“De polder is terug, hoorden we toen werkgevers en werknemers aanschoven bij Rutte en Samsom. Anderen verwachten juist een opleving van activisme in protest tegen de kabinetsplannen. Maar de bonden hebben een uitdaging die fundamenteler is dan de vraag hoe zich te verhouden tot Rutte 2. De Nederlandse vakbeweging bevindt zich in een existentiële crisis. Het gaat niet over een machtsstrijd tussen een PvdA-vleugel en een SP-vleugel, of over een generatieconflict tussen oude fabrieksarbeiders in oranje hesjes en jonge zzp’ende internetondernemers met moeilijke brillen. Ja, die kwesties spelen”.
De echte crisis gaat over het wezen van de vakbeweging, aldus Barry Smit in zijn artikel De vakbeweging, waartoe is zij op aarde en welke rol moet zij spelen in de 21e eeuw? in de Volkskrant van 1 december 2012:
“Wie als werknemer of zzp’er op de websites van de bonden antwoord zoekt op de vraag waarom je nog lid zou worden, krijgt argumenten als: voordelig verzekeren, belastinghulp, rechtsbijstand. Kortom: het lijkt een sociale ANWB. Leden worden als consumenten benaderd, er wordt niet mét hen maar vóór hen gewerkt. Veel diensten die de bond aanbiedt, kan men evengoed elders betrekken. De vakbeweging lijkt geheel vergeten wat de waarden zijn waarop haar bestaansrecht is gebaseerd. Ze verzuimt haar belangrijkste verworvenheden en historische overwinningen in de etalage te zetten. Niet gek dat vrijwel niemand nog weet wat we allemaal aan een strijdbare vakbeweging te danken hebben als de bonden hun erfenis zelf op zolder laten verstoffen”.
Smit gaat verder met te schrijven dat de vakbeweging van oudsher streefde naar meer vrijheid, gezondheid, waardigheid en gelijkwaardigheid. Vanuit deze waarden streed ze voor zaken als de 40-urige werkweek, veiligheidsvoorzieningen op de werkvloer, een minimumloon en ontslagbescherming. Verworvenheden die door velen als vanzelfsprekend worden beschouwd omdat de vakbeweging zelf al decennia verzuimt in herinnering te houden dat ze door strijd verwezenlijkt zijn.
De vakbeweging heeft zich in slaap laten sussen en liet de opkomst van de neo-liberale beweging, ingezet door Margaret Thatcher in de jaren tachtig die haar land in een nieuwe richting wilde duwen. Ze wilde “een geheel nieuwe mentaliteit” creëren. Dat is ook gebeurd. “Niet veel later klonk ook in Nederland het neoliberale geluid, en het bleef niet bij een oprisping. Het respect voor de arbeider verdween. Wie zich niet wist op te werken, was een loser; succes was immers een keuze. Iedereen kon zich vanuit de werkende klasse naar de middenklasse vechten en vanuit de middenklasse naar échte rijkdom”.
De nieuwe ideologie maakte zich op om de wereld te veroveren. Met de marketing van de nieuwe ideologie, kwam er ook een nieuwe taal: “Banen schrappen werd saneren, afschaffen werd hervormen, bezuinigen werd ombuigen, onzekerheid werd flexibiliteit. Blijft je loonontwikkeling zwaar achter bij stijgende winsten en arbeidsproductiviteit? Dat heette ‘je verantwoordelijkheid nemen’. De polderende vakbeweging nam de nieuwe taal over en bewoog mee. De toenemende grilligheid van de economie werd ook door haar als onvermijdelijk aanvaard”.
Nog genoeg misverstanden om collectief te bestrijden
De vraag is nu, aldus Smit, of de klassieke waarden van de vakbeweging nog relevant zijn: “Kan de geëmancipeerde beroepsbevolking het zelf niet af? De praktijk wijst uit dat er nog genoeg misstanden zijn die werknemers niet individueel, maar wel collectief kunnen bestrijden”.
We denken aan het flexibele personeel: uitzend-, oproep- of tijdelijke krachten. De fabrieksarbeider van vroeger is de caissière, de cateraar, de beveiliger en de thuiszorger van nu. Veel bouwvakkers zijn uitzendkrachten of schijnzelfstandigen. Daar komt nog bij dat de kwaliteit van het werk en het vakmanschap tegenwoordig onder druk staan. Niet alleen bij laagopgeleiden, maar ook bij…”de politieagent die wordt overladen met papierwerk en degenen die onze opa’s en oma’s verzorgen in het verpleegtehuis hebben het gevoel in een veredelde wasstraat te werken. Van de thuiszorger die stopwatchzorg moet verlenen tot de journalist die geen tijd meer krijgt om iets goed uit te zoeken. Allemaal zaken waar werknemers in hun eentje weinig tegen beginnen, dus hoezo zou de vakbeweging niet relevant kunnen zijn in de 21ste eeuw?”.
Smit concludeert dat de vakbeweging weer relevant wordt als ze vanuit haar kernwaarden opereert en voorgaat in de discussie over de toekomst van dit land, in plaats van zich afzijdig te houden of te reageren op de slagvaardigheid van anderen. Een eigen agenda bepalen en campagnes voeren: “Zet een Nederlandse New Deal op de agenda. Jaag maatschappelijke debatten aan. De vakbeweging zal echt opnieuw moeten worden opgebouwd, vanaf haar fundamenten: de waarden vanwaaruit zij ooit is opgericht”.
Vakbonden blijven dus nodig en wie nog twijfelt doet er goed aan zich te verdiepen in wat er in de Verenigde Staten gebeurt op het gebied van werk, rechten en arbeidsmarkt. Wat daar gebeurt, gebeurt hier jaren later hoogstwaarschijnlijk ook. De rechten van vakbonden worden in de V.S. systematisch geschonden. In februari en maart 2011 vonden er grote vakbondsdemonstraties plaats in Madison, Wisconsin waar 100.000 mensen aan deelnamen om te protesteren tegen een nieuwe wet. Bonden mochten niet meer onderhandelen over cao’s. Dat betekende dat er zonder enige tegenspraak lonen van ambtenaren konden worden verlaagd. Daarvan waren ook de leraren van openbare scholen de dupe. De Republikeinse gouverneur van de staat Wisconsin, Scott Walker wilde op die manier het begrotingstekort van de staat terugbrengen. Een rechter oordeelde later dat Walkers wet in strijd was met de grondwet. De aanval op rechten van werknemers gaat in de V.S. onverminderd door.
De praktijken van de oligarchie
Charles Pierce, journalist en auteur van de bestseller uit 2010 Idiot America, How stupidity became a virtue in the land of the free, vroeg zich af in een artikel op zijn blog van Esquire magazine dat hij een paar weken voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 6 november 2012 schreef, waarom rijke, machtige elites zo moeiteloos politieke steun krijgen van de Amerikaanse middenklassen die door diezelfde elites worden geëxploiteerd. Het kapotmaken van werknemersrechten en vakbonden ziet Pierce als een teken aan de wand van wat er in feite gaande is in de samenleving: “We hebben ons laten meesleuren in de praktijken van de oligarchie, alsof er geen andere politiek mogelijk zou zijn… en waarin iemand ontslaan een van de meest voorkomende praktijken is….”
Televisiesterren vertellen ons, vervolgt Pierce, dat politieke sterren in hun “Grand Bargain” – het compromis tussen de Republikeinen en Democraten – gaan snoeien en dat “wij” dan zullen applaudisseren voor de “zware keuzen” die voor ons bestwil gemaakt zijn. Zo laat je de mensen wennen aan de praktijken van de oligarchie in een politiek, georganiseerd systeem. Eerst ontneem je de mensen hun droom dat de regering de definitieve vorm is van dat politieke systeem, en vervolgens vernietig je, of verzwak je, alle kernen van macht die onafhankelijk van die wurgende macht zouden kunnen bestaan, zoals bijvoorbeeld de georganiseerde arbeid. En dan maak je duidelijk wie er de baas is. Ik ben de baas. Wen er maar aan.
Pierce verwijst naar de “realistische” televisieprogramma’s die ook in Nederland worden uitgezonden en waarin rijke “bazen” op zoek zijn naar de beste werknemers:
“En wat doen wij? Op televisie vermaken we ons met de zich stompzinnig gedragende bazen. Donald Trump is natuurlijk een van hen, maar de rij voor de shows met boze misantropen die werknemers van kapsalons, restaurants en hotels behandelen als een stuk vuil is lang. Ze doen dat om het bedrijf ‘te verbeteren’. The Economist van vorige week publiceerde een verbazingwekkende zin in een van die zogenaamd ‘gematigd politieke’ redactionele bijdragen: ‘Geen Wall Street financierder heeft zoveel schade toegebracht aan de Amerikaanse sociale mobiliteit als de lerarenvakbonden hebben gedaan’.”
“Laat je trots en je persoonlijke leven achter je”
Wat het ontslaan van personeel vanwege futiele redenen betreft, abominabele arbeidsomstandigheden die een moderne variant zijn van het werken aan de lopende band in de fabrieken ten tijde van de groei van de grote industriën, is te lezen in een reportage in het Amerikaanse tijdschrift Mother Jones. Het verhaal gaat over een groot internetwarenhuis waar het personeel op een inhumane manier wordt behandeld. Wij beseffen als kopers niet hoe de door ons op internet geplaatste bestellingen verwerkt worden en hoe de bestelde goederen bij ons terechtkomen.
Internetbestellingen verwerken is een nieuwe vorm van slavernij, het is intensieve menshouderij. Elke handeling van de werker in het internetwarenhuis is afgepast tot op de seconde en in een schema vastgelegd. In deze obsessionele efficiëntie is de mens gereduceerd tot een inwisselbaar, gedrild wezen. Journaliste Mac McClelland die de reportage maakte, beschrijft gedetailleerd hoe het eraan toegaat in het warenhuis: “We zijn omgeven door borden waarop onze streefcijfers staan aangegeven”. Andere borden geven aan dat “een tevreden klant de sleutel is tot groei en dat groei de sleutel is tot lagere prijzen die weer zorgen voor een nog tevredener klant. Er is geen ruimte voor inefficiënties”.
Toen McClelland solliciteerde kreeg ze het volgende advies mee: “Laat je trots en je persoonlijke leven achter je als je de deur binnenstapt van het internetwarenhuis, als je daar tenminste wilt blijven werken…”
Arbeidsdeling tot in het absurde, de teloorgang van menselijke waardigheid, een toenemend gebrek aan collectieve zekerheden in een tijd van economische malaise, vakbonden lijken beslist nog nodig willen we de menselijke waarden in het werk en het beroep behouden.
Tot slot een mooie leidraad, geciteerd uit FNV Grondslag van 1997: “Het is ons ideaal dat mensen voor elkaar opkomen als het nodig is en elkaar in bescherming nemen. Dat gaat niet vanzelf, zelfs niet als solidariteit gezien kan worden als ‘welbegrepen eigenbelang’. Solidariteit moet steeds opnieuw georganiseerd worden. Mensen moeten in solidariteit werken aan een samenleving – nationaal en internationaal – die zo is ingericht, dat voor iedereen de kwaliteit van het bestaan is gegarandeerd. Ook voor mensen in een zwakke en kwetsbare positie.”
Referenties
De vakbeweging, waartoe is zij nog op aarde? door Barry Smit in De Volkskrant, 1 december 2012. Klik hier.
Barry Smit (1974) was van 2002 tot in 2009 communicatieadviseur bij de SP. Tegenwoordig werkt hij als campagneadviseur voor maatschappelijke organisaties. In 2011 ondersteunde hij de acties van de vakbond van schoonmakers. In 2012 adviseerde hij Jetta Klijnsma’s Kwartiermakers voor de nieuwe vakbeweging. Hij schreef dit artikel op persoonlijke titel.
De Wisconsin demonstraties en de speech van Kathleen Kennedy Towsend, op site van Beroepseer, 11 juni 2011: https://beroepseer.nl
Why Bosses Always Win When the Game Is Always Rigged, door Charles Pierce op zijn blog op de site van Esquire magazine, 18 oktober 2012: www.esquire.com/news-politics/politics/a16339/mitt-romney-boss-13852713/#ixzz29kn51Ilw
De door Pierce geciteerde passage over mobiliteit en Amerikaanse leraren uit artikel True Progressivism in The Economist van 13 oktober 2012: “School reform and introducing choice is crucial: no Wall Street financier has done as much damage to American social mobility as the teachers’ unions have. Getting rid of distortions, such as labour laws in Europe or the remnants of China’s hukou system of household registration, would also make a huge difference”. Zie: www.economist.com
I Was a Warehouse Wage Slave, door Mac McClelland in Mother Jones, maart/april 2012: www.motherjones.com
Aanbevolen boek Intensieve menshouderij – Hoe kwaliteit oplost in rationaliteit, door Jaap Peters en Judith Pouw, 1e druk verschenen in 2004.
Foto’s
Bovenaan: Een beeld van een vakbeweging. geschiedenis van het Nederlands verbond van vakverenigingen, zoals die spreekt uit prenten en documenten, gebouwen en gedichten, verschenen ter gelegenheid van het 70 jarig bestaan van het Nederlands Verbond van Vakverenigingen, Fr. De Jong Edz, 1976.
Rechtsmidden: Omslag boek De handen ineen. Geschiedenis van 100 jaar vakbeweging in Tilburg, door Henk J.M. van Doremalen, Tilburg, 1996.
Linksmidden: Omslag boek Bezield, de inspiratiebronnen van de FNV, door Leo Mesman, Herman Noordegraaf, Jan Schrauwe, 2003.
Linksonder: Beeld uit de film Modern Times van Charlie Chaplin uit 1936 waarin absurde werkomstandigheden en het verlies van individualiteit als gevolg van anonimiteit en mechanische monotonie op de korrel worden genomen.