Skip to main content

Redactie Beroepseer

‘Dwaze zaterdag’: Personeel Bijenkorf voert actie op zaterdag 23/3

Klanten van de Bijenkorf zullen komende weekenden op een positieve manier worden verrast door acties van winkelmedewerkers.  Medewerkers van de Bijenkorf vragen aandacht voor het feit dat hun lonen steeds minder waard worden, terwijl hun kosten voor levensonderhoud en de artikelen in de winkel steeds duurder worden.

Wat is er aan de hand?

Medewerkers van de Bijenkorf zijn trots op hun winkel. Maar ondanks de winsten, de hoge omzetten, en de steenrijke eigenaar van de winkel, weigert de Bijenkorf om een normale loonsverhoging te geven. Het maximale basisloon van een verkoopster die fulltime werkt bedraagt 1750 euro bruto per maand. De medewerkers hebben sinds 2017 geen loonsverhoging gekregen. Na ruim een jaar onderhandelen is de Bijenkorf bereid om de lonen met 1,5% te verhogen. De Bijenkorf wil geen loonsverhoging met terugwerkende kracht. Dus feitelijk komt hun voorstel neer op jaarlijks 0,75% erbij, dat is ver beneden het niveau van de inflatie, die alleen al dit jaar 2,2% bedraagt.

Medewerkers van de Bijenkorf zijn verenigd in BeeUnited/FNV. Zij hebben het afgelopen jaar enkele malen creatieve acties gevoerd. De applausacties in Den Haag en Amsterdam bijvoorbeeld, of de ingezonden brief in het Parool die trending topic werd. Ook dragen veel winkelmedewerkers sinds december een stijlvolle actiebroche tijdens hun werk.

Overigens wil de Bijenkorf een deel van de werknemers een iets hogere loonsverhoging geven. Medewerkers die een ‘3’ of een ‘4’ scoorden in het beoordelingssysteem (PM-systeem), krijgen afhankelijk van hun inkomen een extraatje. Dit omstreden systeem is afgelopen jaar in het nieuws geweest. Achmea is ermee gestopt vanwege de grote mate van willekeur. De FNV vindt bonussen prima, zolang er ook een goede algemene loonsverhoging is voor alle medewerkers.

Waar voeren de medewerkers van de Bijenkorf actie voor?

De winkelmedewerkers willen bovenop de voorgestelde 1,5% een loonsverhoging van 3,5%. ‘Op die manier kunnen we de hogere energierekening, de duurdere huurprijzen en de boodschappen tenminste betalen. Wij werken met hart voor de Bijenkorf. Wij zijn steeds vaker op feestdagen, zondagen en avonden inzetbaar. We hebben zigzagroosters. Wij vinden het tijd dat hier waardering tegenover staat’, aldus een winkelmedewerkster van BeeUnited. De Dwaze zaterdagen worden ondersteund door de actieve ledengroep IKEA.

De eerste Dwaze zaterdagactie vindt plaats op 23 maart 2019 voor de Bijenkorf in Amsterdam, tussen 14.00 uur en 16.00 uur.

Persbericht: BeeUnited/FNV voert Dwaze Zaterdagen in bij de Bijenkorf, FNV, 21 maart 2019: http://persberichten.deperslijst.com/114376/beeunited-fnv-voert-dwaze-zaterdagen-in-bij-de-bijenkorf.html

Personeel Bijenkorf wil meer loon: ‘Het gaat enorm goed met dit bedrijf’, door Sanne Schelfaut, Algemeen Dagblad, 11 december 2018: www.ad.nl

brief het parool bijenkorfactie

Ingezonden brief Het Parool, 29 december 2018

Rapport Visitatie gerechten 2018: kwaliteit rechtspraak wordt bedreigd

De kwaliteit van de rechtspraak in Nederland wordt bedreigd. Door een tekort aan professionele medewerkers, financiële schaarste en gebrek aan visie. Dat constateert de Commissie Visitatie gerechten in het Rapport visitatie gerechten 2018. Goede rechtspraak, sterke rechtsstaat.

De voorzitter van de visitatiecommissie die de kwaliteitszorg van de rechtspraak heeft onderzocht schrijft in het Voorwoord:  “Onze rechtspraak zich zich gesteld voor een belangwekkende, maar niet eenvoudige opdracht. Enerzijds is behoud van deskundigheid, visie, zorgvuldigheid en koersvastheid essentieel, anderzijds is veerkracht vereist: houding, gedrag en vaardigheden zullen moeten ‘meebewegen’ met de moderne samenleving die snel communiceert, via tal van digitale kanalen, die divers van samenstelling is en die bestaat uit mondige burgers met hoge verwachtingen van de kwaliteit van producten en dienstverlening.

De rechtspraak zou, als het goed is, de kenmerken van deze samenleving moeten weerspiegelen, net zoals andere overheidsorganisaties dit proberen te doen: ze zou divers van samenstelling behoren te zijn, toegankelijk, klantgericht, met snel verlopende gedigitaliseerde processen en een goede bereikbaarheid via digitale loketten. De realiteit is dat de rechtspraak anno 2018 nog lang niet aan al deze kenmerken voldoet. Er is dus werk aan de winkel.

De visitatiecommissie 2018 heeft in haar onderzoek gekeken naar wat de achterliggende oorzaken zijn van de diverse knelpunten. Op basis daarvan heeft zij een aantal concrete, constructieve aanbevelingen geformuleerd die de kwaliteit van de rechtspraak verder kunnen helpen”.

Het Advocatenblad schrijft in een reactie op het rapport: “Tempo en aard van de veranderingen die de rechtspraak probeert door te voeren zijn ontoereikend om het vertrouwen van de samenleving in de rechtspraak in de toekomst te waarborgen. Als de rechtspraak niet in staat is in rap tempo te moderniseren, bestaat de kans dat er van buiten wordt ingegrepen. ‘Een breed gedragen visie, een heldere toedeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden en een omgevingsgerichte cultuur zijn dringend nodig om de rechtspraak toekomstbestendig te maken’, aldus de voorzitter van de visitatiecommissie, Joyce Sylvester.
De visitatiecommissie noemt het achterblijven van digitalisering van de interne processen, deels het gevolg van het falen van KEI*), exemplarisch voor de stagnerende modernisering van de rechtspraak. Het is samen met de personele krapte één van de oorzaken waarom rechtszaken onnodig lang duren.

De commissie legt de nadruk op drie problemen. De personele en financiële krapte legt teveel druk op medewerkers. Tekort aan rechters en ondersteunend personeel is structureel, diversiteit ontbreekt.

Er is geen heldere, breed herkenbare visie op de toekomst van de rechtspraak. Hoe taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn verdeeld tussen de gerechtsbesturen en de Raad voor de rechtspraak is onduidelijk.

De gerechten zelf werken onvoldoende samen. ‘Eigenaarschap’ voor het grotere geheel ontbreekt vaak bij medewerkers”.


Noot

*) KEI = Programma Kwaliteit en Innovatie rechtspraak (KEI). Ministerie Veiligheid en Justitie: https://beroepseer.nl
De minister van Justitie en Veiligheid (JenV) en de Raad voor de rechtspraak willen de rechtspraak moderniseren. Dat doen ze samen binnen het programma KEI. De minister heeft hiervoor de benodigde wetsvoorstellen opgesteld. De Eerste Kamer heeft deze voorstellen halverwege 2016 aangenomen. De inwerkingtreding van KEI  verloopt in fasen. Dit gebeurt sinds begin 2017. Het duurt een aantal jaren voordat alle voorstellen in werking zijn. In elke fase wordt 1 soort zaak gedigitaliseerd.
Voortgangsrapportage programma Kwaliteit en Innovatie, december 2017, Raad voor de rechtspraak: https://beroepseer.nl

Rapport visitatie gerechten 2018. Goede rechtspraak, sterke rechtsstaat, Commissie Visitatie Gerechten, maart 2019: https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/Rapport%20Visitatie%202018.PDF

Vernietigend rapport over Rechtspraak, Advocatenblad, 22 maart 2019: www.advocatenblad.nl
Het Advocatenblad verschijnt 10 x per jaar. De redactie verzorgt ook de website en de digitale nieuwsbrief. Het Advocatenblad bestaat honderd jaar en is opgericht 15 januari 1918. www.advocatenblad.nl

Lees ook Reactie NVvR op rapport Visitatiecommissie. NVvR, 22 maart 2018: https://nvvr.org

Samenvatting visitatie gerechten 2018 - 1samenvatting visitatie gerechten 2018 - 2

 

 

 

 

 


U P D A T E

Bossche rechter is bezuinigingen beu en dient ontslag in, door René van der Lee, Brabantsch Dagblad, 23 maart 2019: www.bd.nl

“De politiek heeft niet veel op met
de bescher­ming van het recht”
Alfred Roosmale Nepveu, rechter

Werken met digitale strafdossiers leidt tot fysieke klachten en minder productiviteit bij strafrechters

De Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR) bericht dat er een alarmerend rapport is verschenen over het werken met digitale strafdossiers. Daar waar digitale middelen strafrechters en hun collega’s zouden moeten helpen om het werk efficiënt en kundig te kunnen doen, blijkt de realiteit anders.

Uit een deskundig en onafhankelijk uitgevoerd onderzoek blijkt dat een overgroot deel van de respondenten (84%) fysieke klachten ervaart door het werken met digitale strafdossiers. Daarnaast geeft 60% van de respondenten aan dat hun productiviteit verslechterd is ten opzichte van het werken met papieren dossiers.

Dit zijn schokkende cijfers, die aantonen dat het steeds moeilijker wordt voor de rechtspraak om goed het werk te kunnen doen, onder goede én gezonde omstandigheden. De NVvR ziet in het rapport een bevestiging van de geluiden die vanuit haar achterban reeds klonken en helaas ook van de vrees die al vele malen is uitgesproken rondom digitaal werken. De vereniging zal het rapport nader bestuderen en agenderen voor overleg met de Raad voor de rechtspraak.

Wanneer het volledige rapport openbaar gemaakt wordt is  nog niet bekend.

Alarmerend rapport: invoering digitaal strafdossier veroorzaakt fysieke klachten en verslechtert de productiviteit, Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, 21 maart 2019: https://nvvr.org

Advies Raad van State inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur houdende regels betreffende het gebruik van elektronische stukken (Besluit digitale stukken Strafvordering), Ministerie van Veiligheid en Justitie, Staatscourant, 31 oktober 2016: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2016-57202.html|
Downloaden Naar digitaal werken in de strafrechtsketen. Perspectief en richting (PDF). Klik hier.

Leden van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR) hebben rechtstreeks invloed op de koers van de vereniging; de vereniging wordt door magistraten zelf bestuurd. Het bestuur van de vereniging voert het beleid uit dat is vastgesteld door het hoogste orgaan van de vereniging: de ledenraad.
Naast het bestuur en de ledenraad zijn de leden van de NVvR actief in verschillende commissies die gevraagd en ongevraagd advies kunnen geven.

Dr. Hendrik Muller Prijs voor onderzoekers in de geestes- en sociale wetenschappen

Nomineren voor Dr. Hendrik Muller Prijs voor onderzoekers geestes- en sociale wetenschappen mogelijk t/m half juni 2019

Vanaf 2019 reikt de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) samen met de Stichting Dr. Hendrik Muller’s Vaderlandsch Fonds elke twee jaar de Dr. Hendrik Muller Prijs uit aan een in Nederland werkzame mid-career onderzoeker die een duurzame band met Nederland heeft en zich bijzonder verdienstelijk maakt op het gebied van de geesteswetenschappen of sociale wetenschappen. De onderzoeker is in het jaar van nominatie niet langer dan 15 jaar geleden gepromoveerd en heeft een aanstelling bij een Nederlandse universiteit of een Nederlands onderzoeksinstituut.

De Stichting Dr. Hendrik Muller’s Vaderlandsch Fonds in Den Haag heeft deze nieuwe prijs in 2019 ingesteld. De prijs bestaat uit een bedrag van 25.000 euro en is bestemd voor het mede-financieren van een onderzoeksproject naar keuze van de laureaat.

Het Fonds is vernoemd naar dr. Hendrik Pieter Nicolaas Muller (1859-1941), een Nederlandse zakenman en diplomaat. Na een geslaagde carrière in het Rotterdamse zakenleven was Hendrik Muller van 1919 tot 1924 gezant in Roemenië en van 1924 tot 1932 gezant in het voormalige Tsjecho-Slowakije. De Dr. Hendrik Muller prijs is de opvolger van de Dr. Hendrik Muller Prijs voor de Gedrags- en maatschappijwetenschappen die werd uitgereikt van 1991 tot 2017.

Nominatie en uitreiking

De volgende personen en instellingen kunnen nominaties indienen:

  • Colleges van bestuur van Nederlandse universiteiten
  • Faculteitsdecanen van Nederlandse universiteiten
  • Directeuren van Nederlandse onderzoeksinstituten op het gebied van de geesteswetenschappen en de sociale wetenschappen
  • Leden van de KNAW, leden van de Raad voor Geesteswetenschappen en leden van de Sociaal-Wetenschappelijke Raad van de KNAW.

Nomineren voor de Dr. Hendrik Muller Prijs 2019 is mogelijk tot en met 15 juni 2019.
Maak daarvoor gebruik van het nominatieformulier op de site van KNAW: https://knaw.nl/nl/prijzen/prijzen/hendrik-muller-prijs
Meer info bij KNAW: https://knaw.nl

Openbare mail van Kim van Strien van VO in Actie aan Minister Arie Slob van Onderwijs

Kim van Strien, initiatiefneemster van VO in Actie schrijft op 18 maart 2019 in het kader van #mailArie een openbare mail aan minister Arie Slob van Onderwijs:

Geachte heer Slob,

Afgelopen vrijdag stond ik op het Malieveld met ruim 40.000 anderen. Daar stonden wij niet voor de gezelligheid, wij stonden daar omdat we een serieus probleem hebben in het onderwijs.

Het lerarentekort is gigantisch; scholen zijn genoodzaakt om een vierdaagse schoolweek in te voeren, onbevoegden voor de klas te zetten en zelfs een klas op te heffen, omdat er simpelweg geen leraar te vinden is. Op middelbare scholen worden vakken maar geschrapt bij gebrek aan leraren.

De werkdruk in het onderwijs is hoog, dat is u reeds bekend. 1 op de 4 leraren krijgt te maken met burn-outklachten. We zien dat in het VO 31% van de startende leraren het onderwijs binnen 5 jaar verlaat, veelal door die werkdruk. Leraren besluiten om maar part-time te gaan werken, omdat het fulltime niet vol te houden is. Niet als je kwaliteit wil leveren.

Zelf werk ik al de nodige jaren fulltime als lerares Frans in het VO en ik moet geregeld kiezen voor het geven van een matige les, omdat ik niet wil kiezen voor de burn-out. Mijn leerlingen verdienen die matige les niet, zij verdienen een top les die aansluit bij hun behoeften. In mijn jaren als fulltimer heb ik meerdere malen op het punt van instorten gestaan, huilend aan mijn bureau gezeten omdat ik het niet meer aan kon, alles niet meer overzag. Inmiddels kan ik alleen nog de conclusie trekken dat ik niet meer fulltime kan en wil werken in het onderwijs. Minister Slob, dat doet pijn.

Wat ook pijn doet is het gevoel absoluut niet serieus genomen te worden door het kabinet en u als minister. Het onderwijs verzuipt en het ministerie komt met een brochure*) en dat moet het zijn. De leerlingen verdienen goed onderwijs, voor hen stond ik vrijdag op het Malieveld. Voor hen stuur ik u deze mail. Voor hen zal ik blijven strijden voor beter onderwijs.

Ik reken op u!

Hartelijke groet,

Kim van Strien

 

*) Downloaden brochure Ruimte in regels: https://beroepseer.nl/

Kims post, Blog Kim van Strien, waarop info over de voortgang van de actie #mailArie: https://kimspost.home.blog

VO in Actie: https://voinactie.nu (website is niet meer actief)

#MailArie – als staken niet genoeg is, door Michelle van Dijk, Blog Michelle van dijk schrijft, 18 maart 2019: https://michellevandijkschrijft.nl

Open brief aan minister Slob, Weblog van Steven Geurts, 18 maart 2019: https://stevengeurts.wordpress.com

 

Het is tijd voor verpleegkundigen hun stem in de bestuursgelederen van de zorgorganisatie te laten horen

Wendela Hingst, voorzitter van de raad van bestuur van Dianet schrijft in haar blog op Zorgvisie over zelfmanagement van de verpleegkundige. Dianet is een organisatie voor dialysezorg. Zorgvisie is een magazine voor nieuws en achtergrondartikelen in de gezondheidszorg.
Hingst wil de stem van de verpleegkundige laten doorklinken in het beleid van de zorgorganisatie. Ze vraagt waarom artsen wel een stem hebben en verpleegkundigen niet? Ontgaat het de mensen soms wie het leeuwendeel van de zorg leveren?

‘Waar inhoud ontbreekt, ontstaan managers’

Hingst begint haar blog met een citaat van een medisch specialist:
Hingst: “Hij vond het echt tijd dat artsen een grotere stem kregen in zijn ziekenhuis via het medisch specialistenbedrijf. En natuurlijk, zorgprofessionals weten uitstekend hoe de zorg beter kan. Het gebruiken van die kennis vergroot de autonomie, en daar wordt werk leuker van. Maar waar artsen hun invloed met grote vanzelfsprekendheid opeisen, is het voor verpleegkundigen een ander verhaal.

Zo was ik enkele jaren terug getuige van een presentatie over verpleegkundig leiderschap door hoogleraar Verplegingswetenschappen Marieke Schuurmans. Haar gehoor bestond uit verpleegkundigen die overwogen in hun ziekenhuis een Verpleegkundige Adviesraad (VAR) op te richten. De casuïstiek die Schuurmans presenteerde was overtuigend, haar appèl aan de collega’s krachtig. Aan het einde was het even stil. Een van de verpleegkundigen stond op en vertelde bewogen te zijn door het verhaal van Schuurmans. En daarna: ‘Wilt u dit verhaal aan onze collega’s komen vertellen?’ De hoogleraar was kordaat: ‘Ik geef je mijn presentatie, dan kun je je eigen verhaal vertellen.’

Deze bescheidenheid, of moet ik zeggen terughoudendheid bij ervaren verpleegkundigen trof ik in 2016 ook bij mijn aantreden als bestuurder bij Dianet, categoraal ziekenhuis voor dialysezorg. We helpen nierpatiënten in onze centra in Utrecht en Amsterdam, en bij hen thuis in het grootste deel van Nederland.
Het organisatiemodel was kort voor mijn komst aangepast om de medisch specialisten een leidende rol te geven. Niemand vroeg zich af of ze daar klaar voor waren. De verpleegkundigen, toch driekwart van onze medewerkers en verantwoordelijk voor 95 procent van de zorg, ontbraken in het plaatje. En belangrijker: niemand leek erover te vallen”.

Duidelijke stem in de organisatie

Maar Hingst deed dat wel. Het was niet meer dan vanzelfsprekend dat de verpleegkundigen van Dianet een duidelijke stem kregen in de organisatie: “De eerste ingreep was een enthousiaste, getalenteerde verpleegkundig directeur aantrekken met heldere ideeën over de noodzaak van de verpleegkundige stem en het organiseren van betrokkenheid. Zij nam plaats in ons directieteam en organiseerde brainstormsessies over organisatieveranderingen voor onze verpleegkundigen en regiobijeenkomsten voor onze thuismedewerkers in het land”.

Lees de hele blog Zelfmanagement, de verpleegkundige stem bij Dianet, door Wendela Hingst, Zorgvisie, 13 maart 2019: www.zorgvisie.nl

Bijeenkomst over ‘eigenaarschap’

Op donderdag 18 april 2019 neemt Wendela Hingst deel aan een bijeenkomst van Zorgvisie over ‘eigenaarschap als instrument om medewerkers te binden in de huidige arbeidsmarkt’.
Op die datum vindt ook de uitreiking plaats van de prijs voor de Zorgmanager van het Jaar.
Zie voor info en details: www.zorgvisie.nl

Korte terugblik debat in De Balie over oprichting lerarencollectief. Leraar, durf te claimen!

Thijs Roovers, Jan van de Ven en René Kneyber hebben in De Balie in Amsterdam op 13 maart 2019 tijdens een Mijn idee voor onderwijs-sessie hun ideeën toegelicht over de oprichting van een Lerarencollectief, een laagdrempelige beroepsgroep voor alle leraren. Afgebakende plannen zijn niet gepresenteerd, de initiatiefnemers onderzoeken eerst of er draagvlak voor is en welke functies een beroepsorganisaties nodig heeft. Een belangrijke bestaansreden voor een beroepsvereniging is bijvoorbeeld de toezichthoudende functie. Wie mag er voor de klas?
Bij 10.000 steunbetuigingen, per 1 juni ingeschreven, gaan de initiatiefnemers aan de slag voor realisering.

Van de Ven en Kneyber hebben al eerder hun ideeën uiteengezet in een open brief gericht aan Alexander Rinnooy Kan. Rinnooy Kan onderzocht in 2018 mogelijkheden voor de opvolging van de Onderwijscoöperatie die per 1 januari 2019 zou worden opgeheven. Oorzaak van opheffing was onder meer het mislukken van de poging om te komen tot een wettelijke verplicht nationaal lerarenregister. In de praktijk bleken de leraren zo’n register niet te willen. Maar wat dan wel?

Website Lerarencollectief

Intussen is er een website voor het toekomstige Lerarencollectief actief – Leraar durf te claimen! – waar leraren terecht kunnen voor steunbetuiging aan het voorstel: “Met het lerarencollectief claimen we onze positie in het onderwijskrachtveld. Zo blijft elke leraar laagdrempelig op de hoogte van alle ontwikkelingen, heeft élke leraar inspraak en zorgen we ervoor dat het vak weer van ons wordt“.
Het is belangrijk te komen tot een communicatieve afstemming op elkaar, voor succesvolle samenwerking van, voor en door de leraren. https://lerarencollectief.nl

Reacties

  • Een juf (zij noemt zichzelf zo) twitterde op de avond in de Balie de hamvraag: “Blijven we een bal of worden we een speler?” daarmee de woorden van Van de Ven  benadrukkend: “Leraren zijn de bal in plaats van een speler in het veld. Willen we een speler worden, dan moeten we ons verenigen”.
  • Een docent wiskunde twitterde dat met Roovers, Kneyber en Van de Ven het Lerarencollectief een paar goede voormannen heeft.
  • Leraar Eddy Erkelens, beheerder van de website Lerarentekort is nu, en maker van de site van  het Lerarencollectief twitterde: “Beroepseer, leerkrachten moeten professionaliseren. Niet omdat het moet vanwege een register maar omdat we het niveau hoog willen hebben. En omdat het bij het beroep past”.
  • Arjan van der Meij, leraar natuurkunde en een van de pioniers van de Makersbeweging in Nederland, stelde in zijn tweet de terechte vraag: “Waarom spelen de leraren geen rol in de accreditatie van lerarenopleidingen?”
  • En, hoe mooi is het een spontane tweet te lezen, “Ik doe mee”, van een leraar Nederlands.
  • Een onderwijsadviseur vond het verhaal van de initiatiefnemers eigenlijk heel logisch: “Een inclusieve beroepsvereniging van, voor door leraren die ontwikkeling onderwijs en beroep claimen”.
  • Hester IJsseling, lector op een Pabo twitterde dat ze de ontwikkelingen rond het lerarencollectief met behoedzame belangstelling volgt, en in een andere tweet: “Soms moet je een bom laten ontploffen om iedereen wakker te krijgen en kun je pas daarna genuanceerd en kalm in gesprek. Als Lerarencollectief iets kan, is het wakker schudden. Ik draag graag m’n steentje bij aan het voeren van het maatschappelijk gesprek”. IJsseling gaf ook wijze raad mee, en dat is best nodig in een tijd van radicale gelijkhebberij: “Moge ook het lerarencollectief zich hoeden voor de waan van het eigen gelijk” en “Moge het nooit in beton gegoten worden en een vloeiende beweging blijven. Een platform voor het maatschappelijk gesprek van leraren en andere belanghebbenden over wat het onderwijs van ons vraagt – dat kan ik alleen maar toejuichen”.
  • Jelmer Evers, nog zo’n pionier en voortrekker in het onderwijs, twitterde: “Mooie discussie in De Balie volgens mij over het lerarencollectief. Ik ben de afgelopen jaren tot een iets andere conclusie gekomen, maar ondersteun wel elke stap naar een sterke beroepsgroep. Linksom of rechtsom: ‘leraren aller landen verenigt u!’”

Thijs Roovers heeft al een blog geschreven waarin hij terugkijkt op de avond in De Balie: Wel mijn register! (14 maart 2019): http://blog.meesterthijs.nl/#post7 (website is opgeheven)

Lerarencollecltief: https://lerarencollectief.nl/

Nuttige literatuur

PO in Actie wil polder opschudden met nieuwe lerarenbeweging, Ilse Zeemeijer enRik Winkel, Financieele Dagblad, 13 maart 2019: https://fd.nl

‘Het is Internationale Vrouwendag en het kan me niets schelen’, Charlotte Goulmy, Blogs Beroepseer, 8 maart 2019: https://beroepseer.nl

Leraar Jelmer Evers heeft zich verkiesbaar gesteld voor dagelijks bestuur Algemene Onderwijsbond, Blogs Beroepseer, 12 februari 2019: https://beroepseer.nl

Lerarenregister: organiseer het zelf!, Theo Wubbels en Jan van Tartwijk, Didactief, 5 november 2018; herzien op 14 maart 2019: https://didactiefonline.nl

Open brief van René Kneyber en Jan van de Ven aan de heer Rinnooy Kan n.a.v. voorstel over versterken beroepsgroep leraren, Blogs Beroepseer, 28 september 2018: https://beroepseer.nl

René Kneyber: “Hoe het nu verder moet met de Onderwijscoöperatie. Mijn onbescheiden mening…”, Blogs Beroepseer, 27 oktober 2017: https://beroepseer.nl

“Leraren aller landen verenigt u!” Een voorzet om onze beroepsgroep te vernieuwen, Jelmer Evers, Blogs Beroepseer, 11 november 2017: https://beroepseer.nl

Jelmer Evers over autonomie en vakmanschap van de leraar en een internationaal lerarennetwerk, door Christiaan van Kasteel, Blogs Beroepseer, 1 juni 2017: https://beroepseer.nl/

Hester IJsseling over ‘De ontsnapping van de leraar’: Zelf initiatieven ontplooien die goed onderwijs dichterbij brengen, Blogs Beroepseer, 10 mei 2017: https://beroepseer.nl

Onderwijsmanifest gepresenteerd door de ‘Meesters met dromen’, Blogs Beroepseer, 22 februari 2019: https://beroepseer.nl

Mijn idee voor onderwijs. Met Jan van de Ven, Thijs Roovers en Rene Kneyber, De Balie, 13 maart 2019: https://debalie.nl/agenda/mijn-idee-voor-onderwijs-2/

Videoverslag van debat Mijn idee voor onderwijs: https://debalie.nl/debalie-tv/mijn-idee-voor-onderwijs/# (Video is niet meer beschikbaar)

Lerarentekort is nu: https://lerarentekortisnu.nl
Website Lerarentekort is nu is gestaakt per september 2020. Zie: www.telegraaf.nl/nieuws/1210097159/ministerie-wil-niet-weten-hoe-het-zit-met-lerarentekort

 

U P D A T E

Nieuwe beroepsvereniging voor leraren start in 2020, Onderwijsland, 30 april 2019: www.onderwijsland.com

Klik hier voor de brief van 26 april 2019 aan minister Slob van Onderwijs van Jan van de Ven, Thijs Roovers en René Kneyber over beroepsgroepvorming van het Lerarencollectief.

Staken en een echte vertegenwoordiging van de beroepsgroep leraren, door Jan Lepeltak, Kominsky Post, 15 maart 2019: https://komenskypost.nl/?p=4580

Verslag debat tussen actiegroep WOinactie en minister Ingrid van Engelshoven van Onderwijs: “Verdeling eerste en tweede geldstroom staat ter discussie”, door Sicco de Knecht, Science Guide, 14 maart 2019: https://www.scienceguide.nl

Meesterlezer over Het lerarencollectief, 14 maart 2019: https://meesterlezer.wordpress.com/?s=Het+lerarencollectief

Lerarencollectief, De Balie, Amsterdam, Jan van de Ven

Lerarencollectief, de Balie, Amsterdam, René Kneyber

Mijn idee voor onderwijs-sessie in debatcentrum De Balie in Amsterdam op 13 maart 2019.
Op foto helemaal
bovenaan Thijs Roovers; midden Jan van de Ven; onderaan René Kneyber

U P D A T E

Persbericht Het Lerarencollectief stopt! 29 juni 2023.  https://beroepseer.nl

Tussenrapportage over curriculumherziening blinkt uit in vage en onduidelijke taal

Op de site van het onderwijsvakblad Didactief schrijft Martin Ringenaldus over ‘het vierde tussenproduct’ van de ontwikkelgroep Engels/MVT (Moderne vreemde talen) van Curriculum.nu, de zogenoemde bouwstenen.*) Martin Ringenaldus is docent Duits op Regionale Scholengemeenschap Goeree-Overflakkee in Middelharnis. Hij won in januari 2019 de aanmoedigingsprijs van de Onderwijsraad voor zijn blog Hoe valide is het eindexamen Duits?

Als leraar Duits wil hij dat het curriculum antwoord geeft op de vraag wat hij als leraar precies moet onderwijzen, in welke volgorde en binnen welk tijdsbestek: “Groot is mijn teleurstelling dat tot nu toe slechts de conceptbouwstenen bij één thema uit het conceptraamwerk zijn opgeleverd, het thema ‘creatieve vormen van taal’. Waarom dit als eerste is uitgewerkt, is overigens onduidelijk.

Ik lees dat de ‘bouwstenen de benodigde kennis en vaardigheden bij de grote opdrachten (beschrijven)’. Mooi, denk ik, dan volgt straks een beschrijving van de kennis die ik moet onderwijzen. Maar in de volgende zin lees ik: ‘De bouwstenen vormen uiteindelijk, samen met de visie en de grote opdrachten, input voor de herziening van de kerndoelen en eindtermen.’ Huh? Dus er worden eerst bouwstenen ontwikkeld om later vast te stellen naar welke kerndoelen en eindtermen die toewerken? Is dat niet de omgekeerde wereld? Je stelt toch eerst een doel?

Vervolgens staat er: ‘Het is belangrijk dat de inhoud van het onderwijs tegemoet komt aan de eisen die nu en in de toekomst gesteld worden aan mensen.’ Die eisen laten zich toch niet voorspellen? Zo’n voorspelling blijft een gok. Kunnen we wel op voorhand vaststellen wat de inhoud van het onderwijs moet zijn en welke kennis overgedragen moet worden?”

Vaardigheden

Volgens Ringenaldus is er een groot probleem wat betreft de vaardigheden die zouden worden losgekoppeld van een vak. Hij citeert de Engelse leraar en onderzoeker Dylan Wiliam: ‘Iedere 21e-eeuwse vaardigheid moet voor ieder vak apart worden onderwezen.’
Ringenaldus: “Leerlingen moeten over het vak kunnen praten, er samen in groepen aan kunnen werken, creatief zijn in dat vak, er kritisch over kunnen nadenken en er problemen in kunnen oplossen. En dat voor wiskunde, voor taal, voor zaakvakken, et cetera”.

Curriculum.nu denkt daar anders over en legt in onbegrijpelijke taal uit waarom. Ringenaldus: “Hier wordt een jargon gebruikt waar ik geen touw aan vast kan knopen”.
Er is inderdaad geen touw aan vast te knopen. Er staat: “Vijf grote opdrachten beschrijven de inhoud van het leergebied Engels/MVT vanuit communicatief, intercultureel en (meta)cognitief perspectief. De drie perspectieven maken het mogelijk om zowel de communicatieve als de inhoudelijke componenten van het talenonderwijs in samenhang te belichten”.
(N.B.: het vak Duits valt voorlopig binnen het leergebied Engels/MVT).

De inhoud is moeilijk samen te vatten. Ringenaldus doet een poging, maar het wordt niet duidelijk wat er concreet is bedoeld. “Het duurt tot pagina 7”, aldus Ringenaldus, “van het vierde tussenproduct voordat er eindelijk een omschrijving van kennis en vaardigheden volgt”.
Een opsomming van zes punten voldoet ook niet.

Die dispensorische Erziehungstheorie

Na vier ontwikkelsessies en vier tussenproducten van Curriculum.nu is Ringenaldus nog niet veel opgeschoten. Hem lukt het niet “om ook maar een voorzichtige inschatting te maken van hoe het curriculum er straks daadwerkelijk uit komt te zien. Het ontwikkelteam construeert ogenschijnlijk samenhangende zinnen met zoveel jargon dat het heel interessant en professioneel overkomt, maar feitelijk niets meer brengt dan vaagheid en onduidelijkheid”.
Dit alles doet hem sterk denken aan ‘die dispensorische Erziehungstheorie’: “Op 30 oktober 1981 verscheen in de Duitse kwaliteitskrant die Zeit een stuk met de titel Der Gipfel der Gläubigkeit – Wie eine Nonsens-Theorie ernst genommen wird. De schrijver, Wolfgang Meyer, behandelde in zijn les op uitvoerige wijze het essay Erziehung nach Auschwitz van Adorno en merkte daarbij dat examenleerlingen op basis van de inhoud niet verbijsterd waren, maar de ellende van het fascisme op gelijke wijze tot zich leken te nemen als bijvoorbeeld de structuur van een moderne roman. Hij besloot een tekst te construeren die bol stond van clichés, onjuistheden, onsamenhangende en betekenisloze zinnen die in een pseudowetenschappelijke vorm werden gegoten. Deze tekst kreeg de titel die dispensorische Erziehungstheorie. Hij legde de tekst aan zijn leerlingen voor en zei erbij dat het ging om de nieuwste wetenschappelijke theorie op het gebied van opvoeding. In de les bespraken ze de doelen van deze theorie, het mensbeeld van de theorie, de wetenschapstheoretische en filosofische achtergrond van deze theorie en haar methode. Geen van zijn eindexamenkandidaten doorzag de onzin van de tekst. Het huiswerk bij de tekst werd braaf gemaakt”.

Het gaat nog verder met die dispensorische Erziehungstheorie. Lees de hele blog van Martin Ringenaldus: Curriculum.nu en de kleren van de keizer, Didactief Online , 12 maart 2019: https://didactiefonline.nl

De les uit Ringenaldus blog: “Als je maar voldoende vaktermen in een schijnbaar samenhangend geheel plaatst, het voor zoete koek zal worden aangenomen. Niemand zal erkennen dat men de tekst niet goed begrijpt. Minister Slob is gewaarschuwd”.

Noot
*) Een curriculum is een landelijk verplicht onderwijsprogramma: de vakken en de inhoud ervan. De Rijksoverheid stelt het curriculum formeel vast. De overheid, scholen en leraren geven samen vorm aan het curriculum, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid.
Het huidige curriculum stamt uit 2006. Het is sindsdien wel aangepast op losse punten, maar niet goed genoeg met de tijd meegegaan.Vanaf november 2014 wordt er door het hele onderwijs
nagedacht over het onderwijs van de toekomst. Leraren, wetenschappers, leerlingen en schoolbestuurders, maar ook ouders, ondernemers en maatschappelijke organisaties..
In januari 2016 verscheen het eindadvies ‘Ons Onderwijs 2032’. De Onderwijscoöperatie en een regiegroep onderzochten of het eindadvies haalbaar is. De conclusies zijn in november 2016 aangeboden aan de staatssecretaris. Op 20 april 2017 keurde de Tweede Kamer de curriculumherziening goed.

In 2018 denken negen ontwikkelteams na over de vakgebieden: digitale geletterdheid, Engels, Nederlands, rekenen & wiskunde, burgerschap, bewegen & Sport, kunst & cultuur, mens & natuur, mens & maatschappij.
Elk team bestaat uit ongeveer zes leraren uit het primair onderwijs (po), zes leraren uit het voortgezet onderwijs (vo) en twee schoolleiders. Aan elk ontwikkelteam worden ongeveer zes scholen uit po en vo gekoppeld.
Zij werken momenteel aan de uitwerking van zogenoemde ‘bouwstenen’ per leergebied; zij bedenken wat leerlingen moeten kennen en kunnen, en wat thuishoort in het onderwijscurriculum van alle leerlingen. Tijdens diverse bijeenkomsten vragen de teams om feedback op de tussentijdse ideeën. Dat gebert ook online.

In het voorjaar van 2019 ronden de ontwikkelteams hun werk af. De bouwstenen worden medio 2019 naar de Tweede Kamer gestuurd. Met de opbrengst van dit ontwikkelproces worden kerndoelen en eindtermen voor negen leergebieden geactualiseerd in de wet.

De voortgang van de ontwikkelteams, de tussenstand van de opgehaalde feedback – ‘tussenproduct’ genoemd – is te volgen op https://curriculum.nu
De vijfde ontwikkelfase is half februari 2019 begonnen: https://curriculum.nu/agenda

Ministerie VWS introduceert Newspeak-term: ‘datasolidariteit’

Het ministerie van VWS probeert met het begrip datasolidariteit het vertrouwen van de bevolking te winnen om hun medische data (gegevens) niet meer als privé eigendom te beschouwen maar als publiek eigendom. Huisarts in ruste en ict-expert W.J. Jongejan legt op zijn site Zorg ICT zorgen uitgebreid uit wat er aan de hand is.
Hebben we hier te maken met een nieuwe term van Newspeak, of doublespeak, de taal die, volgens de dystopische roman 1984 van George Orwell wordt gebruikt om de gedachtevorming van de bevolking te manipuleren en te beheersen? De bedoeling van Newspeak is dat de burger nog slechts politiek correcte uitspraken kan doen. Alle het regime ongewelvallige termen ontbreken immers en maken geen deel meer uit van de gangbare woordenschat.

Introductie van de term datasolidariteit

Jongejan schrijft dat minister Bruins van het ministerie van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport (VWS) 15 november 2018 de term datasolidariteit introduceerde in een Kamerbrief.
In de toelichting, getiteld Data laten werken voor gezondheid – Een kwestie van gewaarborgd vertrouwen, staat uitgebreid beschreven hoe data van meerwaarde voor onze gezondheid zijn. In feite zijn data ‘de nieuwe auto’s’:

“De exponentiële groei en het gebruik ervan kan worden vergeleken met de opkomst van de auto in Nederland. In het begin kan slechts een beperkte groep er goed gebruik van maken, maar de rest van de maatschappij ziet de auto’s wel in toenemende mate rondrijden. Na verloop van tijd heeft de auto een vormende werking op de maatschappij: steeds meer mensen maken er gebruik van, er komen meer en drukkere wegen en ook neveneffecten, zoals uitstoot, worden duidelijk. Het is aan de overheid om voor vangrails, bewegwijzering en uitstootlimieten te zorgen, maar ook om tegelijkertijd optimaal gebruik te maken van de kansen die deze vorm van mobiliteit voor de maatschappij biedt. Dit geldt ook voor het gebruik van data. Nu de digitale (snel)wegen drukker worden, is het de hoogste tijd om te kijken welke acties moeten worden genomen om het vertrouwen van burgers in het gebruik van (gezondheids)data te waarborgen en de kansen van (gezondheids)data optimaal te benutten”.

Je vraagt je af wie op de absurde vergelijking van auto’s en persoonlijke medische gegevens is gekomen.

Grenzen oprekken

Volgens Jongejan wordt het het algemene begrip ‘gezondheid’ “de nieuwe vage doelstelling van de beoogde dataverwerking (big-data-analyse). In plaats van gegevens verzamelen voor individuele doelstellingen, wil VWS de gegevens voor een vaag gemeenschappelijk doel verzamelen en delen. Dat is dan een verbeterde gezondheid van de samenleving en het voorkomen en genezen van ziekten. Het is ook een uiterst verwerpelijke manier om het toestemmingsprincipe voor het verzamelen en verwerken van medische data overboord te zetten. Het zou dan ook zo maar een grond kunnen worden om het verzamelen en verwerken van ROM-data te rechtvaardigen. Het ministerie van VWS probeert met het geïntroduceerde begrip ‘datasolidariteit’ op bedenkelijke wijze de grenzen op te rekken die gelden voor het verzamelen en verwerken van medische data”.

Lees het hele artikel Datasolidariteit: gevaarlijke smoes voor surveillance en profiling met zorgdata  door Wim J. Jongejan, Zorg Ict zorgen, 12 maart 2019: www.zorgictzorgen.nl