Jaarverslag Rob 2015: Politiek kan meeste maatschappelijke vraagstukken niet alleen aan. Steun en inzet van burgers onontbeerlijk

omslag jaarverslag 2015 raad openbaar bestuurIn het in april 2016 verschenen Jaarverslag van de Raad voor het openbaar bestuur 2015 zijn de hoofdthema’s decentralisaties in het sociale domein, democratische innovatie en veiligheid en bestuur. In 2015 heeft de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) een aantal adviezen daarover uitgebracht. In het jaarverslag legt de Raad verantwoording af over de adviezen en de activiteiten. Onder de activiteiten vallen de jaarlijkse Rob-lezing, uitgesproken in 2015 door het Britse parlementslid Nick Clegg, bijeenkomsten, lezingen en expert meetings.
De taak van de Raad voor het openbaar bestuur is de regering en het parlement gevraagd en ongevraagd adviseren over de inrichting en het functioneren van de overheid. Daarbij geeft de Raad in het bijzonder aandacht aan de uitgangspunten van de democratische rechtsstaat.

In 2015 is veel tijd geïnvesteerd in adviezen die begin/medio 2016 uitkomen, zoals het advies 15,9 uur – De verbindende rol van het raadslid in een vitale democratie, een advies over de betekenis van decentralisaties in het sociale domein voor de kwaliteit van het openbaar bestuur en het functioneren van de (lokale) democratie, een advies over wat politieke ambtsdragers nodig hebben voor het vervullen van hun ambt, en het advies over keteninformatie dat in samenwerking met de Raad voor Cultuur tot stand is gebracht.

‘High trust’

In het Voorwoord van het jaarverslag schrijft Rob-voorzitter Jack Wallage: “Ook in 2015 wordt het beeld van het openbaar bestuur bepaald door een zekere tweeslachtigheid. Enerzijds blijft ons land tot de ‘high trust countries’ behoren, burgers vinden dat ons land een democratie is en waarderen dat systeem keer op keer met hoge cijfers. Maar zwenkt het onderzoeksperspectief naar belangrijke dragers van het democratische proces, politici en politieke partijen, dan is van ‘high trust’ geen sprake. Sterker nog: de laatste jaren staan die cijfers verder onder druk. Het percentage Nederlanders dat lid is van een politieke partijen is verder gedaald, beneden de 2,4%. Zelfs na de bankencrisis hebben de burgers meer vertrouwen in de bankiers dan in hun politici…”

Hoe houdbaar is de wijze van besturen in Den Haag eigenlijk?

Op verzoek van de minister van Binnenlandse Zaken heeft de Raad een grondig onderzoek gedaan naar de vraag hoe houdbaar de wijze van besturen in Den Haag eigenlijk is. Daarbij was een belangrijk leidmotief dat wij, aldus Wallage in zijn Voorwoord… “ons niet blind wilden staren op de ogenschijnlijk stabiele steun voor de democratie. Het knagende gevoel dat aan de representatieve democratie vooral gezagvolle representatie begint te ontbreken, zet aan tot denken. In zijn advies ‘Sturen én verbinden’ heeft de Raad geprobeerd de Haagse houdbaarheid te analyseren op de drie relevante speelvelden: parlement, kabinet en departementen”.

Sturen alleen is niet voldoende. Er moet ruimte komen voor dialoog met samenleving

De conclusie is dat het Haagse huis van het openbaar bestuur aan groot onderhoud toe is. Het ingewikkelde is dat een houdbaar besturingsstelsel in Den Haag alleen ontstaat als op alle drie de speelvelden, in onderlinge samenhang, vernieuwing plaatsvindt. Dat maakt Sturen en verbinden tot een complex advies. In de titel wordt tot uitdrukking gebracht dat de representatieve democratie niet meer vanuit de verkiezingsuitslag na onderhandelingen mag verwachten dat er materieel gesproken een mandaat is dat vier jaar stand houdt. Respect en draagvlak voor de plannen van een kabinet worden niet op dat formele mandaat verkregen, maar moeten in het bestuursproces worden verdiend. En de manier waarop draagvlak wordt verkregen heeft alles te maken met de vaardigheid tot verbinden.
Sturen alleen is niet voldoende. Gedetailleerde, politiek dichtgeregelde regeerakkoorden zetten in die spanning tussen sturen en verbinden een nieuw kabinet meteen op het verkeerde been. Een randvoorwaarde voor een nieuwe verbinding tussen de verticale wereld van de Haagse instituties en de horizontale netwerksamenleving is een compact regeerakkoord waarin wel problemen en oplossingsrichtingen worden beschreven, maar waarin op kernvraagstukken ruimte wordt gelaten voor een betekenisvolle dialoog met de samenleving. Het vraagt erkenning van het feit dat de politiek de meeste maatschappelijke vraagstukken niet alleen aan kan, dat daarvoor steun en inzet vanuit burgers en maatschappelijke organisaties onontbeerlijk is.

Organisatievormen van het Rijk moeten de inhoud volgen, niet andersom

Zien we het parlement als de stem van het volk, dan vormen de departementen een ‘body of knowledge’ en moet het kabinet de brugfunctie tussen beide vervullen. De Raad heeft daarbij veel aandacht gegeven aan twee, elkaar versterkende fenomenen. Allereerst de sterk geïndividualiseerde ministeriële verantwoordelijkheid en vervolgens de traditionele departementale indeling die sterk sectoraal van karakter is. De Raad heeft gepleit voor een meer compacte ministerraad, waarin een beperkt aantal kabinetsministers gezamenlijk verantwoordelijkheid draagt, als het ware over de departementen heen.

Veel vraagstukken zijn niet meer sectoraal van karakter: werk, integratie, duurzaamheid en infrastructuur vragen innerlijke samenhangende plannen waaraan heel verschillende departementen een bijdrage moeten leveren. De organisatievormen van het Rijk moeten de inhoud volgen, niet andersom.

Jaarverslag Raad voor het openbaar bestuur 2015, april 2016: Klik hier.

Sturen én verbinden – Naar een toekomstbestendige Rijksoverheid, Raad voor het openbaar bestuur, 1 oktober 2015: www.rob-rfv.nl

Nieuwsbrief ontvangen?

Wij houden u graag op de hoogte van actuele ontwikkelingen binnen Stichting Beroepseer.  Wilt u onze nieuwsbrief ontvangen? Dan kunt u zich hieronder aanmelden.

Contact

Adres:
Multatulilaan 12
4103 NM Culemborg

Email:
info@beroepseer.nl

© Stichting beroepseer