Bijdrage van prof. Remco Breuker aan hoorzitting Tweede Kamer over ‘Verscheidenheid en diversiteit in de wetenschap’
Op 23 april 2019 vond er in de Groen van Prinstererzaal van de Tweede Kamer een rondetafelgesprek/hoorzitting plaats over Verscheidenheid en diversiteit in de wetenschap. Doel van de hoorzitting was de Kamerleden informatie en inzicht verschaffen over verscheidenheid in de wetenschappelijke wereld. Het gaat dan om informatie van binnen en buiten de wetenschappelijke wereld.
In de huidige kabinetsperiode is er veel aandacht voor het onderwerp. Zo wordt verscheidenheid in verband gebracht met diversiteit en diversiteitsbeleid en zijn ook de academische vrijheid en onafhankelijkheid verbonden aan het onderwerp.
Er zijn verschillende moties ingediend en aangenomen waarin diversiteit, verscheidenheid of onafhankelijkheid expliciet worden genoemd. In de Wetenschapsbrief van de minister van Onderwijs (OCW) is het derde hoofdstuk voor het overgrote deel gewijd aan het onderwerp.*)
Een van de genodigden om een bijdrage te leveren aan de hoorzitting was prof. dr. Remco Breuker, hoogleraar Koreastudies aan de Universiteit van Leiden. Hij vertelde dat de academische vrijheid onder zware druk staat. Dat betreft hemzelf ook persoonlijk, zoals blijkt uit zijn verhaal.
Breukers bijdrage aan de hoorzitting is – in PDF – te lezen op de site van de Tweede Kamer.
De eerste vraag van de TK luidde:
1. Wat betekent ‘verscheidenheid en diversiteit in de wetenschap’ voor u en uw
werk?
Breuker: Laat ik Uw vragen puntsgewijs beantwoorden, al zou ik deze eerste vraag graag omdraaien en aan U stellen. Dit vanwege het schokkende – en van de maatschappij losgezongen – gebrek aan diversiteit in de drie panels die U voor vandaag heeft samengesteld en de arbitrair overkomende selectieprincipes die hier klaarblijkelijk aan ten grondslag hebben gelegen (zo hoor ik graag uw uitleg over het verschil tussen een ‘wetenschapper’ en een ‘feitelijk
expert’). Ik kan u verzekeren dat ik bij het organiseren van een soortgelijke bijeenkomst aan de universiteit hier niet mee was weggekomen. Maar laat ik de eerste vraag beantwoorden: ik versta onder verscheidenheid en
diversiteit in de wetenschap in de eerste plaats verscheidenheid in onderzoek, aanpak en methodologie, onderwerp: niet iets dat institutioneel wordt aangemoedigd, al is het intellectueel aantrekkelijk. Verder begrijp ik het als steevast geconfronteerd worden met andere methodologieën, met onbekende discourses, met analyses die zowel bevestigen, ontkennen, aanvullen, als nieuwe vragen opwerpen. Verscheidenheid en diversiteit schuren altijd, kunnen disruptief zijn, in het onderzoek, in het onderwijs – verscheidenheid en diversiteit van mening tussen docenten onderling, tussen docent en student, en tussen studenten onderling is cruciaal voor academische vorming- en in kennisvalorisatie. U had in plaats van dit debat ook met WOinActie kunnen gaan praten: een beweging die uit de wetenschap zelf is voortgekomen, uit studenten én wetenschappers, waarin allerlei
stromingen en achtergronden een plaats hebben gevonden, verenigd door het besef dat wij als academische gemeenschap onszelf moeten vertegenwoordigen, omdat niemand of niets anders dat nog adequaat doet – ook de VSNU niet.
2. Hoe ervaart u de mate van verscheidenheid en diversiteit in uw werk? Hoe ervaart u uw academische vrijheid?
Ik vermoed dat, gezien de context en de maatschappelijke discussie, deze vraag informeert naar de politieke verscheidenheid en diversiteit in mijn werk? Die is aan de Leidse universiteit overduidelijk aanwezig, maar zolang de wetenschap die er geproduceerd wordt in orde is, laat deze me eigenlijk koud. Ik raad U dezelfde basishouding aan: het is een verdienste én een vereiste van de democratische staat dat de wetenschap soeverein en onafhankelijk is. In de huidige maatschappelijke context houdt Uw vraagstelling politieke bemoeienis met de wetenschap in: dat is een zorgwekkende ontwikkeling.
U stelt feitelijk een politieke vraag aan een wetenschapper: mijn antwoord kan alleen wetenschappelijk zijn, dus daar gaan we. In mijn eigen vakgebied bevind ik me qua verscheidenheid en diversiteit in een zeer luxueuze positie. Waar andere regiowetenschappers het veelal met één regio moeten doen, heb ik er twee: Noord- en Zuid-Korea. Ik laveer elke dag op tussen de meest uiteenlopende voorbeelden van diversiteit en verscheidenheid. Veel verscheidener of diverser dan Noord- en Zuid-Korea heb je bovendien niet. Beide leveren instructieve voorbeelden op over verscheidenheid en diversiteit: in het noorden is er ten behoeve van de nationale moraal een ban uitgesproken op verscheidenheid en diversiteit – in de wetenschap (daar begon het), maar in feite tegenwoordig in alles. De geesteswetenschappen zijn daar eerst verordonneerd om de natie en alleen de natie te dienen, en zodra ze dit deden en hun kritische houding opgaven, werd hen daarna de nek omgedraaid, waardoor Noord-Korea heden ten dage prachtige raketten en kernkoppen construeert, maar kritische wetenschapsbeoefening er niet meer bestaat. Er zijn wel nog diegenen die zich kleden in de toga van de wetenschapper en praten in het bijbehorende idioom, maar zij laten alleen het door de natie gesanctioneerde geluid horen – maar dat zien we hier ook wel (ik hebhier een boek over geschreven: De B.V. Noord-Korea: een kernmacht in de marge, Prometheus, 2018).
Het Zuiden heeft dat beter gedaan, daar heeft de academische gemeenschap vaak met gevaar voor eigen leven de eigen stemmen laten horen. Sommigen hebben daar een hoge prijs voor betaald. De afgelopen tien jaar, echter, hebben de in ons veld met de term ‘pseudowetenschappers’ aangeduide politieke lobbyisten/activisten (al dan niet zelf ooit als wetenschapper actief geweest) de vrijheid van wetenschap in hoge mate aangetast door het ijkpunt van alle (geestes-)wetenschap ‘Korea’ te maken en uit de wetenschap afkomstige geluiden die óf de bij hun gangbare opvatting over de natie en haar verleden, heden en toekomst tegenspreken óf de vaak geopperde etnische exceptie-argumenten (waarin Korea een empirisch niet aantoonbare uitzonderingspositie toebedeeld kreeg) weerspreken, te vuur en te paard te bestrijden. Dit geschiedde door mediahetzes, vragen in het parlement en zelfs door rechtszaken. Zo fungeerden de pseudo-wetenschapppers als useful idiots van politieke boodschappen (van zowel links als rechts)
Over academische vrijheid heb ik ook zelf wel het een en ander te melden. Hoe ervaar ik die? Nu, ik bevind mij op dit moment in de Tweede Kamer voor een hoorzitting over verscheidenheid en diversiteit in de wetenschap. Dat is wat. Of dat zou het moeten zijn. Want tegelijkertijd moet ik erkennen dat de universiteit door externe krachten wordt belaagd die haar of willen uitkleden of willen censureren. Of beide. Ik erken ook dat het financieringsmechanisme noch onderwijskwaliteit noch academische vrijheid in de hand werkt (zie hier voor een uitwerking van deze notie: http://www.frontaalnaakt.nl/archives/de-wet-van-breuker.html). Structurele weeffouten in de financiering van de universiteit en toenemend politiek en maatschappelijk antagonisme hebben gevolgen voor de individuele wetenschapper. Ik neem mijzelf hier als voorbeeld, omdat ik deze casus het best ken.
Academische vrijheid wordt veelal met de mond beleden.Tegenover elke ferme uitspraak over academische vrijheid staat de praktijk van de alledaagse werkelijkheid. Want tegelijkertijd moet ik tegenwoordig mijn onderzoek over Noord-Korea eerst door een advocatenkantoor laten lezen (en probeer die kosten maar eens in een subsidiebudget te zetten) uit de niet ongegronde angst om aangeklaagd te worden door de grote bedrijven die in
dat onderzoek naar voren komen. Tegelijkertijd heb ik deze ochtend nog weer een gesprek gehad over mijn persoonlijke veiligheid en die van mijn onderzoeksdata- en resultaten omdat de Noord-Koreaanse staat mij van drie halsmisdaden heeft beschuldigd. Het zou tevens niet voor de hand moeten liggen dat een hoogleraar Koreastudies vanwege zijn onderzoek onder druk kan worden gezet door grote multinationals, zowel binnenlands als buitenlands, en toch gebeurt het – ik raak eraan gewend. Gestalkt worden in eigen land door boze ambassadeurs en diplomaten die om je ontslag vragen, omdat je als wetenschapper moet zeggen wat je geconstateerd hebt? Het zou niet moeten kunnen, maar toch gebeurt het. Te horen krijgen van één zo’n boze ambassadeur dat zijn buitenlandse inlichtingendienst een dossier over je heeft aangelegd op basis waarvan rechtsvervolging aanstonds is? Kafkaësk, maar waar. Het laatste jaar onderzoeksgeld van een grote onderzoekssubsidie terugsturen omdat de verstrekkende instantie verklaard heeft dat je academische vrijheid relatief is aan het ontvangen van fondsen
van desbetreffende instantie, waardoor je op een zwarte lijst voor fondsenwerving terechtkomt? Idem dito. Ik heb voorbeelden te over, de politiek heeft waarschijnlijk niet in diezelfde mate belangstelling hiervoor – dat althans leert de ervaring. Ik heb er wel van geleerd: ik spreek me uit en houd me verre van elke financieringsbron die me zou kunnen compromitteren, ondanks de institutionele druk om grote bedragen van buiten binnen te blijven halen.
3. Wat betekent ‘verscheidenheid en diversiteit in de wetenschap’ voor u en uw werk?
Klik hier voor verder lezen van de bijdrage aan de hoorzitting Verscheidenheid en diversiteit in de wetenschap van Remco Breuker in PDF: https://beroepseer.nl
*) Verscheidenheid in wetenschap, met lijst van genodigden, Wetenschapsbrief Nieuwsgierig en betrokken – de waarde van wetenschap en het Briefadvies van de KNAW Vrijheid van wetenschapsbeoefening in Nederland, Tweede Kamer, 23 april 2019: https://www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2019A01310
Profiel Remco Breuker op site Universiteit Leiden: www.universiteitleiden.nl/medewerkers/remco-breuker#tab-1
Foto bovenaan: Infographic uit Nieuwsgierig en betrokken. De waarde van wetenschap, Rijksoverheid, 28 januari 2019: www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2019/01/28/nieuwsgierig-en-betrokken
Reacties (1)
Geef een reactie Reactie annuleren
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Poeh, stuitend, wetenschap aan verschillende leibanden, en dat onderzoek en resultaten/ conclusies die objectief zouden moeten/ mogen zijn nu betwijfeld worden (en dat we vaak niet eens weten dat ze aan de leiband liggen) we leven in diverse parallelle werelden blijkbaar!