Skip to main content

Redactie Beroepseer

Resultaten van brede verkenning van zorglandschap: Grote kloof tussen beleid en praktijk

Voor zorgverleners zijn voldoende tijd voor de patiënt en autonomie de belangrijkste voorwaarden voor het leveren van goede zorg. Dit blijkt uit de resultaten van Brede verkenning zorglandschap onder ruim 2.000 zorgverleners. Huisartsen, tandartsen, medisch specialisten, fysiotherapeuten en andere paramedische beroepsgroepen roepen beleidsmakers en zorgverzekeraars op: “Laat wederzijds vertrouwen en professionele autonomie de basis zijn voor zorgbeleid in plaats van wantrouwen en regeldruk”.

Slechts een kleine meerderheid (60%) van de zorgverleners geeft aan voldoende professionele autonomie en voldoende tijd voor de patiënt te ervaren. Door het veranderende zorglandschap en de coronapandemie staan deze belangrijkste voorwaarden voor goede zorg onder druk. Ook is een fundamenteel inzicht dat 93% voldoende vertrouwen en waardering ervaart van patiënten en familie en dat een zeer ruime meerderheid dat onvoldoende ervaart van zorgverzekeraars en de politiek. Daarnaast zien zorgverleners dat de kwaliteit van zorg en het werkplezier stijgen wanneer patiënten zoveel mogelijk vaste zorgverleners kunnen blijven zien.

Dit zijn de belangrijkste uitkomsten van de Brede verkenning zorglandschap, uitgevoerd door Stichting Beroepseer in opdracht van de VvAA, beroepsvereniging voor zorgverleners met ruim 125.000 leden. De verkenning, die bestond uit een enquête onder ruim 2.000 huisartsen, tandartsen, medisch specialisten, fysiotherapeuten en diverse andere paramedische beroepsgroepen en daarnaast diverse gesprekssessies, duidt op een kloof tussen diegenen die het zorgbeleid maken en financieren en diegenen die het beleid uitvoeren. Een belangrijk en zorgelijk signaal vindt VvAA, die als beroepsgroepoverstijgend collectief samen met beroepsorganisaties en stakeholders in het zorgveld oplossingen wil aandragen voor een op vertrouwen gebaseerd zorgbeleid.

Stand van vertrouwen

Hoewel vertrouwen van patiënten in hun handelen volgens zorgverleners (79%) niet vanzelfsprekend is, ervaart 93% van de zorgverleners vertrouwen en 92% waardering van patiënten voor hun vakmanschap, zo wees het onderzoek uit. Waar de vertrouwenscijfers voor patiënten en directe collega’s (89%) heel positief zijn, tonen die voor zorgverzekeraars en politiek zeer negatief: slechts 13% van de zorgverleners ervaart vertrouwen in hun vakmanschap vanuit zorgverzekeraars. Voor de politiek ligt dat cijfer zelfs op 11%.

Kloof tussen zorgbeleid en zorgpraktijk

Ruim 600 zorgverleners namen de moeite om het (gebrek aan) vertrouwen dat zij ervaren vanuit zorgverzekeraars en de politiek, schriftelijk toe te lichten. De rode draad in deze toelichtingen is dat verzekeraars en politiek te ver afstaan van de werkpraktijk. Hierdoor begrijpt men onvoldoende wat er op de werkvloer gebeurt en dit werkt wantrouwen verder in de hand. Zorgverleners zijn weinig positief over het instrumentarium dat wordt ingezet om de kwaliteit van zorg te bewaken en fraude te voorkomen: twee derde (66%) geeft aan dat controles niet bijdragen aan betere zorg. Bijna de helft van de zorgverleners (44%) vindt de controle op fraude in de zorg disproportioneel. Slechts 4% van de zorgverleners is het eens met de stelling dat het vertrouwen van zorgverzekeraars in zorgverleners de afgelopen vijf jaar is toegenomen. Deze uitkomsten zijn in lijn met die van de (Ont)Regelmonitor uit maart 2021, waarin het grote deel van zorgverleners toen ook aangaf dat het ongenoegen vooral zit in het concept wantrouwen en de daarmee samenhangende regeldruk, kwaliteitscriteria en controles.

Samen met het zorgveld werken aan oplossingen

Raymonda Romberg, anesthesioloog en bestuurslid Vereniging VvAA: “De uitkomsten van deze verkenning leggen een vertrouwenskloof bloot tussen de makers en financiers van het zorgbeleid enerzijds en diegenen die het moeten waarmaken in de praktijk anderzijds. Deze onwenselijke situatie uit zich o.a. in de zeer belastende en tijdrovende regeldruk en kwaliteitscriteria waar zorgverleners aan moeten voldoen. Ook laat de verkenning zien dat de belangrijkste voorwaarden voor goede zorg, zoals tijd voor de patiënt en professionele autonomie, in het veranderende zorglandschap (en tijdens de coronacrisis) onder druk komen te staan.

Hans van der Schoot, directeur Vereniging VvAA, voegt hieraan toe: ”VvAA vindt het gebrek aan vertrouwen, hoewel niet nieuw, een zorgelijk signaal en wil dit thema met deze brede verkenning waarin 2.000 zorgverleners zich hebben uitgesproken, breed aan de orde stellen. Als beroepsgroepoverstijgend collectief, zien we een belangrijke rol in het herstel van vertrouwen en nemen graag het initiatief om het gesprek te faciliteren met beroepsorganisaties over mogelijke oplossingsrichtingen. “

Over dit onderzoek

Deze brede verkenning, uitgevoerd tussen maart 2021 en december 2021, is opgezet om de signalen die VvAA van leden ontvangt over de impact van het veranderende zorglandschap op de uitoefening van hun vak, verder te onderzoeken. In deze stap stond centraal hoe zorgverleners, anno 2021, de stand van de zorg beschouwen. En in welke mate zij in het huidige zorgveld in staat zijn om hun vak uit te oefenen met bezieling. In deze verkenning is de nadruk gelegd op thema’s als vertrouwen, vakmanschap, continuïteit en pluriformiteit omdat die cruciaal zijn voor het kunnen leveren van kwalitatief goede zorg en een hoge patiënttevredenheid.

Downloaden rapport Brede verkenning zorglandschap, VvAA en Stichtig Beroepseer, februari 2022: https://beroepseer.nl

Afbeelding bovenaan: Factsheet uit rapport ‘Brede verkenning zorglandschap’

Scriptie over volgerschap in plaats van leiderschap in sociaal-politiek activisme vanuit humanistisch perspectief

Nienke van Ittersum van de Universiteit voor Humanistiek is de winnaar van de scriptieprijs van de vakbeweging 2021. Haar Masterscriptie gaat over ‘goed’ volgerschap in sociaal-politiek activisme. De prijs is op 15 februari 2022 voor de zevende keer uitgereikt door het Wetenschappelijk Bureau voor de vakbeweging, de Burcht. De prijs is bestemd voor een (bijna of recent) afgestudeerde universitaire student. In totaal waren er twaalf scripties ingezonden, afkomstig van acht verschillende universiteiten in Nederland en van vijf verschillende disciplines: economie, bestuurskunde, sociologie, rechten en humanistiek. Uit de twaalf inzendingen werden door de jury uiteindelijk vier scripties voorgedragen.

De scriptie van de winnares is getiteld Volgens mijThematisch literatuuronderzoek naar een begrip van goed volgerschap in sociaal politiek activisme. Volgens de jury geeft de scriptie een originele beschouwing van volgerschap vanuit humanistisch perspectief. Waar boekenkasten vol geschreven zijn over leiderschap, biedt de scriptie een verfrissende blik op het fenomeen volgerschap door te onderzoeken hoe goed volgerschap in sociaal-politiek activisme begrepen kan worden. In de scriptie wordt literatuur uit verschillende vakgebieden, waaronder organisatiekunde, psychologie en filosofie, op geheel eigen wijze bij elkaar gebracht en gecombineerd met voorbeelden uit de praktijk. De jury was bovendien onder de indruk van de vlotte en heldere schrijfstijl.
Hoewel de scriptie het individuele proces van volgerschap onderzoekt, biedt het volgens de jury interessante reflecties voor de vakbeweging als collectieve ledenvereniging. Het daagt bovendien uit tot verdere reflecties over collectief volgerschap, en mogelijke implicaties daarvan voor (strategieën van) de huidige vakbeweging

De drie overige genomineerden voor de scriptieprijs van de vakbeweging 2021:

Eline Bornkamp schreef over de strategie van de Federatie Nederlandse Vakbeweging – FNV t.a.v. platformwerk.

Rik de Jager schreef een juridische scriptie die ook voor niet juristen toegankelijk is. Hij heeft mensen geïnterviewd om meer zicht te krijgen op de effecten van het herstel van de arbeidsovereenkomst in hoger beroep. Daaruit blijkt dat dit in de praktijk vaak niet tot een blijvend herstel van het dienstverband leidt.

Herman Tamer ging op zoek naar antwoorden op de vraag in hoeverre de rechten van pensioengerechtigden gwaarborgd zijn wanneer een pensioenfonds ontbonden is. De huidige wetgeving lijkt een manco te bevatten omtrent de rechtszekerheid van pensioen bij de liquidatie van een ondernemingspensioenfonds.

Downloaden Volgens mij. Thematisch literatuuronderzoek naar een goed humanistisch begrip naar goed volgerschap in sociaal-politiek activisme, door Nienke van Ittersum, Universiteit voor Humanistiek, , 27 januari 2021: www.deburcht.nl

Meer info over jury, reglementen en downloaden alle scripties bij De Burcht: www.deburcht.nl/wetenschappelijk-bureau/scriptieprijs

Het Wetenschappelijk Bureau Vakbeweging de Burcht, onderzoekt vakbondsvraagstukken, stimuleert hierover het debat en organiseert bijeenkomsten.
Aanbevolen: De opiniepagina – onderdeel van het project Goede tijden (na) slechte tijden? waarin positie en strategie van de vakbeweging in Nederland centraal staan. Ga naar: www.deburcht.nl/wetenschappelijk-bureau/opinie

Podcast over ‘meritocratie’ aan de hand van drie boeken

Definitie: Volgens het meritocratisch ideaal zijn verschillen tussen mensen wat betreft hun maatschappelijke positie, inkomen en sociaal netwerk gerechtvaardigd zolang iedereen, ongeacht afkomst, dezelfde kansen krijgt om zijn of haar individuele capaciteiten te ontwikkelen.

In de podcast VB Boeken van de Vereniging Bestuur bespreken wetenschappers, praktijkmensen en schrijvers recent verschenen boeken over bestuurskunde. De aflevering van 3 februari 2022 gaat over meritocratie aan de hand van drie boeken: The tyranny of merit van Michael Sandel (vertaald in het Nederlands De tirannie van verdienste),  The meritocracy trap van Daniel Markovits en De meritocratie van Paul de Beer.

Meritocratie wordt over het algemeen geassocieerd met gelijkheid en eerlijke kansen. De podcast werpt daar een ander licht op en waarschuwt voor de automatische aantrekkingskracht van meritocratie. VB bestuurslid Karin van Boetzelaer spreekt met Co Verdaas, Paul de Beer en Stella Hoff over de charme van de meritocratie, winnaars en verliezers, polarisatie en populisme, de druk om te presteren en het onderwijs als grote gelijkmaker. De drie boeken houden beleidsmakers en onderzoekers een spiegel voor .

Co Verdaas is dijkgraaf van waterschap Rivierenland en hoogleraar gebiedsontwikkeling aan de TU Delft.

Stella Hoff is wetenschappelijk medewerker bij het Sociaal Cultureel Planbureau.

Paul de Beer is bijzonder hoogleraar Arbeidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam

In de Vereniging voor Bestuurskunde (VB) – opgericht in 1973 – komen bestuurswetenschap en bestuurspraktijk samen. VB biedt een forum aan mensen die geïnteresseerd zijn in het reilen en zeilen van het openbaar bestuur, reikt drie prijzen uit geeft vier keer per jaar het wetenschappelijke tijdschrift Bestuurskunde uit. Zie site Bestuurskunde: www.bestuurskunde.nl/

Hieronder de podcast over meritocratie. Zie pijltje rechtsonder voor begin.

Aanbevolen: Howard Gardner bespreekt boek van Michael Sandel over meritocratie en de tirannie van verdienste, Blogs Beroepseer, 21 oktober 2020: https://beroepseer.nl

De opkomst van triggerwaarschuwingen vormt een bedreiging voor artistieke vrijheid

Goede kunst wordt verondersteld te ‘triggeren’. Het moet je raken, iets bij je losmaken of teweegbrengen. Columnist Ella Whelan schrijft in haar artikel Great art is supposed to be ‘triggering’ in het Engelse politieke tijdschrift Spiked over de trigger warnings die almaar toenemen en een bedreiging vormen voor de artistieke vrijheid. Op Nederlandse universiteiten zijn triggerwaarschuwingen nog geen gemeengoed, maar in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië is dat wel anders. Voorafgaand aan de les laten docenten soms een waarschuwing uitgaan: Let op. Het onderwerp van vandaag kan als heftig worden ervaren en mogelijk psychische schade veroorzaken.

Whelan begint met een voorbeeld uit het verleden om te laten zien hoe onze houding t.a.v. kunst bezig is te veranderen. Tijdens de première van het toneelstuk Playboy of the Western world van de Ierse schrijver J.M. Synge in Dublin in 1907 werden de toeschouwers onaangenaam getroffen. Ze gaven luidruchtig blijk van hun afkeer en begonnen met projectielen te gooien. Men was geschokt door de inhoud van het stuk dat gaat over een vadermoord en scenes bevat met dames in ondergoed. Ierse nationalisten en republikeinen beschouwden het toneelstuk als een schending van de openbare zeden en als een belediging van Ierland.
Arthur Griffith, leider van de nationalistische politieke partij Sinn Féin noemde het een verachtelijk stuk in grove taal zoals nog nooit in een schouwburg vertoond. De bekende Ierse dichter W.B Yeats die een dergelijke reactie niet had verwacht, berispte het publiek omdat het “zichzelf weer te schande had gemaakt”.

Synge zelf evenwel was in de wolken en schreef de volgende ochtend aan zijn verloofde: Het is beter om elke dag herrie in de zaal te hebben zoals gisteravond, dan dat je toneelstuk wordt beëindigd met een mat applausje. Nu praten de mensen over ons.

De kunstwereld is bang

We zijn 115 jaar verder en het idee dat kunst ons hoort te verrassen, te shockeren of zelfs kwetsen lijkt tot het verleden te behoren. De kunstwereld is tegenwoordig zo bang voor het publiek – dat liever tweets rondstuurt dan rot fruit naar het toneel te gooien – dat ze haar toevlucht neemt tot waarschuwingen. Ze zijn een middel geworden om te controleren en te anticiperen op wat voor reactie een kunstwerk zou kunnen uitlokken.

Voorafgaand aan een recente uitvoering van het dramatisch oratorium Theodora van Händel in het Royal Opera House in Londen, kregen bezoekers een e-mail waarin ze werden gewaarschuwd voor scenes met “seksueel geweld, intimidatie, uitbuiting en oproepen tot terrorisme”. Theodora is een klassiek liefdesdrama tegen de achtergrond van de christenvervolging in het antieke Rome. In plaats van dankbaar te zijn voor de waarschuwing, waren veel operaliefhebbers nogal teleurgesteld over de fletse enscenering. Een recensie met drie sterren had het over een ‘verrassend sobere’ voorstelling. “Dit is niet de schokkende enscenering die ons beloofd was”.

Het zijn niet alleen bange theaterproducenten die waarschuwingen rondsturen. In 2014 ondertekenden studenten van vier Amerikaanse universiteiten een verklaring met verzoek om triggerwaarschuwingen voor boeken op hun leeslijst. Daarop stonden titels als Mrs Dalloway, The merchant of Venice en The Great Gatsby. De studenten wilden dat hun professor hen zou waarschuwen “welke delen van een boek triggerend zijn en welke veilig om te lezen”.
Het idee dat het lezen of bekijken van een fictief verhaal volwassen studenten in een bedreigende positie zou kunnen brengen, waardoor de professor moet ingrijpen om te bepalen wat ‘veilig’ is, werd indertijd op grote schaal belachelijk gemaakt. Het is nu gemeengoed geworden.

Black Beauty

In 2021 stuurde zondagskrant Mail on Sunday aan universiteiten in Groot-Brittannië een verzoek om informatie over het aantal waarschuwingen aan studenten. Het bleek dat de Universiteit van Aberdeen ze rondstuurde met de boodschap dat Shakespeare’s stuk Julius Caesar ‘seksistische passages’ bevat, inclusief de spoiler dat ‘de plot draait om een moord’. Aberdeen bood ook een lijst onderwerpen aan die als ‘onveilig’ werden beschouwd, zonder waarschuwing, waaronder: bevalling, abortus, miskraam, armoede en klassendiscriminatie. Aan de universiteit van Lancaster werden  studenten van een cursus Gothic-literatuur gewaarschuwd voor ‘spookscenes’.

Onlangs onthulde de Mail on Sunday dat de studie Victoriaanse literatuur, kunst en cultuur aan de Royal Holloway universiteit triggerwaarschuwingen bevatte voor Charles Dickens’ boek Oliver Twist, onder meer voor ‘kindermisbruik’, ‘huiselijk geweld’ en ‘raciale vooroordelen’.
Catherine Bennett merkte in dagblad The Guardian op dat de verspreiding van waarschuwingen eerder tot meer controverse en verontwaardiging heeft geleid dan het wegnemen van bezorgdheid. De journaliste vraagt zich af waarom, als academici veronderstellen dat studenten boos worden over Oliver die mishandeld wordt, “het wel juist was om de wreedheden begaan tegen dieren niet te noemen”, zoals tegen de beklagenswaardige hond Bull’s-eye van onderwereldfiguur Bill Sikes. De universiteit van Leeds was minder slordig en zorgde er op heel correctie manier voor dat de klassieke roman Black Beauty van Anna Sewell over een in vrijheid geboren wild paard waar miljoenen kinderen al jaren van genieten, werd voorzien van een waarschuwing met de tekst: “Taferelen van wreedheid jegens dieren”.

Een reëel gevaar

Er lijkt geen eind te komen aan de lijst van waarschuwingen. Van Jane Eyre tot Harry Potter en de Steen der wijzen. Het eerste contact van universiteitsstudenten met nieuwe teksten bestaat klaarblijkelijk uit een waarschuwing voor de inhoud.
In plaats van zich af te vragen waarom een jonge generatie intellectuelen in de dop zo’n slechte reputatie heeft als het gaat om het beheersen van hun gevoelens (of waarom universiteitsstudenten überhaupt Harry Potter-boeken lezen), lijken veel academici bereid mee te gaan met de waarschuwingen. Kritiek leveren op de waarschuwingen komt vandaag de dag neer op jezelf neerzetten als een sadist die van plan is emotionele schade toe te brengen aan grote groepen nietsvermoedende jongeren.

Maar, stelt Ella Whelan, we moeten ze bekritiseren, want triggerwaarschuwingen zijn om diverse redenen afschuwelijk.
Ze saneren onze authentieke ervaringen en gevoelens. Wanneer je leest over de brute moord op Nancy door de bende van Bill Sikes, word je geacht terug te deinzen. De waarschuwingen voeden ook het narcistische idee dat jongeren alles wat zij lezen direct betrekken op hun eigen ervaringen, in plaats van een universele visie te ontwikkelen.
Deze bekrompen benadering van leren zal een jonge generatie geleerden geen goed doen. De universiteit is tenslotte bedoeld om je geest open te stellen.

Triggerwaarschuwingen gaan ervan uit dat de reactie van mensen met de meeste verontwaardiging en de meeste teergevoeligheid het meeste gewicht in de schaal zou moeten leggen en bepalend zou moeten zijn voor het soort kunst en literatuur dat we in de toekomst maken. Ze suggereren dat er iets verkeerds, immoreels of zelfs gevaarlijks is aan het hebben van uitdagende kunst.
Zo’n houding is een reëel gevaar voor de toekomst van artistieke vrijheid.

Great art is supposed to be ‘triggering’, door Ella Whelan, Spiked, 10 februari 2022: www.spiked-online.com/2022/02/10/great-art-is-supposed-to-be-be-triggering/
Shelan publiceerde in 2017 het boek What Women Want: Fun, Freedom and an End to Feminism (Connor Court Publishing).

Warning – this article contains warnings about trigger warnings, door Catherine Bennett, The Guardian, 6 februari 2022: www.theguardian.com

 

Afbeelding bovenaan: De fakkel van vrijheid

Doorstaat de nieuwe Omgevingswet de uitvoeringstoets? Krijgen burgers echt inspraak?

Het plan is de Omgevingswet per oktober 2022 in te voeren, en als dat niet lukt per januari 2023. Dat heeft minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in een brief meegedeeld aan de Tweede Kamer op 1 februari 2022. Oorspronkelijk zou de wet in juli 2022 in werking treden. Het valt op, waarschijnlijk vanwege het naderen van de datum, dat de consequenties van de wet langzaam beginnen door te dringen.

Platform O besteedt er aandacht aan met het artikel Slaagt de Omgevingswet voor de uitvoeringstoets? geschreven door Bert van Dijk. Platform O is een online platform met als doel een brug slaan tussen de praktijk van het openbaar bestuur en de wetenschap.

De grootste wetgevingsoperatie sinds 1848

Het nieuwe kabinet heeft enorme opgaven en ambities op het gebied van woningbouw, energietransitie, klimaatadaptatie en andere fysieke ingrepen in Nederland. De miljarden liggen klaar, maar zijn de plannen op korte termijn uitvoerbaar, vraagt ook het Centraal Planbureau zich af. Fysieke projecten zijn berucht complex en procedures zijn stroperig. Al in 2015 bedacht Rutte I een oplossing voor dit probleem: de Omgevingswet. De Omgevingswet is door de Eerste Kamer aangenomen op 11 februari 2020. Het is de grootste wetgevingsoperatie sinds de invoering van de Grondwet in 1848.

De vraag is nu: Komt de wet wel door de uitvoeringstoets die Rutte na de toeslagenaffaire beloofde voor nieuwe wetgeving? Die vraag mag en moet sinds de toeslagenaffaire en andere uitvoeringsdebacles openlijk gesteld worden.
In de Omgevingswet is beschreven hoe de beoogde versnelling moet plaatsvinden: met vergaande digitalisering van besluitvorming, flexibilisering van regels voor lagere overheden, minder onderzoek, meer participatie door burgers. Deze middelen bleken moeilijker te realiseren dan gedacht, waardoor de wet zeven jaar is vertraagd. Volgens Bert van Dijk komt dat doordat er een aantal structurele foutieve aannames in de wet zitten.

De eerste misvatting volgens hem is het idee dat ruimtelijke besluitvorming grotendeels digitaal afgehandeld kan worden. Ruimtelijke ordening is geen SimCity, schrijft hij. De Ombudsman kwam al in 2019 met een duidelijk advies over de digitalisering van de Omgevingswet: “Zorg dat de burger mee kan blijven doen!”. Hij adviseerde vast te leggen welke dienstverlening burgers van de overheid kunnen verwachten. In 2021 sloegen de grote steden alarm over de uitvoerbaarheid van de Omgevingswet.

Het tweede punt van kritiek is de beoogde flexibilisering van regels. Sinds de Crisis- en Herstelwet van het kabinet zijn er projectbesluiten genomen, waarin vrijgelaten werd wat er gebouwd kon worden. Steeds weer oordeelde de Raad van State dat dit leidt tot rechtsonzekerheid van de buren van het project. Vaak oordeelde de Raad van State ook dat onvoldoende onderzoek naar de gevolgen van het project was gedaan: de informatiehuishouding van het project moet kortom 100 procent op orde zijn.

Negeren van het belang van rechtsbescherming

Volgens Van Dijk zijn de middelen van de Omgevingswet achterhaald. Hij schrijft:

“De doelen van de Omgevingswet zijn al zeven jaar oud en nu urgenter dan ooit. Maar de middelen van de Omgevingswet zijn typisch Ruttesiaans en inmiddels achterhaald. De beoogde flexibilisering van regels met stikstof (PAS) zijn afgeschoten door de Raad van State en hebben geleid tot de huidige stikstofcrisis. Doorgeschoten automatisering bij de Belastingdienst, en het bijbehorende vertrek van deskundige mensen, heeft geleid tot enorme problemen en 5 miljard euro aan kosten voor compensatie van de slachtoffers. Het negeren van het belang van rechtsbescherming voor burgers leidde uiteindelijk tot het aftreden van het kabinet Rutte III. Bij het aantreden van Rutte IV deed de nieuwe regering de belofte wetten te gaan toetsen op uitvoerbaarheid. Ik zou beginnen met de Omgevingswet, om een crisis in de ruimtelijke ontwikkeling te voorkomen”.

Van Dijk doet een aantal suggesties om de wet wel uitvoerbaar te maken. Bijvoorbeeld: “Beman het nieuwe ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening met deskundige mensen uit de praktijk”, en “Breng je informatiehuishouding op orde door het simpel te houden”.

Lees het hele artikel Slaagt de Omgevingswet voor de uitvoeringstoets?, door Bert van Dijk, Platform O, 1 februari 2022: https://platformoverheid.nl/artikel/slaagt-de-omgevingswet-voor-de-uitvoeringstoets/
Bert van Dijk is ontwikkelaar van PIM (Project Informatie Management), waarmee hij ondersteuning biedt bij digitaal werken

Participatiewet en de rol van gemeenten

De belangrijkste verandering in de Omgevingswet is de rol van de gemeenten. Zij krijgen meer beslissingsbevoegdheid, en daarmee ook de burger, die via participatie een belangrijke rol krijgt bij nieuwe bouwplannen.

Voor maandblad Vrij Nederland onderzoeken Bram Logger en Parcival Weijnen van journalistencollectief Split in hoeverre de openbare ruimte het speeltje is van overheden en bedrijven en of de burger echt een plek aan tafel krijgt als er moet worden bepaald hoe de omgeving wordt ingericht. De eerste aflevering van de serie is verschenen in no 5 van 2021, titel: De openbare ruimte is nog steeds het speeltje van de overheid en bedrijven. De tweede aflevering is verschenen in no 1 van 2022 en getiteld: Burgers hebben niets te zeggen – De netwerkcorruptie heerst.

In deze tweede aflevering komt Willeke Slingerland aan het woord. Zij is lector weerbare democratie aan de Saxion Hogeschool, en gespecialiseerd in netwerkcorruptie. Zij schreef het proefschrift: Network corruption: When social capital becomes corrupted waarmee zij promoveerde op 20 juni 2018 aan de Vrije Universiteit. Haar onderzoek toont aan dat er in de corruptieliteratuur te weinig aandacht is voor de rol van netwerken en dat er in de netwerkliteratuur maar beperkt aandacht is voor het ‘ontaarden’ van netwerken. Onderzocht is of de moeizame aanpak en vervolging van corruptie veroorzaakt wordt door de beperking van het huidige anti-corruptiebeleid.

Aan het woord komt ook Elisabetta Manunza, hoogleraar aanbestedingsrecht aan de Universiteit Utrecht en vanuit dat specialisme ook expert op het gebied van corruptie en belangenverstrengeling. Zij zegt naar aanleiding van de aangevoerde casussen in het artikel: “Het is juridisch ingewikkeld. Onze perceptie van wat niet mag en wat niet rechtvaardig lijkt, komt vaak niet overeen met wat volgens de wet ook echt onrechtmatig is. Dat is het grijze gebied waarin men zich beweegt”.

De vraag of burgers met invoering van de Omgevingswet echt inspraak krijgen is de hamvraag die nog moet worden beantwoord. Minister Bruins Slot van Binnenlandse Zaken heeft in januari 2022 aangekondigd een uitvoeringstoets decentrale overheden in te voeren. Voor invoering van nieuw rijksbeleid dient duidelijk te worden wat de effecten zijn voor medeoverheden zoals gemeenten en provincies. Zonder toets geen nieuw beleid naar gemeenten.

Burgers hebben niets te zeggen – De netwerkcorruptie regeert, door Bram Logger en Parcival Weijnen, Vrij Nederland, no 1, 2022.
Op website van VN is de titel: Hoezo inspraak? In de praktijk staat de burger vaak buitenspel, reportage van Bram Logger en Parcival Weijnen, 29 januari 2022: www.vn.nl/netwerkcorruptie

Binnenkort wordt de site Wonen daar mensen dan geactiveerd, een journalistieke zoektocht naar wie de macht heeft over uw achtertuin, van het journalistencollectief Spit: https://www.wdmd.nl/
Spit houdt zich aanbevolen voor tips.

Zie ook: Netwerkcorruptie. Proefschrift over uitruilen gunsten en smalle scheidslijn tussen lobbyen en corrupt gedrag, Blogs Beroepseer, 23 juli 2018: https://beroepseer.nl

Meer info op Rijksoverheid: Nieuwe omgevingswet maakt omgevingsrecht eenvoudiger: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/omgevingswet/vernieuwing-omgevingsrecht

 

Afbeelding bovenaan: beeld uit de video Aan de slag met de Omgevingswet

Reportage weekblad De Groene Amsterdammer over ‘de laatste huisarts’

Weekblad De Groene Amsterdammer publiceert in februari 2022 enkele artikelen over de rol van de huisarts in de samenleving: De laatste huisarts. Dreigt de huisarts zoals wij die nu kennen, te verdwijnen? De voorspelling is dat de huisartsenzorg in Nederland op korte termijn ernstig uit evenwicht zal raken: het aantal huisartsen kan dan niet meer voldoen aan de zorgvraag.
In aflevering Help! de dokter verdwijnt geven Roos Menkhorst en Catrien Spijkerman een aantal voorbeelden uit de dagelijkse praktijk. Huisartsen zien het probleem van praktijkovernames al langere tijd op zich afkomen. Ze staan op het punt met pensioen te gaan, maar vinden geen opvolger: “Ik ben al drie jaar een opvolger aan het zoeken, niemand wil”. In 2018 luidden de huisartsen hierover al de noodklok.
Begin 2020 verschenen er alarmerende berichten onder een kop als: Duizenden mensen zonder huisarts door huisartsentekort. De Landelijke Huisartsenvereniging LHV schrijft op haar site dat het onderwerp prioriteit is in 2022: “De problematiek van huisartsentekorten speelt op landelijk, regionaal, lokaal en praktijkniveau. Het probleem is veelzijdig, heeft meerdere oorzaken en kent verschillende uitwerkingen door het land heen. Om dit probleem goed aan te pakken, is actie nodig op ál die niveaus”.

De oplossing?

De afgelopen jaren, schrijven Menkhorst en Spijkerman, waren er ruim twintig nieuwe huisartseninitiatieven die allemaal beweren een oplossing te bieden voor het huisartsentekort. De een met een ‘digital first’-praktijk, de ander door de administratie van huisartsen over te nemen, weer een ander door te bemiddelen tussen aanstaande pensionado’s en beginnende huisartsen. De initiatiefnemers variëren van groepjes gefrustreerde huisartsen tot buitenlandse zorgketens die willen uitbreiden naar Nederland en vermogende ondernemers die een gat in de markt zien.

Er zijn huisartsen die blij zijn met vermogende ondernemers en de commerciële organisaties de vaak met grootse ideeën inspringen op het groeiende tekort. Maar ze blijken niet altijd de oplossing. Er komen teveel meldingen binnen bij de Inspectie Gezondheidszorg over onbereikbaarheid en afwezigheid van huisartsen. Per slot van rekening hebben de nieuwe bedrijven evengoed te kampen met een gebrek aan huisartsen.

Co-Med, een van de organisaties kocht in twee jaar tijd 24 praktijken op. Guy Vroemen, CEO van Co-Med: “Wij nemen probleemgevallen over: de praktijken waar geen opvolging voor is, of waarvan de praktijkhouder zegt: ‘Ik heb hier écht geen zin meer in’.” Logisch dus dat er wat klachten binnenkomen, want we moeten natuurlijk een nieuwe dokter zoeken”.

De personeelstekorten leiden tot hoge werkdruk. Uit onderzoek van het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Nivel in 2019 – dus nog voor de corona-tijd – blijkt dat 64 procent van de huisartsen de noodzakelijke werkzaamheden niet afkrijgt. Ook 64 procent zegt dat er een acuut probleem ontstaat bij ziekte van een collega.

De Nederlandse Zorgautoriteit en de zorgverzekeraars spreken van overmacht.

Advies

Margreet Fogteloo eindigt haar artikel in Organiseer de huisartsenzorg op een ander manier in De Groene Amsterdammer met het advies:
“Moeten we de realiteit niet gewoon onder ogen zien? Vaarwel zeggen tegen een vaste familiedokter of een groepspraktijk om de hoek – die iedereen natuurlijk het liefst wil maar die er niet is? Beter zou zijn om de nieuwe aanwas van dokters anders te organiseren door het aantal opleidingsplaatsen te verdubbelen of verdriedubbelen. Dat is duur, maar het sluit beter aan bij de wensen van een generatie artsen die naast werk ook een privé-leven koestert. Of moeten we voor een eerste diagnose onze ziel straks verkopen aan een robotconsult?”.

Verder lezen: Help! De dokter verdwijnt, door Roos Menkhorst en Catrien Spijkerman, De Groene no 6, 9 februari 2022: www.groene.nl/artikel/help-de-dokter-verdwijnt

Organiseer de huisartsenzorg op een andere manier, door Margreet Fogteloo, De Groene, no 6, 9 februari 2022: www.groene.nl/artikel/organiseer-de-huisartsenzorg-op-een-andere-manier

Lees ook:

Jonge artsen in opleiding verdienen een lossere werkcultuur, door Margreet Fogteloo.“Zo’n tien procent valt oververmoeid uit, één op de vijf denkt regelmatig over stoppen. Hun identiteit is meer dan hun baan en hun wereld groter dan het ziekenhuis”.
De Groene no 5, 2 februari 2022: www.groene.nl/artikel/jonge-artsen-in-opleiding-verdienen-een-lossere-werkcultuur

24 uur per dag dokter? Nee, bedankt. Waarom jonge artsen stoppen met hun opleiding, door Karlijn Saris, De Groene no 5, 2 februari 2022: www.groene.nl/artikel/24-uur-per-dag-dokter-nee-bedankt

 

Afbeelding bovenaan is van Batian Lu

 

RED-Team Onderwijs presenteert manifest ‘Breng de basis op orde’: Stel de leraar, het leren en het lesgeven centraal

RED-Team Onderwijs heeft het manifest Breng de basis op orde gepresenteerd met tien adviezen. In de complexe crisis waarin het onderwijs zich al meer dan twintig jaar bevindt – met een toenemend lerarentekort en dalende prestaties – heeft het RED-Team Onderwijs het initiatief genomen om een onderwijsmanifest op te stellen met als doel de bewindvoerders en beleidsmakers te adviseren over hoe zij het funderend onderwijs (po en vo) – de basis van een gezonde democratische samenleving en economie – weer op orde kunnen brengen.

Het manifest Breng de basis op orde. Stel de leraar, het leren en het lesgeven centraal  bestaat uit een korte samenvatting van de crisis en tien adviezen die in het manifest worden gemotiveerd op basis van wetenschappelijke kennis en kennis van de onderwijspraktijk. De analyse en adviezen geven inzicht in de huidige malaise en bieden concrete richtlijnen om het Nederlandse funderend onderwijs weer op het niveau te brengen dat hoort bij een van de welvarendste landen in de wereld.

De tien adviezen

  1. Verhoog de kwaliteit van het onderwijs.
  2. Verhoog de kwaliteit van leraren en hun opleidingen.
  3. Maak lerarenopleidingen aantrekkelijk.
  4. Maak lesgeven aantrekkelijk.
  5. Verhoog de kwaliteit van schoolleiders en hun opleidingen.
  6. Voer centrale regie om het lerarentekort terug te dringen.
  7. Faciliteer een krachtige beroepsorganisatie van leraren.
  8. Herstructureer de onderwijssalarissen.
  9. Voer een bureaucratietoets in.
  10. Luister naar leraren.

Het manifest wordt op dinsdag 8 februari 2022 aangeboden aan de ministers Dijkgraaf en Wiersma en de Tweede Kamercommissie van onderwijs.

Het RED-Team Onderwijs analyseert de problemen in het onderwijs en beoordeelt nieuwe plannen, maatregelen en wetgeving met een groene (doen!), gele (ja, maar …) of rode kaart (niet doen!). De leden van het team zijn afkomstig uit de wetenschap en de onderwijspraktijk en laten via allerlei kanalen regelmatig hun kritiek op het onderwijsbeleid horen. Doordat de crisis in het onderwijs verergert en de meeste plannen, maatregelen en wetten in de afgelopen twintig jaren weinig hebben uitgehaald, besloten zij in februari 2021 hun krachten en expertises te bundelen in een team dat gevraagd en ongevraagd adviezen geeft aan politici, beleidsmakers en bestuurders.

De leden van het kernteam zijn: Sarah Bergsen, schoolleider bo;  Anna Bosman, hoogleraar pedagogiek en lerarenopleider;  Sezgin Cihangir, directeur Nederlands Mathematisch Instituut;  Jan Drentje, schoolleider, leraar); Ton van Haperen, docent vo, lerarenopleider;  Paul Kirschner, emeritus-hoogleraar onderwijspsychologie;  Jaap Scheerens, emeritus-hoogleraar onderwijsorganisatie en -management; Gert Verbrugghen, docent Engels vmbo en Theo Wittel, vakdidacticus en lerarenopleider.

Downloaden Manifest Breng de basis op orde, 7 februar 2022: https://redhetonderwijs.com/wp-content/uploads/Onderwijsmanifest-RED-Team-Onderwijs-8-Februari-2022.pdf

Red het Onderwijs: https://redhetonderwijs.com/

20 jaar Oranjefonds, 20 jaar die ertoe doen, 20 persoonlijke verhalen

Het Oranjefonds bestaat twintig jaar en zet zich al twintig jaar in voor een samenleving waarin niemand er alleen voor staat
en is voor iedereen die iets voor een ander wil doen. Het Oranjefonds verstrekt aan stichtingen en verenigingen financiële middelen ter versterking van de sociale kant van de samenleving. Het Oranjefonds werd opgericht op 1 februari 2002 en was het nationaal huwelijksgeschenk aan prins Willem-Alexander en prinses Máxima. In hetzelfde jaar fuseerde het fonds met het Juliana Welzijnfonds, dat in 1948 werd opgericht.

Het Oranjefonds is het grootste Nederlandse fonds op sociaal gebied. Jaarlijks heeft het 26 miljoen euro te besteden.

Appeltjes van Oranje en NLdoet

Elk jaar worden door koningin Máxima op Paleis Noordeinde de zogenaamde Appeltjes van Oranje uitgereikt aan drie bijzondere, innovatieve of succesvolle projecten op sociaal gebied. De prijs, bestaande uit een oorkonde, een bronzen beeldje  en een bedrag van € 15.000, is bedoeld als waardering voor het werk en de inzet van organisaties achter de winnende projecten en tevens als voorbeeld voor anderen om soortgelijke projecten te starten.

Het Oranjefonds organiseert ook elk aar de grote vrijwilligersactie NLdoet, die de vrijwillige inzet in de schijnwerpers zet. Een publiekscampagne moedigt zoveel mogelijk Nederlanders aan om een dag vrijwilligerswerk te doen en zo het verschil te maken. In 2022 vindt NLdoet plaats op 11 en 12 maart. Voor dit jaar zijn er – op 7 februari – al 4935 activiteiten aangemeld. Zie: www.nldoet.nl/

Twintig verhalen

Ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan publiceert het Oranjefonds op de website twintig persoonlijke verhalen en video’s. Ze gaan over mensen die voor elkaar klaarstaan en de ander het gevoel geven ertoe te doen.

Vijf voorbeelden:

– De Gaveborg. “We hebben het hier sámen gedaan, met het hele dorp”. Mede dankzij Derk is het multifunctionele centrum de Gaveborg opgericht. Hierdoor komen mensen weer samen. Beheerder Henriëtte: “We noemen Derk met een knipoog de burgemeester van Oostwold”. Oostwold is een ruim en groen dorp ten zuidwesten van Groningen. www.oranjefonds.nl/20-jaar-ertoe-doen/straat#de-gaveborg

–  Mega D Youth Foundation. “Het voelt als een grote familie in plaats van naschoolse opvang”. Op het eiland Sint Eustatius is na schooltijd niet veel te doen voor jongeren. Reden voor de Mega D Youth Foundation om een naschools programma te ontwikkelen waar jongeren niet alleen hun talenten ontdekken, maar ook hun vaardigheden verbeteren. www.oranjefonds.nl/20-jaar-ertoe-doen/mega-d

– Hulst voor elkaar. “Het is niet zomaar een volkstuin, het is een verbindingsmiddel. Als ik zie dat eentje minder onderhouden is, dan kijk ik of er iets aan de hand is. We zijn er voor elkaar. Zo laten we weten dat iedereen ertoe doet”. www.oranjefonds.nl/20-jaar-ertoe-doen/hulst-voor-elkaar

– Oud geleerd, jong gedaan. Thea (71): “Mijn zoons vinden het geweldig dat ik weer in de collegebanken zit. Ik had absoluut niet kunnen bedenken dat ik op deze leeftijd les zou krijgen van studenten. Ik wilde altijd al leren. Maar waar kon je leren als getrouwde vrouw en moeder van twee kinderen? Toen ik later in de IT-wereld werkte, had ik er geen tijd voor. Ik heb het leren ontzettend gemist. Ik ben nu helemaal happy”. www.oranjefonds.nl/20-jaar-ertoe-doen/oud-geleerd-jong-gedaan

– Tuin in de stad. Toen ze voor het eerst kennismaakte met het Groningse Tuin in de Stad was Tony (64) stil en teruggetrokken. Ze zat nog midden in een burn-out. Ze had nooit gedacht dat ze planten zou gaan kweken. En zeker niet dat ze dat tien jaar later nog steeds heerlijk zou vinden. “Eigenlijk heeft Tuin in de Stad op de een of andere manier mijn leven geopend”.  www.oranjefonds.nl/20-jaar-ertoe-doen/tuin-in-de-stad

Oranjefonds: www.oranjefonds.nl

Nivel Onderzoeksagenda 2022 – 2024

Het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Nivel presenteert de nieuwe onderzoeksagenda voor de komende twee jaar. Centraal in de agenda staan vier grote maatschappelijke uitdagingen:

  • Gezond zijn en gezond blijven
  • Naar een inclusieve samenleving
  • De zorgprofessional van de toekomst
  • Duurzame gezondheidszorg

De eerste twee uitdagingen hangen samen met maatschappelijke doelen, de andere twee hebben betrekking op de gezondheidszorg. Bij iedere uitdaging gaat Nivel in op relevante thema’s om te onderzoeken en wordt de rol beschreven van Nivel  in het onderzoek.

Over de derde uitdaging, De zorgprofessional van de toekomst, staat in de Onderzoeksagenda:

Professionaliteit en professioneel handelen in de zorg

De Nederlandse gezondheidszorg behoort tot de beste in de wereld. Essentieel voor die kwaliteit zijn de ruim 1,2 miljoen professionals die werkzaam zijn in de gezondheidszorg. Dat deze professionals die kwaliteit kunnen en zullen blijven leveren, is niet vanzelfsprekend.
Arbeidsmarkttekorten, werkdruk, maar ook de ervaren regeldruk zorgen ervoor dat de kwaliteit van het werk van zorgprofessionals steeds verder onder druk komt te staan. Met ons onderzoek willen we ertoe bijdragen dat de professionals de gevraagde kwaliteit wel kunnen blijven leveren. Dat doen we door in te gaan op drie essentiële onderzoeksthema’s:

    • de ontwikkeling van de professionaliteit
    • de context waarin de professionals hun werk doen
    • arbeidsmarktvraagstukken.

Professionals betrekken bij onderzoek

Nivel betrekt professionals op vele manieren bij het onderzoek naar de professional van de toekomst:

Zo nodigen we hen uit deel te nemen aan het Panel Verpleging & Verzorging om zodoende een actieve bijdrage te leveren aan ons panelonderzoek. Maar ook vragen wij om hun inbreng als adviseur, als medebedenker of als co­-onderzoeker. Bovendien zoeken we nadrukkelijk de feedback van professionals op tijdens feedbackbijeenkomsten.
Ten slotte is vermeldenswaardig dat verschillende Nivel­-onderzoekers ook als professional in de zorg werkzaam zijn en zodoende hun ervaringen direct in ons onderzoek inbrengen. Op die manier geven we professionals een stem in ons onderzoek.

Ons onderzoek richt zich op de ontwikkeling van het vak: nieuwe inzichten leiden tot nieuwe (be)handelwijzen, die zodra zij zich bewezen hebben moeten worden opgenomen in richtlijnen en in de dagelijkse praktijk. Dit laatste blijkt een vak apart: implementatieonderzoek en actieonderzoek leveren waardevolle inzichten in hoe die richtlijnen hun rol in de praktijk vinden. Uit dat onderzoek blijkt dat het een absolute voorwaarde voor succes is dat zorgprofessionals vroeg verantwoordelijkheid nemen in het proces van richtlijnontwikkeling en ­invoering. Het Nivel onderzoekt wat er leeft bij verpleegkundigen en verzorgenden door de vinger aan de pols te houden bij leden van ons Panel Verpleging & Verzorging. In aanvulling daarop bouwen we aan een netwerk van innovatieve huisartsen die willen meedenken over de toepassing van e­-health en over de toekomstige inrichting van de huisartsenzorg.

Downloaden Onderzoeksagenda 2022 – 2024, Nivel, februari 2022: www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/1004154.pdf

Nivel Onderzoeksagenda 2022-2024: https://www.nivel.nl/nl/nivel-onderzoeksagenda-2022-2024