Skip to main content

Redactie Beroepseer

Poëzie wordt mooier als je haar samen beleeft. Doe mee op Gedichtendag 2018: donderdag 25 januari

gedichtendag

 

 

 

Traditiegetrouw gaat op de laatste donderdag van januari de Poëzieweek van start met de Gedichtendag. Thema van de Poëzieweek is voor 2018: Theater.
Gedichtendag valt dit jaar op 25 januari. Poezieliefhebbers uit heel Nederland en Vlaanderen passen gedichten toe in het leven van alledag. Voor collega’s of vrienden, in de sociale media, op internet of daarbuiten.

Poëzie wordt mooier als je haar samen beleeft. De Poëzieweek barst van de initiatieven waar men dichtkunst van heel dichtbij kan beleven. Van prijsuitreikingen tot dichtersoptredens en van poëzie op straat tot activiteiten in de boekwinkel, de bibliotheek bij u in de buurt. Op Gedichtendag is er veel media-aandacht, o.a. op Radio 2. De media doen ook mee en klinken die dag ook een stuk poëtischer.

Een van de activiteiten heet Mag ik u vandaag een gedicht voorlezen? Patiënten van het UMC Utrecht krijgen die vraag gesteld door vrijwilligers en medewerkers. Bij een positieve reactie van de patiënt gaan zij een gedicht aan het bed voorlezen. In Theater Diligentia in Den Haag wordt op Gedichtendag de VSB Poezieprijs 2018 uitgereikt, sinds 1992 de belangrijkste prijs voor Nederlandstalige poëzie.

Poëzieweek op school

Leerlingen en studenten van creatieve opleidingen, academies voor beeldende kunst en conservatoria worden door dichter Peter Verhelst opgeroepen samen te werken en iets speciaals te doen: zijn gedichten omzetten of bewerken om ze ‘tot leven te laten komen’. Deelnemers maken een kans op een bijzondere masterclass van Peter Verhelst op hun eigen school. Een jury bepaalt wie de mooiste of beste bewerking heeft gemaakt. Verhelst is de auteur van het poëziegeschenk 2018. Voor deze gelegenheid schreef hij de bundel Wat ons had kunnen zijn. Zie: www.poezieweek.com

Poezieweek op het werk

Instellingen en bedrijven doen ook mee met Gedichtendag. Geïnteresseerden kunnen gebruik maken van de service Kantoorpoëzie. Met handige tips voor op de werkvloer is het niet moeilijk om aan te haken bij de Gedichtendag op een manier die past bij de organisatie: ludiek, sympathiek of vanuit maatschappelijk oogpunt. Zie Poëzie in bedrijf: www.poezieweek.com/bedrijf2018/

Dagdichters

Nederland kent een aantal creatieve dagdichters. Een van hen is Voortrekker van Beroepseer, Guido Rijnja, werkzaam bij de Rijksvoorlichtingsdienst. Hij twittert bijna elke dag een ‘dagdicht’, zo nu en dan vergezeld van een bijpassende illustratie. Een prima manier van communiceren en voor de lezer een inspiratie. Zo kan communiceren ook. Zie: https://twitter.com/GuidoRijnja

Voor wie nog meer dagdichters wil volgen, kijk eens op #dagdicht hashtag on Twitter: https://twitter.com/hashtag/dagdicht?src=hash

Meedoen met Gedichtendag? Ga voor meer info naar: www.poezieweek.com

poezieweek 2018

Dynamische manier van testen helpt kinderen naar vermogen te presteren

Donderdag 11 januari 2018 promoveert Femke Stad aan de Universiteit Leiden. Onderwerp: Dynamic testing and cognitive flexibility.
Bij het leervermogen van jonge kinderen speelt zogeheten ‘cognitieve flexibiliteit’ een belangrijke rol. Kinderen hebben al gauw een streepje voor als ze gemakkelijk tussen verschillende activiteiten wisselen en efficiënt omgaan met feedback. Denk daarbij aan het wisselen tussen plus- en minsommen, of aan de omschakeling tussen taal en rekenen.

Leerpotentieel

Kinderen met een wat zwakkere cognitieve flexibiliteit scoren daardoor vaak wat lager op gangbare toetsen zoals CITO-taken of intelligentietaken. Daardoor worden ze soms snel onderschat in wat ze eigenlijk kunnen leren.  Ontwikkelingspsycholoog Stad ontdekte in haar promotieonderzoek echter dat er wel degelijk mogelijkheden zijn om deze groep kinderen te helpen, zodat ook zij hun leerpotentieel ten volle kunnen benutten.

Constante feedback

Stad ontdekte dat tijdens dynamisch testen het verschil tussen meer en minder flexibele kinderen kan worden verminderd of zelfs tenietgedaan. Kinderen worden tijdens de testafname getraind, bijvoorbeeld in het oplossen van series, en vervolgens wordt hun vooruitgang als resultaat van training gemeten. Tijdens deze training wordt er constant feedback gegeven op de handelingen van de leerling. Hierdoor kun je door dynamisch testen een goed beeld krijgen van hun leervermogen.

Stap-voor-stap

Het onderzoek liet inderdaad zien dat er grote verschillen zaten tussen meer en minder flexibele kinderen wanneer kinderen niet getraind werden: de minder flexibele kinderen in de controlegroep deden het minder goed in hun prestaties dan de kinderen die wél wat flexibeler waren. Dit verschil werd echter teniet gedaan bij kinderen die wel training kregen. De laag flexibele kinderen die training kregen bleken de opdracht na training even goed te kunnen doen als kinderen die hoger flexibel waren. Door deze dynamische manier van testen konden dus ook de kinderen die wat minder flexibel zijn meer van hun leerpotentieel laten zien.

Promotie op donderdag 11 januari 2018. Tijd 16.15 – 17.00 uur
Adres: Academiegebouw, Rapenburg 73, Leiden

Meer info: Kinderen helpen om naar vermogen te presteren, Universiteit Leiden, 5 januari 2018: www.universiteitleiden.nl

Doe mee aan het publieksonderzoek i.v.m. verkiezingen in maart: Wat vindt u van de gemeente?

occ den haag spuikwartier
Met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart 2018 willen de publieke omroepzender NOS en de regionale omroepen graag weten wat de burger belangrijk vindt: welke onderwerpen moeten als eerste worden aangepakt in de gemeente en waarom? Veiligheid op straat, groen in de buurt, ouderenzorg, het inzamelen van afval en parkeerbeleid: het zijn maar enkele van de onderwerpen waar de gemeente over gaat.

Of: wat vindt u bijvoorbeeld van de gemeentelijke herindeling? Heeft u vertrouwen in de politici van uw gemeente? U kunt ook aangeven wat er juist goed is in uw gemeente.

Stemmen is verschil maken. Waar de ene politieke partij meer openbaar vervoer wil, kan een andere willen investeren in meer parkeerplaatsen. Wel of niet meer thuishulp voor chronisch zieken, wel of niet een nieuw gebouw neerzetten? Of juist geld steken in onderwijs? Keuzes te over.

Deel een ervaring, geef voorbeelden. Doe mee aan het publieksonderzoek en vul een korte vragenlijst in: https://nl.surveymonkey.com/r/5XLVFYP

Zie verder: Wat vind jij van de gemeente? Doe mee aan het publieksonderzoek, NOS, 7 januari 2018: https://nos.nl

In 2017 werd er een publieksonderzoek gehouden door de NOS vanwege de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart 2017. Zie voor de resultaten: Publieksonderzoek over politiek: dit vonden jullie, NOS, 24 februari 2017: https://nos.nl/artikel/2159848-publieksonderzoek-over-politiek-dit-vonden-jullie.html

Foto: Naast het stadhuis van Den Haag, gelegen in het Spuikwartier, wordt momenteel gebouwd aan het Onderwijs- en cultuurcentrum (OCC) dat in 2020 klaar moet zijn. Over de bouw is veel te doen geweest in de stad. De bevolking was tegen nieuwbouw, maar de gemeenteraad stemde uiteindelijk voor. De in 1987 geopende Dr. Anton Philipszaal voor concerten en theater en het Lucent Danstheater moesten wijken voor de nieuwe plannen en zijn gesloopt in oktober 2015.

Betere boekhouding overheid geeft burgers hernieuwd vertrouwen in de democratie

Waar blijft het belastinggeld? Het Rijk houdt dat bij met achterhaalde regels. Dat moet anders, vindt Arno Visser, sinds 2015 president van het College van de Algemene Rekenkamer. In een essay, gepubliceerd in Elsevier Weekblad, legt Visser uit hoe het anders moet. De onafhankelijke, in 1814 opgerichte Algemene Rekenkamer is gevestigd in Den Haag en controleert of de uitgaven van de Rijksoverheid rechtmatig en doelmatig zijn gedaan.

Visser begint zijn essay met een citaat van de oud-president van de Algemene Rekenkamer, Saskia Stuiveling, die had opgemerkt dat het ‘Huis van Thorbecke’ meer was gaan lijken op een huis van de grafisch kunstenaar M.C. Escher. Belastinggeld komt nogal eens terecht in‘niemandsland’, een gebied waar de inzet ervan niet of slecht kan worden gevolgd en beoordeeld.
Stuiveling bedoelde ermee dat wat ooit ordelijk was georganiseerd, langzamerhand een bedrieglijke verschijningsvorm had gekregen.

Visser: “Dan is het van belang om eigentijdse, transparante en begrijpelijke spelregels voor de boekhouding van de Staat op te stellen zodat je als belastingbetaler kunt zien of je ‘waar voor je geld’ krijgt.
Vele Europese landen en de private sector werken aan nieuwe spelregels, maar welke stappen zet de Nederlandse rijksoverheid? Wie denkt met boekhoudregels een saai of democratisch irrelevant terrein te betreden zal zich verbazen. Het is een misvatting te denken dat ze slechts voor een enkeling relevant zijn. Een betere boekhouding is een investering in transparantie en vertrouwen.
Het raakt de kern van de democratie en daarmee iedere burger. In de afgelopen tien jaar konden bijvoorbeeld tot tweemaal toe miljarden euro’s tekorten en vervolgens onderhoudsachterstanden ontstaan bij Rijkswaterstaat, zonder dat dit goed zichtbaar werd in de officiële cijfers. Intussen zorgde achterstallig onderhoud voor verergering van schade en voor verkeersmaatregelen met negatieve maatschappelijke effecten. Het gebrekkig boekhoudsysteem was hier mede debet aan”.

Burgers eisten inzicht in de manier waarop het geld was besteed

Visser schetst in zijn essay in het kort de geschiedenis van het boekhouden en de rol van Nederland vanaf de Gouden Eeuw. Nederland stond aan de basis van de ontwikkeling van het moderne boekhouden en het afleggen van financiële verantwoording. In de Republiek werd destijds niet alleen innovatie gestimuleerd, maar ook een directe relatie gelegd tussen de onderneming en investerende burgers. Dat leidde vanaf 1622 tot discussie over de aanwending van het geld. Een groep ontevreden deelnemers aan de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) – wereldwijd de eerste vennootschap met vrij verhandelbare aandelen – publiceerde het Nootwendich discours, waarin zij de Bewindhebbers opriepen om verantwoording af te leggen over de bedrijfsvoering van de 21 jaar daarvoor. Deze burgers eisten inzicht in de manier waarop het geld was besteed en de VOC was geleid.
Enkele Bewindhebbers vulden in die tijd eerst hun eigen zakken en keerden pas daarna geld uit aan de deelnemers. Het gebrek aan transparantie, in combinatie met aanwijzingen voor wanbestuur, leidde tot wantrouwen en burgerlijk verzet. Omstreeks diezelfde tijd werd het moderne boekhouden in Nederland geïntroduceerd.

Een andere boekhoudkundige innovatie – het systeem van de admiraliteiten – is volgens sommige historici een verklaring voor de prestaties van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Het maakte de republiek slagvaardiger dan grote landen als Engeland, Frankrijk en Spanje.

Een goede boekhouding versterkt zowel de besluitvorming als de verantwoording. De informatie die we uit een goed opgezette boekhouding halen helpt een organisatie te besturen. De keuze voor een betere boekhouding, aldus Visser, is dus geen technische keuze, maar een principiële keuze. Het gaat om transparantie en het leggen van de basis voor het optimaliseren van effectiviteit en efficiency in het openbaar bestuur. Het raakt de publieke sector in de kern van het bestaan.

De Nederlandse rijksboekhouding is ouderwets

Met de innovatie is het nu anders gesteld. Nederland blijkt achter te lopen en is afwezig in de internationale discussie. Volgens deskundigen is de Nederlandse rijksboekhouding, anders dan in de Gouden Eeuw, ouderwets. Ze maakt namelijk niet alle relevante financiële informatie zichtbaar voor het parlement.
Visser gaat in op de oorzaak van de huidige, beperkte manier van boekhouden in Nederland die geen volledig zicht geeft op de werkelijke kosten, noch op de financiële positie van de ministeries. Er is daardoor in de boekhouding geen compleet beeld van een besluit en de daaruit voortkomende financiële gevolgen – naast de ontvangsten en uitgaven ook de baten en lasten. De boekhouding maakt ook niet zichtbaar wat de waarde van het bezit van de ministeries en van de Staat als geheel is.

Baten-lastenboekhouding

Visser maakt zich sterk voor de invoering van een baten-lastenboekhouding, volgens hem de basis voor een hernieuwd vertrouwen van burgers in de democratie: “Zo’n eigentijdse boekhouding brengt meer relevante informatie bijeen, maakt het mogelijk geld inzichtelijk te koppelen aan prestaties en maakt burgers en volksvertegenwoordigers beter wegwijs in de staatsuitgaven – vooraf bij de parlementaire besluitvorming en achteraf bij de verantwoording. Wanneer die stap wordt genomen, heeft dat nog een bijkomend voordeel: minder niemandsland, want de belastingeuro is beter te volgen. Naar scholen, en naar zorgaanbieders. Naar gemeenten, provincies en waterschappen”.

Als de baten-lastenboekhouding er komt, wordt de relatie tussen de overheden, hun financiële en bestuurlijke verhoudingen overzichtelijk en krijgen we inzicht in de werkelijke staat.

Voor downloaden van Betere boekhouding, betere democratie, door Arno Visser, 3 januari 2018, ga naar Algemene Rekenkamer: www.rekenkamer.nl

Klik hier voor de Atriumlezing VNG, door Arno Visser, gehouden op 5 oktober 2017, waarin Visser uitlegt hoe de wereld achter de rijksrekening een doolhof is geworden waarin kiezer, volksvertegenwoordiger en bestuurder verdwalen:www.rekenkamer.nl/publicaties/toespraken

Buurtzorg start eigen kennisplatform voor professionele ontwikkeling en scholing medewerkers

Buurtzorg heeft per 1 januari 2018 het collectief lidmaatschap van de Beroepsvereniging Verzorgenden en Verpleegkundigen – V & VN – opgezegd. De V & VN telt tachtigduizend leden. Buurtzorg is een met kleine teams werkende thuiszorgorganisatie die zelfstandig thuiszorg levert. Buurtzorg is opgericht in 2006 door Jos de Blok, de huidige directeur, en gebaseerd op een vernieuwend concept van wijkverpleging en zorg thuis.

Buurtzorg vindt dat V & VN te weinig zou doen voor de wijkverpleging en is ontevreden over het Kwaliteitsregister V&V.
De Blok: “Al jaren vinden we dat V & VN in een aantal opzichten onvoldoende bijdraagt aan de ondersteuning van de wijkverpleging. Dit kan volgens ons beter en sneller”. Ook vindt De Blok dat het Kwaliteitsregister te weinig mogelijkheden voor de ondersteuning van de professionele ontwikkelingen van wijkverpleegkundigen biedt. Daarom wil hij nog voor de zomer een eigen kennisplatform lanceren, alleen voor medewerkers van Buurtzorg en daar vooral gebruikmaken van moderne scholingsvormen en de expertise die al binnen de organisatie aanwezig is.
De Blok: “We hebben specialisten in huis op het gebied van wondzorg, delier, ALS, noem maar op. Deze kunnen natuurlijk prima scholing geven aan verpleegkundigen en wijkverpleegkundigen. Bijvoorbeeld met een klinische les op afstand. Dat gaat sneller, is effectiever en er kunnen veel meer mensen tegelijk aan meedoen”.
Toch is deze nieuwe vorm van scholing geen bezuinigingsmaatregel, zegt De Blok. “We gaan voor meer kennisontwikkeling voor hetzelfde geld”.

Voor de wijk

Per 1 januari 2018 is van start gegaan Voor de wijk,  Nederlandse Beroepsvereniging voor Verpleegkundigen. Doel is professionals die werken in de wijkverpleging op een krachtige manier positioneren in de maatschappelijke gezondheidszorg, met inzet voor kwalitatief goede beroepsuitoefening en het behartigen van de belangen van de beroepsgroep in de meest ruime zin van het woord.
Professionals die in de wijk werken kunnen lid worden.
Voor de wijk gaat een vakbekwaamheidsregister met ‘Ontwikkelpaspoort’ aanbieden, voor alle vakgenoten in de wijk. Dit individuele paspoort geeft de mogelijkheid bij te houden wat men als verzorgende of verpleegkundige heeft gedaan op vakinhoudelijk gebied. Het Ontwikkelpaspoort gaat in per 1 mei 2018.
Voor de wijk is een initiatief van medewerkers van Buurtzorg.

Meer lezen, ook over de reactie van V & VN op de site van:

Nursing: Buurtzorg stopt lidmaatschap V&VN en start eigen kennisplatform, door Nienke Berends, 4 januari 2018: www.nursing.nl

Zorgvisie: Buurtzorg stopt lidmaatschap V&VN, door Carina van Aartsen, 4 januari 2018: www.zorgvisie.nl

Meer info over de beroepsvereniging Voor de wijk: http://voordewijk.nu (site is opgeheven)

U P D A T E

“Wijkverpleegkundigen verdienen een aparte plek”, ZorgenZ, 11 januari 2018: https://zorgenz.nl

Met een minibus en camera op zoek naar beter onderwijs over de grenzen: Wereldlessen

van finland tot singapore onderwijsDe broers Luuk en Erik Ex zijn in september 2017 begonnen aan een reis in een minibus. Met een videocamera trekken ze de grens over om in andere landen een les bij te wonen en daarover te rapporteren als ze vinden dat Nederland daar nog wat van kan leren. Erik is geschiedenisdocent. Luuk is journalist.
Bezocht worden onder meer drie hoog op de ranglijst genoteerde OESO-landen Finland, Singapore en Estland, alsmede Rusland, Oekraïne en Cyprus. De broers maken de videoserie – Wereldlessen – voor De Volkskrant.

Op Noord- en Zuid-Cyprus leren kinderen van jongs af aan elkaar te zien als de vijand. In de bufferzone, op de grens, worden ze samengebracht en leren ze dat hun ideeën en problemen eigenlijk erg op elkaar lijken. In Nederland bestaat ook een kloof, merken de broers op. Kan het onderwijs hier ervoor zorgen dat ook deze kinderen elkaar ontmoeten en hun vooroordelen overboord gooien?
In de Oekraine ontdekken de broers dat vaderlandsliefde en nationalisme op school heel normaal zijn. Erik: “Nationalisme waar ik van ineenkrimp. In mijn geschiedenislessen probeer ik leerlingen te leren wereldburger te zijn”.
Nog een interessante vraag: Is het een goed idee om leerlingen van groep een tot het eindexamen bij elkaar in de klas te houden, zoals in Estland gebeurt?

De eerste aflevering van de serie gaat over een middelbare school in Finland. Zie helemaal onderaan video. Duur 2½ min.

op wereldreis voor beter onderwijs2

De Edyssee – Onderwijsreis van Finland naar Singapore: https://de-edyssee.com (Website is opgeheven).

Wereldlessen: op zoek naar beter onderwijs van Finland tot Singapore, de Volkskrant, 2 januari 2018: www.volkskrant.nl

Over overdrijving in academisch-medische persberichten en de nieuwsmedia

In het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTVG) is een artikel verschenen over de relatie tussen overdrijving in academische persberichten en in de nieuwsmedia. Het is geschreven door vijf auteurs, onder wie  Ionica Smeets, hoogleraar wetenschapscommunicatie aan de Universiteit van Leiden. Op de site van het NTVG staat een samenvatting. Het hele artikel is alleen te lezen voor abonnees.
Doel was het aantal overdrijvingen in pers- en nieuwsberichten tellen en onderzoeken waar in het traject tussen wetenschappelijke publicatie en nieuwsbericht deze overdrijving ontstaat.
Geanalyseerd werden persberichten uit 2015 over gezondheidsonderzoek van Nederlandse universiteiten en universitaire medische centra en de aan die persberichten gerelateerde berichten in de nieuwsmedia.

De resultaten laten zien dat 20% van de persberichten en 29% van de nieuwsberichten overdrijving van de conclusie of causale claim bevatten. Expliciet gezondheidsadvies werd indien aanwezig overdreven in 7% van de persberichten en in 10% van de nieuwsberichten. Wanneer het persbericht een overdrijving van de conclusie of causale claim bevatte, stond in 92% van de gerelateerde nieuwsberichten dezelfde overdrijving. Als de conclusie in het persbericht niet overdreven was, was 6% van de nieuwsberichten overdreven. De relatieve kans op overdreven nieuws bij een overdreven persbericht was 16,08. Bij overdreven persberichten hoorde vaker een nieuwsbericht.

De conclusie is dat overdrijving in gezondheidsnieuws sterk gepaard gaat met overdrijving in het oorspronkelijke persbericht en komt voor bij meer dan 1 op de 5 artikelen. Het monitoren en zo nodig verbeteren van de nauwkeurigheid en juistheid van academische persberichten lijken een belangrijke stap om de kwaliteit van gezondheidsnieuws te verhogen.

Zie: Overdreven gezondheidsnieuws – Relatie tussen overdrijving in academische persberichten en in nieuwsmedia, Joop Schat, Francien G. Bossema, Mattijs E. Numans, Ionica Smeets en Peter Burger, Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 2 januari 2018: www.ntvg.nl

Leren en veranderen in de organisatie met de focus gericht op goed werk

omslag leren in verandering manon ruijtersManon Ruijters had het in haar inaugurele rede bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar ‘Leren, ontwikkelen en gedragsverandering’ aan de Vrije Universiteit Amsterdam over de lerende organisatie, professionele teams en goed werk. De lerende organisatie staat momenteel weer in de belangstelling. Organisaties zijn op zoek naar manieren om hun professionals meer ruimte te geven en regels en protocollen te verminderen. Zelfsturing en eigenaarschap horen daar ook bij. Professionals die als team met elkaar werken aan taken, moeten nu samen zelf gaan bepalen wat de normen zijn voor ‘goed werk’. Zonder norm is geen reflectie mogelijk en dus geen verbetering. Het komen tot gezamenlijke normen blijkt evenwel nog niet zo eenvoudig.
Door deze onzekerheid nemen overbelasting en onderbenutting van professionals toe. Er is sprake van werkdruk aan de ene kant en professionals die aanzienlijk meer in hun mars hebben dan ze kwijt kunnen in hun werk aan de andere kant.

Het is dan ook niet gek aldus Ruijters in haar rede, dat men denkt aan versterking van het lerend vermogen van mensen, teams en de organisatie als geheel. Maar precies hierin ligt de kern van het vraagstuk. De hoop die organisaties vestigen op ‘de lerende organisatie’, op leren en ontwikkelen en op het idee dat leren goed is en dat méér leren beter is, blijkt de gewenste ontwikkeling juist in de weg te staan. Het vormgeven van de lerende organisaties blijkt moeizaam te verlopen.
Het proces van professionalisering leidt niet vanzelfsprekend tot professionaliteit. Uiteindelijk is het niet de organisatie die leert, maar het leren zit ook niet puur in mensen. Het leren in organisaties speelt zich voor een belangrijk deel af tussen mensen en is daar collectief van aard. Het is met name door de te smalle invulling van ‘leren’, dat het werken aan de lerende organisatie vaak de mist ingaat.

De focus richten op  goed werk

Vanwege een te beperkte opvatting over leren, pleit Ruijters ervoor de koers te verleggen en de focus te richten op goed werk. Ruijters in haar oratie: “‘Goed Werk’ is [ …] werk dat van hoge kwaliteit is, maatschappelijk verantwoord en betekenisvol voor de werker.
[…]
Met elkaar opbouwen wat we ‘goed werk’ vinden, waardoor we met elkaar kunnen reflecteren en groeien. Uit eerste onderzoeken op dit vlak blijkt dat teams positiever kijken naar hun prestaties wanneer ze met elkaar normen hebben vastgesteld. Wat daar nog bijkomt is dat deze beelden over goed werk bijdragen aan commitment, vertrouwen in het management en tevredenheid op het werk. Maar het is nog onbekend hoe we teams daarin kunnen begeleiden. Hierin is voor teams en organisaties, voor onderzoek en praktijk nog een wereld te winnen.
[…]
Goed werk geeft een focus voor de lerende organisatie die ons helpt niet te ‘verdrinken’ in het leren en ons wegleidt uit de onvermijdelijke oxymoron van de lerende organisatie. De vraag naar ethiek dwingt ons om ons telkens opnieuw af te vragen of leren op dit moment het perspectief is dat nodig en gewenst is”.

Sluijters eindigt haar rede met de woorden: “Het moge duidelijk zijn dat leren een belangrijk en onafscheidelijk deel uitmaakt van veranderen. Het oog gericht houden op goed werk, zet het ‘leren’ zelf in de verandering”.

Klik hier voor downloaden van Leren in verandering, over de lerende organisatie, professionele teams en goed werk, oratie uitgesproken door prof.dr. M.C.P. Ruijters op 17 november 2017, Vrije Universiteit Amsterdam: https://research.vu.nl/ws/portalfiles/portal/41573816