Keurmerken in de zorg oorzaak van administratieve lasten en regeldruk
In zijn bijdrage aan de nieuwsbrief Natuurlijk in beweging van maart 2018 vraagt Roland van Esch zich af of de pijlers waarop de Nederlandse gezondheidszorg rust niet teveel onder druk komen te staan? Die pijlers zijn toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid.
Wat gaan we doen aan het tekort aan personeel? Wat betekent dat voor de toegankelijkheid en de kwaliteit van zorg en de kosten? Van Esch: “Een ander fenomeen is de enorme administratiedruk voor zorgverleners. Het is inmiddels algemeen bekend dat zij gemiddeld 40% van hun tijd bezig zijn met administratieve taken”.
Het meten en vastleggen van kwaliteit
Volgens Van Esch wordt die administratieve druk veroorzaakt door de zucht naar meer kwaliteit, of, anders gezegd, het meten en vastleggen van kwaliteit: “Het meten van kwaliteit, vastgelegd in ‘keurmerken’, is een belangrijke veroorzaker van de enorme administratieve druk in de zorg. Het staat dus eigenlijk de kwaliteit juist in de weg. Hoezo keurmerken? Kijk maar eens op websites zoals kiesbeter.nl. Daar komt u onder andere tegen: Baby Friendly (WHO/Unicef), CCAF-keurmerk, Certificaat Hepatitis Behandelcentrum, Erkenning instellingen voor pijngeneeskunde, Freya pluim, KNGF-standaarden Beweegprogramma’s, NCFS-keurmerk, Neokeurmerk, Planetreelabel, Roze Lintje, Smiley, Bronzen, Zilveren en Gouden keurmerk, Spataderkeurmerk, TOPGGz keurmerk, Vaatkeurmerk, Waarborgzegel Fixatievrije zorginstelling, CCKL-accreditatie, CIIO-Maatstaf, Door Cliënten Bekeken, EARL-certificaat, EurSafety kwaliteits- en transparantiecertificaat, Gastvrijheidszorg met Sterren, HKZ-keurmerken, INK-onderscheiding, ISO5189-accreditatie, JACIE-accreditatie, JCI-accreditatie, Keurmerk Pgb-bureaus, NIAZ-accreditatie, enzovoorts.
Waartoe dienen al deze keurmerken? Een keurmerk geeft een kwaliteitsoordeel over een product of dienst. In Nederland hebben we een nationaal keurmerk. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd houdt toezicht op de kwaliteit van zorg in ziekenhuizen”.
Al deze keurmerken verlangen nogal wat van de ziekenhuizen, vervolgt Van Esch: rapportages, overzichten, vragenlijsten. En dan zijn er ook nog alle instanties, medewerkers en faciliteiten die hierachter zitten. De vraag is: Zijn al deze keurmerken er vanwege het feit dat we (gereguleerde) marktwerking hebben in de zorg? Een goede vraag.
Ziekenhuizen met minder keurmerken zijn mogelijk beter van kwaliteit omdat ze bezig zijn met hun kerntaak: aandacht en tijd besteden aan de patiënt!
Zorgkosten
De nieuwsbrief gaat ook in op het rapport over de kostenontwikkeling van de ziekenhuiszorg in Nederland. Daaruit blijkt dat de omzet in 2016 is gegroeid, maar de groei is binnen de doelstellingen van het Bestuurlijk hoofdlijnenakkoord gebleven. Dit akkoord hebben de ziekenhuizen, verzekeraars en overheid met elkaar gesloten om de groei van de zorgkosten te beperken. Ook het aantal patiënten is in 2016 gegroeid. Er zijn twee belangrijke factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling van de omzet: de vergrijzing en de kosten van dure geneesmiddelen. Ongeveer 40% van de omzet is gerelateerd aan de zorg voor patiënten van 65 jaar en ouder. De kosten van dure geneesmiddelen stegen in 2016 met 100 miljoen euro. Deze stijging werd met name veroorzaakt door een groei van het aantal patiënten met een duur geneesmiddel.
E-health
Diverse instellingen zijn actief op het gebied van e-health en digitalisering. Ook de Federatie Medisch Specialisten (FMS). De Federatie ziet innovatie als een van de belangrijke pijlers in haar toekomstvisie Medisch Specialist 2025. Innovatieve ontwikkelingen worden gezien als belangrijk onderdeel van de zorgnetwerken. Vanuit de gedachte dat verschillende zorgprofessionals en andere spelers in het zorgnetwerk op verschillende momenten (meer)waarde kunnen toevoegen voor de patiënt. Daarbij is bij voorkeur aan elk netwerk een Chief Medical Information Officer (CMIO) verbonden, die de schakel vormt tussen patiënt, medisch specialist en technologieontwikkelaar. Een belangrijke mijlpaal in het e-health-dossier is dat zorgaanbieders per 2018 schriftelijke (e-mail) of belconsulten mogen declareren. Voorheen kon dat alleen met polikliniekbezoeken. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) wil met de aanpassing e-health-toepassingen stimuleren en voorkomen dat patiënten onnodig op de polikliniek moeten komen, als een bel- of e-consult voldoende kan zijn.
Een lijstje van nieuwe ontwikkelingen op e-healthgebied bevat: telemonitoring, een BeterDichtbij-app, huisartsen die zelf hartfilmpjes maken met hun smartphone of tablet, de CardioSecur-app, digitale informatie-uitwisseling tussen patiënt en professional, onafhankelijke publiekswebsites voor gezondheidsinformatie en medisch-specialistische zorg en een Gezonde botten- app.
Verder staan er in de niewsbrief een uitgebreid artikel over geneesmiddelen en een over manieren waarop medisch specialisten de administratielast te lijf gaan.
De rubriek Korte berichten meldt onder meer dat een vijfde van de mensen die een opleiding in gezondheid en welzijn volgen man is. Het aandeel mannen op gezondheids- of welzijnsopleidingen is sinds 2010 vrijwel niet veranderd. Het nam toe van 19% in schooljaar 2010/2011 naar 20% in schooljaar 2017/2018.
Op de universitaire opleiding farmacie is 40% van de studenten man, bij geneeskunde is dat 34%. In het hbo volgen relatief veel mannen, namelijk 30%, een opleiding op het gebied van therapie en revalidatie. De opleiding fysiotherapie, die hieronder valt, wordt door evenveel mannen als vrouwen gevolgd.
Klik hier voor de nieuwsbrief Natuurlijk in beweging, maart 2018.