Vijf essays over gezag en veiligheid van overheidsmedewerkers en politieke ambtsdragers
Ooit was gezag in Nederland vooral afhankelijk van formele macht, erkenning en status. Maar tegenwoordig zijn mensen beter geïnformeerd, assertiever en mondiger dan ooit. Zo gaat de discussie over gezag steeds vaker om reputatie. In zijn essay Voorbeeldgedrag maakt gezag gaat Paul Stamsnijder in op de vraag: ‘Hoe verwerf je het nieuwe gezag?’ Het nieuwe paradigma luidt: vriendelijk waar het kan, streng waar het moet. De eigentijdse gezagsdrager heerst niet door te dicteren wat anderen moeten doen, maar door het zelf voor te leven.
Stamsnijder is partner van het communicatiebureau De Reputatiegroep. Hij schreef zijn essay voor de bundel Gezag en veiligheid in het openbaar bestuur, waarin essays zijn opgenomen van vijf auteurs. Het Voorwoord is geschreven door minister Plasterk van Binnenlandse Zaken: “Als ambtenaren, bestuurders en volksvertegenwoordigers een beroep doen op het formeel gezag dat verbonden is aan hun functie, zal dat tegenwoordig vaak beperkt resultaat opleveren. Van politievrouw tot onderwijzer, van burgemeester tot meteropnemer, hun effectiviteit en veiligheid worden bepaald door de aanvaarding van het nut van hun werk door het publiek en door de redelijkheid van hun optreden. Gezag wordt niet langer vanzelfsprekend gegeven maar moet verdiend worden.
De discussie over gezag wordt meestal in abstracte termen gevoerd. Maar welke steun kan de overheidsmedewerker of bestuurder ontlenen aan die discussie? Zij hebben veeleer behoefte aan concrete aanwijzingen bij het kunnen vervullen van hun functie. Want wat gezag ook moge zijn, het is onontbeerlijk voor het openbaar bestuur.
Om antwoorden te vinden op die vragen hebben wij vooraanstaande experts gevraagd een bijdrage te leveren die eerder de praktijk dan de theorie dient. De belangrijkst conclusie is dat het persoonlijk optreden, begripvol handelen en open communicatie bepalende factoren zijn. Daarbij is ook de cultuur van een betrokken organisatie van doorslaggevend belang; een cultuur die enerzijds burgers zonder aanziens des persoons en fair weet te behandelen en anderzijds veiligheid biedt aan de eigen medewerkers”.
Leer van de politie dat gezag mag en kan
Het tweede essay, geschreven door Niels Karsten, hoofddocent aan de Tilburgse school voor Politiek en Bestuur, gaat over de rol van gezag bij het voorkomen van vijandigheid jegens politieke ambtsdragers. Hij verkende de hedendaagse gezagsbronnen van politieke ambtsdragers en in het bijzonder lokale bestuurders, op basis van een literatuurverkenning en een analyse van empirisch onderzoek.
Hij concludeert dat politieke ambtsdragers die een beroep doen op algemeen aanvaarde principes, waarden en normen of die persoonlijke gezagsbronnen benutten, kansrijker zijn in de strijd tegen agressie en geweld dan collega-bestuurders die een beroep doen op institutionele of gedelegeerde gezagsbronnen. Door zich te beroepen op waarden die aansluiten bij de wensen, verwachtingen en waardenpatronen van burgers laten bestuurders zien dat zij burgers beschouwen als serieuze opponenten met legitieme en valide argumenten. Ze kunnen zo begrip creëren voor hun beslissingen, wat niet lukt als ze besturen ‘op de macht’. Dat betekent nog niet dat burgers het met controversiële beslissingen eens zullen zijn, maar het verkleint wel de kans dat ze bestuurders te vuur en te zwaard bestrijden als waren zij de vijand.
Het antwoord van filmmaker en filosoof Jurriën Rood op de vraag wat we kunnen doen tegen de agressie en het geweld tegen overheidsmedewerkers en publieke ambtsdragers, ofwel ‘dienstverleners met een publieke taak’, luidt: “Misschien dit: we kunnen hen helpen een nieuw, beter functionerend gezag te verwerven, geïnspireerd op het communicatieve gezag van de (Amsterdamse) politie”. Roods essay is getiteld Leer van de politie dat gezag mag en kan. Overheid en bevolking zullen daar veel baat bij hebben.
“Zo’n voorbeeldrol van de politie ligt niet voor de hand”, schrijft Rood. Hij legt uit aan de hand van gebeurtenissen in de praktijk waarom de politie ons de weg kan wijzen in het op een moderne manier omgaan met gezag. Het is juist de politie die de nieuwe gezagsuitoefening in praktijk brengt en daarmee tot voorbeeld kan dienen..
De bijdrage van Christien Brinkgreve, hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Utrecht, is getiteld Gezag en veilige publiek taak. Zij heeft het vooral over gemeentemedewerkers onder wie parkeerwachters en baliemedewerkers. Zij hebben geregeld met agressie te maken maar, in tegenstelling tot geweld tegen hulpverleners, heeft dit vrij weinig aandacht gekregen. De vraag is: ‘Welke elementen op individueel, organisatorisch en maatschappelijk niveau leiden tot gezagvolle uitvoering van werkzaamheden en werken preventief tegen agressie en geweld?’ Aan het slot van haar essay doet zij zeven aanbevelingen voor nieuw beleid en concludeert zij dat naast expertise (kennis van zaken) communicatief vermogen vereist is: “Zonder voldoende kennis van zaken krijgen overheidsmedewerkers geen gezag over mensen die soms beter opgeleid zijn en zich tot mondige burgers hebben ontwikkeld. Als communicatieve vermogens bij overheidsmedewerkers ontbreken raken burgers eerder geïrriteerd en gefrustreerd en is de kans op escalerende processenen geharnaste posities groter”.
Belangrijk is ook “dat er in een teamoverleg ook ruimte is voor de bespreking van het eigen optreden. Bespreek wat uit de verschillende situaties en interacties te leren valt. En sta daarbij open voor twijfels, ervaringen en gedachten die buiten het boekje vallen van de heersende aanpak”.
Gezag = macht en status
Het slotessay van dr. Marieke Fransen en dr. Saar Mollen, beiden onderzoeker en docent bij de Amsterdam School of Communication Research, gaat over gezag en gedrag. Gezag en de daarmee gepaard gaande hiërarchische verhoudingen tussen mensen zijn een fundamenteel onderdeel van onze samenleving. Maar wat verstaan we precies onder gezag? De definitie van gezag is niet geheel eenduidig. Het woord gezag wordt in het dagelijks leven vaak gebruikt om de overheid of regering aan te duiden: “Je zou kunnen stellen dat het begrip gezag bestaat uit tenminste twee dimensies, namelijk macht en status, die in de praktijk vaak aan elkaar gerelateerd zijn”.
Gevangenisbewaarders, bankdirecteuren en portiers van nachtclubs hebben bijvoorbeeld allemaal macht omdat ze controle hebben over waardevolle middelen, maar hebben toch vaak moeite om respect (status) te krijgen. Vaak is het zo dat mensen de aanwijzingen van iemand met macht volgen omdat ze dan waardevolle middelen kunnen bemachtigen of bang zijn voor eventuele sancties, terwijl ze de aanwijzingen van iemand met status volgen omdat ze ervan overtuigd zijn dat dit het beste is om te doen. Willer, Youngreen, Troyer en Lovaglia (2012) hebben onderzocht hoe mensen met macht ook status kunnen bereiken. Ze laten zien dat dit kan door een gematigd (i.p.v. sterk) gebruik van macht waardoor ze als minder egoïstisch en als competenter gezien worden. Daarnaast kunnen mensen met macht meer status krijgen door te laten zien dat ze gemotiveerd zijn om samen te werken met de groep.
De auteurs doen vijf aanbevelingen waarvan de derde luidt: “Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat het gezag van overheidsmedewerkers bestaat uit zowel macht als status omdat macht zonder status kan leiden tot negatieve reacties. Status bij machtige personen kan verhoogd worden door je sociale kant te laten zien en gematigd te zijn in het tentoonspreiden van gezag”.
Gezag en veiligheid in het openbaar bestuur. Essays over het gezag en de veiligheid van overheidsmedewerkers en politieke ambtsdragers is een uitgave van het programma Veilige Publieke Taak van het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK). 41 pagina’s., 2014.
De bundel is een vervolg op de in 2012 verschenen bundel Gezagsdragers – De publieke zaak op zoek naar haar verdedigers onder redactie van Thijs Jansen, Gabriël van den Brink en René Kneyber en de discussie over de staat van het ambt en het openbaar bestuur en welke rol gezag daar in speelt. De artikelen zijn zowel een beschouwing als een praktisch handvat voor hedendaagse politieke ambtsdragers en overheidsmedewerkers als ze willen weten wat er van hen gevraagd wordt om gezagvol te kunnen zijn.
Inhoud
Voorwoord van Minister Plasterk
Voorbeeldgedrag maakt gezag. Paul Stamsnijder
“Maar ze hebben er wel over nagedacht”. Niels Karsten over de rol van gezag bij het voorkomen van vijandigheid jegens politieke ambtsdragers.
Leer van de politie dat gezag mag en kan- Een les voor overheid en bevolking. Jurriën Rood
Gezag en veilige publieke taak.Christien Brinkgreve
Gezag en gedrag. Saar Mollen en Marieke Fransen
Klik hier voor downloaden van de bundel in PDF: www.rijksoverheid.nl