik ga echt geen mensen wassen’, zei hij op zijn achttiende, nu schrijft hij erover, Zembla, 26 juli 2017: https://zembla.vara.nl

Verpleegkundige Rebecca Hoekstra schreef op 10 juli 2017 een brief aan toekomstige collega’s. Ze geeft daarin een indringend voorbeeld uit de dagelijkse praktijk als verpleegkundige in het ziekenhuis: “Een ervaring die ik nooit zal vergeten […] Het is nachtdienst en samen met mijn collega krijgen we een zeer benauwde jonge patiënt binnen. Voor de kenners onder ons: COPD IV, saturaties van 70%, patiënt wil onder geen beding op de IC worden beademd. Enfin, ik start de patiënt op en kom al snel tot de conclusie dat wanneer we niet snel starten met een non-invasief beademingsmasker de patiënt het niet gaat redden…”

Lees de hele blog van Rebecca Hoekstra: Beste aanstormende verpleegkundige: Groepsblog Beroepseer, 10 juli 2017: https://beroepseer.nl

 

Hoe scholen de macht terugnamen. Scenario voor het Rotterdamse onderwijs anno 2037 door Ronald Buitelaar

Ronald Buitelaar, schrijver, blogger en twitteraar over onderwijs en opvoeding heeft een scenario geschreven van gebeurtenissen die hebben geleid tot een voorbeeldige vorm van onderwijs in Rotterdam anno 2037. Titel: 2037: Hoe scholen in Rotterdam de macht terugnamen in het onderwijs (en de slag om de kansenongelijkheid wonnen), te lezen op Vers beton, site ‘voor de harddenkende Rotterdammer”. Het begint zo:

“Wie mij in 2017 verteld had dat het Rotterdamse onderwijs zich zó zou ontwikkelen, had ik voor gek verklaard. Dat het roer in twintig jaar tijd zo radicaal om is gegaan was in die tijd ON-VOOR-STEL-BAAR”. De voorzitter van het Rotterdams onderwijsparlement benadrukt elke lettergreep om de Vlaamse journaliste duidelijk te maken hoe bijzonder de afgelopen twintig jaar waren. “En nu wilt u natuurlijk weten hoe het Rotterdamse onderwijs erin geslaagd is om zijn achterstandspositie om te buigen in een voorloperpositie. Ik zal het u vertellen”.

Even verderop in het interview neemt de parlementsvoorzitter een slok water, loopt naar het grote raam met uitzicht op de Hofpleindôme en vervolgt haar betoog: “Het besef drong door dat er iets structureel verkeerd zat in het onderwijssysteem: in plaats van een emancipatiemachine was het een systeem geworden dat verschillen reproduceerde of verergerde. Dubbeltjes werden geen kwartjes meer, maar bleven dubbeltjes of werden in het ergste geval stuivers”.

[…]
……..
“Wat er moest veranderen en hoe dat moest was op dat moment nogal diffuus, maar steeds vaker werd gewezen op de desastreuse rol van de centrale overheid en de schoolbesturen. U moet weten dat de regering het onderwijsbeleid vaststelde en dat schoolbesturen bepaalden hoe dat lokaal vorm kreeg. Dat ging dus zeer top-down”.

[…]

“De meeste Rotterdamse schoolbesturen waren machtige koepels die vaak tientallen scholen bestuurden. Zo vielen onder het openbaar schoolbestuur BOOR 78 scholen voor basis- en voortgezet onderwijs en het katholieke RVKO bestuur beheerde maar liefst 66 basisscholen in Rotterdam en omstreken. Bij een schoolbestuurder moet je dus niet aan een conrector of een directeur denken, nee, dit waren doorgewinterde bestuurders. Zij waren machtiger dan bewindslieden en wethouders en legden feitelijk alleen aan interne toezichthouders verantwoording af. Je kunt je zelfs afvragen of het bestuurders echt lastig werd gemaakt, want ook medezeggenschap van ouders en personeel stelde vaak niet veel voor”.

[…]

“Al met al duurde het nog tot 2027 voordat er iets veranderde”.

[…]

‘Scholen mochten van nu af aan zelf hun personeel aannemen (vroeger deden schoolbesturen dat), kregen de beschikking over eigen financiële middelen en moesten zelf jaarlijks de onderwijsresultaten verantwoorden. Van meet af aan liep er wetenschappelijk onderzoek mee dat zeer gericht monitorde wat er in het onderwijs gebeurde”.

Lees het hele scenario van Ronald Buitelaar: 2037: Hoe scholen in Rotterdam de macht terugnamen in het onderwijs (en de slag om de kansenongelijkheid wonnen), met illustraties van Octavia van Horik, Vers beton, 26 juli 2017: https://versbeton.nl

hoe scholen in rotterdam de macht terugnamen buitelaar

 

Met ‘Duurzaam verbeteren’ willen politieteams betekenisvol handelen en hun werk doen vanuit de bedoeling van hun beroep

omslag politiewerk vanuit de bedoelingBetekenisvol handelen: politiewerk vanuit de bedoeling beschrijft de zoektocht naar manieren om het politiewerk anders en beter in te richten. Het biedt de lezer een pijnlijk inkijkje in het dagelijkse politiewerk op straat en op het politiebureau. Uit de praktijkverhalen blijkt dat de betekenis van het werk voor de burger vaak verloren gaat door procedures, regels en vastgezette patronen. Het goede nieuws is dat de politie bezig is het echte werk weer centraal te stellen. Belemmeringen worden weggeruimd en vastgeroeste patronen doorbroken. Dat dit niet alles in een sneltreinvaart gebeurt is begrijpelijk. Oplossingen kunnen niet gekopiëerd worden van de ene plaats naar de andere. Opgelegde veranderingen mislukken bijna altijd. De veranderingen moeten van binnenuit komen. De methode die daarbij gebruikt wordt is de zoganaamde Vanguard-methode1), bij de politie Duurzaam verbeteren genoemd. De uitgangspunten van Duurzaam verbeteren gelden wél overal in de politieorganisatie.

De auteurs van het boek, Chrétien Felser, Jeanine Nas en Jos van Oosten, schrijven in het Voorwoord hoe de politie te werk is gegaan:

In 2011 maakt de politie voor het eerst kennis met de Vanguard-methode. In Bureau Haarlem-Noord onderzoekt een groep medewerkers een aantal weken lang alle binnenkomende meldingen. Ze ontdekken dat zowel het aantal als het soort meldingen voorspelbaar en stabiel is. Ze merken ook dat de meldingen voor de burger vaak niet optimaal worden afgehandeld en dat er veel tijd verspild wordt. Het merendeel van de meldingen betreft steeds dezelfde groep mensen die bij de politie al bekend is..Werk aan de winkel dus. Maar de tijd voor verandering is niet gunstig, omdat alle aandacht wordt opgeëist door de vorming van de Nationale politie.

In 2014 besluit de leiding van de Eenheid Noord-Holland om het onderzoek voort te zetten. Dit keer ligt de focus op de afhandeling van vvc-zaken via de ZSM-werkwijze. Dat wil zeggen: veel voorkomende criminaliteit zo simpel, spoedig, samenlevingsgericht en selectief mogelijk aanpakken.2)
De vragen die de leiding stelt zijn: Is de huidige afhandeling betekenisvol voor slachtoffer, verdachte en samenleving? Welke contextinformatie is nodig voor een betekenisvolle afhandeling? En hoe zorgt de politie ervoor dat die tijdig op ZSM beschikbaar is? En welke condities hebben politiemensen nodig om de afhandeling maximaal betekenisvol te maken?

Het werk onder een microscoop leggen

In alle tien de basisteams van de eenheid documenteren politiemensen een aantal willekeurige zaken vanaf het moment dat een verdachte is aangehouden of ontboden tot en met het afdoeningsbesluit op ZSM. In totaal worden 34 zaken met 50 verdachten gevolgd. Vervolgens draaien we uit ieder basisteam één zaak vertraagd terug met alle betrokken professionals en organisaties. Systematisch vragen we alle betrokkenen welke kennis zij hadden over de verdachte, het slachtoffer en de situatie op het moment van aanhouding en afhandeling. Het gesprek eindigt steeds met de vraag of – met de kennis die nu aan tafel aanwezig is – het afdoeningsbesluit betekenisvol is geweest. De verhalen die dat oplevert, worden gebundeld in het boekje ZSM Context (december 2014).Het woord vooraf begint met: “Als je een mier onder een microscoop legt, zie je dingen die je niet kende of niet verwacht had. Dat is eigenlijk wat wij ook gedaan hebben. We hebben het werk binnen de Basisteamrecherche en het werk bij ZSM onder een microscoop gelegd, om te zien wat er nu eigenlijk gebeurt. Dan zie je dingen die je niet kende of niet had verwacht. Ook zie je soms de rauwe werkelijkheid, die helemaal niet zo mooi is, maar ook zie je prachtige dingen”.

Vanuit de bedoeling, zonder verspilling, de juiste dingen doen

Inmiddels zijn we twee jaar verder. Op steeds meer plaatsen leggen we het politiewerk ‘onder de microscoop’. Basisteams in Parkstad, Almere en Haarlemmermeer bekijken hun werk op dezelfde manier. We doen dat omdat politiemensen op iedere plek zelf moeten ontdekken hoever hun werk soms is afgeraakt van de bedoeling. Daarbij moeten ze leren zich de vraag te stellen waarom dat zo is. Maar we blijven niet steken in onderzoek. Op basis van de verkregen inzichten gaat ieder team aan het werk om het werk anders en beter in te richten. Niet door te bedenken hoe dat er volgens een ideaalplaatje uit zou moeten zien en dat op te schrijven in protocollen of richtlijnen, maar door veranderingen uit te proberen in het werk. In een levend laboratorium. We gaan aan de slag met een aantal principes als leidraad. Van die zoektocht doen wij verslag. Het is geen project dat op een gegeven moment klaar is, maar een beweging die in gang wordt gezet en zich als een olievlek verspreidt. ‘Duurzaam Verbeteren’ is de naam die voor deze beweging is gekozen. Het motto is: ‘Vanuit de bedoeling, zonder verspilling, de juiste dingen doen’. De resultaten zijn niet volmaakt (en zullen dat ook nooit zijn), maar de ervaringen zijn de moeite waard om te delen. We leggen de mier nog eens onder de microscoop en volgen een aantal zaken. Waar mogelijk laten we ook de slachtoffers aan het woord. Daarna vertellen wij welke experimenten tot nu toe zijn gedaan om het werk op een andere manier te organiseren, en wat dat opgeleverd heeft.

Noten
1) Zie voor meer info over de Vanguard-methode bijvoorbeeld: https://vanguard-method.net
2) DeZSM-werkwijze is in 2008 in het leven geroepen en is bedoeld om de rechter te ontlasten

Klik hier voor downloaden van Betekenisvol handelen – Politiewerk vanuit de bedoeling, door Chrétien Felser, Jeanine Nas en Jos van Oosten, Politieacademie, juni 2017: https://beroepseer.nl

figuur betekenisvol afhandelen politiewerk

Trendcurve biedt ambtenaren een overzicht van 21 trends voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 in Overijssel

omslag trendcurve gemeenteraadsverkiezingen 2018 overijssel Gemeenteraadsverkiezingen gaan over lokale zaken en veel van die lokale zaken worden bepaald door ontwikkelingen die van buiten op gemeenten afkomen. Dan is de vraag: hoe gaat men daarop reageren? Denkt een gemeente: we kijken wel wat ‘t wordt, of kan de gemeente baat vinden bij actief en alert reageren, ook als de ontwikkelingen nog maar pril zijn?
De provincie Overijssel heeft een overzicht laten maken door Trendbureau Overijssel*) die de gemeente in staat moet stellen op een afgewogen manier te reageren op de ontwikkelingen in de komende vier jaar. Deze Trendcurve geeft tevens aan wanneer ontwikkelingen zich langzamer voltrekken dan we over het algemeen denken.
Trends ontwikkelen zich vaak niet langs een rechte lijn. Ze groeien schoksgewijs. Ontwikkelingen waar de kranten nu vol van staan kunnen over een jaar vergeten zijn. Andere trends zie je nu nauwelijks en veranderen de hele wereld in korte tijd. Hoe komt dat?

Sommige trends blijken hypes

Een ontwikkeling voltrekt zich niet in het luchtledige. Er is altijd een bestaande situatie met allerlei dimensies als economische verdienmodellen, gewoontes van mensen, regelgeving en ruimtelijke eigenaardigheden. De werkelijkheid is als een kussen dat de stoten van nieuwe trends opvangt. Het vergt tijd voordat een nieuwe ontwikkeling zich kan ´zetten´ en impact heeft. Neem als voorbeeld de introductie van nieuwe technologie, bijvoorbeeld in de zorg. We kunnen mensen veel langer thuis laten wonen met behulp van nieuwe technieken. Maar mensen moeten de apparaten vertrouwen, verzekeringsmaatschappijen moeten ze vergoeden, glasvezelkabels moeten snel genoeg zijn en verplegend personeel moet er mee om kunnen en willen gaan. Voordat een technologische trend ook echt impact heeft op de werkelijkheid, zijn we daardoor heel wat jaren verder. Een nieuwe ontwikkeling ontstaat vaak in één domein, ontwikkelt zich snel, en krijgt dan te maken met weerstand vanuit de vele andere dimensies van de werkelijkheid die vaak nog geheel ingericht zijn op de oude toestand. Trends lijken wel wat op mensen: eerst is er snelle groei, daarna komt er een periode van reactie en weerstand. Zoals de puber en de wereld aan elkaar moeten wennen, zo wordt een trend geconfronteerd met weerstand. Die weerstand moet worden overwonnen, met andere woorden de trend moet zich zetten. Alleen dan bereikt hij het stadium van volwassenheid. En sommige trends blijken slechts hypes. De Trendcurve geeft aan in welke ontwikkelingsfase de trend zit.

Totstandkoming

De Trendcurve is tot stand gekomen door eerst een grote hoeveelheid trends te benoemen. Dit was een zeer uiteenlopende verzameling, variërend van open data tot aandacht voor voeding en lifestyle. Deze eerste selectie is voorgelegd aan een internetpanel dat bestond uit toekomstverkenners (leden van de Dutch Future Society) en Overijsselse ambtenaren van zowel provincie als gemeenten. Die hebben op basis van hun kennis en kunde de trends gescoord op waarschijnlijkheid en mogelijke impact. De Programmaraad van het Trendbureau Overijssel heeft op basis van de resultaten van deze enquête de uiteindelijke selectie gemaakt. Daarbij zijn de meest zekere en invloedrijke trends geselecteerd, maar ook een aantal meer onzekere trends die ook veel invloed kunnen gaan hebben. Vervolgens is gekeken naar de historische ontwikkeling van de trend, of welke toekomstpaden plausibel zijn. Dat is gebeurd op basis van literatuuronderzoek en bij twijfel zijn ook deskundigen geraadpleegd. Het resultaat is voorgelegd aan een kleine ambtelijke begeleidingsgroep en aan de Programmaraad.

Klik hier voor downloaden van Trendcurve – Een overzicht van 21 trends voor de gemeenteraadsverkiezingen 2018 in Overijssel, juni 2017: https://beroepseer.nl

Noot
*) Het Trendbureau – een initiatief van de provincie Overijssel – is een onafhankelijk bureau dat toekomstverkenningen maakt voor de (politieke) besluitvorming in Overijssel.

 

Wet Beroep Leraar per 1 augustus 2017 van kracht. Kandidaten voor afvaardiging Deelnemersvergadering kunnen zich melden

Per 1 augustus 2017 treedt de Wet Beroep Leraar in werking. Met die wet wordt de professionele ruimte en zeggenschap van leraren vastgelegd en krijgt het nieuwe lerarenregister een wettelijke basis. Het nieuwe lerarenregister wordt per 1 augustus 2018 ingevoerd; andere onderdelen van de wet zoals de zeggenschap van de leraar in de school, het professioneel statuut en de professionele standaard treden per 1 augustus 2017 in werking.

Komend schooljaar is een invoeringsjaar voor het professioneel statuut. In 2017-2018 kunnen scholen werken aan het realiseren van dat statuut; het hoeft er niet op de eerste schooldag van dit nieuwe schooljaar te zijn. De professionele standaard gaat over (nu grotendeels nog ongeschreven) normen en inzichten van goed leraarschap. Ook hiermee gaat de beroepsgroep komend jaar verder aan de slag. Bij het opstellen van het professioneel statuut wordt gevraagd om deze normen en inzichten in acht te nemen. De school hoeft met het opstellen van het statuut dus niet te wachten totdat de professionele standaard op papier staat.

Deelnemersvergadering

Alle leraren die zijn aangemeld in het vrijwillige register zijn lid van de Deelnemersvergadering. Door deze Deelnemersvergadering wordt van 4 september tot en met 24 september een vertegenwoordiging van 24 afgevaardigden gekozen.
De Deelnemersvergadering is een nieuw orgaan. De eerste (24) afgevaardigden van de Deelnemersvergadering krijgen de kans om zelf mede vorm te geven aan de basis van hun takenpakket. Zo moet bijvoorbeeld nog worden besloten hoe er overlegd wordt, waar en hoe contact met alle leraren plaatsvindt.
Ook beslissen en denken de afgevaardigden mee over al lopende trajecten. Zo gaan ze vanaf oktober 2017 aan de slag met het voorstel voor de herregistratiecriteria en de valideringseisen voor professionele activiteiten. Dat geldt ook voor de professionele standaard.

Om kandidaat te kunnen zijn, moet je zijn aangemeld bij het vrijwillige register. Ook moet je drie jaar aaneengesloten werkzaam zijn in de sector waarvoor je je kandidaat stelt. Als je minder dan drie maanden er tussenuit bent geweest, wordt dat niet aangemerkt als een onderbreking. Je moet in de periode van bovengenoemde drie jaar hebben voldaan aan de eisen die de Wet Lerarenregister en registervoorportaal stelt om in het lerarenregister te worden opgenomen. Dit betekent dat je bevoegd moet zijn.

De afgevaardigden krijgen een gezamenlijk budget voor de uitvoering van hun taken. Binnen dat budget bepalen de afgevaardigden zelf de wijze waarop de door hen te maken kosten en tijdsinvestering worden vergoed.

Meer info over de Wet beroep leraar bij Rijksoverheid: www.rijksoverheid.nl

U P D A T E

LIA heeft Onderwijscoöperatie brief gestuurd en eist stopzetting verkiezingen Deelnemersvergadering van Lerarenregister, Blogs Beroepseer, 23 september 2017: https://beroepseer.nl

Kritiek op lerarenregister zwelt opnieuw aan, MBO Today, 29 september 2017: https://mbo-today.nl

Het lerarenregister, 21 september 2017, Aristoidea: https://aristoideablog.wordpress.com

De ongeldige verkiezingen voor het lerarenregister, door Frans van Haandel, Onderwijzerblog, 21 september 2017: https://onderwijzerblog.wordpress.com

Ophef over procedure verkiezingen ‘registerparlement’, MBO Today, 11 september 2017:
http://mbo-today.nl

Nieuwe actie tegen lerarenregister, Leraren in actie, 28 augustus 2017: www.lerareninactie.nl

Het Lerarenregister is Sander Dekkers eerste en laatste succes; een roofoverval, op klaarlichte dag…, door Charlotte Goulmy, Blogs Beroepseer, 11 augustus 2017: https://beroepseer.nl

Het lerarenregister zou ondemocratisch zijn. Bijdrage aan de discussie van leraar Patrick Woudstra, Blogs Beroepseer, 30 juli 2017: https://beroepseer.nl/blogs

René Kneyber nogmaals over het lerarenregister: Een register zonder nascholingsuren, Blogs Beroepseer, 24 mei 2017: https://beroepseer.nl/blogs