Onderwijsfusies, onderwijsmanagers en de leraren zelf
In het opiniërende internetmagazine De Fusie staat in het artikel Vuseren dat de “integratie” van de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam er gaat komen:
“Wat al jaren in de lucht hing en met veel moeite tegen werd gehouden, komt er nu toch van: de UvA en de VU gaan integreren – een eufemisme voor fuseren. Om te beginnen wordt een aantal kleine instituten samengevoegd, maar de echte inspanning begint bij het ineenschuiven van de drie bèta-faculteiten van de VU (2 stuks) en UvA (1 stuk) in een Amsterdam Academic Alliance. Dit prille samenlevingscontract moet op termijn tot een algeheel huwelijk leiden, alhoewel dit niet hardop uitgesproken wordt. Zoals vaker ligt deze beslissing op ministerieel en bestuurlijk niveau mijlenver voor op wat bij de organisatie bekend is en dus begint onder de medewerkers het gissen naar de motieven.
Natuurlijk zijn er (levens)vatbare argumenten om samenwerking te bevorderen tussen universiteiten, opleidingen en binnen onderzoeksgebieden. Ook het delen van een sportcentrum en dergelijke faciliteiten kan gunstig zijn voor beide partijen. De fusie in kwestie gaat echter gebukt onder een hoop grote woorden en loze beloften die ver van de werkelijkheid, aan mahoniehouten bureaus worden bedacht. Kenmerkend voor de integratieplannen is de blinde productiviteitsvisie waarmee gewerkt wordt, en het grote gebrek aan het oog voor de organisatie en haar medewerkers zelf.
………Wat doelbewust over het hoofd gezien wordt is dat het samenvoegen van grote (en kleine) opleidingen alleen op de korte termijn kostenbesparend is. Je komt er al snel achter dat je de grote groepen studenten nergens fatsoenlijk in een collegezaal kwijt kunt en dat deze studenten binnen de kortste tijd – terecht – ontevreden zijn over het gebrek aan persoonlijke aandacht. Groepen van honderden studenten vergen juist enorme investeringen in practicumruimte en persoonlijke begeleiding. Ook zij willen stage lopen, wat na het onvermijdelijke bezuinigen op onderzoeksgroepen al snel verleden tijd is.
Natuurlijk is het voor carrièregerichte bestuurders slim om te luisteren naar de ‘daadkrachtige’ minister die ver wil gaan om van deze fusie zijn geesteskind te maken. De aandeelhouders, het volk, laten zich ondertussen graag aanpraten dat fusies bureaucratie en geldverspilling verminderen. Of een dergelijk megalomaan project uiteindelijk werkelijk besparend werkt en echt een mooie synergie smeedt is even een secundaire zorg.”
Nieuw offensief van managers dreigt te slagen
Een paar maanden eerder, op 18 juli 2012, schreef Ewald Engelen in NRC Next zijn blog De manager heeft gewonnen over de “definitieve knechting” van de academicus. Volgens deze hoogleraar Financiële geografie aan de Universiteit van Amsterdam nemen bestuurders de macht over op hogescholen en universiteiten. Dit betekent volgens hem het einde van de universiteit als vrijplaats voor belangeloze nieuwsgierigheid. Zijn blog begint met een bericht over het weglopen van een deel van de docenten aan de Design Academie in Eindhoven vanwege een hooglopende ruzie over een reorganisatie:
“…….In het funderend onderwijs en het hbo hebben professionals de slag allang verloren. Een handjevol kunstacademies, conservatoria en specialistische instellingen – zoals de Design Academy van Eindhoven – wist tot nog toe hardnekkig weerstand te bieden.
Overal waar expertise het monopolie is van een onaantastbaar gilde – zoals aan universiteiten – hadden bestuurders het nakijken. Onder het mom van ‘professionalisering’, ‘schaalvergroting’, ‘studeerbaarheid’, ‘toponderzoek’, ‘operationele efficiëntie’ en meer van dit soort lulkoek is echter een nieuw offensief ingezet. Deze aanval dreigt te slagen waar eerdere faalden. Zie het vertrek van de drie van Eindhoven.
Zie de ontslagrondes in de kleine talen. Zie de 450 fte die de VU wil offeren om 33 miljoen euro vrij te spelen om haar nieuwbouw aan de Zuidas te redden. Ditmaal wordt de professionele autonomie van het hoger onderwijs echt bedreigd. De definitieve
knechting van de academicus is aanstaande.
Voor dit slotoffensief hebben bestuurders een garnizoen van ja-knikkende waterdragers om zich heen verzameld. De verhouding tussen staf en wetenschappelijk personeel op de meeste onderwijsinstellingen zou een Zuid-Amerikaans operetteleger niet misstaan. Het doel van deze invasie van procesdeskundigen is drieledig. Bestuurders afschermen tegen gerommel uit de ingewanden van de organisatie; het evangelie van
prestatiemeting verbreiden; en de laatste bolwerken van verzet oprollen via intimidatie (‘jij krijgt geen onderzoeksgeld meer’) of ostracisme (‘jou nodigen we niet meer uit’).
…. In de slag om de universiteit zijn accountants, communicatiemedewerkers, didactici, organisatieadviseurs, consultants, onderwijskundigen, spreadsheetacrobaten, interimmanagers – en al die andere anti-intellectuele beroepsgroepen die in steeds groteren getale de universitaire staven bevolken – frontsoldaten van een managementideologie die processen en procedures prevaleert boven vakinhoudelijke expertise en ervaring. Filosoof of grafisch vormgever, econoom of astrofysicus – allemaal zullen ze zich voegen naar de sjablonen van het bedrijfsproces…”
Engelen besluit met te schrijven dat er …”iets essentieels verloren dreigt te gaan. En dat is de Alma Mater als vrijplaats voor geschoolde, belangeloze nieuwsgierigheid. Door economische horigheid, bestuurlijke onverschilligheid, maatschappelijke onwetendheid, politieke intellectuelenhaat en academische kinnesinne is voor dit soort nieuwsgierigheid steeds minder ruimte. Dat is niet alleen een persoonlijk drama voor al die geroepen en die om die reden ooit in wetenschap en onderwijs terecht zijn gekomen. Ook voor een samenleving die een toekomst van grote onzekerheid tegemoet gaat, is het rampzalig.
We weten niet wat de vragen van morgen zijn, laat staan dat we daar nu al de antwoorden op kunnen geven. Onderzoek naar wat die vragen kunnen zijn, laat zich per definitie niet in de taal van ‘valorisatie’, uitkomsten en ‘deliverables’ beschrijven”.
Stichting Lerarenraad wil het roer omgooien
Deze twee artikelen voeren tot maar één conclusie. Het is noodzakelijk dat leraren – of ze nu hoogleraren zijn of vmbo-leraren – de krachten bundelen en gaan samenwerken.
Vmbo-docent René Kneyber heeft al een stap genomen. Sinds half september 2012 is hij bezig met het stichten van een Lerarenraad en hij nodigt collega’s uit mee te doen en plannen te maken. Zo’n Lerarenraad gaat ervoor zorgen dat er niet meer óver docenten wordt gepraat, maar mèt docenten en dat er direct contact gaat komen tussen beleidsmakers en werkveld.
Meer over de nieuw op te richten Lerarenraad op www.lerarenraad.nl.
Nieuw op te richten Lerarenraad door René Kneyber, Blogs Beroepseer, 17 september 2012: https://beroepseer.nl
Lees het artikel Vuseren van 14 september 2012 verder op site van De Fusie: http://defusie.net/vuseren (Website is opgeheven)
Blog De manager heeft gewonnen, door Ewald Engelen in NRC Next van 18 juli 2012: www.nrc.nl