21 november 2020 is het precies twee jaar geleden dat Écht doen wat nodig is. Een pleidooi voor kleinschalige en effectieve jeugdhulp (Graas e.a., 2018) verscheen. De probleemanalyse en de geboden oplossingen van deze bundel zijn onverminderd actueel. De belangrijkste keerzijden van het jeugdhulpstelsel zijn er nog steeds en ook de prangende problemen zoals aanbestedingsproblematiek, administratieve lasten, wachtlijsten, een gebrek aan zeggenschap en onnodige problematisering van jeugdigen zijn er helaas nog steeds.
Stichting Beroepseer heeft aan de hand van dit boek meerdere gemeenten en jeugdhulporganisaties mogen helpen met een verbetering van de lokale jeugdhulp. Écht doen wat nodig is biedt oplossingen en geslaagde voorbeelden van hoe het anders en beter kan.
Een jaar geleden verscheen het boek Help, de psycholoog verzuipt!. Dat boek biedt een intrigerende blik in de praktijk van eerstelijnspsycholoog Frits Bosch, een pionier in zijn vak. Een bonte verzameling aan praktijkverhalen uit zijn 36-jarige loopbaan passeert de revue. Naast een persoonlijk verslag geeft het boek een inkijk in de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) van Nederand en illustreert welk verwoestend spoor de ‘marktwerking’, of liever ‘gemankeerde marktwerking’, door de GGZ heeft getrokken.
In 2019 heeft Frits meerdere succesvolle boekpresentaties gehouden voor psychologennetwerken, psychiatrie- cafés, psychologiestudenten en boekwinkels. Omdat dit vanwege de coronacrisis voorlopig niet meer mogelijk is, organiseert hij deze nu online. U wordt uitgenodigd om deel te nemen op woensdag 27 mei van 20.00 tot 21.oo uur. Frits zal vertellen over zijn boek ‘Help, de psycholoog verzuipt!’ Meer informatie is te vinden op https://beroepseer.nl/help-de-psycholoog-verzuipt/
Indien u belangstelling heeft kunt mailen naar fritsbosch5252@gmail.com waarmee u de online presentatie bij kunt wonen.
Help, de psycholoog verzuipt is verkrijgbaar in de webshop van Stichting Beroepseer.
Voor de coronacrisis hadden we te maken met een toenemend aantal boze burgers die zich verzetten tegen achteloze overheden en medeburgers. De crisis heeft de kaarten opeens geheel anders geschud. Overheden en burgers zijn nu gedwongen te zoeken naar een optimaal samenspel. We herontdekken zo hoe belangrijk rechtsstatelijk besef is, voorbij boos en achteloos.
In dit boek brengt Hans Wilmink dat kostbare besef op toegankelijke wijze in kaart aan de hand van vijf B’s: behartigen van het publiek belang; beschermen van kwetsbare burgers; bestrijden van onveiligheid; beschaven om verschillen te aanvaarden; bevrijden om het leven naar eigen inzicht in te richten.
Het is steeds een kwestie van de verschillen – tussen culturen, belangen, opvattingen – zo goed mogelijk met elkaar in balans brengen. Dat zal nooit tot ieders tevredenheid gebeuren, en dus vergt het van alle betrokkenen een behoorlijk incasseringsvermogen en een open mind.
Rechtsstatelijk besef biedt goede kansen op een leefbare samenleving die voortdurend invulling geeft aan vrijheid, rechtvaardigheid, rechtszekerheid, rechtsgelijkheid, empathie en medemenselijkheid.
Dit essay wil het rechtsstatelijk besef binnen de overheid en de samenleving versterken en inspiratie bieden om deze beweging te verbreden en te versnellen.
Bestellen
Voorbij boos en achteloos. Rechtsstatelijk besef als kompas voor overheid en burger kost 15,00 euro en is te bestellen in de webshop van Stichting Beroepseer.
Over de auteur
Hans Wilmink (1948, Enschede) studeerde sociologie (Universiteit van Amsterdam, cum laude) en voltooide tijdens zijn ambtelijke loopbaan de opleiding Hogere Bestuurs Ambtenaar (HBA) aan de Bestuursacademie Zuid-Holland. Hij werkte zeven jaar voor een welzijnsinstelling in Zwolle (de Stichting Het Refter), waar hij zich vooral met de integratie van migranten bezighield.
Van 1982 tot 2013 was hij in verschillende functies in dienst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Hij werkte daar mee aan de start van het nationaal gecoördineerde minderhedenbeleid. Daarna was hij bij het ministerie op diverse terreinen werkzaam, zoals: de bestuurlijke verhoudingen tussen verschillende bestuurslagen, sociale vernieuwing, bestuurlijke vraagstukken van de nationale overheid (verzelfstandiging en inspectie en toezicht), organisatie en inrichting van de rijksdienst en kennisontwikkeling ten behoeve van de beleidsvorming.
Sinds 2013 is hij actief voor Stichting Beroepseer waar hij zich richt op de thema’s ambtelijk vakmanschap en moreel- (overheids)gezag. Hans publiceert artikelen over deze onderwerpen (o.a. op Platform O) en begeleidt groepen (beleids)ambtenaren en publieke professionals. Dit doet hij in de coachingstrajecten en bijeenkomsten die Stichting Beroepseer verzorgt voor ministeries, publieke uitvoeringsorganisaties en beroepsverenigingen.
Hans is lid van het Alternatieven-kabinet dat is opgericht door Stichting Beroepseer. Het Alternatieven-kabinet is een mix van ervaren en succesvolle professionals die gevraagd en ongevraagd alternatieve oplossingen formuleren voor maatschappelijke problemen op basis van hun professionele deskundigheid en ervaring.
Voorbij boos en achteloos bij Uitgeverij Stichting Beroepseer
Stichting Beroepseer wil met haar publicaties en bijeenkomsten over (overheids)gezag, ambtelijk vakmanschap en publiek professionalisme bijdragen aan een geloofwaardig overheidsfunctioneren, gezagsvolle taakuitoefening door publieke professionals en kwalitatieve publieke dienstverlening voor burgers. Rechtsstatelijk besef bij de overheid, ambtenaren én burgers is hiervoor onmisbaar. Een gebrek aan rechtsstatelijk besef kan leiden tot een afkalving van overheidsgezag, lage kwaliteit van publieke dienstverlening en tot frustratie bij professionals en burgers. Een goede professional zal rechtsstatelijke beginselen en principes hoog in het vaandel hebben en hier gewetensvol naar handelen. De belangrijke analyse en oproep van Hans Wilmink past daarmee goed bij het gedachtegoed en de boekenreeks van Stichting Beroepseer.
Rechtsstaat vergt permanent onderhoud, recensie van Lex Cachet, Platform Overheid, 30 juni 2020: https://platformoverheid.nl
Stichting Beroepseer gaat, in samenwerking met het Tilburg Institute of Governance (Tilburg University) en de Vereniging van Griffiers, op zoek naar het gezag van de raadsgriffier. Het onderzoek moet inzichtelijk maken welke bronnen griffiers tot hun beschikking hebben om tot een gezagsvol optreden te komen. De resultaten zullen worden verkregen uit een grootschalige enquête en een drietal interviews.
De resultaten van het onderzoek verschijnen in het boek Het gezag van de raadsgriffier (werktitel), dat in oktober wordt gepresenteerd. Dit boek wordt een aantrekkelijke publicatie waarin de beroepsgroep kan ontdekken welke gezagsbronnen cruciaal voor hen zijn en hoe zij – met behulp van deze bronnen – gezagsvol kunnen handelen.
Over de raadsgriffier
Met de invoering van de dualisering in het gemeentebestuur werd bij wet geregeld dat gemeenteraden ondersteuning zouden krijgen in de persoon van de griffier. De griffier staat aan het hoofd van de griffie en zorgt voor ondersteuning aan de raad en de (raads)commissies. Deze ondersteuning kan zowel op secretarieel, procesmatig als inhoudelijk niveau zijn.
Het is dan ook niet verrassend dat uit onderzoek van Tilburg University[1] blijkt dat griffiers zich bezighouden met een breed scala aan activiteiten. Wel onderscheiden de onderzoekers een drietal profielen. Dit loopt van de ‘basisgriffier’ tot de ‘strategisch adviseur’. Waar basisgriffiers zich voornamelijk richten op het organiseren van raadsvergaderingen en verslagleggen doet de strategisch adviseur naast deze kerntaken ook aan faciliteren (zoals het samenvatten van ambtelijke stukken of het organiseren van trainingen) en vertegenwoordigen (zoals het adviseren van de gemeentesecretaris of de burgemeester over zaken die de gemeenteraad betreffen), en vooral ook aan het adviseren van raadsleden.
Portfolio gezag – Stichting Beroepseer
De afgelopen jaren heeft Stichting Beroepseer een brede agenda opgebouwd aan publicaties en bijeenkomsten rondom het thema gezag.
o Gezagsdragers
De aandacht voor het thema gezag begon met de verschijning van de bundel Gezagsdragers in 2012. Dit boek, onder redactie van Gabriël van den Brink, Thijs Jansen en René Kneyber, vraagt aandacht voor het feit dat professionals zoals politieagenten, verpleegkundigen, leraren en conducteurs te kampen hebben met een gezagscrisis. Waar gezag in vroegere tijden inherent was aan de rol die zij vervulden, zien hedendaagse gezagsdragers zich gesteld voor een tegenstrijdige ontwikkeling: terwijl hun gezag steeds minder vanzelf spreekt, lijkt gezagsvol optreden meer dan ooit van hen verwacht te worden. Gezagsdragers bespreekt deze discrepantie en komt bovendien met (beleidsmatige) oplossingen.
o Ambtelijk vakmanschap en moreel gezag
In 2016 verscheen het essay Ambtelijk vakmanschap en moreel gezag. Hierin pleiten Gabriël van den Brink en Thijs Jansen voor een ambtelijk statuut om de overheid meer gezag in de samenleving te bezorgen. Volgens de auteurs zijn er in de samenleving volop morele gezagsbronnen aanwezig. Politieke bestuurders maken hier echter stelselmatig geen of te weinig gebruik van, vanwege de overheersing van machtskwesties en kortetermijnbelangen. Een ambtelijk statuut kan hier een tegenwicht aan bieden. Dit statuut dient waarden te bevatten die uitdrukking geven aan de publieke missie (bijvoorbeeld onafhankelijkheid, rechtsstatelijkheid, rechtmatigheid, rechtvaardigheid) en aan de professionele missie (bijvoorbeeld deskundigheid, dienstbaarheid, doelmatigheid en eerlijkheid) van het ambtelijk werk.
o Het gezag van de wethouder
Ook heeft Stichting Beroepseer onderzoek verricht naar het gezag van wethouders en gemeentesecretarissen. In 2018 verscheen Het gezag van de wethouder. Hierin gaan Corné van der Meulen en Thijs Jansen op zoek naar het gezag van wethouders in de 21e eeuw. Welke bronnen kunnen wethouders aanwenden voor een gezagsvol optreden? Het boek werd door de Wethoudersvereniging cadeau gegeven aan alle aantredende wethouders na de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2018.
o Het gezag van de gemeentesecretaris
In 2019 verscheen het boek Het gezag van de gemeentesecretaris. Een ambachtelijke uitdaging. Corné van der Meulen, Thijs Jansen en Niels Karsten onderzochten hoe gemeentesecretarissen gezagsvol op kunnen treden. Ondanks dat de meeste secretarissen positief zijn over de mate van gezag, ervaren zij dat gezag steeds meer op individueel niveau moet worden verdiend en waargemaakt. De Vereniging van Gemeentesecretarissen (VGS) heeft alle actieve secretarissen een exemplaar van het boek en een flyer met de belangrijkste resultaten cadeau gedaan.
o Publicaties en scholing
Naast deze publicaties heeft Stichting Beroepseer ook over gezag gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften. Op basis van de opgedane inzichten geeft Stichting Beroepseer ook gezagscursussen aan wethouders als onderdeel van de Wethoudersopleiding van het Tilburg Institute of Governance (Tilburg University).
Contact
Wilt u meer informatie over het onderzoek? Of heeft u suggesties? Neem dan contact op met Corné van der Meulen, projectleider/onderzoeker van Stichting Beroepseer via: c.vandermeulen@beroepseer.nl
[1] Hulst, M. V., Kruyen, P. M., Schaap, L., & Ostaaijen, J. (2016). Griffier in de gemeente geschetst: Het ambt anno 2016. Tilburg University
Voor lezers van de boeken Het gezag van de gemeentesecretaris en Het gezag van de raadsgriffier is de pdf van het boek Gezagdragers = De publieke zaak op zoek naar haar verdedigers gratis beschikbaar. Dit boek, onder redactie van Thijs Jansen, Gabriël van den Brink en René Kneyber, gaat dieper in op het gezag van diverse publieke professionals.
Flaptekst
Politieagenten, verpleegkundigen, leraren en conducteurs hebben het in hun dagelijks optreden vaak moeilijk. Vroeger was gezag inherent aan de rol die zij vervulden. Maar dat is niet meer vanzelfsprekend. Hoe de publieke zaak nu nog te verdedigen?
Hedendaagse gezagsdragers zien zich gesteld voor een tegenstrijdige ontwikkeling: terwijl hun gezag steeds minder vanzelf spreekt, lijkt gezagvol optreden meer dan ooit van hen verwacht te worden. Dat dingen mislopen of dat mensen zich niet aanpassen kan de samenleving slecht verdragen. En het zijn altijd de ‘professionals’ die daar iets aan moeten doen.
Deze discrepantie moet nodig aan de orde worden gesteld. Gezagsdragers neemt hier het initiatief en komt bovendien met beleidsmatige oplossingen. Want de publieke zaak heeft gezagsdragers nodig die een verhaal hebben, in dat verhaal geloven en daarvoor staan.
Eerstelijnspsycholoog Frits Bosch geeft op zondag 7 april (15.30 uur) een lezing over zijn boek Help, de psycholoog verzuipt! bij de Athenaeum boekhandel in Haarlem. Bosch zal een aantal aansprekende verhalen uit zijn boek vertellen en deze illustreren met foto’s, video’s en krantenkoppen.
Over Help, de psycholoog verzuipt!
Frits Bosch biedt in zijn boek ‘Help, de psycholoog verzuipt!’ een intrigerende blik in zijn praktijk. Een bonte verzameling aan verhalen uit zijn 36-jarige loopbaan passeert de revue. Bij Bosch vormde het persoonlijke contact met de cliënt altijd de basis voor zijn hulp. Ondanks de hoge waardering van cliënten en huisartsen kregen Bosch en collega’s veel tegenwerking van machtige partijen in en rond de GGZ, die voorstander zijn van grootschalige gestandaardiseerde hulp. Help, de psycholoog verzuipt! is daarom meer dan een persoonlijk verslag van een psycholoog die vecht voor zijn beroepseer. Het is een fascinerende analyse van de GGZ in Nederland.
Aanmelden en locatie
De toegang tot de lezing is gratis. U kunt zich aanmelden bij de boekhandel door een mail te sturen naar haarlem@athenaeum.nl. Boekhandel Athenaeum is gevestigd aan de Gedempte Oude Gracht 70 in Haarlem.
Bestellen
Help, de psycholoog verzuipt! kan voorafgaand en na afloop van de lezing worden aangeschaft voor € 20,-. Na afloop is er de mogelijkheid om het boek te laten signeren. Wilt u het boek al eerder aanschaffen? Dat kan onder andere in de webshops van Stichting Beroepseer en Athenaeum.
De tweede druk van het boek Écht doen wat nodig is. Pleidooi voor kleinschalige effectieve jeugdhulp is verschenen op 14 maart 2019. Het betreft een ongewijzigde herdruk van de eerste uitgave die op 21 november 2018 werd gepresenteerd. Een tweede druk was nodig nadat binnen vier maanden na verschijning de eerste druk volledig was uitverkocht.
De noodzakelijke omslag in de jeugdhulp wordt allang voorgeleefd door vernieuwers
Nu veel gemeenten met forse tekorten op de jeugdhulp kampen, krijgen budgetplafonds, keukentafelgesprekken en wachtlijsten de sector opnieuw in de greep. Die terugval is onverstandig en onnodig. De pijnlijke gevolgen van de broodnodige veranderingen moeten bij de sector worden gelegd, niet langer bij kinderen, jongeren en ouders.
De noodzakelijke omslag in de jeugdhulp wordt allang voorgeleefd door vernieuwers die met de vaste reflexen van de sector gebroken hebben, zich dienstbaar opstellen en laten zien dat er een andere en betere jeugdhulp mogelijk is. Dit boek bevat tegendraadse oplossingsrichtingen uit de wetenschap en beroepspraktijk die de weg wijzen naar een jeugdhulp waarin gezagsvolle en vakkundige professionals eindelijk kunnen doen wat écht nodig is. Laten we die zo spoedig mogelijk ter harte nemen zodat de jeugdhulp écht kan doen wat nodig is. Het kan, dus het moet!
Verkoop
De tweede druk van Écht doen wat nodig is. Pleidooi voor kleinschalige effectieve jeugdhulp is te bestellen voor € 25 in de webshop van Stichting Beroepseer. Het boek is ook verkrijgbaar via de boekhandel.
Verslag van presentatie Écht doen wat nodig is en het Alternatieven-lab jeugdhulp, Beroepseer, 6 december 2018: https://beroepseer.nl
Foto‘s: Nadat de boeken van de drukpers zijn gerold stapelen de katernen zich op voordat ze gebonden worden, van een kaft voorzien en op pallets vervoerd naar het Centraal Boekhuis (CB) in Culemborg, distributiebedrijf voor de Nederlandse boekhandel. Op de foto helemaal bovenaan is te zien hoe de kaft van Écht doen wat nodig is om het binnenwerk wordt gelegd.
De druk op de huisartsenposten is groot en lijkt almaar toe te nemen. Doordat er steeds meer wenszorg tijdens de avond-, nacht- en weekenddiensten (ANW-diensten) wordt verricht ontstaat 24-uurszorgconsumentisme en anonimisering van de huisartsenzorg. Een situatie waar ook de patiënt niet beter van wordt.
‘Sinds gisteravond voel ik mij niet zo lekker. Niets om je zorgen over te maken hoor, ik denk dat ik een klein griepje te pakken heb. Vannacht ben ik naar de huisartsenpost geweest en ook daar stelden ze voor het gewoon even aan te kijken en rustig aan te doen. Het gaat vanzelf weer over maar ik denk dat het verstandig is als ik vanavond even op de bank blijf liggen. Laten we onze afspraak naar volgende week verschuiven, wanneer kan je?’
Een goede kennis belt om onze afspraak later die dag af te zeggen. We zouden wat gaan drinken maar zijn gezondheid gooit roet in het eten. Ik vraag hem waarom hij midden in de nacht naar de huisartsenpost reed zonder dat hij zich nou direct zorgen maakte om zijn gezondheid. ‘Ach, je weet nooit of het helpt. Waar betaal je anders 110 euro per maand voor?’
Consumentisme
Bovenstaande situatie is een schoolvoorbeeld van consumentisme in de zorg. Als je ergens veel geld voor betaalt wil je daar ook waar voor krijgen. Voor de consument is het in de 24-uurseconomie normaal geworden dat allerlei voorzieningen ook buiten kantoortijden beschikbaar zijn. In deze eeuw kan je op zondag een koelkast bestellen en deze direct laten bezorgen en installeren. Telecomprovider Tele 2 adverteert zelfs met de slogan ‘Niet omdat het moet, maar gewoon omdat het kan’.
Mede door een toenemende vraag aan zorg buiten reguliere werktijden is de druk op de huisartsenposten flink toegenomen. Inmiddels wordt er naast spoedzorg ook veel wenszorg verricht. Door een tekort aan dokters is het onmogelijk om onder normale werkomstandigheden alle patiënten goed en zorgvuldig te helpen. De vaak hoge werkdruk op de posten maakt duidelijk dat de beschikbaarheid van huisartsen en triagisten op de post geen gelijke tred houdt met de vraag.
De toegenomen druk op de huisartsenposten zorgt er eveneens voor dat de kernwaarden van de huisartsenzorg verder vervagen. Als een dokter de patiënt niet kent, wordt het immers moeilijk om persoonsgerichte, generalistische en continue zorg te leveren. Dat die kernwaarden onverminderd relevant zijn, wordt geïllustreerd door de vele onderzoeken die laten zien dat de sterftekans daalt als een en dezelfde arts gezien wordt.
Inrichting
Lammert Hoeve, secretaris van de Vereniging voor Praktijkhoudende Huisartsen (VPHuisartsen), lacht als ik hem het verhaal van mijn kennis voorleg. ‘Dat zou Roelof Moes nou nooit overkomen. Zijn patiënten bellen de dokter niet voor ieder wissewasje uit bed.’ Roelof Moes is een dorpsdokter die er bewust voor kiest ook de ANW-diensten kleinschalig te organiseren. Zijn patiënten realiseren zich dat de ANW-diensten uitsluitend bedoeld zijn voor spoed. En om de huisartsenposten in Amsterdam te citeren: Spoed is iets anders dan haast. De huisartsenpost is niet open omdat u niet wilt wachten tot uw eigen huisarts weer beschikbaar is.[1]
Maar is het eigenlijk wel zo dat de behoefte van patiënten om 24/7 beschikbaarheid van wenszorg zo sterk is als verondersteld? Ondanks dat veel patiënten keuze waarderen, kiest het gros van de patiënten voor de meest voor de hand liggende zorgverlener.[2] Zij zijn doorgaans tevreden met de arts die hen behandelt en daarom loyaal. Daarbij is het vertrouwen zeer groot en hechten patiënten waarde aan een persoonlijke en continue en wederkerige relatie met de eigen huisarts.[3][4][5] Hoezo zorgconsument?
Patiënt
‘Ik moet heel eerlijk bekennen dat ik daar nog nooit over nagedacht heb. Eigenlijk is het dan ook vreemd dat ze mij op de post niet hebben aangeraden om gewoon overdag contact op te nemen met de eigen huisartsenpraktijk. Moet de triage op zo’n post dan niet veel strenger? Alsof heel Nederland precies zou moeten weten hoe de zorg in elkaar zit….’
Het punt van mijn kennis is natuurlijk niet onterecht. Als de huisarts 24/7 beschikbaar is, gaan mensen er waarde aan hechten. Maar met de wetenschap dat een toenemende druk op de huisartsenposten zowel de zorgkosten opdrijft als de kernwaarden van de huisartsengeneeskunde doet vervagen, is het zeer de vraag of de patiënt alsnog naar de huisartsenpost rent. Dat betekent ook dat een zwaardere triage wenselijk is en de patiënt moet worden gewezen op de nadelen van een bezoek aan de huisartsenpost. Een brede beschikbaarheid van diensten is prettig, maar principes van een consumentistische globaliserende maatschappij zijn niet 1 op 1 te vertalen, huisartsenzorg is geen koelkast. Zolang het gouden ei voor de ANW zorg nog niet gevonden is, zullen we dit als samenleving moeten accepteren. Niet omdat het kan, maar helaas gewoon omdat het moet.
[2] Victoor, A. (2015). How do patients choose a healthcare provider?. Tilburg: Tilburg Universiteit.
[3] LHV, & NHG (2012). Toekomstvisie huisartsenzorg. Geraadpleegd op 26 maart 2017, van https://issuu.com/lhvhuisartsen/docs/toekomstvisiehuisartsenzorg2022
[4] Schee, E. van (2016). Public trust in health care. Exploring the mechanisms. Utrecht: NIVEL.
[5] Brabers, A. E. M., Reitsma-van Rooijen, M., & Jong. J. D. de (2017). Barometer Vertrouwen in de gezondheidszorg. Utrecht: NIVEL.
Corné van der Meulen, onderzoeker bij Stichting Beroepseer, schreef het artikel Op naar de huisartsenpost. Gewoon omdat het kan voor MedZ no 4 van september 2018. MedZ is een tweemaandelijks vakblad voor de praktijkhoudende huisarts. No 4 besteedt uitgebreid aandacht aan het voor praktijkhouders zo belangrijke onderwerp ANW. Het volledige nummer is online beschikbaar.
Het Alternatieven-kabinet is een initiatief van Stichting Beroepseer en bestaat uit professionals die hun kennis, ethiek en ervaring inzetten om tot sociaal-duurzame alternatieven te komen. Het Alternatieven-kabinet wil laten zien hoe het beter, slimmer en duurzamer kan. In de Social Impact Factory in Utrecht presenteerden de kabinetsleden zich voor het grote publiek.
“Ik ben tegen hiërarchie, daarom hebben ze mij tot premier gepromoveerd”. Jos de Blok, oprichter van Buurtzorg, grapt over zijn rol als kersvers minister-president van het Alternatieven-kabinet. Maar onder deze woorden zit volgens De Blok de kern waarom een alternatief kabinet zo hard nodig is. “Als samenleving zijn we verstrikt geraakt in top-down denken. Het echte leven is secundair geworden en onzichtbaar waar het beleid wordt gemaakt”.
“Vanuit mijn ervaring in de zorg weet ik hoeveel het uitmaakt met wat voor intentie je binnenkomt. Kom je om te helpen en te leren kennen of kom je een zorgproduct te leveren? Als je daarover nadenkt en je gaat dingen doen die de mensen om wie het gaat als vanzelfsprekend beschouwen dan kom je verder. Alles top-down regelen is niet alleen inefficiënt maar vooral ook heel erg duur. Het is heel onlogisch om systemen zo in te richten. Wij geven niemand de schuld. Wij zijn hier samen verantwoordelijk voor. We denken echter dat het slimmer en beter kan”.
“Vakmanschap, vertrouwen en menselijk contact, daar ligt de sleutel. Er is ontzettend veel kennis bij vakmensen over wat te doen. Dat willen we ophalen. Mijn ervaring is dat als je dat laat zien, je een breed enthousiasme opwekt. Het zijn allemaal dezelfde patronen. Als je die herkent zijn de oplossingen niet zo moeilijk. Zo kunnen we laten zien dat de kracht steeds bij vakmanschap, vertrouwen en menselijk contact zit. Wij zijn een heel optimistisch kabinet”.
Doelstelling
De Social Impact Factory (SIF), gelegen aan het Vredenburg in Utrecht, wordt de standplaats van het Alternatieven-kabinet. Krispijn Bertoen, directeur van de SIF, legt uit waarom de link met het kabinet zo sterk is. “Wij staan voor sociaal ondernemen en verbinden. De hamvraag daarbij is: hoe verbind je om te komen tot ondernemende oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken? Wij onderschrijven dat vakmanschap, vertrouwen en menselijk contact daarvoor cruciaal zijn. Het is heel goed als deze beweging zich als olievlek over Nederland verspreidt”.
Dat de sleutel voor het Alternatieven-kabinet in de verbinding zit, onderschreef Thijs Jansen, directeur van Stichting Beroepseer, in zijn openingspeech. “Wij zijn hier met een groep mensen bijeen die hun sporen verdiend hebben in de kunst van het vernieuwen. Ondanks al hun mooie voorbeelden is er nog te veel stagnatie; waarom zit er niet meer schot in de zaak? Een platform als het Alternatieven-kabinet kan van onderop echte veranderingen teweegbrengen. We streven ernaar veranderingen die klein zijn te vergroten. En u bent de Tweede Kamer van dit kabinet, dames en heren”.
“In deze tijd komen concrete oplossingen in afnemende mate vanuit de politiek. Politiek wordt meer een facilitator, kijk bijvoorbeeld naar de beweging rond Ontregel de zorg. Professionals geven duidelijk aan dat het beter moet, dat het beter kan en hoe. Die beweging van onderop wordt nu gesteund vanuit Den Haag. Het succes van veranderingen komt niet vanuit de politiek, dat komt van de werkvloer zelf!”
Bij de presentatie van de kabinetsleden blijkt dat zij allemaal hun eigen redenen hebben om deel te nemen aan het initiatief. Vaak aan de hand van een persoonlijk voorbeeld vertellen zij het publiek waarom het Alternatieven-kabinet zo goed bij hen past. De kabinetsleden lopen qua achtergrond sterk uiteen. Van een middelbare school-leraar tot een huisarts en van een psychiater tot een aanbestedingsjurist. Compleet verschillende professionals maar verbonden door het streven naar duurzame oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken door het terugbrengen van de menselijke maat. De vraagstukken waar het Alternatieven-kabinet zich de komende tijd op gaat richten zijn de problemen in jeugdhulp en de tweedeling in het onderwijs.
Inhoud
“Zullen we even vijf minuten pauze nemen?” Thijs Jansen twijfelt om een ongeplande pauze in te lassen. Even eerder heeft Jason Bhugwandass twee columns*) voorgedragen over zijn eigen ervaringen met de jeugdhulp. Het verhaal heeft diepe indruk gemaakt op de aanwezigen. Hij reconstrueert wat er in zijn situatie verkeerd is gegaan maar vooral ook dat hij heeft meegemaakt hoe het wel kan. “Je kan een kind wel uit de jeugdzorg halen, maar hoe haal je de jeugdzorg uit een kind?” Treffend maakt hij duidelijk hoe de focus op systemen de menselijkheid en het vakmanschap van zorgverleners in de weg zit. En juist dat laatste is zo belangrijk voor goede jeugdhulp.
Daarna is het podium voor Corine Korrel. Zij heeft VMBO on Stage opgezet, beroepenfeesten die een nieuw, duurzaam, persoonlijk en lokaal ondernemersnetwerk voor jongeren van het VMBO faciliteert. Zij focust op de tweedeling in het onderwijs. “Waarom kijken wij als maatschappij neer op vmbo-ers? Soms krijg ik de indruk dat we hen alleen waarderen als ze praktisch werk verrichten. Als dat voor de economie nodig wordt geacht dan duwen we ze massaal de techniek in. Alsof een vmbo-er niet zelf dromen mag hebben of initiatief mag nemen. In Nederland scheiden we mensen na de basisschool en ze komen elkaar eigenlijk niet meer tegen. Laat dat tot je doordringen. Als wij staan voor die inclusieve samenleving waar we zo graag over spreken, kunnen we toch niet tegelijkertijd meer dan de helft van de samenleving afwijzen?”
Hierna is het woord aan het aanwezige publiek. In groepjes gaan de bezoekers met de kabinetsleden in gesprek over hoe het Alternatieven-kabinet haar doelstellingen kan verwezenlijken, waar het kabinet zich concreet op moet gaan richten bij de thema’s jeugdhulp en tweedeling in het onderwijs en wat ze daar zelf aan willen en kunnen bijdragen.
Vervolg
De energie en het enthousiasme maken duidelijk dat we nog meer zullen gaan horen van het Alternatieven-kabinet. Het gaat actief hoorzittingen organiseren over diverse maatschappelijke thema’s. Tijdens deze bijeenkomsten wordt nader verkend waar de knelpunten zitten, bestaande alternatieven gedeeld en onderzocht wat er verder nodig is voor duurzame verbeteringen.
De openingsbijeenkomst is daarmee slechts het begin van een brede, constructieve beweging die als doel heeft met oplossingen te komen. Zoals kabinetslid Jesse Frederik (De Correspondent) stelt, zijn er in Nederland veel situaties die “we ervaren als klucht: niemand is er gelukkig mee, niemand, maar de meeste mensen accepteren deze toch maar”. Voor het verbeteren van deze zaken is activisme nodig en dat is nou net waar het Alternatieven-kabinet voor staat.
Columns
*) Voor lezen van de columns Repressie in plaats van hulp en Afwijken van de veiligheid van Jason Bhugwandass: https://beroepseer.nl
Video
Filmmakers Henri van Raalte en Toon Westra van Motion Identity hebben een film-impressie gemaakt van de start van het Alternatieven-kabinet. Zie video onderaan deze pagina of klik hier,
De feestelijke start van het Alternatieven-kabinet vond plaats op 31 mei 2018
Samenstelling Alternatieven-kabinet
Jos de Blok – Oprichter en directeur van Buurtzorg Alan Ralston – Psychiater bij Dijk en Duin en Castricum, onderdeel van Parnassia Toosje Valkenburg – Huisarts en lid van het comité ’Het roer moet om’ Corine Korrel – Oprichtster Beroepenfeesten VMBO on Stage Hans Wilmink – Was werkzaam op Ministerie van BZK, nu betrokken bij activiteiten Beroepseer Tim Robbe – Aanbestedingsjurist en advocaat bij Victor Advocaten Bennie Beuvink – Politiecoach in Twente Shukria Ibrahim – Sociaal-maatschappelijk werker