Skip to main content

Redactie Beroepseer

Vanwege lange wachtlijsten beraamt Stichting Recht op GGZ een rechtszaak tegen de Staat en de zorgverzekeraars

Een groep (voormalige) patiënten en ggz-professionals verenigd in Stichting Recht op GGZ klaagt de Staat en de zorgverzekeraars aan vanwege de almaar oplopende wachtlijsten in de ggz. Het initiatief wordt ondersteund door Landelijk Platform Psychische Gezondheid MIND.

De wachtlijsten zijn de afgelopen vijftien jaar verdrievoudigd. Inmiddels staan bijna 100.000 volwassenen op de wachtlijst voor de ggz, waarvan 55.000 langer dan de aanvaardbare 3,5 maanden. De laatste groep wacht voor het overgrote deel op specialistische ggz-behandeling en is er dus ernstig aan toe. De zorgverzekeraars handelen volgens de Stichting in strijd met hun wettelijke zorgplicht, en de rijksoverheid stelt te weinig geld beschikbaar.
“Soms horen behandelaars al in mei van de werkgever dat zij de rest van het jaar geen nieuwe patiënten meer mogen aannemen omdat het plafond in zicht is” aldus Manon Kleiweg, penningmeester van de Stichting.

“U bent te klein”

’s Middags 30 mei 2024 voerde de Stichting actie bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in Den Haag. Zangeres, toneelmaker en verpleegkundige Bieke Jongejan startte de actie met een eigen geschreven lied en las ervaringen voor van mensen die wachten op een behandeling. Bij de Stichting stromen schrijnende verhalen binnen. Van patiënten, naasten, psychologen en psychiaters die niet eens een contract krijgen (“U bent te klein”), van moedeloze huisartsen en bezorgde bedrijfsartsen: “We zien werknemers in anderhalf jaar op de wachtlijst het ravijn van de arbeidsongeschiktheid intuimelen”.

Martin Buijsen, hoogleraar gezondheidsrecht aan de Erasmus Universiteit. merkte op in een interview op NOS Nieuws dat “een rechtszaak tegen de Staat en zorgverzekeraars vanwege de ggz-wachtlijsten zeker niet kansloos is. De zorgplicht van zorgverzekeraars wordt echt beschouwd als een resultaatverplichting tegenover de verzekerde. Daar kunnen verzekeraars alleen onderuit als het praktisch onmogelijk is om die zorgplicht waar te maken. Zij moeten overmacht kunnen aantonen. Dat lijkt me hier heel lastig”.

Stichting Recht op GGZ

Stichting Recht op GGZ is opgericht in Utrecht op 24 januari 2024, met als doel zich in te zetten voor toegankelijke specialistische geestelijke gezondheidszorg (GGZ). De Stichting streeft ernaar dat er géén hoogspecialistisch aanbod meer gesloten wordt waar een wachtlijst voor bestaat en dat genoemd wordt in de Kwaliteitsstandaarden van het register van het Zorginstituut als zorg die beschikbaar moet zijn voor patiënten met een psychische aandoening.
Om de doelen te bereiken blijft de Stichting de verschillende verantwoordelijke partijen actief benaderen: leden van de Tweede en Eerste Kamer, de minister en het ministerie van VWS, zorgverzekeraars, toezichthouder de Nederlandse Zorgautoriteit en werkgeversvereniging De Nederlandse GGZ.

Steun voor de rechtszaak

De rechtszaak die Stichting Recht op GGZ gaat voeren tegen de Staat en een of meer zorgverzekeraars wordt aangemerkt als een zogenoemde algemeen belang procedure, of collectieve actie. Omdat de Stichting moet aantonen dat zij representatief is om dit belang te vertegenwoordigen, heeft zij de steun van mensen uit de maatschappij nodig. Belangstellenden kunnen steun verlenen door een formulier in te vullen. Degenen die hun verhaal willen vertellen, bijvoorbeeld over de persoonlijk ondervonden negatieve gevolgen van de ggz-wachtlijsten, kunnen dat aangeven op het formulier. De Stichting neemt dan contact op voor een kort interview. Ga naar: www.rechtopggz.nl/contact

Patiënten en zorgverleners dagen Staat en verzekeraars om lange wachtlijsten ggz, door Bas de Vries, NOS, 30 mei 2024: https://nos.nl/form.nl

Stichting Recht op GGZ bereidt rechtszaak voor om lange wachtlijsten, Mind Platform, 30 mei 2024: https://mindplatform.nl

Voorgestelde Wet Bevorderen Zorgcontractering hindert patiënt in zoektocht naar ggz, Mind Platform, 3 juli 2024: https://mindplatform.nl/

Stichting Recht op GGZ: https://www.rechtopggz.nl/

Lees ook: 100.000 mensen wachten op geestelijke gezondheidszorg, door Tom Grosfeld, Vrij Nederland, 11 juli 2024: www.vn.nl/

Leraar schrijft kleine, boeiende geschiedenis over gebruik leertechnologie in het onderwijs

Eus van Hove stopt na 25 jaar met Blackboard. Van Hove is microbioloog met eerstegraads onderwijsbevoegdheid en geeft ruim 25 jaar biologieles aan eindexamenklassen vmbo, havo en vwo. Dertig jaar heeft hij les gegeven als docent microbiologe en pathologie in het volwassenenonderwijs.
Hij schrijft op zijn website: “Volgende maand loopt de licentie van Blackboard af. Een kwart eeuw heb ik dit leermanagementsysteem gebruikt ter ondersteuning van mijn klassikale lessen biologie. Wat is de invloed van Blackboard op mijn onderwijs? Hoe ervaren mijn leerlingen de combinatie van klassikale instructie met een elektronische leeromgeving? Een kleine geschiedenis over het gebruik van leertechnologie in het onderwijs”
De reden dat Van Hove ermee stopt is simpel. Op 1 augustus 2024 eindigt de licentie waarmee de school 25 jaar heeft gewerkt. De rol van Blackboard heeft nooit ter discussie gestaan; het leermanagementsysteem op zijn school is Europees aanbesteed.

Al surfend terecht komen op de website van Blackboard

Van Hove begint zijn geschiedenis in 1986, het jaar waarin hij afstudeert als bioloog. Dertien jaar later, in 1999, kwam hij “al surfend met de internetbrowser Netscape terecht op de website van Blackboard. Dit Amerikaanse bedrijf bood gratis ‘CourseSites‘ aan. Een CourseSite was een besloten website waar docenten informatie konden delen met studenten of leerlingen. Ik heb toen zes cursuswebsites geopend, vier voor mijn lessen op de laboratoriumschool en twee voor VAVO (voortgezet algemeen volwassenenonderwijs). En in totaal 150 leerlingen (leeftijd 16 tot 22 jaar) ‘enrolled’. Duizenden docenten over de hele wereld maken dat jaar gebruik van deze gratis dienst en binnen de kortste keren heeft Blackboard 40.000 cursuswebsites in de lucht. Begin 2000 ontvingen alle ‘instructors’ een email met daarin de boodschap dat er betaald moest worden: 500 dollar per cursus. Een fantastische marketing strategie, want Blackboard was in één klap marktleider op het gebied van online leren!

De KISS formule

Gelukkig kocht mijn onderwijsinstelling een licentie en kon ik gebruik maken van de mogelijkheden die Blackboard, inmiddels versie 4, bood. Om niet verstrikt te raken in alle mogelijkheden van de elektronische leeromgeving, hanteer ik de KISS formule, keep it smart and simple. In wezen is onderwijs eenvoudig: zorg voor glasheldere opdrachten en geef leerlingen voldoende feedback op het leerproces

Van schoolbord naar Blackboard (2001)

In de eerste jaren gebruik ik Blackboard vooral als informatie en communicatiefaciliteit voor mijn klassikale lessen. Een CourseSite bestaat uit een eenvoudige website met een vast aantal knoppen aan de linkerkant en rechts het digitale lesmateriaal. De knop Announcements gebruik ik voor doen van mededelingen over het huiswerk, Course information voor het plaatsen van studiewijzers, Staff information voor mijn emailadres en Assignments voor het plaatsen van opdrachten. Studenten leveren hun huiswerk als digitaal document in via de zogenaamde ‘Digital dropbox‘, een map in de CourseSite waar al het ingeleverde werk automatisch in terecht komt.
Het BVEnet-project ‘Van schoolbord naar Blackboard‘ heeft in 2001 geleid tot de eerste daadwerkelijk functionerende elektronische leeromgeving voor het laboratoriumonderwijs. Leerlingen reageren positief op de introductie van Blackboard in het onderwijs.

ELO in VAVO (2003)

Het Kennisnet-project ‘ELO in VAVO’ uit 2003 heb ik samen met het Onderwijscentrum van de Vrije Universiteit Amsterdam uitgevoerd op het VAVO Lyceum in Amersfoort. De uitdaging van het project ‘ELO in VAVO’ bestond uit het verwezenlijken van een verandering in korte tijd door acties in een compleet docententeam. In enkele maanden tijd is draagvlak gecreëerd voor blended learning, een onderwijsvorm waarbij klassikaal onderwijs wordt ondersteund met een elektronische leeromgeving. Uit de evaluatie blijkt dat docenten van het VAVO Lyceum veel voordelen zien in het gebruik van Blackboard.
Professionalisering door middel van gebruikersbijeenkomsten, trainingen en al-doende-leren heeft ertoe geleid dat 80% van de VAVO-docenten beschikt over voldoende basisvaardigheden voor het inrichten van een elektronische leeromgeving. De doelen met betrekking tot de implementatiescenario’s zijn in minder dan twee jaar tijd gerealiseerd; klassikale lessen worden ondersteund met Blackboard volgens het Klassikaal-plus scenario”.

Van Hove eindigt zijn reis door de geschiedenis in de jaren 2020 over Corona-onderwijs met Blackboard en 2024 over de Blended learning wave. Tijdens de coronacrisis werd blended learning onderdeel van de dagelijkse onderwijspraktijk van de meeste leraren. De term duikt sindsdien overal op in het onderwijs. Blended learning is een effectieve manier om de leerprestaties van leerlingen te verbeteren.

Lees de hele geschiedenis Ik stop na 25 jaar met Blackboard, door Eus van Hove, 26 juni 2024: www.eusvanhove.nl/ik-stop-na-25-jaar-met-blackboard/

Waarom geven al die onderwijsadviseurs zelf geen les?, Blogs Beroepseer, 24 mei 2023: https://beroepseer.nl

Website Eus van Hove: www.eusvanhove.nl


Afbeelding bovenaan is van Vecteeezy: https://www.vecteezy.com

‘Mensen hadden vaak een mening over mijn werk die van geen kant klopte. Dus liet ik zien wat ik meemaakte in de praktijk’

«Dit soort draadjes kan meer betekenen voor motivatie om IC- verpleegkundige te willen worden dan 10 advertenties. Er straalt beroepseer en vakman(vrouw)schap van uit», aldus voormalig huisarts Wim Jongejan. Hij doelt op de tweets afkomstig van verpleegkundige Jessica Kloosterboer die gaan over het dagelijks leven op de afdeling Intensive Care van het Deventer Ziekenhuis.
Tijdens een congres op 12 oktober 2023 met meer dan honderd aanwezige ‘Vrouwelijke Leiders in de zorg’ ontving Kloosterboer de prijs voor ‘Vrouwelijk Talent in de zorg’ waarvoor zij was genomineerd.
Kloosterboer begon met haar tweets in coronatijd onder de naam About a nurse. Ze bleven niet onopgemerkt, maakten veel los en kregen zowel positieve als negatieve reacties. Uiteindelijk besteedden de media ook aandacht aan auteur en tweets: NOS, NPO Radio, landelijke en regionale dagbladen alsmede omroepen en digitale vakbladen. Dagblad De Stentor  bijvoobeeld schreef op 12 november 2022 dat Jessica in “een Twitterstorm terechtkwam na haar berichten vanaf de ic”.

Enkele voorbeelden van juli 2024:

– Een weekend nachtdiensten op de Intensive Care. Ik neem je in deze draad mee in mijn werkzaamheden van de nacht.
– Het was een rustige dienst, eentje zoals velen. Niet echt IC werk want ik had 1 patiënt die al afdelingsklaar was en 1 stabiele Medium Care patiënt. Maar het gaf denk ik een leuk algemeen inkijkje.Mss kan ik vannacht dieper ingaan op IC specifieke werkzaamheden.
– Bij iedere patiënt die ik opneem op de IC stel ik deze patiënt bloot aan heel veel gezondheidsrisico’s. Door ons veroorzaakte infecties welteverstaan. Maar ook nabloedingen, hartritmestoornissen, pneumothoraxen, barotrauma, longschimmels etc etc etcetera. We maken beter en >
– we doen schade. Dat weten we al jaren, we proberen beter, en we maken simpelweg ook keuzes tussen kwaden. We laten er vele onderzoeken op los en ik hoor je denken “ja maar zet dan een FFP2/3 op, dat lost zo veel problemen alvast op”… ja en nee >
– Ik begrijp de denkwijze, maar hij is niet heilig. Men gaat voorbij aan problemen tgv het dagelijks dragen van deze bescherming voor zorgpersoneel. Men gaat voorbij aan een gigantisch afval probleem.

De patiënt van kamer 11

RTV Oost kondigde op 28 november 2022 aan dat er een boek gaat verschijnen: “De IC-verpleegkundige van het Deventer Ziekenhuis hoopt daarmee een lans te breken voor het vak. ‘Door covid is er toch een vrij eenzijdig beeld ontstaan’.
De patiënt op kamer 11 –  titel van het boek – is de enige IC-patiënt die tijdens de jaarwisseling van 2020/2021 geen corona heeft.  Jessica Kloosterboer: “Ik kan natuurlijk niet zeggen wie die patiënt was, maar het gaat over iemand met wie we tijdens de nachtdienst van 2020 op 2021 constant bezig waren”. Ze besluit haar ervaringen tijdens de coronatijd letterlijk van zich af te schrijven en blijft dat ook daarna doen: “Schrijven is altijd al een manier geweest waarin ik mijn hart kan luchten. Ik schrijf het op, dan is het uit m’n hoofd”. Haar voornaamste doel is: “Mensen in dit boek laten zien wat er werkelijk achter de klapdeuren gebeurt. Daarmee hoop ik ook nieuwe IC-verpleegkundigen aan te spreken en mensen te enthousiasmeren voor dit vak”.
.
In De patiënt van kamer 11 zijn 38 verhalen gebundeld over excellente verpleegkundige IC-hulp. Ze gaan over patiënten die bijvoorbeeld  een delier hebben of  komen te overlijden of over contacten met familieleden van patiënten.
Jessica Kloosterboer: “De verhalen van de IC zijn prachtig. Er is zoveel onbekend over wat er achter de ‘klapdeuren van de Intensive Care’ afspeelt. Vaak wordt bij de IC gedacht aan een soort laatste levensfase. Dat is het helemaal niet. Zeker, ook bij ons overlijden mensen, maar de IC biedt juist hoop. Op de IC komen vooral mensen waarvan we denken ze ‘erdoor te kunnen helpen’. Dat we mensen weer kunnen genezen. Mijn doel van dit boek is dan ook dat buitenstaanders beter gaan beseffen wat ons vak inhoudt. Het zijn verhalen over wat ik – maar ook mijn collega’s – allemaal meemaken op de IC. Want dat is dus nogal wat. De titel van dit boek De patiënt van Kamer 11, komt uit één van de verhalen in deze bundel. Een bundel met zowel covid verhalen als ‘gewone’ verhalen. Al is geen dag op de IC gewoon. De corona en niet-corona verhalen staan door elkaar heen. Net zo gevarieerd als ons werk is. Heel veel leesplezier, en voor de jonge mensen van Nederland: wie weet word je zo gegrepen door het vak van IC-verpleegkundige dat je misschien wel een keer mijn collega wordt”

Meer info over De patiënt op kamer 11 op site Deventer Ziekenhuis: https://www.dz.nl/boek

X = Jessica Kloosterboer – About a nurse: https://x.com/aboutanurse

X =  Wim Jongejan – ZorgICTZorgen: https://x.com/ZorgICTZorgen

Verpleegkundige Jessica schrijft boek over werk op IC in Deventer: “Corona gaf eenzijdig beeld”, RTV Oost, 28 november 2022: www.rtvoost.nl

Website van Jessica Kloosterboer: https://aboutanurse.nl/

AI en de vier pijlers van mediabeleid. Tussen bits en principes

«In een tijdperk waarin technologie vooruitgang ons dagelijks leven doordringt, is de invloed van kunstmatige intelligentie (AI) op het publieke debat een fenomeen dat onze samenleving diepgaand transformeert. Als we ons in het digitale tijdperk bewegen, ontsluit AI ongekende mogelijkheden om informatie te creëren, te verspreiden en te filteren. Echter, te midden van deze vooruitgang rijzen er belangrijke vragen over hoe AI de fundamentele waarden van ons mediabeleid beïnvloedt.

Pluriformiteit, onafhankelijkheid, toegankelijkheid en veiligheid zijn de vier pijlers die de koers van ons mediabeleid bepalen. Deze waarden zijn niet slechts abstracte begrippen, maar vormen het weefsel van een gezonde democratie.Terwijl AI zijn vleugels uitspreidt, moeten we kritisch kijken naar hoe deze technologieën deze kernwaarden beïnvloeden en vormgeven. Zullen ze de pluriformiteit van meningen vergroten of juist beperken? Zullen ze de onafhankelijkheid van media versterken of ondermijnen? Zullen ze de toegankelijkheid van informatie vergroten of de digitale kloof verdiepen? En bovenal, zullen ze de veiligheid van ons publieke debat waarborgen of juist bedreigen?

Deze verkenning neemt ons mee op een reis door de intrigerende landschappen van kunstmatige intelligentie en mediabeleid. Samen zullen we de impact van AI op het publieke debat onderzoeken en analyseren hoe het samenspel tussen technologie en beleid onze democratische waarden vormgeeft. Het is een cruciale ontdekkingsreis, want het antwoord op deze vragen zal niet alleen onze mediacultuur definiëren, maar ook de koers van onze samenleving bepalen in het tijdperk van AI.»

Deze tekst is ontleend aan de Inleiding van het rapport Tussen Bits en Principes en gegenereerd door ChatGPT, een AI-toepassing van het bedrijf OpenAI, De chatbot heeft deze tekst gegenereerd als antwoord op de volgende vraag: “Hoi chat, kan je een inspirerende inleiding schrijven voor een verkenning over de invloed van AI op het publieke debat en de volgende vier leidende kernwaarden van het mediabeleid: pluriformiteit, onafhankelijkheid, toegankelijkheid en veiligheid van media?” Tussen Bits en Principes: Hoe AI de kernwaarden van mediabeleid uitdaagt’ is een uitgave van het Commissariaat voor de Media en gepubliceerd in juni 2024: “We zijn ons bewust van de risico’s van dergelijke AI-toepassingen. Het Commissariaat gaat hier terughoudend mee om in de dagelijkse werkzaamheden. Gelet op het specifieke doel en onderwerp van dit document, namelijk in kaart brengen van kansen en risico’s van AI, vonden we het gepast om de inleiding door AI te laten genereren”.

Kansen en risico’s

Doel van het rapport is in kaart brengen waar voor het Commissariaat de meest relevante ontwikkelingen liggen op het gebied van AI. Het Commissariaat is begin 2023 daarmee begonnen door de kansen en risico’s te identificeren van AI-toepassingen en AI-ontwikkelingen voor de kernwaarden van het Nederlandse mediabeleid. Het beantwoorden van de volgende vraag staat centraal: Welke AI-toepassingen en AI-ontwikkelingen zijn bedreigend of kansrijk voor een onafhankelijk, pluriform, veilig en toegankelijk media-aanbod?

Het Commissariaat ziet bijvoorbeeld dat het gebruik van AI veel kansen biedt als het gaat om de toegankelijkheid van het media-aanbod. AI maakt nieuwe vormen van audiodescriptie en vertaalsystemen mogelijk, wat mensen met een auditieve of visuele beperking meer toegang biedt tot het media-aanbod.

Risico’s die het Commissariaat benoemt gaan bijvoorbeeld over het gebruik van AI in de online omgeving. Zo gebruiken sociale mediaplatforms AI-toepassingen om hun gebruikers media-aanbod aan te bevelen. Dit kan de veelzijdigheid van het media-aanbod verzwakken. Soortgelijke AI-toepassingen kunnen ook een impact hebben op de mentale gezondheid, met name bij minderjarigen.

Generatieve AI

Verder staat het Commissariaat in zijn verkenning natuurlijk stil bij de meest bekende vorm van AI: generatieve AI. Deze vorm van AI maakt nieuwe en originele afbeeldingen, tekst, audio en video op basis van een bepaalde inbreng, zoals een vraag of een suggestie. Generatieve AI kan de media helpen om grote hoeveelheden informatie te verwerken. Maar generatieve AI kan ook een negatieve invloed hebben op de betrouwbaarheid van informatie. Dit onderzocht het Commissariaat ook in het Digital News Report Nederland 2024 dat 17 juni 2024 werd gepubliceerd en jaarlijks de laatste stand van zaken weergeeft op het gebied van het nieuwsgebruik en het vertrouwen in nieuwsmedia in Nederland. Hieruit bleek dat veel mensen het niet prettig vinden als nieuws voor het grootste deel met (generatieve) AI is gemaakt.

Downloaden Tussen Bits en Principes – Hoe AI de kernwaarden van mediabeleid uitdaagt, een verkenning, Commissariaat voor de media, juni 2024: https://beroepseer.nl

Commissariaat publiceert verkenning over kansen en risico’s van AI, Commissariaat voor de media, 24 juni 2024: www.cvdm.nl

Downloaden Digital News Report Nederland 2024, Commissariaat voor de Media, 17 juni 2024: https://beroepseer.nl

Wat is de rol van de politie in de samenleving? Nieuw licht op de – verweven – politietaak

De vele vragen waarop een antwoord is gezocht tijdens de sessies zijn onder meer:

Wat is de betekenis van de politie voor de samenleving? Waar staat zij voor? Wat moet, wil en kan de politie doen? Is de politie een uitvoeringsorganisatie van de minister of het gezag of is het nodig daar anders naar te kijken? Mag van de politie verwacht worden dat zij problemen oplost? Zijn taken te scheiden? Waaraan ontleent de politie haar legitimiteit?

In Het Tijdschrift voor de Politie beschrijft Dorian Schaap wat de resultaten zijn van een onderzoek naar de taak van de politie,  waar de politie voor staat. De resultaten zijn besproken tijdens verschillende sessies en interviews binnen het politiekorps en het management. Zowel binnen als buiten de politie wordt op de vraag waar de politie voor staat als vanzelf geantwoord met de letterlijke weergave, of een variant, van Artikel 3 van de Politiewet. Die luidt: “De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven”.(Politiewet 2012).
Vaak volgt de gebruikelijke vertaling daarvan in drie domeinen: opsporen van strafbare feiten, handhaven van de openbare orde en het verlenen van hulp. Ook andere samenvattingen van de politietaak worden genoemd, zoals beschermen, begrenzen, bekrachtigen.
Er is dus sprake van een gedragen idee, maar dat behoeft verdieping en uitwerking. Dat geldt in de breedte van het politiewerk, maar wellicht in het bijzonder als het raakt aan de verdergaande digitalisering.

De besproken resultaten van het onderzoek hebben geleid tot de ‘identiteitsnotitie’ De betekenis van de politie in de samenleving. Artikel 3 van de Politiewet, de politietaak opnieuw doordacht, geschreven door Jaco van Hoorn en Auke van Dijk. Drs. Jaco van Hoorn is hoofdredacteur van het Tijdschrift voor de politie; Auke van Dijk is strategisch adviseur van de korpsleiding van de Nationale Politie.

Het model van de Nederlandse politie

De notitie neemt de betekenis van de politie in de samenleving als uitgangspunt en zegt daarmee ook iets over wat er op het spel staat en wat we te beschermen hebben. Een belangrijke bevinding is dat politiewerk verweven is en zich niet zinvol laat opknippen in een veelheid aan deeltaken. Daarnaast is politiewerk verweven met het werk van anderen. De politie neemt vanuit haar maatschappelijke verankering in de samenwerking een specifieke positie in vanwege haar doorzettingsmacht en bijzondere informatiepositie, die haar in staat stellen anderen te adviseren en te mobiliseren. En soms creëert zij door haar doorzettingsmacht ruimte voor anderen om te kunnen handelen.

Een bijzonder kenmerk van de Nederlandse politie is de verbinding van de politie met de samenleving, de maatschappelijke verankering, onder lokaal gezag, wat leidt tot een meer gebiedsgebonden en contextgerichte oriëntatie. Niet alleen aanwezig en zichtbaar zijn, maar ook van het kennen en gekend worden gaat een proactieve en preventieve werking uit. De Nederlandse politie is een relationele politie, die communicatief gezag verwerft. Het model van de Nederlandse politie wordt als een grote kracht gezien, die betrekking heeft op de gehele politietaak, tot en met de aanpak van ondermijning en terreurbestrijding. De Nederlandse politie is diep en breed in de – ook steeds verder digitaliserende – samenleving aanwezig en actief, zeker daar waar sprake is van bijzondere maatschappelijke dynamiek en risico’s.  De maatschappelijke verankering, die in toenemende mate ook digitaal ervaren moet worden, vergroot het vertrouwen in en de legitimiteit van de politie.

Een eigen stem

Vaak wordt van de politie gevraagd om te veranderen. De politie is niet ‘gewoon’ een publieke organisatie of ‘een’ ketenpartij, maar kent een unieke positie en dynamiek. Ze voorziet in een maatschappelijke behoefte op een manier die niet zomaar te vervangen of op te delen is. Bewustzijn van de complexiteit en verwevenheid is essentieel. Dat heeft te maken met de kerncompetenties van de politie.
Een gevolgtrekking is dat de politie een eigen stem heeft, die in ondergeschiktheid aan het gezag ook een eigenstandig gezag kent. Een moderne politieorganisatie dient deze stem bewust en verantwoordelijk in te zetten ten dienste van de publieke zaak. Voor een organisatie die de afgelopen jaren terughoudendheid heeft betracht en die het gevoel heeft voortdurend onder druk te staan lijken dit hoge eisen. Tegelijkertijd zijn ze noodzakelijk voor een legitieme, betekenisvolle en effectieve politiezorg nu en in de toekomst.

Vertrekpunt tot dialoog

De notitie is niet bedoeld als een definitieve uitkomst, maar als een vertrekpunt tot een interne en externe dialoog. waarbij in het korps het gesprek gevoerd moet blijven worden over het waarmaken van deze identiteit en waar met het gezag en andere belanghebbenden voortdurend gesproken moet worden over de wijze waarop binnen de brede politiefunctie maatschappelijke vraagstukken meer fundamenteel kunnen worden aangepakt en wat daarin van de politie – en van anderen – mag worden verwacht.

De verweven politietaak. Een politieorganisatie ten dienste van de publieke zaak, door Dorian Schaap, Het Tijdschrift voor de Politie, jrg. 86, no 1, 2024.

De betekenis van de politie in de samenleving, door Jan van Balkom, Website voor de politie, 21 juni 2024: www.websitevoordepolitie.nl/de-betekenis-van-de-politie-in-de-samenleving/

Downloaden De betekenis van de politie in de samenleving, door Jaco van Hoorn en Auke van Dijk, uitgave Politie, februari 2024: https://beroepseer.nl

Passage uit De verweven politie in Het Tijdschrift voor de Politie

«Iedere lezer van dit tijdschrift zal zich op zeker moment hebben afgevraagd wat de rol van de politie in de samenleving is. Waar is zij voor en wat maakt haar eigenlijk uniek? Intuïtief heeft iedereen misschien gevoel bij deze vragen, maar toch betreft het moeilijk grijpbare thematiek waarbij veel onuitgesproken blijft. De politie moet zich positioneren in een complex veld waarbij veel verschillende (soms tegenstrijdige) dingen van haar worden gevraagd en verwacht. Vanuit burgers, partners, maar ook lokale en nationale overheden en natuurlijk de eigen medewerkers. Politiewerk raakt immers aan hoop en angst, aan goed en kwaad, aan onze collectieve identiteit en relatie met de overheid».

Aan zet voor verpleegkundige zeggenschap

Twintig verpleegkundigen van het Elisabeth Tweesteden ziekenhuis (ETZ) in Tilburg gingen met eigen ideeën aan de slag in de dagelijkse praktijk voor het project Verpleegkundige Impact in de Praktijk (VIP), dankzij subsidie vanuit het Landelijk Actieplan Zeggenschap en Veerkracht.

Elke twee weken namen de verpleegkundigen deel aan gezamenlijke sessies om vraaggericht met hun opgave aan de slag te gaan. Het krijgen van positieve feedback en de afwisseling tussen patiëntenzorg en meewerken aan het VIP-project verhoogden het werkplezier. Deelnemers voelden zich waardevol door hun bijdrage aan de afdeling.
Verpleegkundigen willen een werkomgeving waarin ze de ruimte krijgen om te groeien en mee te denken en waarbij hun inbreng wordt gewaardeerd. Bij een toekomstig project wordt daarom de facilitering van intercollegiale uitwisseling aanbevolen.

Deelname leverde vier inzichten op:

  • Verpleegkundige zeggenschap wordt vergroot door aan de slag te gaan met een eigen idee.
  • Het is essentieel dat het management de uitvoering van projecten faciliteert in tijd en mogelijkheden voor uitwisseling en feedback.
  • Ondersteuning door peer-feedback en individuele coaching (inclusief complimenten) is stimulerend.
  • Deelname aan een project vergroot het werkplezier bij de meerderheid van de verpleegkundigen

Kortom: Deelname aan het VIP-project droeg bij aan de professionele ontwikkeling, zeggenschap en het werkplezier van verpleegkundigen.

Een greep uit de commentaren van deelnemers:

“Omdat ik mezelf nooit heb laten horen, heb ik genoeg aan deze mate van zeggenschap voor mijn eigen ontwikkeling en werkplezier”.

“Ik merk bij collega’s dat dat helemaal nog niet zo leeft. Die doen liever dat ding aan bed op de afdeling en zijn helemaal niet bezig met zeggenschap”.

“Ik vond het wel heel fijn dat er iemand iets over je project kan zeggen die er niet helemaal in zat, dus soms iemand met een andere view die jou toch weer even tips kon geven”.

“Soms was het te vrijblijvend en ergens is dat mooi, want dan beleggen ze het bij onszelf, in het kader van zeggenschap. Maar soms hebben we dat zetje in de rug nodig, praat er eens over met elkaar”.

Aan zet voor zeggenschap, door Sabine op ‘t Hoog, Diane Toll, Mirjam Valckx, Annemarie de Vos, TvZ magazine nr. 3, 2024: www.tvznext.nl/magazine/
(Proef)abonnement op TvZ: tijdschrift voor verpleegkunde in praktijk en wetenschap: www.tvznext.nl/abonneren/

Meer dan de helft van de zorgprofessionals wil meer zeggenschap, Zeggenschap in de zorg, 4 maart 2024: https://zeggenschapindezorg.nl

Laatste kans voor aanvraag subsidie versterken van zeggenschap, Zeggenschap in de zorg, 20 juni 2024: https://zeggenschapindezorg.nl

Landelijk Actieplan Zeggenschap: https://zeggenschapindezorg.nl/

De waarde van kleinschalige zorg: Op de mens gericht

In Nederland is er een toenemende aandacht voor kleinschaligheid in zorg. Enerzijds door zorgondernemers die de zorg anders willen organiseren en inrichten, anderzijds vanuit de politiek en de maatschappij. Kleinschalige zorgondernemers komen met creatieve oplossingen waardoor er in de praktijk steeds meer nieuwe vormen van wonen en dagbesteding ontstaan. Het is daarom van belang om meer te weten te komen over de ervaringen van mensen met een zorgvraag, hun naasten, de zorgverleners en de zorgondernemers die kleinschalige zorg bieden. Branchevereniging Kleinschalige Zorg (BVKZ) en Coöperatie Hesterhuizen hebben daarom aan Kroek&Partners Interimzorg gevraagd onderzoek te doen naar de kleinschalige zorg. De resultaten van het onderzoek zijn verschenen in het rapport Kleinschalige zorg. Mensperspectief in plaats van zorgperspectief in juni 2024.

Rol en belang kleinschalige zorgaanbieders

Doel van het onderzoek: aan de hand van praktijkonderzoek de kenmerken van kleinschalige zorg voor het voetlicht brengen.  Het onderzoek bestond uit een kwantitatief gedeelte: de ervaringen van zorgvragers, hun naasten, de zorgverleners en de zorgondernemers, en een kwalitatief gedeelte: de kracht en de kwetsbaarheden van kleinschalige zorg in de ogen van zorgvragers, naasten, zorgverleners en zorgondernemers. Ook is er literatuuronderzoek gedaan naar de kenmerken en definities van kleinschalige zorg.

Het drie jaar geleden van start gegane onderzoek sluit naadloos aan bij de landelijke discussie over de rol en het belang van kleinschalige zorgaanbieders in het Nederlandse zorglandschap. Er is regelmatig aandacht voor kleinschalige zorg en -zorgaanbieders en dat is niet altijd in positieve zin. Tijdens gesprekken en in mediaberichten valt op, aldus directeur BVKZ Angeline Ackermans, dat niet altijd duidelijk is wat verstaan wordt onder kleinschalige zorg. Daarom is om dit onderzoek gevraagd. De zin van kleinschalige zorg is soms niet duidelijk.
Het rapport is tevens een pleidooi voor meer betrokkenheid, erkenning en zichtbaarheid van de kleinschalige zorgaanbieders. Ze hebben veel te bieden en verdienen een prominente plaats binnen het zorglandschap.

Zes kernwaarden mensperspectief

De resultaten uit het kwantitatieve onderzoek laten zien dat zorgvragers, naasten en zorgverleners voldoende tot goed scoren op vragenlijsten over welbevinden, kwaliteit van zorg en werktevredenheid. De resultaten uit het kwalitatieve onderzoek geven weer dat binnen kleinschalige zorg wordt gedacht en gewerkt vanuit het perspectief van de mens. Het mensperspectief kent zes kernwaarden: thuis voelen, mens-zijn, samen-zijn, doen wat nodig is, samen-sturen, gewone omgeving. Daarnaast zijn er nog zes subwaarden; geborgenheid, wederkerigheid, saamhorigheid, gewoon doen, loyaliteit, huiselijkheid.

Flexibel en innovatief

Kleinschalige zorg is flexibel en innovatief en staat middenin de samenleving. De organisatiestructuur is eenvoudig. Het gaat om het gewone leven met zijn eigen dynamiek en ongedwongenheid waar zorg onderdeel van is en mensen met een zorgvraag thuis-zijn. Daarbij sturen zorgverleners en zorgondernemers samen, bewegen mee en doen wat nodig is.

Het rapport besluit met een aantal aanbevelingen ter verbetering van kleinschalige zorg. Denken vanuit het perspectief van de mens leidt tot een andere denkwijze over zorg verlenen. Kleinschalige zorgondernemers bieden diversiteit in woonvormen en manieren van werken en zijn een rijke aanvulling in de gezondheidszorg. De kleinschaligheid behoort een eigen unieke positie in te nemen in het zorglandschap, op basis van gelijkwaardigheid en keuzevrijheid.

Mensperspectief in plaats van zorgperspectief is de rode draad, BVKZ 21 juni 2024: https://bvkz.nl/nieuws/mensperspectief-in-plaats-van-zorgperspectief-is-de-rode-draad/

Downloadpagina van onderzoeksrapport, samenvatting en factsheet van Kleinschalige zorg – Mensperspectief in plaats van zorgperspectief: https://bvkz.nl/wetenschappelijk-onderzoek-naar-de-waarde-van-kleinschalige-zorg/

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat vinden werknemers wereldwijd van hun werk? State of the Global Workplace 2024 Report

In de afgelopen tien jaar is het aantal mensen dat lijdt aan stress, verdriet, angst, boosheid of zorgen toegenomen en heeft daarmee het hoogste niveau bereikt sinds het begin van de Gallup-peilingen in 2005.
John Clifton, CEO van Gallup in het Voorwoord van het op 12 juni 2024 verschenen State of the Global Workplace 2024 Report:

«De wereldwijde achteruitgang van de geestelijke gezondheid is zorgwekkend. Sommigen maken zich zorgen dat we in een spiraal terechtkomen. De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, António Guterres, zegt: ‘Onze wereld wordt onrustig’. Misschien is hij te pessimistisch. We leven tenslotte in de beste tijd van de menselijke geschiedenis. ‘Menselijke vooruitgang is een waarneembaar feit’, merkte Harvard professor Steven Pinker op.

Maar wat als ze allebei gelijk hebben? Als de geestelijke gezondheid van de mensheid snel achteruit gaat in een gouden tijdperk van vooruitgang en welvaart, dan zou dat een van de grootste paradoxen van onze tijd zijn.

Als onze collectieve gemoedstoestand nog niet tot historische proporties is verzuurd, dan is deze wel verzuurd genoeg om ons dagelijks leven te beïnvloeden. Professor Christine Porath van Georgetown Universiteit ontdekte dat oplopende stress een snelle toename van onbeschaafd gedrag op het werk veroorzaakt. Dat is vooral zorgwekkend omdat we het grootste deel van ons leven werken, op slapen na.

In het rapport State of the Global Workplace 2024 geeft 41% van de werknemers aan ‘veel stress’ te ervaren. Toch varieert stress aanzienlijk, afhankelijk van hoe organisaties worden geleid. Mensen die werken in bedrijven met slechte managementpraktijken (actief niet-betrokken) hebben bijna 60% meer kans op stress dan mensen die werken in een omgeving met goed management (betrokken). In feite wordt het ervaren van ‘veel stress’ ongeveer 30% vaker gerapporteerd door onder slecht management werkend personeel dan door werklozen.

Leidinggevenden weten dat stress op het werk een probleem is – ze hebben de gegevens gezien, het van hun collega’s gehoord en het zelf ervaren. Een kwart van de leidinggevenden voelt zich vaak of altijd opgebrand en twee derde voelt het soms. Velen proberen het aan te pakken, maar vaak op een manier zonder effect.

Populaire oplossingen zijn welzijn-apps of stressmanagementtrainingen. Toch vindt recent onderzoek van de Universiteit van Oxford ‘weinig bewijs voor de voordelen van deze interventies met zelfs een kleine indicatie van schade’.

Mindfulness en welzijn-apps zijn niet het probleem, maar als slecht management ze als oplossing gebruikt, kan het de zaken alleen maar erger maken. Het is begrijpelijk als je bedenkt dat een belangrijke oorzaak van stress op het werk is dat je niet de materialen en apparatuur hebt die nodig zijn om je werk effectief te doen. Dat probleem kan niet worden opgelost met een yogamatje; daar is actie van het management voor nodig. En het gevoel dat organisaties investeren in andere zaken dan wat werknemers nodig hebben om hun werk goed te doen, kan stress verergeren.

Dus wat werkt dan beter? Volgens de Oxford-studie zijn dat ‘initiatieven op organisatieniveau zoals verbetering in de planning van veranderingen, managementpraktijken, personele middelen of een taakontwerp op maat’. Met andere woorden, het veranderen van de manier waarop mensen worden gemanaged op organisatieniveau.

De wereldwijde werkvloer kan een belangrijke rol spelen bij de aanpak van de wereldwijde crisis op het gebied van geestelijke gezondheid. Zoals gedetailleerd beschreven in het rapport van 2024, is het veranderen van de manier waarop we met mensen omgaan cruciaal voor het verminderen van stress op het werk en in het leven».

State of the Global Workplace 2024 Report

Onderzocht is hoe het met de huidige staat van de geestelijke gezondheid en het welzijn van werknemers op mondiaal niveau is gesteld. Daarna volgde onderzoek naar de economische en beleidsgerelateerde factoren die verband houden met het welzijn van werknemers, gevolgd door manager-gerelateerde factoren die een rol spelen bij de betrokkenheid bij het werk en een goed leven in het algemeen.
Onderdeel van het rapport zijn de interviews met respondenten van over de hele wereld om meer te weten te komen over hun gevoelens met betrekking tot hun werk.

Gallup schat dat een lage betrokkenheid van werknemers de wereldeconomie 8,9 biljoen US dollar kost, oftewel 9% van het wereldwijde BNP.

Korte samenvatting

Deel 1. Geestelijke gezondheid van werknemers: Een wereldwijde momentopname.
1. Twintig procent van alle werknemers ter wereld ervaart dagelijks eenzaamheid. Eenzaamheid is het hoogst onder werknemers die volledig op afstand werken.
2. Het welzijn onder jongere werknemers is gedaald in 2023
3. Betrokkenheid van werknemers is een belangrijke factor in algehele levenservaringen

Deel 2. De rol van economie en beleid in het welzijn van werknemers
1. Landen waar de huidige tijd gunstig is om een baan te vinden, hebben een lagere actieve niet-betrokkenheid – werknemers zij vrij om uit ellendige werksituaties te stappen.
2. Sommige arbeidsrechten hebben te maken met werknemers die hun huidige leven beter willen beoordelen.
3. Onafhankelijk van arbeidsrechten wordt werknemersbetrokkenheid geassocieerd met hoop voor de toekomst.
4. Niet alle arbeidsrechen worden op dezelfde manier geassocieerd met emotionele gezondheid. Betrokken werknemers in landen met arbeidsrechten gericht op een fatsoenlijk loon, veilig werk, gezinstaken en moederschap hebben de minste stress.

Deel 3. De rol van de manager in welzijn en prestaties van werknemers.
Managers zijn verantwoordelijk voor 70% van het verschil in betrokkenheid van werknemersteams
1. Managers hebben dagelijks meer negatieve ervaringen dan niet-managers en zijn vaker op zoek naar een nieuwe baan.
2. In alle landen geldt: als managers betrokken zijn, zijn werknemers dat waarschijnlijk ook.
3. In best practice-organisaties is driekwart van de managers en zeven op de tien niet-managers betrokken.

Als organisaties het aantal betrokken werknemers verhogen, verbeteren ze een groot aantal organisatorische resultaten, waaronder winst, retentiepercentages en klantenservice.

Cijfers wat Europa betreft

1. Laagste regionale percentage betrokken werknemers. 72% voelt zich niet-betrokken. 16% actief niet-betrokken.
2. Laagste regionale percentage werknemers dat zegt op zoek te zijn naar een nieuwe baan.
3. Op één na laagste regionale percentage werknemers dat dagelijks verdrietig is

Uitspraken van respondenten:

♦ Van een actief niet-betrokken Canadese lijnwerker: “Ik zou het kunnen pushen, maar ik ben zo gefrustreerd over hoe het die dag gaat, dat ik denk: ‘Weet je wat ik ga doen? Ik ga niets doen’.”
♦ Van een niet-betrokken Indiase marketing supervisor: “Ik ontvang een salaris voor dit werk. Dus ik moet het doen, maar ik raak verveeld omdat ik elke dag hetzelfde werk moet doen”.
♦ Van een betrokken Australische contractmanager: ”Ik geniet echt van mijn werk. Ik vind dat ik werk met echt fantastische mensen en het werk dat we doen is echt heel zinvol”.

Downloaden Research summary State of the Global Workplace: 2024 Report. The voice of the world’s employees, Gallup, juni 2024: https://www.gallup.com/workplace/349484/state-of-the-global-workplace.aspx

Downloaden State of the Global Workplace: 2024 Report. The voice of the world’s employees, Gallup, juni 2024: https://www.gallup.com/workplace/349484/state-of-the-global-workplace.aspx

Gallup.com: www.gallup.com/

De democratische rechtsorde in de praktijk: Verzet je tegen alles wat vakmanschap in de weg staat

«Ik ben geen fan van ‘curlingouders’, maar ik denk weleens: hadden we maar ‘curlingbestuurders’. Bestuurders die focus aanbrengen en alle nonsens weghouden, zodat de professional zich kan richten op het vak en daarvoor ook de ruimte krijgt. Dat vereist wel dat je als bestuurder echt in verbinding staat met de praktijk en luistert. Echt luistert.» Hoe mooi gezegd door lerares Merel van Vroonhoven in de tweede Herman Tjeenk Willink-lezing in de Gotische zaal van de Raad van State in Den Haag op 13 juni 2024. Herman Tjeenk Willink, oud vice-president van de Raad van State, startte de naar hem genoemde tweejaarlijkse lezingenreeks in juni 2022 die steeds als centraal thema heeft: de democratische rechtsorde in de praktijk.

De kern van Van Vroonhovens lezing is dat beleidsmakers beter dienen te luisteren naar mensen uit de praktijk. Ze beseft hoe belangrijk het is “dat bestuurders en beleidmakers bewust zijn van de consequenties van hun beleid op de praktijk. Maar ook hoe belabberd het met dat bewustzijn is gesteld. Nog te vaak zie ik bestuurders hun dagen vullen met vergaderen over papieren werkelijkheden, zonder een beeld te hebben van hoe het eraan toegaat buiten de vergaderzaal.
Bestuurders die focus aanbrengen en alle nonsens weghouden, zodat de professional zich kan richten op het vak en daarvoor ook de ruimte krijgt. Dat vereist wel dat je als bestuurder echt in verbinding staat met de praktijk en luistert. Echt luistert”.

Enkele passages over vakmanschap, professionals en burgers

«‘Geef de leraar zijn vak terug’, riep de Tweede Kamer in koor tijdens het Kamerdebat over leraren drie maanden geleden. Uit mijn hart gegrepen. Allereerst, omdat het bevestigt dat goed onderwijs valt of staat bij het vakmanschap van de leraar. Maar politieke erkenning is niet genoeg. Bovendien, kortstondig. Dus is het misschien nog wel belangrijker dat de professionals ‘op de vloer’ zelf actie ondernemen. Daarom roep ik: ‘Leraar, pak je vak terug’.
Professionals moeten niet wachten op de politiek, bestuurders of anderen aan de zijlijn. Als wij ons vak niet opeisen verandert er niets. Als wij ons niet als professionals gedragen, waarom zou de rest van de wereld ons dan als professionals behandelen? Dus is mijn pleidooi: stop met je voegen naar het uitvoerderschap. Verzet je tegen alles wat vakmanschap in de weg staat. Mobiliseer niet alleen langs de as van arbeidsvoorwaarden, maar vooral langs de as van inhoud van het vak”.

Wil je de status van een advocaat, een rechter of een dokter, dan hoort het erbij dat je je continu bijschoolt en je daar ook op laat toetsen en aanspreken. De lat omhoog.

Een evenwichtigere machtsbalans ten gunste van professionals en burgers moet komen van een radicale herwaardering van vakmanschap en praktijkervaring. Tijd voor minder markt. Tijd voor meer bestuurlijk handelen dat daadwerkelijk dienend is aan de man of vrouw in de frontlinie. De praktijk niet als sluitstuk, maar als startpunt.

U hoort het beste mensen, mijn lezing van vandaag is misschien een kritisch verhaal, maar niet eentje zonder hoop. Het is een warm pleidooi voor het herstel van de machtsbalans in onze democratie ten gunste van burgers en professionals in de praktijk. Voor minder markt en meer bestuurlijk handelen dat daadwerkelijk dienend is aan de man of vrouw in de frontlinie. Een pleidooi voor werkelijk luisteren. Maar ook voor terug durven praten, kenbaar maken waar je inhoudelijk voor staat. De professional en burger niet langer meer het sluitstuk, maar het startpunt. Of je werk zich nou afspeelt in de vergaderzaal of in de klas. Flip the system.»

Na de lezing reflecteerden twee genodigden in een gesproken column van vijftien minuten op de lezing: theatermaker/regisseur Gavin-Viano en programmamaker/presentator Nicolaas Veul.

Ga voor downloaden van lezing en columns naar Raad van State, Merel van Vroonhoven houdt tweede Herman Tjeenk Willink-lezing, 14 juni 2024: www.raadvanstate.nl/actueel/nieuws/juni/herman-tjeenk-willink-lezing-2024/