Skip to main content

Yvonne van Kemenade

Nieuws over actieplan VWS ‘Kwaliteit loont’, zorgverzekeraars en medisch specialisten

omslag natuurlijk in beweging januari 2016In de nieuwsbrief Natuurlijk in beweging van januari 2016 schrijft Roland van Esch zich danig te hebben geërgerd aan de reclame-uitingen van zorgverzekeraars waarmee het publiek wordt bestookt aan het einde van het jaar. De aansporingen om van zorgverzekeraar te wisselen heeft evenwel weinig effect. In de praktijk blijkt dat er nauwelijks verandering van zorgverzekeraar plaatsvindt. Maar al die commercials op radio en televisie, advertenties in kranten en tijdschriften en folders hebben wel veel gekost: 59 miljoen aan zorggelden in 2014.

Het eerste artikel in de nieuwsbrief gaat over de huidige situatie in de medisch-specialistische zorg: afname van het aantal lichtere behandelingen; langere wachttijden voor eerste polikliniek-bezoek bij zeven specialismen; verbetering van de  financiële positie van ziekenhuizen; het langzaam tot stand komen van prijsafspraken.

Actieplan Kwaliteit loont

Doordat de beoogde wijziging van artikel 13 van de Zorgverzekeringswet in december 2014 over de vrije artsenkeuze niet doorging, heeft het ministerie van VWS als alternatief het actieplan Kwaliteit loont opgesteld. Het actieplan kent een twintigtal maatregelen. Veel van deze maatregelen zijn gericht op het bevorderen van de contractering. Een aantal is reeds uitgevoerd. Op 3 december 2015 heeft VWS de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van dit actieplan (tweede voortgangsrapportages).

Enkele maatregelen:
– een meldplicht voor alle nieuwe toetreders in de zorg.
– de risicoverevening voor verzekeraars die voor 2016 is aangepast.
– er wordt fors ingezet op het voor patiënten transparant maken van de kwaliteit van de zorg.
– de vier grootste vergelijkingssites hebben een Gedragscode voor vergelijkingssites onderschreven.
– er zijn procesafspraken gemaakt over de versnelling van het zorg-inkoopproces.
– ziekenhuizen en verzekeraars hebben gewerkt aan de ontwikkeling van de polischecker. Bij raadpleging van de polischecker kan de verzekerde voorafgaand aan het ziekenhuisbezoek controleren of het ziekenhuis onder de dekking van zijn polis valt.
– het meldpunt bij de Nederlandse Zorgautoritiet (NZa) is sterk verbeterd.
– bij de Autoriteit Consument & Markt is een specifieke Taskforce Zorg opgericht.
– er wordt hard gewerkt aan de oprichting van een onafhankelijke geschillencommissie.
– er komt een experiment om meer ruimte te creëren in de regelgeving.

Over zorgverzekeraars, waaronder de nieuw op te richten Zorgeloos Care

Over verzekeraars, zorginkoop en contractering vermeldt de nieuwsbrief dat uiterlijk 19 november 2015 de zorg voor het nieuwe jaar moest zijn ingekocht door de zorgverzekeraar. Enkele weken voor de start van 2016 was echter een groot deel van de onderhandelingen nog altijd niet afgerond. Dat blijkt uit een rondgang van het artsenplatform Medisch Contact langs de vier grote zorgverzekeraars. Welke ziekenhuizen gecontracteerd zijn door zorgverzekeraars is vooral van belang voor mensen met een natura- of budgetpolis. Als zij niet naar een gecontracteerd ziekenhuis gaan, komt een (aanzienlijk) deel van de kosten voor eigen rekening. Om de onzekerheid voor verzekerden met een naturapolis weg te nemen, hebben Zilveren Kruis, CZ en Menzis besloten dat deze groep polishouders in 2016 in alle Nederlandse ziekenhuizen terecht kan, ongeacht of er een contract ligt tussen de zorgverzekeraar en het ziekenhuis. VGZ kent een dergelijke regeling niet.

De reden dat de onderhandelingen in 2015 zo lang duren, heeft volgens Zorgverzekeraars Nederland (ZN) met name te maken met de problematiek van de bekostiging van de geneesmiddelen en de aanpassingen in de DBC-productstructuur. Maar ook over de hoogte van het contract zelf wordt zwaar onderhandeld. Zo zijn bijvoorbeeld het Martini ziekenhuis en VGZ zonder contract uit elkaar gegaan. Er zat een miljoenenverschil tussen wat VGZ het ziekenhuis bood en wat het Martini Ziekenhuis redelijk achtte.

Ander belangrijk nieuws op het gebied van zorgverzekeraars is dat oprichter Jos de Blok van Buurtzorg Nederland met drie andere geestverwante initiatiefnemers een eigen zorgverzekering wil opzetten. Ze willen in 2017 met de nieuwe zorgverzekering Zorgeloos Care de markt op om de concurrentie aan te gaan met grote zorgverzekeraars. Volgens De Blok gaat het bij de bestaande zorgverzekeraars puur om de commercie en de kosten en draait het te weinig om de zorg voor patiënten. Er wordt veel geld uitgegeven aan dure commercials. Men stelt steeds meer eisen die niets met zorgverlening te maken hebben.

Tenslotte blijkt er veel kritiek te zijn op het Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB). De specialisten zouden zich teveel hebben laten leiden door fiscale belangen sinds de invoering van de integrale bekostiging een jaar geleden. Het invoeren had de samenwerking tussen de vrijgevestigde specialist en het ziekenhuis moeten verbeteren, maar door onduidelijkheden en onzekerheden is van echte verbetering geen sprake.

Klik hier voor Nieuwsbrief Natuurlijk in beweging van januari  2016.

Leesbare samenvatting Miljoenennota 2016 met toelichting consequenties voor de zorg

natuurlijk in beweging miljoenennota 2016Op Prinsjesdag presenteert de minister van Financiën elk jaar de Rijksbegroting en de Miljoenennota aan het parlement (Eerste Kamer en Tweede Kamer). Dit jaar gebeurde dat op 15 september. De rijksbegroting is het overzicht van de inkomsten en uitgaven voor het komende jaar. De Miljoenennota is de toelichting op de rijksbegroting.

De nieuwsbrief Natuurlijk in beweging van oktober 2015 bevat een leesbare samenvatting van de Miljoenennota 2016 met toelichting op de veranderingen en de (mogelijke) consequenties voor de gezondheidszorg. De samenvatting is nuttig voor iedereen die werkzaam is in de zorg.

Samen met patiënten, cliënten en professionals in de zorg, heeft de Rijksoverheid de afgelopen jaren hard gewerkt om de veranderingen in de zorg voor elkaar te krijgen. In 2016 moeten mensen verbeteringen in de zorg echt gaan merken. Bijvoorbeeld dat de zorg aansluit op hun wensen, behoeften en mogelijkheden. Dat zij begrijpelijke informatie over kwaliteit makkelijk kunnen vinden. Dat keuzes met, in plaats van voor patiënten worden gemaakt. Dat ze zich gehoord voelen als ze een klacht hebben over de zorg. Dat verwanten, mantelzorgers en vrijwilligers zich gezien weten.

Wat de verpleeghuiszorg betreft bijvoorbeeld, kom er extra geld beschikbaar voor dagactiviteiten voor ouderen in een verpleeghuis. Daarnaast geeft het kabinet een impuls aan de opleiding en bijscholing van professionals in de verpleeghuiszorg. Zo krijgen professionals meer ruimte om de zorg te verlenen die cliënten nodig hebben. Voor 2016 is er 140 miljoen euro beschikbaar, de jaren daarna loopt dat bedrag op tot 210 miljoen euro. Daarbovenop wordt een geplande bezuiniging binnen de Wet langdurige zorg van 45 miljoen euro in 2016 geschrapt.

Zorgverleners moeten gaan merken dat meer openheid niet hoeft te leiden tot meer administratie van de eigen instelling, beroepsgroep, toezichthouders, overheid of zorgverzekeraars. Merkbaar minder regeldruk is een belangrijke doelstelling voor de resterende kabinetsperiode. In 2016 moet de zorg makkelijker worden door slimmer samen te werken en regels eenvoudiger te maken.

Klik hier voor de nieuwsbrief Natuurlijk in beweging, oktober 2015.
Behalve aandacht voor de miljoenennota is er in deze nieuwsbrief ook aandacht voor bekostiging medisch specialisten en ziekenhuizen.

natuurlijk in beweging oktober 2015

 

 

 

Angst is het basisgevoel van mensen met de ziekte dementie

foto frank van beloois angstDe angst die ik in de ogen van mijn moeder zie raakt mij diep. De confrontatie dat Ma zo angstig is, in paniek en zich daarom ook doodongelukkig voelt. De angst om alleen gelaten te worden, de angst voor de avond (die er al is in de ochtend als ze wakker wordt), de angst van afhankelijkheid, de angst om de eenzaamheid, de angst om langzaam de grip op het leven te verliezen, de angst om wat komen gaat. Een angstgevoel waar Ma in blijft hangen, een gevoel dat ik niet van haar kan overnemen of verzachten. Ik probeer mij te verplaatsen in hoe Ma zich voelt, te kijken en voelen door de ogen van Ma. Het geeft mij een klein beetje het idee hoe het is, ik word er verdrietig van, want angst is een intense emotie. Mij verder verdiepend in het ziektebeeld dementie kom ik erachter dat angst bij het ziektebeeld dementie hoort. Daarbij kan angst leiden tot onbegrepen gedrag dat als storend kan worden ervaren door mensen in de nabije omgeving en ook door mensen werkzaam in de zorg. Dit storend gedrag komt voort uit een verstoord beleven. Het is mijn overtuiging dat storend, onbegrepen of problematisch gedrag te maken heeft met een ernstig emotioneel lijden. Ik vind het daarom belangrijk dat mensen werkzaam in de zorg meer begrip hiervoor krijgen en zo kunnen bijdragen om te proberen dit emotioneel lijden te verzachten.

Iemand met de ziekte dementie moet voortdurend een stapje terug doen in een wereld die steeds verwarrender wordt. Ze begrijpen de omgeving niet goed meer en hebben geen houvast meer aan herkenbare plaatsen of personen; ook de tijdsbeleving geeft steeds minder houvast. Dit kan leiden tot angst, desoriëntatie of gevoelens van hulpeloosheid en onveiligheid.
Angst om het verdergaande verlies, angst om de greep kwijt te raken, angst voor het isolement. Deze angst gaat verder dan stress, omdat men iets niet kan, het is zeer frustrerend te ontdekken dat een vaardigheid verloren is gegaan. Het is een angst die voortkomt uit en ingrijpt op het wezen van het mens-zijn, op het bestaan zelf.

Angst is het basisgevoel van mensen met de ziekte dementie. Deze angst wordt gevoed door het ervaren van hun achteruitgang en door het herbeleven van oude angsten uit het verleden. Zolang mensen met dementie deze angst onder controle kunnen houden zullen ze zich kunnen handhaven met een redelijk stabiel emotioneel evenwicht. Dit evenwicht wordt wankeler, naarmate het dementeringsproces vordert. Ogenschijnlijk kleine verstoringen kunnen tot grote paniek- of angstaanvallen leiden. Angst zoekt altijd een uitweg en ligt aan de basis van veel problematisch gedrag.
In het proces van dementie gaat de autonomie en identiteit verloren, én gaat ook de verbondenheid met de ander steeds meer achteruit. Tegelijkertijd groeit de afhankelijkheid en men moet gaan vertrouwen op anderen. Mensen met dementie rouwen om dat wat ze verliezen, en om dat wat ze nog gaan verliezen. De autonomie en het identiteitsverlies nemen steeds grotere vormen aan, en de groeiende angst komt steeds meer op de voorgrond te staan in de beleving. Het verlies aan autonomie wordt gevoed door controleverlies.

Via afweermechanismen probeert iemand met de ziekte dementie zichzelf te handhaven. Afweer is een vorm van zelfbescherming, het is het niet kunnen toelaten van de emotionele pijn omdat deze te groot is, te zwaar weegt, ondraaglijk is. Het is een algemeen menselijk mechanisme, dat wanneer we te maken krijgen met een pijn veroorzaakt in het heden, deze wordt gekoppeld aan oude pijn uit het verleden. Zo wordt de pijn van de ziekte dementie versterkt met pijn uit het verleden. Ervaringen die in het verleden verdrongen moesten worden, komen door de actuele pijn terug in de beleving. Mensen met de ziekte dementie lijden dus eigenlijk op twee niveaus: ze lijden onder hun aftakeling én ze lijden onder oude pijn die geactualiseerd wordt in hun beleving.

Naarmate het dementeringsproces vordert, groeit de basale angst, én nemen de afweermechanismen in efficiëntie af. Het wordt steeds zwaarder om angsten zelf onder controle te houden. En dan is angst als water: het zoekt altijd een uitweg, angst moet zich uiten. Hierdoor ontstaat gedrag dat als storend kan worden ervaren door de omgeving .

Het is goed je er van bewust te zijn dat onbegrepen of storend gedrag voorkomt uit emotionele pijn van iemand die zijn angsten niet meer onder controle heeft. Het is een noodsignaal: ‘help mij, ik voel mij slecht en kan het niet alleen meer aan’. Laten we met zijn allen proberen te beseffen dat het gaat om een angstig mens in emotionele nood, in plaats van het gedrag te veroordelen of bestempelen als probleemgedrag. Angst is het basisgevoel van de ziekte dementie en kan je zien als een symptoom van de ziekte, waar de persoon met dementie niets aan kan doen.

Bij de foto: Besef dat angst bij mensen altijd een uitweg zoekt. Foto van Frank van Beloois (www.foto.vanbeloois.nl)

Welkom in het oerwoud van de zorg: De verzekerdenmarkt in beeld gebracht

natuurlijk in beweging header juli 2015Naar welke dokter kun je het beste gaan met orthopedische klachten? In ons zorgstelsel van gereguleerde marktwerking moet het niet moeilijk zijn deze vraag te beantwoorden. De patiënt, de zieke of iemand aan wie medische, paramedische of verpleegkundige hulp verleend moet worden is tegenwoordig een zorgconsument en hij of zij moet zich ook zo gedragen. Onder (zorg)consument wordt dan verstaan “een persoon die goederen en diensten consumeert, die worden geproduceerd in de economie”. In dit geval de zorgeconomie. Daarbij kijkt een consument of hij een product wil hebben en of hij het kan betalen.

Maar, daar wringt meteen al de schoen in ons zorgsysteem van gereguleerde marktwerking, schrijft Roland van Esch in de Nieuwsbrief Natuurlijk in beweging van juli 2015: “De zorgverzekeringsmarkt wordt gedomineerd door een klein aantal zeer grote zorgverzekeraars die direct invloed hebben op de kosten, de mogelijkheden en dus ook op de inhoud van de vele polissen (Ziet u door de bomen het bos nog?) Ook bepalen deze zorgverzekeraars na onderhandeling, wat medische professionals wel of niet kunnen en mogen doen en hoe vaak. Is dit een uitkomst van gereguleerde marktwerking?

Om als consument goed gebruik te kunnen maken van de beste behandeling moet je redelijk goed ingevoerd zijn in de zorg. Belangrijk is dat je destijds bij het afsluiten van je polis het vakje voor vrije artsenkeuze hebt aangekruist. Zo niet dan heb je te maken met meer regulering en minder met marktwerking. Gelukkig word je als (zorg)consument geholpen door de keuzehulpen van bijvoorbeeld Zorgkaart Nederland en Zorgverzekeraar CZ. De openingsvraag bij deze laatste is of je in Duitsland, België of Nederland geholpen wenst te worden. Bijzonder. Je krijgt geen ‘hits’ wanneer je de maximale medische zorg verlangt of wanneer je een arts met een 9 als rapportcijfer zou willen. Wanneer je eindelijk je arts of ziekenhuis naar keuze hebt gevonden, kun je zelfs controleren of de betreffende zorgverzekeraar contractuele afspraken met jouw voorkeur heeft …”

Van Esch heet vervolgens de consument “welkom in het oerwoud van de zorg met gereguleerde marktwerking!”. Volgt een overzicht van wat er de laatste tijd gebeurd is in de verzekerdenmarkt aan de hand van de zorgthermometer die jaarlijks wordt gepubliceerd door Vektis, informatiecentrum voor de zorg. Een greep uit de onderwerpen:

Overstapper
Per 1 januari 2015 is 6,8% van de verzekerdenpopulatie (1,1 miljoen) veranderd van zorgverzekeraar. Het percentage verzekerden dat sinds de invoering van de Zorgverzekeringswet in 2006 minimaal één keer van verzekeraar wisselde, bedraagt 31%.

Budgetpolissen
In toenemende mate is de afgelopen jaren interesse ontstaan voor selectieve zorgpolissen, ook wel ‘budgetpolissen’ genaamd. In 2015 waren er 16 van dergelijke polissen. 7% Van de verzekerden is via één van deze polissen verzekerd. Kenmerken van deze polissen zijn een lagere premie, keuze uit een beperkt aantal gecontracteerde aanbieders, een relatief lage vergoeding (dus hoge eigen betaling) bij gebruik van niet gecontracteerde
zorg (dit geldt met name voor de geestelijke gezondheidszorg), de verplichting geneesmiddelen of hulpmiddelen online te bestellen bij een bepaalde aanbieder en een beperkt aantal gecontracteerde ziekenhuizen voor bepaalde behandelingen.

Marktaandeel verzekeraars
In 2015 is 89% van de Nederlanders verzekerd bij één van de vier grote concerns: Achmea, VGZ, CZ en Menzis. Daarnaast zijn er vijf kleinere verzekeraars met een marktaandeeltussen de 0,9% en 3,2%. Dit zijn DSW, ONVZ, Zorg en Zekerheid, ASR en Eno. Sinds 2012, het jaar waarin het marktaandeel van Achmea het grootst was, is de verzekerdenportefeuille van Achmea met bijna 6% afgenomen. Het marktaandeel van VGZ groeide sinds 2012, maar in 2015 neemt het marktaandeel van dit concern af met ruim 2%. Het marktaandeel van CZ is sinds 2012 toegenomen met ruim 3%. Het marktaandeel van Menzis is ten opzichte van de andere grote concerns het meest stabiel.

Eigen risico
Het verplichte eigen risico is verhoogd van € 360,- in 2014 naar € 375,- in 2015. Naast het door de overheid vastgestelde verplichte eigen risico hebben verzekerden sinds 2008 ook de mogelijkheid een vrijwillig eigen risico te kiezen van minimaal € 100,- tot maximaal € 500,-. Naarmate het vrijwillige eigen risico hoger is, is de te betalen jaarpremie lager. In 2015 koos 12% van de verzekerden voor een vrijwillig eigen risico waarvan 69% voor het maximale eigen risico. De groep verzekerden met een vrijwillig eigen risico neemt jaarlijks toe.

DBC-productstructuur en tarieven 2016
Per 1 januari 2012 is prestatiebekostiging in de medisch specialistische zorg ingevoerd, met als prestatie- en tariferingsysteem, de DBC-productstructuur. Tijdens de jaren 2012, 2013 en 2014 is de productstructuur verder doorontwikkeld, met name om de medische herkenbaarheid te vergroten. Per 2014 zijn ook de tarieven van een groot aantal zorgproducten herijkt op basis van het kostprijsmodel van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
In het DBC-pakket 2015 heeft NZa een aantal forse beleidswijzigingen doorgevoerd, zoals de invoering van integrale tarieven en de verkorting van de maximale doorlooptijd van DBC-zorgproducten Per 2016 wordt slechts een beperkt aantal inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd mede om tegemoet te komen aan de wensen vanuit veldpartijen voor rust en stabiliteit in de bekostiging.

Andere berichten betreffen:
– de verpleegkundig specialist die onnodig aan de leiband zou lopen. Ze voeren veel minder taken uit dan wettelijk is toegestaan. Dat blijkt uit onderzoek van het Instituut Beleid & Management Gezondheidszorg van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
– de nieuwe website Zorgprisma Publiek met feiten en cijfers over de zorg, eind mei 2015 gepubliceerd. De informatie is afkomstig van Vektis. Het betreft vooralsnog informatie over huisartsenzorg. De komende maanden wordt de informatie verder uitgebreid.
–  de NZa, het afnemen van zorgvolumes, Inspectie voor de Gezondheidszorg, spoedeisende hulplocaties.

Klik hier voor nummer van juli 2015 van Natuurlijk in beweging.

Het leven samen dat achter ons ligt komt niet meer terug

foto frank van beloois lopen wij hetzelfde pad kl
In de (ouderen)zorg spreken we veel over

“belevingsgerichte” zorg. Luisteren en kijken
naar mensen kan veel informatie opleveren
over wat mensen denken en voelen.
Maar om je echt te kunnen inleven in iemands
situatie en zijn persoonlijke beleving daarbij, is
zelf ervaren een belangrijke raadgever.
Door
mijn ervaringen met anderen te delen, probeer
ik bij te dragen aan meer begrip en inlevingsvermogen
bij mensen werkzaam in de zorg, over het ziektebeeld
dementie.
Dit doe ik door het schrijven van columns en
nu voor het eerst, met het delen van een gedicht dat
ik hierover heb geschreven, dat recht uit mijn hart komt.

Als je wakker wordt en je weet niet waar je bent.
Als je 60 jaar getrouwd bent en naast je in bed aantreft een “vreemde” vent.

Als je constant bang bent en in paniek, omdat je niet weet waar je bent en staat
Als je het liefst de hele dag in je bed ligt, omdat je lijf je ook nog in de steek laat

Dan kan ik je gelukkig nog proberen te troosten, door rustig met je te praten en te herhalen.
Dan kan ik proberen voor je te zorgen, omdat je in de normale dagelijkse dingen kan verdwalen.

We kunnen gelukkig met wat humor, nog af en toe samen lekker lachen wat ons even verblijdt.
We kunnen ook samen hard huilen, om het leven dat langzaam door onze vingers glijdt.

Langzaam de controle over je leven verliezen, waar je niets aan doet.
Langzaam afscheid nemen, van iemand waar je intens van houdt, die er echt toe doet.

Dit is een proces dat mij heel diep raakt.
Dit is wat mij intens verdrietig maakt.

Het is moeilijk in woorden te vatten, dat gevoel.
Ik denk dat je het van dichtbij mee moet maken om te weten wat ik bedoel.

Foto: Hetzelfde pad lopen, van Frank van Beloois (www.foto.vanbeloois.nl)

Dementie en het intense gevoel van eenzaamheid

“…  ik had nooit kunnen bedenken wat het daadwerkelijk is om echt oud te zijn, de ziekte dementie te krijgen en hoe het is je intens eenzaam te voelen …”

foto frank van beloois eenzaamheidBij dementie nemen de cognitieve vermogens af en verlies je steeds meer grip over je leven en emoties. Je raakt verdwaald in je eigen gedachten en gevoelens en verliest je identiteit en controle over het leven, je leeft afwisselend in het hier en nu en in het verleden. Met het voortschrijden van dementie leef je steeds meer in de innerlijke wereld, tot dat je geheel in je eigen leefwereld leeft. Het is moeilijk je een voorstelling te maken hoe het voelt om te leven met de ziekte dementie.

Eén van de dingen die mij het meest treft is het intense gevoel van eenzaamheid dat gepaard gaat met somberheid en verdriet dat mijn moeder met dementie ervaart. Er wordt veel over eenzaamheid gesproken en geschreven, maar het van dichtbij meemaken wat het echt betekent, is een heel ander verhaal. Het is iets dat je (van dichtbij) moet ervaren om je daadwerkelijk hiervan een realistische voorstelling te kunnen maken. We proberen zoveel mogelijk te handelen, denken en kijken door de ogen van de cliënt/patiënt, vanuit onze eigen werkelijkheid. Helaas mag ik ervaren dat ik nooit had kunnen bedenken wat het daadwerkelijk is om echt oud te zijn, de ziekte dementie te krijgen en hoe het is je intens eenzaam te voelen.

Door neuropsychologisch onderzoek van de laatste twintig jaar weten we inmiddels dat het gevoel van eenzaamheid een directe fysieke ervaring is. Eenzaamheid is een fysiek verschijnsel, net zoals honger of dorst dat is. Het geeft ons het signaal dat we een tekort hebben in onze verbinding met anderen.

Wetenschappers maken onderscheid tussen verschillende ‘soorten’ eenzaamheid:
• Affectief: andere mensen zeggen je niet zoveel en dus mis je ze ook niet, als je alleen bent;
• Sociaal (isolement): een heel klein netwerk hebben, er alleen voor staan;
• Situationeel: het gevoel opgesloten te zitten in je huis, door de situatie (bijv. ziekte);
• Emotioneel: het gevoel dat het niet lukt om gevoelens te delen, missen van intieme partner;
• Chronisch: eenzaamheid die al jaren duurt en waarvoor men geen oplossing kan vinden;
• Genetisch: er zijn aanwijzingen dat genen een rol spelen bij eenzaamheid;
• Existentiëel: gevoel van eenzaamheid ongeacht de relaties, een zingevingsprobleem;
• Voorbijgaand: een tijdelijk verschijnsel na een ‘life-event’.

Je zou kunnen zeggen dat iemand met de ziekte dementie te maken krijgt met een combinatie van verschillende soorten eenzaamheid: zoals sociale-, situationele eenzaamheid gecombineerd met existentiële eenzaamheid, waarbij vooral het gevoel van eenzaamheid overheerst, hoeveel bezoek er ook komt. Het verlies van zingeving speelt hierbij volgens mij een belangrijke rol.

Dementie heeft niet alleen invloed op cognitieve vermogens en het handelen van iemand, maar ook op de sociale situatie en het psychische welbevinden. Vaak verminderen de sociale contacten van ouderen, omdat familie en vrienden zijn overleden. Daarbij komt dat bij mensen met dementie, door de achteruitgang van de cognitieve vaardigheden, de mogelijkheid om in contact te komen/blijven met de omgeving wordt beperkt. Soms staat dit in direct verband met de beperktere mogelijkheden van spraak of motoriek, maar vaak ook met een verschil in het waarnemen.

De persoon met dementie wordt steeds beperkter in zijn mogelijkheden om zelf contact te leggen met een ander. Voor de mensen uit de sociale omgeving van de persoon met dementie wordt het ook steeds lastiger om in contact te komen, omdat deze in een “andere wereld” lijkt te leven. In feite vereenzaamt de persoon met dementie innerlijk. Wanneer het korte termijn geheugen zo beperkt is dat al tien minuten na het vertrek van een familielid hij/zij weer is vergeten dat deze net op visite is geweest, ervaart de persoon met dementie een gevoel van eenzaamheid.
Probeer het u maar eens voor te stellen hoe u dat zou ervaren.

Bij dementie zou je kunnen zeggen dat je te maken krijgt met het stukje bij beetje verliezen van (de grip op) het leven. Het verliezen van de persoon die je was en daarmee ook het verlies van de zingeving van je leven. Vaak zijn mensen met dementie goed op de hoogte van het verloop van de ziekte. Dit bewuste proces van het langzame verlies van de persoon die je was en daarmee je leven, gaat gepaard met een intens gevoel van eenzaamheid. Een gevoel van eenzaamheid dat moeilijk voor te stellen is als je het niet zelf of van heel dichtbij meemaakt. En dat geldt natuurlijk voor heel veel gebeurtenissen, ziekten, ongemakken en beperkingen, je weet pas hoe het voelt als je het zelf ervaart. Het zou mooi zijn als we ons dat meer bewust zouden zijn, wat meer proberen door de ogen van die ander te kijken en meer begrip zouden kunnen opbrengen voor (en minder zouden oordelen over) die ander. Het intense gevoel van eenzaamheid is niet weg te nemen, maar we kunnen wel proberen het wat comfortabeler/leefbaarder te maken voor en met elkaar.

Foto: “Ervaar de verslagenheid van de persoon die eenzaam wordt door verlies van wie hij was”, van Frank van Beloois (www.foto.vanbeloois.nl).

Invoering integrale bekostiging 2015 in medisch specialistische zorg

natuurlijk inbeweging header maart 2015Waar ligt de balans tussen kostenbesparing en kwaliteitsverbetering in de zorg? De medisch specialisten vinden de invloed van de zorgverzekeraars zorgelijk. Zij menen dat de zorgverzekeraar niet op de stoel van de arts moet gaan zitten. Artsen hebben de medisch inhoudelijke kennis en kunnen samen met de patiënt inhoud geven aan kwalitatief goede zorg, afgestemd op de persoonlijke situatie van de patiënt.

Dit geluid horen we niet alleen van de medisch specialisten; luister maar naar huisartsen, fysiotherapeuten, verpleegkundigen en andere medische professionals. Om de kwaliteit en betaalbaarheid van de medische zorg voor de patiënt te waarborgen, vinden medisch specialisten de dialoog met zorgverzekeraars, overheid en patiëntvertegenwoordigers wel van groot belang.

Bestaat niet het risico dat al het goede dat we de afgelopen jaren in de zorg hebben opgebouwd door de huidige structuur en organisatie van ons zorgsysteem teniet wordt gedaan door de toenemende invloed van de zorgverzekeraars? Als we dan toch een vergelijking willen maken binnen Europa: in hoeveel landen heeft de zorgverzekeraar de rol zoals de zorgverzekeraar deze in Nederland heeft of pakt?

In de nieuwsbrief Natuurlijk in beweging van maart 2015 wordt geadviseerd onze gunstige positie ten opzichte van andere Europese landen in stand te houden, maar dat de zorgverzekeraar de rol moeten pakken die haar past en de medisch inhoudelijke discussie moet overlaten aan de medische professional.

Nederlandse gezondheidszorg opnieuw de beste van Europa

Er is ook een bericht in de nieuwsbrief opgenomen over de uitslag van een onderzoek. Het blijkt dat de Nederlandse gezondheidszorg opnieuw als beste van Europa uit de bus is gekomen in het jaarlijkse onderzoek van de denktank Health Consumer Powerhouse (HCP), een Zweedse niet-gouvernementele organisatie. Met een score van 898 van de mogelijke 1000 punten heeft ons land bovendien een record gehaald. Niet eerder vergaarde een land zoveel punten in de Euro Health Consumer Index. Op een tweede plaats komt, net als in 2013, Zwitserland met 855 punten, nipt voor Noorwegen met 851 punten.
Opvallend is dat Nederland is uitgelopen op de nummer twee. In 2013 bedroeg de voorsprong 19 punten, in 2014 was dat opgelopen tot 43 punten.
Sinds de grote hervorming in het zorgverzekeringsstelsel in 2006 blijven de Nederlandse prestaties zich ieder jaar verbeteren. Onder meer goed management, beperkte politieke inmenging, toegenomen concurrentie en verregaande invloed van consumenten liggen aan de basis van het succes.
Lees hier meer over in de nieuwsbrief. Daarin verder aandacht voor:

de invoering van de integrale tarieven in de medisch specialistische zorg. De bekostiging wordt eenvoudiger en er komt meer gelijkgerichtheid tussen het ziekenhuis en de medisch specialist;
Vanaf 2015 worden kosten van ziekenhuisbehandelingen via een integraal tarief vergoed. D.w.z. het ziekenhuis declareert alle behandelkosten en beslist vervolgens zelf hoe de inkomstn worden aangewend. Honoraria van vrijgevestigd specialisten worden niet langer apart gedeclareerd. Deze kosten moeten, net als de salarissen van het andere personeel in ziekenhuizen en kosten van gebouwen en apparatuur, betaald worden uit het integrale DBC-tarief voor de behandelingen.
De integrale bekostigingsvorm gaat gepaard met een nieuwe organisatiestructuur. Ziekenhuizen kunnen vanaf 2015 kiezen tussen vier organisatiemodellen, die elk een aparte vorm van samenwerking met medisch specialisten impliceert: 1. in loondienst van het ziekenhuis. 2. in een maatschap. 3. in een coöperatie. 4. participeren in een ziekenhuis;

overeenstemming verkorting DBC-tijd. Met ingang van 1 januari 2015 is de maximale looptijd van een DBC-zorgproduct verkort van 365 dagen naar 120 dagen. Door deze kortere doorlooptijd kunnen ziekenhuizen de geleverde zorg eerder declareren, waardoor eerder zicht verkregen wordt op de gemaakte zorgkosten. De branches van zorgaanbieders, de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Nederlandse Federatie van Universitaire Medische centra, en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) hebben recent overeenstemming bereikt over de wijze waarop de verkorting van de DBC-looptijd wordt verwerkt in de contracteringsafspraken;

financiële aangelegenheden;
diverse korte berichten die zicht geven op wat er in de medische wereld besloten, voorgeschreven en gesuggereerd wordt.

Klik hier voor nummer van maart 2015 van Natuurlijk in beweging.

Toelichting en commentaar op het nieuwe plan van aanpak ouderenzorg: Waardigheid en trots

ouderenzorgnieuwsbrief maart 2015Waardigheid en trots. Liefdevolle zorg. Voor onze ouderen“, is de titel van het nieuwe plan van aanpak van staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid (VWS) dat hij naar de Tweede Kamer heeft gestuurd in februari 2015.
Het plan is een reactie op het rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) uit juni 2014, waarin risico´s van kwaliteitstekorten werden gesignaleerd. Het plan van aanpak geeft ook invulling aan een aantal moties ingediend bij het Kamerdebat van november 2014.
Of er extra geld beschikbaar is, wordt dit voorjaar duidelijk. Het plan is tot stand gekomen met inbreng van Patiëntenfederatie NPCF, Landelijke Organisatie Cliëntenraden (LOC), Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN), de vereniging van specialisten ouderengeneeskunde/sociaal geriaters Verenso, de brancheorganisatie voor zorgondernemers ActiZ, Branchebelang Thuiszorg Nederland (BTN), Zorgverzekeraars Nederland (ZN), het Zorginstituut, IGZ en het Ministerie van VWS.

Goede zorg voor ouderen in de verpleeghuizen draait in essentie om maximaal behoud van zelfrespect en kwaliteit van leven. Zorg die aansluit bij de wensen en mogelijkheden van de cliënt, met warme betrokkenheid van familie en naasten: waardigheid. Zorg die met plezier wordt geleverd door gemotiveerde verzorgenden, verpleegkundigen en behandelaars. Zorg die voldoet aan hun beroepsstandaard, geleverd in een beschermde woningomgeving, waar sprake is van: (beroeps)trots. Dat zijn de sleutelelementen voor liefdevolle zorg voor onze ouderen.

In het verbeterplan voor de verpleeghuiszorg wordt benadrukt dat er meer moet worden geluisterd naar de wensen van bewoners, die wensen moeten leidend worden. Cliëntenraden moeten beter worden ondersteund, want nu ontbreekt het hen vaak aan kennis om goed te kunnen meebeslissen. Tehuizen moeten ook gaan investeren in betere opleidingen voor het personeel zodat men toegerust is op de steeds ziekere bewoners. En bij slecht functioneren worden verpleeghuisdirecties harder op de vingers getikt door de inspectie of op non-actief gezet. De inspectie zal ook vaker incognito en onaangekondigd de gang van zaken in een huis gaan controleren. De goede verpleeghuizen gaan van de minder goede gescheiden worden.

Wie slecht presteert in de ogen van patiënten en hun familie, krijgt de Inspectie voor de Gezondheidszorg vaker over de vloer. Wie het goed doet, krijgt juist minder controles. De beoordelingen moeten ook online te vinden zijn, zodat meteen duidelijk is wie het goed doet en wie niet. Om stappen in deze richting te kunnen zetten is volgens Van Rijn een andere attitude nodig van alle betrokkenen, bestuurders, inspectie en overheid.

In de ouderenzorgnieuwsbrief Oud & Nieuw van maart 2015 wordt dieper ingegaan op de vijf speerpunten van het plan:

1. Samenwerking tussen cliënt, informele zorg en zorgverlener
2. Basis op orde: veilige zorg
3. Meer ruimte voor en kwaliteit van professionals
4. Kwaliteit staat of valt met bestuurlijk leiderschap
5. Openheid en transparantie

In deze nieuwsbrief staan ook de reacties op het plan van aanpak, van:

– ouderenbond ANBO: “Laat goede verpleeghuizen voortouw nemen”
– ActiZ: “Vraagtekens bij haalbaarheid”
– patientenfederatie NPCF: “De zorg in verpleeghuizen wordt er niet beter van”
– de V&VN: “Leidraad voor samenstelling van teams”
– vakbond FNV: “Plan is geen oplossing”

De nieuwsbrief besteedt ook aandacht aan het persoonsgebonden budget dat een wettelijke grondslag krijgt in de zorgverzekeringswet en aan kwaliteit in de zorg.

Klik hier voor lezen van de ouderenzorgnieuwsbrief Oud & Nieuw, no 2, maart 2014.

Waardigheid en trots Liefdevolle zorg. Voor onze ouderen, Rijksoverheid, 10 februari 2015: https://beroepseer.nl/

schema waardigheid en trots zorg

 

 

 

Lopen wij hetzelfde pad? Over Plan van aanpak kwaliteit verpleeghuizen

foto frank van beloois lopen wij hetzelfde padGoede zorg voor ouderen in de verpleeghuizen draait in essentie om maximaal behoud van zelfrespect en kwaliteit van leven. Zorg die aansluit bij de wensen en mogelijkheden van de cliënt, met warme betrokkenheid van familie en naasten: waardigheid. Zorg die met plezier wordt geleverd door gemotiveerde verzorgenden, verpleegkundigen en behandelaars. Zorg die voldoet aan
hun beroepsstandaard geleverd in een beschermde woningomgeving, waar sprake is van: (beroeps)trots. Dat zijn de sleutelelementen voor liefdevolle zorg voor onze ouderen.

Mooie woorden uit het Plan van aanpak kwaliteit verpleeghuizen (VWS 10-2-2015). Het probleem is duidelijk en waar we naar toe willen ook. De vraag is hoe gaan we dit aanpakken?
Zoals VWS terecht aangeeft is een attitudeverandering noodzakelijk van alle mensen betrokken bij de zorg voor ouderen, van de ouderen zelf (en hun naaste), de zorgprofessionals, bestuurders, inspectie en overheid. Maar hoe verander je een attitude? Door, zoals in het plan van aanpak staat beschreven, allerlei regels en procedures te maken en aan te scherpen? Mijns inziens krijg je een attitudeverandering door zaken transparant te maken, met elkaar in gesprek te blijven over wensen, verwachtingen en verbeteringen en vooral door onze energie te steken in verbeteringen en positief voorbeeldgedrag. De vraag is: welk pad kunnen we het best lopen op weg naar een liefdevollere zorg voor onze ouderen?

Eenieder betrokken bij de zorg voor ouderen kan en zou zijn/haar bijdrage moeten leveren aan een verbetering van de zorg. Ieder vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid. Mijn overtuiging is dat de verandering bottom-up tot stand moet komen. Waardigheid, trots, respect en liefdevolle zorg zijn niet te vangen in (maat)regelen, procedures en sancties. Dat zijn waarden die vanuit de intrinsieke motivatie van mensen betrokken bij de zorg voor ouderen vorm moeten krijgen. Regels en instrumenten van bovenaf (top down) mogen alleen kaders/hulpmiddelen zijn, waarbij moet worden gewaakt voor het demotiverende effect ervan.
Het plan van aanpak van VWS bevat veel vanzelfsprekendheden, waardoor het bij mij een gevoel van wantrouwen oproept. Zo wordt bijvoorbeeld beschreven dat “er meer moet worden geluisterd naar de wensen van bewoners”, en dat “bij slecht functioneren verpleeghuisdirecties harder op de vingers worden getikt door de Inspectie of op non-actief gezet”. Waarom gebeuren deze zaken niet allang? En door deze top down benadering, is het de vraag of het gewenste resultaat wordt bereikt. Het lijkt een plan geschreven uit onmacht en wantrouwen, vol met maatregelen die we kunnen controleren en sanctioneren, de vraag is of hiermee niet een gevoel van ‘schijnveiligheid’ wordt gecreëerd?

Het behoort toch tot de taakstelling van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) om (hoog-risico)instellingen (verpleeghuizen) te bezoeken en monitoren en bij slecht functioneren bestuurders hierop aan te spreken? En de IGZ neemt klachten/meldingen van burgers over slechte verpleeghuiszorg toch allang mee in hun besluit om eventueel een toezichtonderzoek te doen. En is het niet logisch dat de zorgverlener in (regelmatig te houden) gesprekken met de cliënt (en zijn naaste) bespreekt welke zorg of ondersteuning iemand wenst? En logisch toch dat dan ook onderwerpen aan bod komen zoals de spanning die kan bestaan tussen het vermijden van risico’s en de kwaliteit van leven?

Deze noodzakelijke professionalisering en attitudeverandering zal door de professionals en hun beroepsorganisaties zelf in gang moeten worden gezet. Daarbij is het de verantwoordelijkheid van de bestuurders van de zorgorganisaties (verpleeghuizen) hun professionals passend te (blijven) scholen, aansturen en aanspreken. Een bestuurder van een zorgorganisatie moet toch als vanzelfsprekend de beste zorg willen leveren ten bate van de gezondheid en welzijn van zijn klanten? Dit is de verantwoordelijkheid van de betreffende bestuurder, en als dit onvoldoende uit de verf komt is het de taak en verantwoordelijkheid van de Raad van Toezicht op hem hierop aan te spreken.
Als het goed is blijft de IGZ op afstand, want deze grijpt alleen in als het misgaat of dreigt te gaan.

Wat inderdaad zou helpen, zoals VWS aangeeft, is dat er meer informatie over de geleverde zorg of nog liever over de gezondheid en het welzijn van de ouderen beschikbaar komt (inclusief klantervaringen). Benchmarks (op verschillende punten) op brancheniveau zouden hierbij zeer behulpzaam zijn. Dat zou bestuurders bewust kunnen maken van waar zij verbeteringen kunnen aanbrengen en zij anders scoren dan collega-organisaties, het zou raden van toezicht helpen meer inzicht te krijgen in de zorg die in hun instelling wordt geleverd (waardoor de goede vragen kunnen worden gesteld) en het zou ouderen en hun naasten inzicht geven in welke organisatie het best passend is.

Een lastig punt bij het inzichtelijk maken van klantervaringen is de kwetsbare positie waarin deze groep zit. Dit is een niet te onderschatten probleem. Zelf mag ik ervaren hoe lastig het is om een zorgorganisatie aan te spreken op verbeterpunten in de zorgverlening, laat staan het te hebben over “het in gebreke blijven”. Nadrukkelijk wil ik dit punt noemen, omdat de kwetsbare ouderen die zorg krijgen in een afhankelijke positie zitten t.o.v. hun zorgverleners. Door het uiten van onvrede is er niets menselijkers denkbaar dan dat dat wordt afgewenteld op de kwetsbare ouderen. Een situatie die nog onwenselijker is, waardoor ongenoegen met wollen handschoenen worden geventileerd. Wat het nog lastiger maakt is als de instelling geuite onvrede niet begrijpt en oppakt en vindt dat ze het prima doen. Je komt dan in een vicieuze cirkel terecht waar je lastig uitkomt. Het voelt als geketende zorg.

Verbetering van zorg voor mensen met dementie e/o verpleeghuiszorg moeten we zien als een doorontwikkeling van zorg waarbij alle betrokkenen hun rol en verantwoordelijkheid moeten nemen. Door transparant te zijn en respectvol met elkaar in gesprek te gaan en blijven over wensen, verwachtingen en verbeteringen, moet het toch mogelijk zijn dat we met elkaar hetzelfde pad gaan lopen ten bate van de gezondheid en welzijn van onze ouderen?

Waardigheid en trots – Liefdevolle zorg. Voor onze ouderen. Plan van aanpak kwaliteit verpleeghuizen, VWS, 10 februari 2015: www.rijksoverheid.nl

Foto: Hetzelfde pad lopen van Frank van Beloois: https://www.fotovanbeloois.nl/