Skip to main content

Redactie Beroepseer

Nomineren voor CAOP-scriptieprijs kan tot 31 augustus 2024

CAOP looft voor de tweede maal de CAOP-scriptieprijs uit. Daarmee wil CAOP een bijdrage leveren aan de talent- en kennisontwikkeling rond arbeidsgerelateerde vraagstukken in het publieke en private domein. CAOP staat voor Centrum voor Arbeidsverhoudingen en Overheidspersoneel (CAOP).

Wie kan meedoen?

Je kunt meedoen met de CAOP-scriptieprijs als je tussen 1 januari 2022 en 1 september 2024 een masterscriptie hebt geschreven aan een Nederlandse universiteit over een actueel arbeidsvraagstuk in de publieke of private sector dat aansluit bij CAOP-thema’s.
De thema’s zijn: betekenisvol werk, duurzaam ontwikkelen, gezondheid en preventie, sociale innovatie en sociale veiligheid en inclusie.
CAOP biedt innovatieve scripties een podium, maakt de onderzoeksuitkomsten breder bekend, beloont de auteurs en enthousiasmeert hen om meer met hun onderzoek te doen. CAOP publiceerd de scripties van de drie prijswinnaars op de eigen website.

Deelnemers kunnen niet eerder al een prijs hebben gewonnen met je scriptie.

Geldprijs van € 3.500 voor eerste prijs

De jury selecteert op basis van een longlist drie genomineerden voor de prijs. De winnaar wordt tijdens een feestelijke bijeenkomst bekendgemaakt. De jury bestaat uit de directeur Arbeidsmarkt CAOP, teamleiders van de teams Onderzoek en Kennis, een onderzoeker en een hoogleraar.

De winnaar van de CAOP-scriptieprijs ontvangt een geldbedrag van € 3.500. De prijsuitreiking, ook die van de tweede en derde prijs, vindt plaats op de feestelijke bijeenkomst van 14 november 2024 in het bijzijn van genodigden en medewerkers van het CAOP.

Insturen vóór 31 augustus 2024

Nomineren van de scriptie kan door deze vóór 31 augustus 2024 te mailen naar: a.raateland@caop.nl
Vermeld als onderwerp: CAOP-scriptieprijs 2024, alsmede je naam en het cijfer dat voor de scriptie is behaald.
Niet alleen de auteurs van een scriptie, ook scriptiebegeleiders kunnen nomineren.

Winnaar van de CAOP-scriptieprijs 2022

Hannah Postma heeft de eerste editie van de CAOP-scriptieprijs gewonnen. Op 9 maart 2023 heeft zij de prijs in ontvangst genomen. Haar scriptie is getiteld On the road to becoming Inclusive: Bottlenecks on workforce diversity and inclusivity within a dutch small medium enterprise. Deze gaat over de invloed van de organisatiecultuur en het integrale karakter van personeelsbeleid als belangrijk onderdeel van de bedrijfsstrategie.

Ga naar Nomineer jouw scriptie voor de CAOP-scriptieprijs 2024, CAOP, 7 maart 2024: www.caop.nl/artikelen/2024/nomineer-jouw-scriptie-voor-de-caop-scriptieprijs/

Investeren in vitale ouderen

Nederland vergrijst in een snel tempo. Dat legt een grote druk op de samenleving. Het nieuwe kabinet dient hiermee aan de slag te gaan om burgers voor te bereiden op de veranderende behoeften van een snel vergrijzende samenleving. Het vraagt niet alleen om oplossingen op het gebied van welzijn en zorg, maar ook op het gebied van werk, wonen en samenleven. De Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 wijst daar in haar recent verschenen rapport Gematigde groei ook op. Zij geeft aan dat ‘het maatschappelijk belang van langer gezond leven onweersproken is’ en het belang van gezondheidsbevordering en preventie in de breedste zin cruciaal is. Een lang en gezond leven is een groot goed en moet tot de brede welvaartswinst worden gerekend.
Het rapport Investeren in vitale ouderen van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) toont hoe het maatschappelijk potentieel van mensen vergroot kan worden die (nu en in de toekomst) de AOW-leeftijd bereiken, vitaal zijn en actief kunnen bijdragen.

Nieuwe inzichten

Een urgente maatschappelijke vraag voor de komende decennia is: hoe houden we de verouderende bevolking langer gezond en gelukkig op een manier die de samenleving kan dragen? De vergrijzing wordt doorgaans beschouwd als een demografisch vraagstuk. Het kabinetsbeleid voor de vergrijzing is onderbouwd met leeftijdsgebonden studies naar onder meer levensverwachting, ziekte en zorggebruik, kosten van zorg en behoefte aan zorgpersoneel, langer doorwerken, vrijwilligerswerk en mantelzorg.

In Investeren in vitale ouderen komt het SCP tot nieuwe inzichten en handelingsperspectieven door niet alleen de verouderende bevolking, maar ook de ouder wordende samenleving op een andere wijze te beschouwen. Ten eerste bestudeert het SCP veranderingen in de individuele levensloop, naast de bestaande vergelijkingen van leeftijdsgroepen op één moment. Ten tweede worden de veranderingen op meer domeinen van samenleven en meedoen tegelijkertijd geanalyseerd, in plaats vanuit één beleidsthema. Door veranderingen in welbevinden, participatie en hulpbronnen binnen de levensloop van mensen te onderzoeken, worden effecten op langere termijn zichtbaar. Daardoor worden meer aanknopingspunten voor beleid zichtbaar om het welbevinden van de verouderende bevolking op langere termijn te behouden.

Individuele levenskwaliteit en brede participatie

Bij het investeren in vitale ouderen speelt het bevorderen van individuele levenskwaliteit een grote rol. Om beleidsvoornemens en -plannen effectiever te laten bijdragen aan het welbevinden van ouderen is het het Welbevinden participatie hulpbronnen-model (WPH) ontwikkeld. Dat is gebeurd op basis van de levensloop van meer dan vijfduizend mensen van 55 jaar en ouder over een periode van bijna dertig jaar. Met dit verklaringsmodel is het mogelijk de dynamische samenhang tussen patronen van participatie, hulpbronnen en welbevinden in kaart te brengen. Analyse op basis van het model bevestigt de gedachte dat eenzijdige participatie in mantelzorgtaken een risico kan betekenen voor welbevinden, terwijl brede participatie in ook bijvoorbeeld culturele activiteiten en sport bijdraagt aan dat welbevinden.

Het model verklaart welke veranderingen in activiteiten en persoonlijke situatie negatieve of positieve effect hebben op het welbevinden van ouderen. Het WPH-model helpt beleidsmakers om het potentieel van de vergrijzing in de derde levensfase van ouderen te vergroten met de juiste investeringen op persoonlijk niveau en de wijze van meedoen in de samenleving.

Downloaden Investeren in vitale ouderen – Een verklaringsmodel van veranderingen in hulpbronnen en participatie op welbevinden in de vergrijzende samenleving – door Crétien van Campen, Jurjen Iedema en Jos de Haan, SCP, maart 2024, SCP, 5 maart 2024: www.scp.nl

Rapport Gematigde groei  van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050, 15 januari 2024: www.staatscommissie2050.nl

Visualisatie van het WHP-model

 

Robots in de sociale zorg: de menselijke maat in gevaar

Kunnen robots medeleven en vriendelijkheid tonen en zien of iemand zich eenzaam, verdrietig, bang of depressief voelt? Kunnen ze zorgzaam zijn? In het rapport ‘Carebots’ and the care crisis van onderzoeker Karol Florek wordt aangetoond hoe technologie de ouderenzorg beïnvloedt en wat dat betekent voor het werk in de zorg.

We horen vaak beweren dat we aan de vooravond staan van een automatiseringsrevolutie die de ondersteuning en begeleiding van senioren drastisch zal veranderen. Technobedrijven zien de vergrijzing van de Europese bevolking als een gebied voor  robotica-onderzoek. Kijk maar eens naar de budgetten. Horizon, het vlaggenschip van het onderzoeksprogramma van de Europese Unie, draagt 1,3 miljard euro bij aan een publiek-privaat partnerschap dat zich richt op kunstmatige intelligentie, data en robotica. Daarnaast ondersteunt het projecten met betrekking tot robotica in de zorg.

Er is niets tegen het het aanpassen van de huiselijke omgeving om ouderen en mensen met een handicap te helpen zelfstandiger te leven. Technologieën voor ondersteunend wonen bestonden al eerder dan het digitale tijdperk. Vandaag de dag omvatten ze innovaties die variëren van mobiliteitshulpmiddelen via draagbare monitor-apparaten tot smart home-omgevingscontrolesystemen. Pogingen om zorgarbeid op de werkplek te automatiseren – vooral in instellingen met een hoge zorgbehoefte zoals verpleeghuizen – gaan evenwel over een andere zaak. Helaas hebben de verhalen uit de sector over de belofte van automatisering de neiging om twee zaken door elkaar te halen

De beloofde voordelen van zogenaamde carebots of zorgrobots worden meestal gezien als een ‘oplossing’ voor het aanhoudende tekort aan arbeidskrachten in de sector. Chronisch onderbetaald en onderbezet personeel ontbreekt het vaak aan de nodige tijd om persoonsgerichte zorg van hoge kwaliteit te leveren. Kunnen robots te hulp schieten, ‘arbeid besparen’ en tegelijkertijd de personeelskosten verlagen, en de druk op het overheidsbudget verminderen?

Redenen tot scepsis

Er zijn goede redenen om sceptisch te zijn over de nieuwste golf robotinnovatie. De sociale zorg zou al tientallen jaren aan de vooravond staan van een automatiseringsrevolutie. Dergelijk techno-optimisme is in werkelijkheid een symptoom van de zorgcrisis, die voortkomt uit de onderwaardering van werken in de zorg. Slechte arbeidsomstandigheden, een vergrijzende bevolking en dus de eeuwig groeiende kloof tussen de vraag naar zorg en het aanbod van geschoolde arbeidskrachten, gaan niet verdwijnen door arbeid te vervangen door machines.

Tot nu toe heeft robotica weinig invloed gehad op de zorg. Er zijn niet veel successen te melden. In Japan, waar de grootste investeringen zijn gedaan, zijn de resultaten niet echt overtuigend. In plaats van een algehele arbeidsbesparing hebben robots menselijke taken verplaatst van de zorg voor mensen naar het toezicht op machines – vaak tegen veel hogere kosten.

Robothuisdieren blijven de meest gebruikte robots in verpleeghuizen. Dit is al zo’n  vijftien jaar het geval, sinds de therapeutische robot Paro die lijkt op een zeehondje op de Europese markt verscheen. Gezelschapsdieren kunnen een geïsoleerd leven verlichten, stress verminderen en de levenskwaliteit van ouderen verbeteren. Maar klinische onderzoeken in Australië, Japan en Denemarken ontdekten geen verschil tussen Paro en ‘placebo Paro’ – tussen Paro als hij aan staat en een vergelijkbare knuffel. De nieuwigheidswaarde van een robotspeeltje kan de oorzaak van vreugde en opwinding zijn, en niet zozeer van de kwaliteit van de robot zelf.

Technologische innovatie in de zorgomgeving behoort tastbare voordelen op te leveren voor mensen die zorg nodig hebben en tegelijkertijd de druk op werknemers te verminderen. Hoewel zorgrobots voordelen kunnen bieden, dienen ze holistisch te worden beoordeeld op hun gevolgen voor de betrokken mensen, zowel werknemers als thuisbewoners: ethische overwegingen, verandering in de kwaliteit van zorg, verplaatsing van werk, verandering in functie, dynamiek op de werkplek en werktevredenheid.

Deskundigheid en professionals

Zorgprofessionals weten wat de effectiefste en nuttigste hulpmiddelen voor hun werk zijn ter verbetering van de kwaliteit van de zorg. Zij zouden als echte innovatie-experts degenen behoren te zijn die onderzoeksprioriteiten stellen, in plaats van dat anderen dat voor hen doen. Technologen hebben een beperkt begrip van wat werk in de zorg inhoudt. En het nastreven van winst onder het mom van kostenbesparing is inherent losgekoppeld van een waardering voor zorg.

De conclusie is dat alle technologische hulpmiddelen menselijk toezicht vereisen, ook al kunnen geavanceerde sensoren en AI-modellen data monitoren, noodsituaties detecteren en tijdig waarschuwen. Het welzijn, de autonomie en de waardigheid van ouderen en kwetsbare personen behoort centraal te staan bij het ontwerp en de implementatie van alle technologische innovaties. De nadruk behoort dus te liggen op het verbeteren en ondersteunen van mensgerichte zorgpraktijken binnen de langdurige zorgomgeving ten voordele van alle betrokkenen.

Robots in social care: the human touch at risk, door Samantha Howe en Karol Florek, Social Europe, 5 maart 2024: https://www.socialeurope.eu/robots-in-social-care-the-human-touch-at-risk

Sociaal Europe (SE) publiceert analyses en opiniestukken over de meest dringende politieke, economische en sociale kwesties van deze tijd. Sociaal Europe is onafhankelijk en zoekt leden: “We rekenen erop dat lezers die zich een bijdrage kunnen veroorloven, lid worden. Op die manier kan Social Europe vrij toegankelijk blijven voor veel meer lezers die baat hebben bij onze inhoud, maar zich geen lidmaatschap kunnen veroorloven”. Men kan lid worden voor € 4,75, € 9,50? of € 19,- per maand.

Dowloaden ‘Carebots’ and the care crisis, door Karol Florek, Report for EPSU, december 2023: https://beroepseer.nl
Het onderzoek is tot stand gekomen in opdracht van de European Federation of Public Service Unions (EPSU).

EPSU is de grootste federatie van de European Trade Union Confederation: ETUC – Europees Verbond van Vakverenigingen (EVV) en omvat acht miljoen werknemers in de openbare diensten van meer dan 250 vakbonden in heel Europa. EPSU organiseert werknemers in de energie-, water- en afvalsector, gezondheids- en sociale diensten en lokale, regionale en centrale overheden in alle Europese landen, inclusief de oostelijke buurlanden van de EU. www.epsu.org

Ambtenaren en tegenspraak en vakmanschap. ‘Het is nodig dat ambtenaren deskundig, betrokken en verantwoordelijk handelen’

Binnenlands Bestuur besteedt aandacht aan activiteiten rond tegenspraak van ambtenaren in gemeenten. Aan de orde komt het grote project ‘Eigenaarschap en Bondgenootschap’ dat Stichting Beroepseer met de Gemeente Midden-Groningen heeft uitgevoerd.
Binnenlands Bestuur is een een tijdschrift en een journalistieke nieuwssite voor ambtenaren en bestuurders.

Wouter Boonstra in Binnenlands Bestuur:

Bijna alle ambtenaren van de gemeente Midden-Groningen doorliepen vorig jaar het programma ‘Eigenaarschap en Bondgenootschap’, verzorgd door Stichting Beroepseer, kennisinstituut voor professionals. Om het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen is ambtelijk vakmanschap nodig, stelt directeur Thijs Jansen. “En dat ambtelijk vakmanschap komt tot uiting in het bondgenootschap met de lokale samenleving, het college en de gemeenteraad”.

Wederkerigheid is volgens Jansen de basis voor dat bondgenootschap en daarvoor is het nodig dat ambtenaren deskundig, betrokken en verantwoordelijk handelen. “Eigenlijk zijn al onze trainingen erop gericht om ambtenaren in de positie te brengen om deskundig, betrokken en zelfbewust van zich te laten horen”. Het recht op ambtelijk vakmanschap wordt nu nog vaak gemonopoliseerd door bestuurders: de minister of wethouder moet uit de wind worden gehouden.
Jansen: “Wij stellen dat ook burgers, volksvertegenwoordigers en ambtenaren recht hebben op ambtelijk vakmanschap. Dit is het spanningsveld waarin ambtenaren hun werk moeten doen”.

De training voor de ambtenaren van Midden-Groningen is bedoeld om een cultuur te scheppen waarin college, gemeenteraad en ambtelijke organisatie zich bewust zijn van hun eigen rol. En dat er een scherp bewustzijn bestaat dat ambtenaren niet alleen maar kunnen worden gebruikt voor de realisering van de politieke wil van de meerderheid. Ambtenaren dienen ook te handelen op basis van de rechtsstaat, bijvoorbeeld beginselen van behoorlijk bestuur.

Lees verder op Binnenlands Bestuur, Gemeenten bewuster bezig met tegenspraak, door Wouter Boonstra, 29 februari 2024: www.binnenlandsbestuur.nl/carriere/werken-aan-beter-bestuur-op-decentraal-niveau

Eigenaarschap en bondgenootschap als basis voor ambtelijk vakmanschap in Midden-Groningen, Blogs Beroepseer: https://beroepseer.nl

Academie Ambtelijk Vakmanschap: https://academieav.nl/

Het recht op ambtelijk vakmanschap’ verschenen, Blogs Beroepseer, 7 oktober 2022: https://beroepseer.nl

 

Afbeelding bovenaan is van Gert Altmann

Enquête 2024 naar arbeidsomstandigheden in Europa

Eurofound*) is begonnen met een onderzoek voor de komende editie naar de arbeidsomstandigheden van Europese burgers in 2024: het European Working Conditions Survey (EWCS). Doel is om ongeveer 50.000 werknemers in 35 landen te ondervragen. Het onderzoek omvat alle EU-lidstaten plus acht andere Europese landen, te weten Noorwegen, Zwitserland, Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Montenegro, Noord-Macedonië en Servië.
De enquête loopt van februari 2024 tot juni 2024. De eerste resultaten van de enquête zijn beschikbaar in 2025.

De EWCS geeft een uitgebreid beeld van de dagelijkse realiteit van mannen en vrouwen op het werk. Om dit unieke instrument voor Europese vergelijkende analyse van arbeidsomstandigheden toekomstbestendig te maken en ervoor te zorgen dat trendanalyses kunnen worden gehandhaafd, wordt de traditionele face-to-face-methode voor het eerst aangevuld met online interviews.

Doelstellingen van de enquête

Editie 2024 van de enquête levert gegevens op om te kunnen doorgaan met:

  • beoordelen en kwantificeren van de arbeidsomstandigheden van zowel werknemers als zelfstandigen in de EU-lidstaten en daarbuiten op een geharmoniseerde basis;
  • het analyseren van een verband tussen verschillende aspecten van arbeidsomstandigheden;
  • het identificeren van zorgwekkende werksituaties en/of risicogroepen alsmede het monitoren van gebieden waar verbeteringen mogelijk zijn;
  • het monitoren van trends door middel van het verschaffen van homogene indicatoren voor deze kwesties;
  • bijdragen aan de ontwikkeling van Europees beleid, met name op het gebied van de kwaliteit van arbeid en werkgelegenheid.

Bijdragen aan ontwikkeling van beleid

Bij de lancering van de enquête zei Ivailo Kalfin, bestuursvoorzitter van Eurofound: “We zijn verheugd dat we de Europese enquête naar de arbeidsomstandigheden voor 2024 kunnen lanceren. Eurofound is toonaangevend in het volgen van ontwikkelingen op het gebied van arbeidsomstandigheden in Europa, met speciale aandacht voor verbeteringen in de arbeidskwaliteit van oudere werknemers, de uitdagingen die samenhangen met specifieke vormen van zelfstandig ondernemerschap en de structurele gevolgen op de langere termijn van de COVID-19-pandemie. Ik moedig werknemers in heel Europa aan om de enquête in te vullen en bij te dragen aan de ontwikkeling van beleid voor betere arbeidsomstandigheden en arbeidskwaliteit voor iedereen”.

Neem voor meer informatie over de Europese enquête contact op met Sophia MacGoris: www.eurofound.europa.eu/en/sophia-macgoris

Noot
*) Eurofound – Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden is een agentschap van de Europese Unie, opgericht in 1975 en gevestigd in Dublin. www.eurofound.europa.eu

Zie verder:
European Working Conditions Survey 2024, Eurofound, ww.eurofound.europa.eu/en/surveys/european-working-conditions-surveys/european-working-conditions-survey-2024

Make your voice heard! Eurofound invites workers across Europe to participate in the European Working Conditions Survey 2024, Eurofound, 19 februari 2024: www.mynewsdesk.com

Hard rapport over fraudebeleid en dienstverlening: Drie staatsmachten zijn blind geweest voor mens en recht

In een verhard politiek en maatschappelijk klimaat zijn de drie staatsmachten blind geweest voor mens en recht. Grondrechten van mensen zijn geschonden en de rechtsstaat is terzijde geschoven. Dit is samengevat de belangrijkste conclusie van de enquêtecommissie Fraudebestrijding en Dienstverlening in haar rapport Blind voor mens en recht, dat zij presenteerde op 26 februari 2024.

De conclusies van de commissie bieden verklaringen voor wat er is gebeurd. De patronen die hieraan ten grondslag liggen, zijn nog steeds aanwezig. Zonder de juiste maatregelen, veranderingen en waarborgen kan een volgend schandaal zomaar weer gebeuren. De blindheid van de overheid voor mens en recht is niet weg.
De commissie doet daarom de volgende aanbevelingen om deze patronen te doorbreken en te voorkomen dat opnieuw mensen worden vermorzeld:

  • Een sterkere rechtsstaat voor mensen, waarin grondrechten worden gerespecteerd en rechtsstatelijk wordt gehandeld;
  • De overheid heeft altijd oog voor mensen;
  • De overheid heeft een menselijk gezicht;
  • Een menselijk handhavings- en sanctioneringsbeleid;
  • Een juridisch vangnet en toegankelijk recht voor mensen;
  • Een parlement dat goed zijn werk doet.

Over de commissie

De parlementaire enquête naar het fraudebeleid kwam tot stand op initiatief van de SP. De Tweede Kamer nam op 11 februari 2021 de motie-Marijnissen c.s. over voorstellen voor de opzet en vorm van een parlementaire enquête aan naar de dienstverlening, handhaving en fraudebestrijding bij overheidsdiensten. Om dit onderzoek voor te bereiden, is op 8 juli 2021 de tijdelijke commissie Fraudebeleid en Dienstverlening opgericht. Deze commissie had als opdracht om de Kamer een voorstel te doen voor de onderzoeksopzet. Het onderzoeksvoorstel is op 27 januari 2022 aan de Kamer aangeboden die er op 1 februari mee heeft ingestemd.

De enquêtecommissie voerde het onderzoek volgens dit voorstel uit. De commissie bestond aanvankelijk uit acht leden: Senna Maatoug (GroenLinks-PvdA), Lammert van Raan (PvdD), Farid Azarkan (Denk), Michiel van Nispen (SP), Salima Belhaj (D66), Evert Jan Slootweg (CDA), Thierry Aartsen (VVD) en Sylvana Simons (Bij1). Na de verkiezingen van 22 november 2023 en de installatie van de nieuwe Tweede Kamer hebben de leden Aartsen en Maatoug onder leiding van commissievoorzitter Van Nispen het onderzoek afgerond.

SP-fractievoorzitter Jimmy Dijk: “Vijf jaar nadat de eerste ouders en kinderen uit het toeslagenschandaal opstonden en in actie kwamen zijn veel conclusies uit dit rapport een bevestiging van wat we grotendeels al wisten. Forse bezuinigingen hebben geleid tot een fraudeaanpak die geld op moesten leveren. Ook als er geen sprake was van fraude. Zogenaamd stond ‘zelfredzaamheid’ voorop, maar het was vooral ‘zoek het zelf maar uit’-politiek. Mensen zijn hierbij vermorzeld door een overheid die meedogenloos was én nog steeds is. De problemen zijn namelijk nog steeds niet opgelost. Zoveel mensen uit het toeslagenschandaal zijn nog niet geholpen. Dat is gewoon politieke onwil, want er zijn oplossingen genoeg. Zoals de ‘oplossing-in-één-dag’ die de SP heeft ontwikkeld samen met ouders en experts, maar het demissionaire kabinet maar niet uit wil voeren”.

Enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening overhandigt rapport, Tweede Kamer, 26 februari 2024: www.tweedekamer.nl/nieuws/kamernieuws/enquetecommissie-fraudebeleid-en-dienstverlening-overhandigt-rapport

Downloaden rapport Blind voor mens en recht: www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2024Z02942&did=2024D06757

Gewijzigde motie van het lid Marijnissen c.s. over voorstellen voor de opzet en vorm van een parlementaire enquête: https://beroepseer.nl

Tussen ambitie en uitvoering

Bij het rapport hoort een bijlage, getiteld Tussen ambitie en uitvoering. Een contextanalyse van de dynamiek tussen media, politiek en beleid bij de totstandkoming en uitvoering van dertig jaar sociale zekerheid, door prof. dr. Wouter van Atteveldt e.a.

Passage uit de Conclusie en beantwoording onderzoeksvragen (p. 160):

De mediaberichtgeving over fraude binnen de sociale zekerheid is symptomatisch voor wat we in hoofdstuk 2 ‘medialogica’ hebben genoemd: duidelijk aanwijsbare en concrete misstanden, zoals de Bulgarenfraude, krijgen meer aandacht dan technisch complexe wetsvoorstellen, zoals de wijziging Wet SUWI of de Awir. Gebeurtenissen leiden pas tot een echte aandachtspiek of mediagolf als er maatschappelijke of politieke ophef ontstaat. Zo zien we bijvoorbeeld rondom de Bulgarenfraude een collectieve verontwaardiging ontstaan in media en bij Kamerleden, maar deze ophef richt zich eerder op de positie van de bewindspersoon dan op de inhoudelijke problemen met de wetgeving of de eigen rol van de Tweede Kamer. Rondom de fraude door Nederlandse pensioengerechtigden in Spanje bestaat daarentegen veel minder verontwaardiging en zelfs in sommige media ook wel begrip, waardoor een dergelijke cyclus uitblijft. Hetzelfde zien we bij fraude door werkgevers: terwijl er vanaf 2001 steeds minder handhaving is op het vlak van ontduiking van werkgeverspremies door de oneigenlijke inzet van zzp’ers, is hier veel minder aandacht voor dan voor fraude door specifieke groepen buitenlanders of Nederlanders met een migratieachtergrond. Hierbij speelt ook het politieke klimaat een rol met de opkomst van populistische partijen, die dergelijke gebeurtenissen aangrijpen om aandacht op te eisen voor deze kwestie en hun partij.

Bij het bespreken van kabinetsplannen en wetsvoorstellen zien we dat de media vooral de politiek volgen. Media besteden over het algemeen pas aandacht aan een wetsvoorstel als er politieke onenigheid is. We zien relatief veel aandacht voor de stelselwijziging en de Wet SUWI in de jaren 90 en begin jaren 00, die overeenkomt met een stevige politieke discussie en conflict met de vakbonden. Bij de invoering van het toeslagenstelsel en de Awir zien we dat er wel enig politiek debat is, maar veel minder fundamentele discussie over de inhoud van de wet. Dit wordt weerspiegeld in de berichtgeving, die vooral kort en feitelijk uitleg geeft, maar niet tot een controverse of nieuwsgolf leidt.

Als het gaat om fouten of misstanden door de overheid zien we dat onthullingen of kritische rapporten lang niet altijd tot een golf van ophef en aandacht leiden. Al vanaf 2007 zijn er verschillende rapporten en uitzendingen waarin wordt aangetoond hoe de problemen bij de Belastingdienst oplopen en hoe burgers daarvan het slachtoffer worden. Hierop komen ook wel een paar Kamervragen van de (linkse) oppositie, maar de regering houdt lang vol dat het om incidenten of kinderziekten gaat. De maatschappelijke ophef en mediagolven ontstaan pas veel later, als rapporten of onthullingen ook gevolgd worden door stevige politieke discussie, vooral als er conflicten binnen de coalitie ontstaan en de positie van bewindspersonen in gevaar komt.

Door deze medialogica kan een vertekend beeld ontstaan.

Downloaden bijlage Tussen ambitie en uitvoering, Vrije Universieit, 26 februari 2024. op: www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2024Z02942&did=2024D06757
in PDF: https://beroepseer.nl

Voorbeeld van een met AI gemaakt videojournaal

Hoe ziet een videojournaal gemaakt met AI eruit? XS2Content is voor het eerst begonnen met het produceren van een videojournaal dat volledig op basis van kunstmatige intelligentie (AI) tot stand komt voor het online vakmediaplatform Spreekbuis. Online nieuwsartikelen worden daarbij voorgelezen door een virtuele presentator die als avatar met een gekloonde tekst-to-speech-stem van Spreekbuis/XS2Content uitgever/eigenaar Richard Otto te zien is.

Eerder was Spreekbuis gestart met een AI-nieuwsbulletin met de gekloonde stem van radiodeejay en blogger Patrick Kicken.

Lees verder: XS2Content met AI-videojournaal Spreekbuis, door David de Jong, Marketing report, 23 februari 2024: www.marketingreport.nl/xs2content-met-ai-videojournaal-spreekbuis/

Spreekbuis.nl: www.spreekbuis.nl

XS2content: https://secure.xs2content.com

Richard Otto: www.linkedin.com/in/richardotto2

Hieronder video Spreekbuis Journaal 7 februari 2024. Duur 2 min.

Omgaan met dementie. Hoe doen we dat?

De man die eerst CEO was van een groot bedrijf, werd nu in de supermarkt meewarig bekeken omdat hij vanwege zijn dementie geholpen moest worden. En hij voelde het. Hij was zijn ziekte.
Deze schets van een eens belangrijk man is typerend en dan ook een toepasselijk begin van een interview over dementie met Anne-Mei The, bijzonder hoogleraar en antropoloog. The ontwikkelde de Sociale Benadering Dementie waarbij het gaat om de mens in plaats van om de patiënt.
De eerste vraag van interviewer Piet-Hein Peeters is dan ook waarom wij, mensen, degene met dementie tot zijn of haar ziekte ‘verkleinen’. Waarom sluiten wij mensen met dementie uit? Het interview is gepubliceerd op Sociale Vraagstukken, platform – en tijdschrift – voor debat van onderzoekers en deskundigen over maatschappelijke kwesties.

Antwoord van The: “Ik ben van huis uit antropoloog en wat je bij mensen altijd weer ziet, is dat we proberen de wereld om ons heen overzichtelijk te maken door te classificeren, door anderen in hokjes te plaatsen. We hebben dat blijkbaar nodig om met anderen te kunnen leven. Kenmerken zoals je huidskleur, of je geaardheid, of dus ziekte, vergroten we uit en de rest “vergeet” je dan. Maar juist om die rest is het mij bij dementie te doen. Wat mensen nog meer zijn dan dementie”.

We brengen voor onze gemoedsrust mensen met dementie terug tot hun ziekte?

“Als je het mensen individueel vraagt, willen ze dat natuurlijk niet doen. Maar het gebeurt toch, collectief. En het heeft te maken met het medisch paradigma rond dementie. Nog niet zo lang geleden behoorde dementie tot het domein van de psychiatrie. Met de inzichten uit de neurologie is het gaandeweg tot een ziekte gedefinieerd, werd het onderdeel van de medische wetenschap. En de medische wetenschap is een soort geloof. We volgen de dokter, de wetenschap; die sturen in hoe we kijken naar mensen en hun problemen. Degene met dementie is vooral dement, dat is zijn of haar belangrijkste kenmerk, dat geldt bijvoorbeeld ook voor mensen met kanker”.

Je collega Marcel Olde Rikkert sprak ik een aantal jaar terug voor een artikel. Die zei toen dat oude mensen voor jongere een spiegel zijn waar ze eigenlijk niet in willen kijken. Ze willen er niet van weten. Herken jij dat?

“Ja, dat is mooi. Dat is, denk ik, ook een mechanisme. We vinden in onze samenleving ouderdom niet aantrekkelijk, integendeel. En als je dan ook nog dementie hebt, ben je dubbel aan de beurt. Het heeft veel te maken met wat we in deze samenleving van waarde vinden, autonomie bijvoorbeeld, zelfbeschikking, maar ook jong zijn. Dat is de norm. Dat kwijtraken, is een angstbeeld. En dus lopen we er graag met een boogje omheen, zetten we het weg”.

Dementievriendelijk

Aan het eind van het interview wijst The op de onderwijsmodule Dementievriendelijk: “Dan krijg je meerkeuzevragen. Bijvoorbeeld: Je ziet een meneer met dementie, wat doe je dan? Dan ben je al bezig om iemand weg te zetten, en natuurlijk is dat niet zo bedoeld. Dan ben je het al aan het problematiseren. En ik snap heus wel dat mensen met dementie ziek zijn, maar door dat te benadrukken, wordt het stigma ook versterkt, blijven we op een verkeerde manier denken. We nemen mensen met dementie, onbedoeld, ik zeg het nogmaals, echt onbedoeld, hun leven af. Het idee van de sociale benadering is dat we mensen met dementie voor een tijd een deel van hun leven weer teruggeven”.

Lees het hele interview: Anne-Mei The: ‘Geen wonder dat mensen met dementie het opgeven’, door Piet-Hein Peeters, Sociale Vraagstukken, 15 februari 2024: www.socialevraagstukken.nl/interview/anne-mei-the-geen-wonder-dat-mensen-met-dementie-het-opgeven/

Sociale Benadering Dementie: https://socialebenadering.nl
De Sociale Benadering Dementie stelt de mens centraal in plaats van de patiënt. Met het Strategisch Programma kan deze benadering worden toegepast in de eigen zorgorganisatie. https://socialebenadering.nl/in-mijn-organisatie

Onderwijsmodule Dementievriendelijk: www.samendementievriendelijk.nl/docenten/werkvormen/toolkit-jongeren

Afbeelding bovenaan is gemaakt door Gerd Altmann

Jongeren met mentale problemen en gedachten aan zelfdoding. Plannen voor een centraal jongerenplatform

De Commissie Actuele Nederlandse Suïcideregistratie (CANS) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) constateren een zorgelijk stijgende trend in het aantal suïcides onder jongvolwassenen. Dat blijkt uit de resultaten van een onderzoek dat tot doel had inzicht te krijgen in de mogelijke factoren die hebben bijgedragen aan het ontstaan van suïcidaal gedrag bij jongvolwassenen in de afgelopen twee jaar, welke behoeften zij hebben en hoe zij het beste bereikt kunnen worden. Om die vragen te beantwoorden is met 41 jongvolwassenen gesproken, met en zonder ervaring met suïcidaal gedrag. Daarnaast is een aanvullend literatuuronderzoek uitgevoerd om inzicht te bieden in bestaande effectieve interventies voor jongvolwassenen.

Onder jongeren tot 30 jaar neemt het aantal suïcides toe. Tussen 2013 en 2023 nam het aantal toe van 243 in 2013 tot 300 in 2023. Rekening houdend met de bevolkingsomvang en met kleine verschillen tussen de cijfers van CANS (2023) en die van het CBS (2013-2022) nam het aantal suïcides onder mensen tot 30 jaar met 16,8% toe.

De resultaten laten zien op welke manier een combinatie van verschillende risicofactoren een rol speelt in het ontstaan van suïcidaal gedrag bij jongvolwassenen. Bij bijna alle deelnemers was er sprake van een kwetsbaarheid als gevolg van jeugdtrauma en/of psychische problemen, die in combinatie met verschillende acute stressfactoren uit het leven van jongvolwassenen, zoals problemen rondom (prestatie)druk, financiën of eenzaamheid leidde tot suïcidaal gedag. Wensen en behoeften van jongvolwassenen sluiten aan bij de gevonden risicofactoren, met als belangrijkste thema: praten over suïcidale gevoelens en andere problemen en het verminderen van het taboe hierop.

Zingeving en perspectief

Andere belangrijke behoeften gingen over het aanbieden van laagdrempelige en/of informele hulp, het verbeteren van informatie over en de toegang tot zorg, een centrale plek bieden aan mentale gezondheid binnen het onderwijscurriculum, het bieden van zingeving en perspectief, en interventies met betrekking tot sociale media. Uit de literatuur bleek dat er weinig effectieve interventies specifiek voor jongvolwassenen zijn en nog minder hebben een direct effect op de afname van suïcidaal gedrag. Een aantal interventies hebben wel effect op andere factoren die aansluiten bij behoeften van jongvolwassenen en zijn mogelijk interessant voor implementatie.

Om effectief suïcides en suïcidaal gedrag van jongvolwassenen te verminderen en voorkomen is het nodig bestaande initiatieven te versterken. Speciale aandacht zou daarbij behoren uit te gaan naar:

• Het praten met jongvolwassenen over hoe zij zich voelen en het bieden van laagdrempelige initiatieven
• Het informeren over hulp bij suïcidaal gedrag en het beter laten aansluiten van professionele hulpverlening op behoeften
• De mentale weerbaarheid vergroten en het bieden van perspectief en zingeving
• Het vergroten van de sociale media-wijsheid en het gebruiken van sociale media voor de verspreiding van suïcide-preventie-initiatieven

Downloaden Stop suïcide onder jongvolwassenen: Een verdiepend onderzoek met praktische aanbevelingen, door Elke Elzinga & Milou Looijmans, Paula von Spreckelsen, Renske Gilissen, Saskia Mérelle, 113 Zelfmoordpreventie, september 2023: https://beroepseer.nl

Suïcidecijfers 2023: daling onder mensen van middelbare leeftijd, blijvende zorgen over jongeren, 113 Zelfmoordpreventie, 6 februari 2024: www.113.nl

Stichting 113 Zelfmoordpreventie is de nationale organisatie voor preventie van suïcide. www.113.nl/over-113/over-ons

Meer aandacht nodig voor behoeften van jongeren met suïcidaal gedrag, interview met Milou Looijmans door Leendert Douma, GGZ Totaal, 12 februari 2024: www.ggztotaal.nl

Eén centraal jongerenplatform:
acht hulporganisaties bundelen krachten

Stress, eenzaamheid of depressie: meer dan de helft van de Nederlandse jongvolwassenen kampt met mentale klachten. Om jongeren te helpen bij het zoeken en vinden van steun, hebben acht hulporganisaties de handen ineen geslagen om één platform te ontwikkelen: MIND en MIND Us, de Kindertelefoon, Stichting @ease, Transformers Community, Join Us, 113 Zelfmoordpreventie en Jongerenhulp Online. Het gaat om een platform waar jongeren met beginnende mentale klachten gratis en anoniem terecht kunnen. Voor relevante informatie, contact met leeftijdsgenoten, een luisterend oor en hulp bij het vinden van verdere ondersteuning. Door de zoektocht te vergemakkelijken en onderlinge steun te stimuleren, wordt de zelfredzaamheid van jongeren versterkt. Ook wil het platform voorkomen dat jongeren te lang in hun eentje blijven rondlopen, waardoor milde klachten vaak complexer worden.

Het op te zetten centrale jongerenplatform wordt een aanvulling op de huidige dienstverlening van MIND, een onafhankelijke maatschappelijke organisatie die zich sterk maakt voor een psychisch gezonder Nederland en een stem geeft aan alle mensen met (beginnende) psychische klachten en hun naasten.
Jongeren kunnen vanuit het platform bijvoorbeeld worden verwezen naar MIND Korrelatie als zij behoefte hebben aan contact met een professional. Zo zal er ook de mogelijkheid van doorverwijzing komen naar 113 Zelfmoordpreventie als daar behoeft aan is. De Alles Ok? supportlijn zal in het nieuwe centrale platform opgaan.

30 januari 2024 is een brief naar zowel de informateur als de Tweede Kamer gestuurd met verzoek het platform mogelijk te maken. Eind 2023 heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een onafhankelijke toets op effectiviteit en haalbaarheid laten doen door adviesburea Berenschot. Conclusie: “Het gezamenlijke platform levert in potentie een goede bijdrage en gewenste aanvulling op het huidige landschap ten aanzien van hulpverlening voor jongeren met mentale problemen. Wij waarderen het voorstel daarom positief en adviseren het Ministerie van VWS om het voorstel te steunen.”

Verder lezen over de plannen op Alles oké? https://www.allesoke.nl/downloads
Of  op: https://beroepseer.nl

Eén centraal jongerenplatform: acht hulporganisaties bundelen krachten, Wij zijn mind, 30 januari 2024: https://wijzijnmind.nl

Brief verstuurd op 18 januari 2024 aan de informateur en de Tweede Kamer: https://beroepseer.nl