Lieve collega’s van eindexamenklassen Frans VWO,
Het gaat niet door. Ik zou jullie hier op de hoogte houden van de precieze locatie van de Examenbespreking VWO. Het spijt me vreselijk, maar om jullie nu helemaal uit Groningen, Roermond of Hoorn te laten komen om te praten over de VWO-examens Frans zonder dat Levende Talen of het College voor Toetsen en Examens (CvTE) de opmerkingen meeneemt, zou een gruwelijke verspilling van energie, tijd en geld zijn.
«Het werk van het CvTE is gebaseerd op vertrouwen. Draagvlak in en participatie van het veld zijn voor het CvTE essentieel.»
Gisteren, 23 mei 2018, is echt nog tot laat in de avond gesoebat met het CvTE om de input van de docenten gehoord te krijgen. Het is niet gelukt. Dit keer ligt het niet aan het CvTE. Mijn toetsenbord begint vreemd te spartelen nu, maar echt. Het CvTE was groot voorstander van landelijke examenbesprekingen, zij willen dit jaar, en ja het is echt waar, draagvlak voor deugdelijke examens. Dat is best een klus na dit hoogst extreem beroerde examen, misschien wel het slechtste examen ooit.
Zoals jullie weten weigert Levende Talen voor de VWO Frans-eindexamen besprekingen te organiseren. Ik wilde dat aan de kaak stellen door Levende Talen te wijzen op hun statuten waarin staat dat zij voor ons, docenten Frans, moeten opkomen in deze barre tijden van examenperikelen. Helaas kan ik dat niet zelf doen want ik ben «lid» via school. Lid via school betekent trouwens uitsluitend geabonneerd op het tijdschrift. We zijn dus helemaal geen lid.
Kent u of bent u gewoon lid van Levende Talen en wilt u graag dat het eindexamen VWO wordt besproken? Wilt u dan de vaksectie Levende Talen benaderen met het verzoek per omgaande een landelijke bespreking van de examens VWO Frans te organiseren? Dit staat er namelijk in de Statuten van uw Vereniging:
DOEL
Artikel 3
1. De vereniging heeft ten doel:
a. de bevordering van de studie van levende talen en het onderwijs daarin;
b. de behartiging van de belangen van de leraar levende talen, waar deze samengaan met onderwijskundige facetten van het leraarsbestaan en tevens de behartiging van de belangen van de leraar levende talen op rechtspositioneel en arbeidsvoorwaardelijk gebied;
c. het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door:
b. het organiseren van bijeenkomsten voor leden (en niet-leden);
e. het verspreiden van haar standpunten via de media;
i. het nemen van al die wettige maatregelen die tot bevordering van het doel wenselijk worden geacht.
Docenten die dan via school «lid» zijn mogen dan namelijk ook komen. Als niet-leden. Hoe ironisch. Levende Talen organiseert het niet omdat er geen belangstelling voor zou zijn. Bijzonder want we zouden stoelen tekort hebben vanavond.
«Slechts enkele docenten mengen zich in het twitterdebat over het functioneren van het CvTE.»
Hieronder treft u de agenda voor vanavond (24 mei 2018). De volgende vragen hadden we graag met ons allen besproken:
Overzicht van de te bespreken vragen op basis van de problemen zoals te lezen op http://www.franszelfsprekend.nl/weblog/?p=668
Onderstaande is echt alleen interessant voor docenten die dit examen inmiddels uit hun hoofd kennen en voor ouders die een goede rechtsbijstandsverzekering hebben. Het is extreem saai. Het gaat om 15 van de 50 punten. Geen enkele leerling zal gedupeerd zijn door al die vragen, maar heel veel leerlingen wel. Ik hoop dat u zich realiseert dat wij het liever zelf hadden opgelost.
Dit was de agenda voor vanavond; u kunt zich de moeite besparen als u niet echt IN de materie zit, ik waarschuw u, het is saai:
Zwart zijn de vragen en de discussie onder docenten.
Rood de reactie (of nog niet) van CvTE’s Examenlijn
Groen zijn mijn opmerkingen
«Een vlekkeloos verlopend correctieproces staat voorop.»
Vraag 1 deelvraag 2 – 1 punt
Ce qui contrarie l’auteur… Waar staat dat?
Heeft iemand dit voorgelegd aan CvTE ?
Vraag 2 – 1 punt
Iemand kan Parapluie Géant een negatieve kwalificatie vinden. Positief is het in ieder geval niet. Pudding zonder Pesant is op zich ook negatief.
Reactie CvTE:
Een reuze paraplu is niet negatief, een zware pudding is dat wel.
Dat is een aanname die niet op feiten of op de tekst is gebaseerd. Een gigantische paraplu van een paar miljoen lijkt me geen compliment. Maar dat is aan ieder. Je zou er niet op moeten kunnen zakken.
Vraag 3 – 1 punt
Geef van elke bewering aan of deze wel of niet overeenkomt met de tekst.
1 C’étaient des Anglais fortunés qui préféraient un séjour au bord de la
mer à l’hydrothérapie.
Dit zegt de tekst:
En parallèle, avec le développement de l’hydrothérapie, la haute bourgeoisie anglaise multiplie les séjours au bord de la mer, donnant naissance aux premières stations balnéaires comme Brighton.
Stelling 1: zeer onduidelijk en moeilijk met préférer … à… en ook door die Anglais fortunés waar het hier dan om gaat. X heb ‘niet’ als antwoord, maar je kunt deze stelling ook zo lezen dat het antwoord ‘wel’ kan zijn. Dus pleit ik ervoor hier zowel ‘wel’ als ‘niet’ goed te rekenen.
X had zelf ‘wel’ maar met een vraagteken: bourgeoisie is niet 100 procent overeenkomstig met Anglais fortunés, maar passable in deze context. Tevens: werkwoord “préférer” ligt wel degelijk in lijn met ‘multiplie les séjours’. Groot twijfelpunt. Ik pleit voor zowel JUIST als ONJUIST.
X Ik begrijp uit de tekst dat stelling 1 onjuist is: nergens in de tekst staat dat “de rijke Engelsen liever naar de kust gingen dan aan hydrotherapie deden”. Ik begrijp uit de tekst dat de rijke Engelsen ten tijde van ontwikkeling van hydrotherapie, vaker aan de kust verbleven (waarschijnlijk dus om aan die hydrotherapie te gaan doen, toch?)
Al mijn leerlingen (op een na) hebben deze eerste stelling fout beantwoord. Het venijn zit in het feit dat er in de tekst op geen enkele manier een vergelijking-kwalificatie wordt weergegeven tussen beide feiten, alleen maar een parallel tussen twee feiten.
Dan kan je in mijn optiek geen vraag stellen met daarin het werkwoord préférer à. Bovendien als zoveel leerlingen deze stelling fout hebben zegt dat iets over de kwaliteit van de vraag.
X heb moeite met Tekst 2 vraag 3, 1e bewering; er wordt weliswaar niet gezegd in de tekst dat rijke Engelsen liever naar zee gingen dan hydrotherapie te doen, maar: wat is hydrotherapie, daar wordt niets over gezegd en het woord ‘multiplie’ in de tekst suggereert toch dat de rijke Engelsen liever naar zee gingen dan naar hydrotherapie. Of is naar zee gaan een onderdeel van hydrotherapie? Ik vind het al met al een dubieuze vraag en vind dat ook hier beide antwoorden goed gerekend zouden moeten worden.
Reacties CvTE:
Bewering 1 komt niet overeen met de tekst. Ze gingen er vaker naar toe en zo ontstonden de ‘stations balnéaires’. Er wordt niets vergeleken, dat maakt de stelling fout.|
Zelfs als je het zou interpreteren als “séjour à l’hydrothérapie au bord de la mer” dan is de stelling nog niet waar.
Dit is geen vergelijking? C’étaient des Anglais fortunés qui préféraient un séjour au bord de la mer à l’hydrothérapie. Dit is een kip en ei verhaal. Ik heb geen voorkeur voor wel of niet, ik kan probleemloos beide antwoorden verdedigen. Franstaligen kiezen in eerste instantie voor WEL, Nederlanders voor NIET. Ik weet het niet, maar je zou hier niet op mogen zakken.
Vraag 7 – 1 punt
Hier moet het antwoordmodel inderdaad het zelfstandig naamwoord los ook goedkeuren! De metafoor is het “ding” (fort en reus), niet de eigenschap.
Reactie CvTE:
C. Géants zonder de pierres betekent iets anders, forteresse zonder des océans vanwege forten die als vuurtoren fungeren.
Forten en Reuzen zijn metaforen. Of dat fort nu van papier mâché is of de reus van suiker maakt niet uit. (Er is consensus en docenten nemen hier hun eigen beslissingen dus is een aanvulling noodzakelijk als je ongelijkheid wilt voorkomen)
Vraag 8
Stelling 1
Dit lijkt mij een interessante vraag voor de vaststellings-commissie. Ook ik ben van mening dat stelling 1 wel kan. Het doet er niet toe of de vraag een dubbele ontkenning bevat, de stelling kan ook als waar beoordeeld worden.
Geef van elke bewering aan of deze wel of niet overeenkomt met de eerste alinea.
Selon Marion Guillou,
1 il n’est pas nécessaire d’augmenter de 70% la production agricole mondiale d’ici à 2050.
Noteer ‘wel’ of ‘niet’ achter elk nummer op het antwoordblad.
Het klopt dat het NIET nodig is. Dus eigenlijk moeten de kinderen opschrijven: JA het is NIET nodig en dat is verwarrend. Niet per se fout. Mijn zusje wilde vroeger een boterham met zonder boter. De vraag is dus niet fout maar wel vals.
Was de stelling :
1 il est nécessaire d’augmenter de 70% la production agricole mondiale d’ici à 2050.
Dan was de vraag eenduidig te beantwoorden geweest.
Reactie CvTE op stelling 1:
1. In de vraag zit geen dubbele ontkenning
Dat klopt op zich, maar in de stelling zit die dus wel. JA het is NIET nodig….
Stelling 2 Het «goede» antwoord is NIET
Il faut d’abord modérer les régimes alimentaires, pour converger vers 3 000 kilocalories par personne et par jour. Actuellement, aux Etats- Unis, on est à 4 500 kilocalories et en France à 4 000 !
Hoofdbreker: je ziet twee verschillende aantallen (4000 en 4500 cal.) dus een leerling denkt op basis hiervan dat de stelling juist is. Ik lees zelf deze vb als van overconsumptie (zie uitroepteken) dus niet als ondersteuning van bewering 2. Heel vervelende vraag!
Amerikanen worden enkel als voorbeeld genoemd in de tekst. De vergelijking in stelling 2 wordt in de tekst nergens gegeven dus stelling 2 is wel degelijk gewoon fout vind ik. Bovendien zijn antwoordmogelijkheden dan wel stellingen met vergelijkingen erin simpelweg altijd fout. Als je dat aan de leerlingen zegt ben je klaar.
Antwoord CvTE op stelling 2.
Er wordt gevraagd “komt overeen met” niet “wat wordt er gezegd”. Het antwoord is dus wel degelijk afleidbaar: zowel 4500 als 4000 is veel meer dan 3000
Afleidbaar… Ik dacht tekstverklaring… Als het afleidbaar is dan zou het antwoord ja moeten zijn. Dat leid ik af uit het feit dat een dikke Fransoos een derde minder hoeft te gaan missen dan een dikke Amerikaan. Als men niet afleidt en sec leest wat er staat is het antwoord NIET maar dan zijn de cijfers dus strijdig met de stelling.
Vraag 9 – 1 punt
Mettez les différents stades dans l’ordre chronologique en notant les numéros.
Les gens mangent
1 un peu moins de viande.
2 suffisamment.
3 plus de produits comestibles animaliers
Het merendeel van mijn leerlingen heeft netjes 2 – 3 – 1 geantwoord. Eén leerling heeft 3 1 2 geantwoord en dit van boven naar beneden opgeschreven (precies zoals ik dit bij de opgaven zelf ook had genoteerd). Dit heb ik goed gerekend.
1 un peu moins de viande. 3
2 suffisamment. 1
3 plus de produits comestibles animaliers 2
Reactie CvTE:
De leerling brengt zelf een nieuwe nummering aan en noteert dat wat als laatste moet komen, namelijk 1. un peu moins de viande als 3 (moet als laatste) en dat wat als eerste moet komen, namelijk 2. suffisamment als 1 enzovoort. De leerling heeft dus niet goed begrepen wat bedoeld wordt met “en notant les numéros”. Dus niet goed de nummers 1,2,3, geïnterpreteerd en door een eigen nummering aan te brengen wel laten zien dat hij de vraag begrepen heeft, maar om daarvoor een correctie aan te brengen op het CV is onredelijk en onbillijk.
De leerling respecteert hier scrupuleus de eigen volgorde van CvTE als basis en zet de bijbehorende nummers erachter. Als je dit wilt voorkomen dan moet je het antwoordblad passend maken. Niet de leerling.
Vraag 13 – 1 punt
Het aantal buitenlandse studenten aan Belgische universiteiten is volgens de eerste alinea in tien jaar tijd met 50% gestegen. Wordt in de tekst hiervoor een verklaring gegeven?
Zo nee, antwoord ‘nee’.
De quote komt uit alinea 1 maar de vraag gaat over de HELE tekst. Aannemelijk is dat ze antwoord NEE willen maar eigenlijk is het JA. Als je uni wereldberoemd is, is dat een reden om er naar toe te willen.
Hier kunnen zowel “ja” als “nee”, ik vermoed dat de examenmakers “nee” willen horen. Maar: hoe meer buitenlandse studenten, hoe beter je internationaal bekend staat (het rayonner waar in al. 4 over gesproken wordt).
Met zo’n lang examen vind ik dit wel een gemene vraag, zoeken naar iets dat er niet is. Je zou maar een onzekere leerling zijn. Waarom zo’n vraag over een hele tekst?
Ik hoop dat jullie dit niet meer doen in het vervolg! Ik denk inderdaad ook dat ja ook mogelijk moet zijn en ik vrees dat een aantal leerlingen hier lang over gepiekerd heeft en dat voor maar 1 punt.
Reactie CvTE:
Uni is niet wereldberoemd “pas de belles places”. In alinea 1 geen verklaring.
CvTE ziet hier niet dat de vraag over de hele tekst gaat maar dat is wel zo conform de eigen instructie!
In de vierde alinea staat:
« Plus une université accueille d’étudiants étrangers, plus sa renommée mondiale est élevée. Cela veut dire que même en dehors de nos frontières, notre établissement rayonne », explique Serge Jaumain, recteur aux Relations internationales de l’Université libre de Bruxelles, qui compte près d’un tiers d’étudiants étrangers.
Vraag 19 – 1 punt
Het «goede» antwoord is NIET
Geef van elke bewering aan of deze wel of niet overeenkomt met de derde alinea.
1 Selon Idriss Aberkane, c’est dans le domaine de la conduite automatique que l’intelligence artificielle a progressé le plus.
Noteer ‘wel’ of ‘niet’ achter elk nummer op het antwoordblad.
Wie weet of stelling 1 waar is? Ik weet het echt niet zeker. Zou de stelling door “le plus” niet waar zijn?
Het ‘le plus’ zorgt hier voor problemen. Dit element is niet in de tekst terug te vinden. Dus is de stelling niet waar. Maar dit is wel erg lastig voor leerlingen….
In de tekst staat “désormais” en “voortaan” en “vanaf nu” kun je als synoniemen beschouwen. Het is dus begrijpelijk, dat je dan ook “nu” hieronder verstaat. Als je dan de eerste stelling vergelijkt met de tweede stelling, kun je het “le plus” wel degelijk goed keuren. De tweede stelling is nl. nog niet gerealiseerd, maar de spreker denkt, dat dat in de toekomst wel plaats zal vinden. Ik vind, dat hier ook “wel” goed gerekend moet worden bij de eerste stelling.
Reactie CvTE:
Waar zou “le plus” anders kunnen staan dan direct na het werkwoord?
Daar gaat het niet om, het gaat erom dat «Le plus» het onwaar maakt terwijl het verder klopt. De plaats ten opzichte van het werkwoord is dus irrelevant.
Vraag 20 – 1 punt
Comment ce passage se rapporte-t-il à la phrase qui précède ?
A Il en donne la cause.
E Il l’illustre.
Zelf kies ik hier voor E, maar ik kan niet uitleggen waarom A niet kan?
A in regel 80-82, E in regel 74-86
Nou… ik heb ernstig getwijfeld tussen A en E. Vind net zoveel te zeggen voor A. “Car le nombre de..
Nee, ervoor staat dat er soms te complexe instructies zijn, die de grenzen van wat “chiffrable” is te boven gaat. Een voorbeeld daarvan is de instructie in het eerste deel van het citaat: Siri, wat is de kortste weg langs 100 steden?
Antwoord CvTE:
Nee, het is een voorbeeld van een ‘instruction trop complexe’.
Als docenten het goede antwoord niet kunnen verklaren dan is het geen goed antwoord. A en E zijn correct. Hier mag je in ieder geval niet op zakken.
Vraag 21 – 1 punt
Qu’est-ce que Idriss Aberkane avance au 5ème alinéa ?
A. AlphaGo, contrairement à Deep Blue, est une machine qui fonctionne de façon autonome et qui va bientôt devancer l’être humain.
B. Deep Blue était le premier algorithme évolutionnaire qui a réussi à battre Kasparov aux échecs à plusieurs reprises.
C. Les algorithmes évolutionnaires sont en état d’égaler l’être humain et ils le dépassent en matière de vitesse.
D. Malgré le fait que les algorithmes informatiques ont fait d’énormes progrès, ils ne l’emportent toujours pas sur l’homme.
Alle antwoorden te technisch specifiek, alleen B is echt fout, A,C en D mankeren alle drie wel iets. C is het minst fout.
Ik vind dat deze vraag moet komen te vervallen. Egaler in C dekt ook niet de lading…
Door wegstrepen kom ik op antwoord C, maar volgens mij klopt dit antwoord niet volledig, vanwege het woord égaler in het antwoord.
Ik sluit me hierbij aan. Het woord ‘égaler’ dekt de lading niet.
Antwoord CvTE:
Het gaat om “avance” daarom vallen A, B en D af. C (112-113)
Welke betekenis kent het CvTE hier toe aan avance?
Vraag 22 – 1 punt
Qu’est-ce qui est vrai d’après ce que dit Idriss Aberkane au dernier alinéa ?
A. C’est l’homme qui décidera en dernière instance à quoi vont servir les algorithmes.
B. Il n’y a aucune raison d’avoir peur de ce que les Etats abusent des algorithmes dans le domaine de la défense.
C. L’angoisse des hommes de ce qu’un jour les algorithmes prennent l’emprise sur leur vie n’est pas irréelle.
A «en dernière instance» staat nergens
C «N’est pas irréelle» is dus réelle. En dat is waar. R. 119-126 Antwoord dubieus, de technologie is neutraal, het gaat erom wat de mens ermee doet.
Onduidelijke alinea. In zin 1 staat dat er geen reden voor angst is. In zin 2 ontbreekt een woord van tegenstelling (mais, pourtant….). Verderop ontbreekt “pas”. In de laatste zin heeft de mens weer het primaat.
Reactie CvTE:
Er wordt gevraagd naar wat waar is volgens hetgeen Aberkane zegt, niet naar wat hij daadwerkelijk zegt.
Oh ? Ik las : Qu’est-ce qui est vrai d’après ce que dit Idriss Aberkane au dernier alinéa ?
Reactie CvTE ivm C
C “On n’a jamais raison”, dus NIET waar
C L’angoisse des hommes (de ce qu’un jour les algorithmes prennent l’emprise sur leur vie) n’est pas irréelle. Dus die angst is reëel. Hij zegt inderdaad: r.117 On n’a jamais raison d’avoir peur, maar hij zegt ook meteen aansluitend: Il y a un domaine où il faudrait être prudent, c’est celui de la défense. Tous 120 les grands États cherchent aujourd’hui à mettre l’intelligence artificielle au service de leur armée, mais on ne peut accepter de confier la défense à des algorithmes, à des robots tueurs 125 qui sélectionneraient et tueraient eux-mêmes, de façon autonome. En dat is toch best beangstigend…
Vraag 26 – 1 punt
Hier zal ongetwijfeld twijfel zijn ontstaan bij leerlingen over antwoord A en B. Ik zou zeggen dat het antwoord B moet zijn, maar als je in metaforen denkt, zoals dit examen graag doet, dan kun je denken dat je die ‘vache’ misschien tegenover een andere metafoor moet zetten (‘maladie’).
Het gevaar van twijfel bij twee antwoorden die goed lijken, is bovendien dat leerlingen dan soms voor een geheel ander (fout) antwoord gaan, want er kan er maar één goed zijn. Niet de manier waarop je een examen moet maken, maar ja.
Eenduidigheid is zo belangrijk, dus laat leerlingen alsjeblieft kiezen uit antwoorden waarvan er echt maar één goed kan zijn. Anders moet je er geen multiple choice vraag van maken, zodat leerlingen hun antwoord kunnen uitleggen/nuanceren.
Ik heb deze vraag heel anders gelezen, als je de hele tekst interpreteert dan wordt dit voorbeeld inderdaad gegeven als een vergelijking tussen het goud van de Spanjaarden en het gas in Groningen, maar volgens mij is interpreteren bij een CITO-examen meestal niet de bedoeling. Als ik binnen de alinea kijk waar “la vache” voor staat dan kom ik op ” l’or et les métaux precieus”. Dat antwoord staat echter niet tussen de antwoordmogelijkheden. Ik heb toen maar antwoord C gekozen, vreemd geformuleerd, maar wel het dichtst bij het goud leek mij.
Heeft iemand deze vraag voorgelegd aan het CvTE en zo ja wat was de reactie?
Vraag 28 – 1 punt
X heb zelf lang gedaan over deze vraag, omdat ik vond dat het juiste antwoord er niet tussen stond. Na veel twijfelen tussen A en C had ik zelf A gekozen, ook al was ik het er niet helemaal mee eens. Ze leggen inderdaad niet uit waarom er zo’n toename is. Maar ik vind C ook niet kloppen. De tekst zegt dat er steeds meer manieren zijn waarop we kunnen lezen (les supports de lecture se multiplient) en dat veel meer mensen digitaal gaan lezen. Maar er wordt niet gezegd dat het lezen nooit zo aanwezig is geweest in ons dagelijks leven. Ik vind geen van de antwoorden hier dus juist..
De eerste zin geeft m.i. wél de reden van de ‘explosie’ van e-readers en tablets: namelijk het feit dat men tegenwoordig meer leest dan ooit tevoren. Ik heb uiteindelijk gekozen voor C maar vind A eigenlijk ook correct.
Nee er staat wel DAT, maar niet WAAROM
Reactie CvTE:
Welke beide antwoorden? A is niet goed, alinea 1 legt niet uit (explique), maar constateert.
Dans notre vie quotidienne?
Vraag 30 – 1 punt
Choisissez le(s) mot(s) qui manque(nt) au 3ème alinéa.
A. à peine
B. en effet
C. ensuite
D. pourtant
Extreem ingewikkeld in mijn ogen en tussen mij en collega’s discussie over of het B of D moest zijn. Voor beiden is een uitleg mogelijk. Ik pleit dus voor goed rekenen van zowel B als D.
B is m.i. alleen juist: begin alinea wordt genoemd dat je voor dit type lezen een heel arsenaal aan (onbewuste) kennis nodig hebt, waarvan vervolgens allerlei voorbeelden worden genoemd. Er is “dus”/“inderdaad”, zelfs voor de jongste generatie (digikennertjes), enige apprentissage voor nodig.
B en D lijken beiden te kunnen. Je kunt de alinea namelijk op 2 manieren lezen. Aan het begin van de alinea gaat het over het verschil tussen digitaal lezen en lezen van papier. De vraag is nu reageert Claire Bélisle op dit deel van de tekst en bevestigt ze dus de zin ervoor. Of was Claire niet op de hoogte van deze tekst en gaat zij in op de tegenstelling papier/digitaal, dan is antwoord B ook D ook mogelijk, vooral ook door het “même” verderop in de tekst.
Op internet vond ik als résumé van dit artikel: Avec l’apparition des smartphones, liseuses et tablettes de tous formats, le passage massif à la lecture numérique est annoncé. La lecture sur écran nécessite un véritable apprentissage : un “nouveau contrat de lecture” ! Antwoord B bevestigt dit.
Twee antwoorden mogelijk: B EN D
antwoord B en antwoord D, het kan allebei
Heeft iemand dit voorgelegd aan het CvTE?
Vraag 35 – 1 punt
Is niet in woorden te vangen zo even, moeten we echt bespreken
Vraag 43 deelvraag 5 – 1 punt
Bij 5 kan echt C of A ingevuld worden; sa démesure peut être considérée comme sa plus grande faute sans aucun doute; mais sa démesure l’a conduit à sa perte : il a donc couru à sa perte (par sa démesure).
Zelf had ik C, leerling met Franstalige achtergrond had A. En dat vond ik ook niet fout.
5 kan A of C zijn
Oneens, d’un bouffon duidt echt op een specifieke nar terwijl in de tekst men het heeft over leur demesure en over leur perte. Het gaat dan dus duidelijk om bouffons in het algemeen, het fenomeen bouffon.
Leerlingen met Franse achtergrond geven inderdaad bij kopje 5 A als antwoord. Zelf twijfel ik alleen ook over de woorden “plus grande erreur”…
Reactie CvTE:
Nee, A kan niet “plus grande erreur” zou niet passen. Dan is niet duidelijk om welke ‘plus grande erreur’ het zou gaan.
Mooier kan ik het niet samenvatten.
«Samen maken we werk van goede examens.»
Mocht u stappen overwegen dan heeft u niets aan bovenstaande behalve bewijs dat er discussie is over de items. Bij de rechtszaak vorig jaar zei het CvTE dat ze te laat wisten wat er mis was zodat ze niet op tijd konden corrigeren en wel moesten schuiven met de normering. Dat was toen beslist niet zo maar dit jaar kunnen ze dat in ieder geval niet meer zeggen. De problemen die er nu nog zijn weten ze heel goed en al meteen dezelfde dag dus als ze niet corrigeren is dat een bewuste keuze.
Het CvTE heeft een handige handreiking gepubliceerd: https://www.examenblad.nl/nieuws/20180426/handreiking-geschil-score-centraal/2018?regime=hflinks&horizon
Als ik het goed heb begrepen is het zaak dat u, alvorens de score is vastgesteld, en na inzage van het gemaakte werk, schriftelijk bezwaar maakt bij de directie van uw school. De directie kan dan niet anders dan dat bezwaar afwijzen want hij mag alleen kijken of het Correctiemodel netjes is gevolgd. Dat zal het geval zijn.
Met de afwijzing van uw bezwaar kunt u dan naar de rechter stappen. Volgens het CvTE is dat de civiele rechter maar als ik goed heb opgelet wil hij daar niets van weten en stuurt hij u dan naar de bestuurlijke rechter. U kunt waarschijnlijk beter meteen naar de bestuurlijke variant gaan. Maar ik ben geen advocaat. Hij zal dat beter kunnen uitleggen op basis van https://www.recht.nl/rechtspraak/uitspraak/?ecli=ECLI:NL:GHARL:2018:1817
«Geen kandidaat mag benadeeld worden, en dat garanderen we.»
U ziet het, sexy is anders, er valt geen leuk stuk van te maken. Het grootste probleem van dit examen is dat er geen koe in een rode jurk in zit. Dan wist iedereen meteen dat het waanzin was. Deze problemen zijn subtiel. Ze zitten in kleine dingen die maken dat wij, docenten, niet weten waarom het wel A is en niet B. Wij mogen alleen A goed rekenen en doen dat ook. Het is belangrijk dat alle docenten op dezelfde manier nakijken want anders werk je ongelijkheid in de hand. Dat maakt het extra erg dat er geen aanvullingen op het nota bene nog extra door twintig docenten gecorrigeerde antwoordmodel zijn gekomen. Het is vreselijk om niet te weten waarom je die rode streep zet. Het is vreselijk dat er geen correcties komen, het is vreselijk dat ze straks alleen maar gaan kijken dat het klopt wat we zeggen en dat ze dan alleen nog kunnen stoeien met de normering. Corrigeer de fouten. Dat is niet teveel gevraagd.
«Als een examen onverhoopt niet zo geslaagd is, dan doet het CvTE daar, na overleg met het veld, wat aan.»
Voorgaande blogs van Charlotte Goulmy over VWO-examen Frans 2018:
Zo, wat een klus…, Groepsblog Beroepseer, 18 mei 2018: https://beroepseer.nl/blogs/zo-wat-een-klus/
VWO Frans. Hardcore trauma, Groepsblog Beroepseer, 17 mei 2018: https://beroepseer.nl/blogs/vwo-frans-hardcore-trauma/
Gisteren, er komt geen eind aan, Groepsblog Beroepseer, 15 mei 2018: https://beroepseer.nl/blogs/gisteren-er-komt-geen-eind-aan/
U P D A T E
Column van René Kneyber over het beroerde examen Frans in
dagblad Trouw, 30 mei 2018
Zijn examens moderne vreemde talen eigenlijk wel valide? Leraar Duits analyseert de eindexamenteksten, Groepsblog Beroepseer, 1 juni 2018: https://beroepseer.nl