Skip to main content

Redactie Beroepseer

Tegenspraak inzetten om tunnelvisie te voorkomen

Peter van Lonkhuyzen schrijft op de site van Management Team regelmatig over tegenspraak onder het motto: “Tegenspraak is de sanity check van leiderschap”.
In zijn artikel Officier van justitie: ‘Tegenspraak is rijden met een veiligheidsriem’, laat hij officier van justitie Chris van Dam aan het woord die vertelt over tunnelvisie en het voorkomen daarvan door het inzetten van tegenspraak door het Openbaar Ministerie en de politie.
Tunnelvisie is een bekend probleem van besluitvorming. Van tunnelvisie is sprake als te snel wordt gekozen voor één favoriete oplossing en alternatieve informatie wordt weggemoffeld. “Men kauwt net zolang door totdat het lijkt alsof de verdachte het gedaan heeft”, zoals een hoogleraar het omschreef die de Schiedammer parkmoord onderzocht.
In 2000 werd een 10-jarig meisje vermoord en haar 11-jarig vriendje mishandeld in een park in Schiedam. Toen de jongen hevig bloedend het park uitrende, klampte hij de eerste de beste persoon aan om de politie te laten bellen. Het toeval wilde dat deze man, Cees H., bij de politie bekend stond als pedofiel. Dat bizarre toeval was aanleiding tot een van de hardnekkigste gevallen van tunnelvisie uit de geschiedenis.

Aanpassen van informatie

De behoefte de informatie ‘aan te passen’ aan de gekozen lezing van de werkelijkheid kan ver gaan. Tips over ­andere mogelijke verdachten dan Cees H. die uiteindelijk veroordeeld werd, werden nauwelijks serieus genomen. Een van deze tips betrof Wik H., die de moord 4 jaar later uiteindelijk bekende.

Toen de vele fouten uit de zaak later bekend raakten, was het een zwarte dag voor het ministerie van Justitie. De zaak stond immers niet op zichzelf: eerder waren er ook al justitiële blunders gebleken in de zaak Lucia de B. en de Puttense moordzaak. Nederland was verontwaardigd, de Tweede Kamer eiste maatregelen en de minister reageerde met het instellen van een verbeterprogramma voor het werk van de politie en het openbaar ministerie, het programma Versterking van opsporing en vervolging, dat van start ging in 2005.

Een van de hoofdonderdelen van dat programma was de organisatie van tegenspraak. Bij het justitiële apparaat houdt dat onder meer in dat nu bij grotere strafzaken een aparte officier van justitie wordt aangesteld die de zaak op enige afstand volgt. Deze tegenspreker heeft inzage in alle informatie, kan vraagtekens plaatsen bij de richting waarin het onderzoek zich ontwikkelt en alternatieven aandragen. Als een onderzoek vastloopt, kan een herbeoordeling worden gedaan.

“Ook managers in het bedrijfsleven kunnen daarvan leren”

“Het uitgangspunt”, zegt Chris van Dam, “is dat een collega-officier van justitie meeleest, meekijkt en de ­keuzes en scenario’s zo nodig ter discussie stelt”. Van Dam is plaatsvervangend hoofdofficier van justitie van het arrondissementsparket Amsterdam, en voert het programma Versterking van opsporing en vervolging in de praktijk uit. Ook managers in het bedrijfsleven kunnen daarvan leren, zegt hij. “Zij kunnen er ook veel baat bij hebben als er soms iemand tegen ze inpraat of hun keuzes tegen het licht houdt”.

Van Lonkhuyzen stelt tien vragen aan Van Dam. Lees ze met de antwoorden op de site van Management Team: Officier van justitie: ‘Tegenspraak is rijden met een veiligheidsriem’,
16 september 2014: https://mtsprout.nl/management-leiderschap/officier-van-justitie-tegenspraak-is-rijden-met-een-veiligheidsriem

Lees alle bijdragen van Van Lonkhuyzen over tegenspraak op site van Management Team: http://www.mt.nl/571/tegenspraak

Paul de Blot: Meer investeren in jonge leraren, en ze meer waarderen

Paul de Blot (1924), honorair hoogleraar business spiritualiteit van de Business Universiteit Nyenrode schreef een blog naar aanleiding van de berichten vorige week over de gebrekkige begeleiding van startende docenten:

“Ik las een verontrustend bericht dat jonge docenten van het lager onderwijs meer begeleiding nodig hebben. Het is alsof men de taak en het belang van het lager onderwijs bagatelliseert. Onderwijs geven aan jonge mensen en hun vorming is een heel moeilijke taak. Hiervoor is niet enkel deskundigheid vereist maar vooral ook bezieling en begrip voor de zoektocht van jonge mensen. Een kind begint met verwondering van het leven, in spel en fantasie ontdekt het zijn vrijheid en de mogelijkheden van zijn mens zijn. Ieder kind is hierin uniek en ieder kind heeft intensieve begeleiding nodig om zijn mogelijkheden te leren ontdekken. Een goede docent is in staat het kind hierin te stimuleren, dat is niet hetzelfde als het kind iets opleggen.

Het is vanzelfsprekend dat deze taak niet gebaseerd is op louter verstandelijke vorming. Hiervoor is vooral praktijk en ervaring nodig, maar vooral wijsheid want kinderen veranderen en omstandigheden veranderen. De wijsheid van oudere docenten is daarom van groot belang voor jonge leerkrachten en hun begeleiding is vanzelfsprekend.

Naast deskundigheid is er meer nodig, een sterke motivatie en bezielende energie. Die komt niet vanzelf en groeit vooral door waardering. Deze waardering voor het onderwijzend personeel is helaas vaak minimaal zodat hun motivatie verzwakt. Het percentage burn out in het onderwijs is hoog. Docenten gaan vaak over naar andere beroepen die hun, ook financieel, hoger waarderen. Het management is vaak gemakkelijker en wordt veel hoger gewaardeerd.

Ontslag van onderwijskrachten is een kapitaalvernietiging die moeilijk te herstellen is. Bij de bezuiniging wordt vaak niet gerealiseerd wat het verlies is van deze kapitaalvernietiging van onderwijsspecialisten voor de toekomst van ons volk. Het is een vernietiging van de mogelijkheden van onze jeugd en daarmee van de toekomst van ons volk. Een welvarende toekomst van ons land wordt bepaald door de jeugd van nu.

Hoe bereiden we onze jonge mensen daarop voor? Niet enkel door kennis, maar vooral door karakter en verantwoordelijkheid. Dat is in handen van de ouders en ook van onze docenten in het lager en middelbaar onderwijs. Het management krijgt voldoende aandacht maar in het onderwijzend en opvoedend personeel is meer investering nodig en een sterke waardering, ook financieel”.

Zie: De jeugd is de grondslag van onze toekomst, blog door prof.dr. Paul de Blot op zijn weblog Paul de Blot, 15 september 2014: http://pauldeblot.nl

De begeleiding van beginnende leraren moet beter, zeker in het PO, Blogs Beroepseer,11 september 2014: https://beroepseer.nl

‘Altijd wat’ reportage over startende leraren, met uitslag enquête onder duizend docenten onder de 35 jaar, Blogs Beroepseer, 8 september 2014: https://beroepseer.nl

Grootste cliëntenorganisatie in de zorg LOC wil geen inzage medische gegevens door zorgverzekeraars

LOC Zeggenschap in zorg is de grootste cliëntenorganisatie in de jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg (waaronder jeugd-GGz), maatschappelijke zorg (Mo/Vo), verslavingszorg, verzorging en verpleging, thuiszorg en welzijn. Er zijn 1.500 cliëntenraden aangesloten bij LOC, zij vertegenwoordigen samen zo’n 600.000 cliënten.
LOC heeft eind augustus 2014 een brief aan Minister Schippers van Volksgezondheid gestuurd omdat zij de Wet marktordening gezondheidszorg wil aanpassen. Zorgverzekeraars krijgen dan de mogelijkheid medische gegevens van cliënten op te vragen. Nu kunnen zorgverzekeraars dat niet. LOC is tegen deze aanpassing en vraagt de minister dan ook deze verandering niet door te voeren.

De verandering in deze wet gaat in tegen het Europees Verdrag van de rechten van de mens. De minister vindt echter dat het belang van ‘het welzijn van Nederland’ en de rechten van derden (namelijk verzekerden) zwaarder weegt. De zorgverzekeraar kan alleen in het uiterste geval het medisch dossier inzien.

Door de controle op een dergelijke manier te regelen worden de relaties tussen de drie partijen – cliënt, zorgverzekeraar en zorgverlener – onder druk gezet en het vertrouwen beschadigd. LOC ziet de cliënt als eigenaar van zijn medisch dossier. Hij is dan ook degene die moet kunnen bepalen of zijn verzekeraar gegevens mag inzien. Daarmee blijft de relatie tussen klant en verzekeraar intact. LOC vindt het onaanvaardbaar dat de verzekeraar de gegevens van de ene klant inziet ten behoeve van andere klanten.
De relatie tussen cliënt en behandelaar moet er één van vertrouwen kunnen zijn. De cliënt moet vrij zijn om te zeggen wat hij wil en de behandelaar vrij om te zeggen en te doen wat nodig is om een goed hulpverlener te zijn. Ook als het zaken zijn die gevoelig liggen of moeilijk zijn. Wanneer de kans bestaat dat een ander deze informatie ook kan krijgen is dit bij voorbaat nadelig voor de relatie tussen cliënt en behandelaar en schadelijk voor de behandeling.

Klik hier voor de Wet marktordening gezondheidszorg: http://wetten.overheid.nl

Brief van LOC aan minister Schippers Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg, zie website LOC: https://loc.nl (niet meer beschikbaar op site LOC)

LOC: Geen inzage medische gegevens zorgverzekeraars, website LOC, 9 september 2014: https://loc.nl (niet meer beschikbaar op site LOC)

Actie: Behoud de vrije artsenkeuze
Met de slogan Veel te verliezen met niet vrij kiezen voeren cliëntenorganisaties Frysk platform GGz cliënten, platform Weg Achter de Geraniums (WAG) en LOC de actie Behoud de vrije artsenkeuze. Blijf via de actiewebsite op de hoogte: www.loc.nl/vrijeartsenkeuze. (niet meer beschikbaar op site LOC)
Meld u aan als als sympathisant en download de nieuwsbrief van 3 september 2014.

U P D A T E

Verzekeraars krijgen inzage in medisch dossier – Hoe zit dat nu?, LOC, 15 september 2016: https://loc.nl

De begeleiding van beginnende leraren moet beter, zeker in het PO

De resultaten van de startersenquête tonen volgens bestuurslid Liesbeth Verheggen van de Algemene Onderwijsbond (AOb) dat het onderwijs over de gehele linie beter zijn best moet doen om mensen te laten wennen voor de klas. “Zeker in het primair onderwijs moet de begeleiding van beginnende leraren beter. Zoveel is duidelijk. Maar ook het VO is er nog niet”.

Verheggen sloot net voor de zomer een principeakkoord over een nieuwe cao primair onderwijs. Daarin worden concrete afspraken gemaakt over de begeleiding van starters. Die blijken nodig: uit het onderzoek van de Groene Golf – de jongerentak van de AOb – blijkt dat alle jonge starters in het PO behoefte hebben aan begeleiding, maar dat slechts de helft die krijgt. “En van de mensen die begeleiding krijgen, krijgt weer bijna de helft begeleiding van zijn direct leidinggevende”,  stelt Verheggen vast. “En hoe goed die leidinggevende het ook bedoelt: die is er dus niet de aangewezen persoon voor”.

Vlieguren
De cao-po regelt straks dat beginnende leerkrachten zich de eerste drie jaar kunnen concentreren op de les. “Starters zijn bevoegd en bekwaam om voor de klas te staan”, zegt Verheggen. “Maar om het vak echt onder de knie te krijgen moeten ze vlieguren maken. Daarbij worden ze begeleid door een ervaren collega. En dus niet door degene die uiteindelijk besluit of je in aanmerking komt voor een vast contract. Want die vraag je als starter niet zo snel om tips over zaken als orde houden, time management of omgaan met lastige ouders”.

Het verbaast Verheggen dat het ministerie van OCW langs de afspraken van de cao-tafel heen met pilots schermt die een eigen oplossing zoeken voor het startersprobleem. “Ik twijfel niet aan de goede bedoelingen. Zo is vorig jaar een groepje pabo-studenten van de Hogeschool van Amsterdam met suggesties op minister Bussemaker afgestapt. Zij had deze studenten eigenlijk naar de sociale partners moeten sturen”.

Bescherming
Dat deed Bussemaker niet. Verheggen: “In plaats daarvan wordt nu OCW-geld ingezet voor een project met juniordocenten. Ik heb de details niet, maar binnen de AOb ontvangen we signalen dat de cao-afspraken meer bescherming bieden. In het door OCW geadopteerde plan zou tegenover meer begeleiding minder salaris staan. Daar zijn wij tegen. Een starter is een volwaardig onderdeel van het team. Dus alle goede bedoelingen ten spijt lijkt dit project me overbodig nu er een cao met een prachtig starterstraject op komst is. Zo’n alternatief kan de cao nog verstoren ook. Moeten we niet doen”.

Overigens vallen in de enquête van de Groene Golf de verschillen op tussen primair en voortgezet onderwijs. “In het voortgezet onderwijs is een aantal jaar geleden al een afspraak gemaakt over de begeleiding van starters. Dat zie je terug in de resultaten, maar ook daar krijgt 20 procent geen begeleiding. Terwijl ze er wel recht op hebben. Daar moeten we alert op zijn”.

Rapport Starters-enquête,  Groene Golf en NCRV-programma ‘Altijd Wat’, Een sterk begin- Begeleiding Startende Leraren regio Utrecht, 9 september 2019:  https://bsl-utrecht.nl/wp-content/uploads/sites/62/2015/11/Aob-Starters-enquete-2014.pdf

‘Ministerie moet cao-oplossingen onderschrijven’, Algemene Onderwijsbond, 9 september 2014: www.aob.nl (artikel niet meer beschikbaar op site AOb)

Begeleiding starters kan stukken beter, door Robert Sikkes en Rob Voorwinden, Onderwijsblad, 9 september 2014: https://www.onderwijsblad.nl/article.asp?ArtikelID=10753

Altijd Wat reportage over startende leraren, Blogs Beroepseer, 8 september 2014: https://beroepseer.nl

startende leraar po vo aob

 

Driekwart van de helden uit boek ‘Onderwijshelden’ is geen leraar

Leraar René Kneyber in zijn blog over Onderwijshelden die volgens hem geen helden zijn:*) Zie noot onderaan.

Onderwijshelden. Ik heb daar bepaalde beelden bij. Ik denk bijvoorbeeld aan Jacques Jacotot, een verbannen Franse leraar die, in de eerste decennia van de 19de eeuw, een onderwijsaanpak ontwikkelde die ‘universeel lesgeven’ wordt genoemd. Ik denk aan Vincent van der Pas, uit het boek van Anja Vink, die dag-in-dag-uit lesgeeft op een zwarte school in Rotterdam. Ik denk aan collega’s die bijna veertig jaar voor de klas hebben gestaan en het lesgeven tot in perfectie beheersen, aan de docenten uit Seattle die succesvol protesteerden tegen standardized testing, aan leraren in Syrië, in Irak, in Afghanistan. Ik denk niet aan onderwijsadviseurs. Ik denk niet aan ondernemers. En zeker, dat weet ik zeker, niet aan coaches.

Maar misschien ben ik de enige.

Op 13 september verschijnt het boek Onderwijshelden. Met de ondertitel 60x het bewijs dat het kan. ‘Wat kan?’ Dat onderwijsinnovatie kan, kennelijk. De premisse is zo: we denken wel eens dat onderwijsinnovatie niet kan in dat vastgeroeste onderwijs, maar wij zullen bewijzen dat het mogelijk is. Het begint al goed met de inleiding van Berthold Gunster, zo iemand die niks van onderwijs weet, maar er heel luidruchtig iets van vindt. En als je de bochten dan nog iets nauwer neemt, ach.

Zo schrijft hij over ‘een school in Culemborg’ die hij bezocht en in de eerste alinea meteen maar neerzet als een soort moderne mega-stal, waarin kinderen ingekist worden in te kleine lokalen. Nu woon ik in Culemborg, er zijn twee scholen die hij zou kunnen bedoelen, beide staan goed te boek. En bovendien, ik ben in alletwee geweest en met het ruimtegebrek valt het echt wel mee.

Maar dat maakt niet uit, de waarheid is voor de paupers, die bocht mag echt wat nauwer. Kinderen worden zo depressief, nee, overactief! De school in Culemborg – je zal hem hebben uitgenodigd – wordt nu vergeleken met zijn eigen middelbare schooltijd vroeger, in 1910 in Apeldoorn. Nee, vanwege die school in Culemborg is het hele onderwijssysteem kloten, nergens, nee nergens anders is er zo’n grote kloof tussen ‘de cultuur in het bedrijfsleven, de overheid en het gezin aan de ene kant en de cultuur in (met name) het middelbare onderwijs aan de andere kant’. En oh ja, 1 op de 6 leraren heeft een burn-out.

Maar gelukkig zijn er dan de onderwijshelden. De dappere mensen die in dit meedogenloze onderwijssysteem er toch nog wat van weten te maken. Deze dappere mensen, die dus kennelijk burnout, adhd, depressie en de school in Culemborg gaan oplossen. Wat zijn dat voor mensen? In ieder geval voor het overgrote deel geen leraren. Driekwart van hen zijn adviseurs, trainers, entertainers, coaches en ondernemers die fantastische verhalen vertellen over wat ze allemaal hebben bereikt. Allemaal leuk en aardig natuurlijk, maar iedere leraar kan je vertellen dat adviseurs, trainers en the bunch nooit iets bereiken. Er is geen leraar die een adviseur, trainer, ondernemer beschouwt als een held. Als de adviseur/trainer/entertainer met z’n BMW van de parkeerplaats rijdt gaat iedereen weer over op de orde van de dag.

Dat is misschien moeilijk te begrijpen voor de mensen van Onderwijshelden, onderdeel van de Holding voor OnderwijsInnovatie (kek afgekort als H.O.I.) met een pand aan de Oudegracht en gelieerd aan opportune bedrijfjes als Nationale ExamenTraining BV en StudentDocent BV, die voor subsidies van het ministerie, naar verluidt, op de eerste rij zitten. Die ronddraaien in een carrousel van onderwijsvernieuwers en -projectjes. Moeilijk te begrijpen misschien dat we, als leraren, die het echte werk doen, niet erop zitten te wachten om op deze wijze de maat te worden genomen, en dat je niemand een dienst doet met zo’n voorwoord en zo’n cast aan ‘helden’. Straks op 13 september kunnen ze hun boek presenteren, met schuim rond de mond van hun eigen heldendom, en op maandag gaan de lessen gewoon weer verder. Gegeven door echte helden.

Ook in Culemborg.

Met dank aan Arjan van der Meij voor het uitpluizen van de achtergrond van alle auteurs van het boek Onderwijshelden.

Driekwart van de onderwijshelden is geen leraar, door René Kneyber, Withitness, 10 september 2014: http://www.withitness.nl (site bestaat niet meer).

U P D A T E

*) René Kneyber: Mijn aanval op Onderwijshelden ontdaan van de feitelijke onjuistheden
[Stuk aangepast op 23-9-2014. Stichting Onderwijshelden heeft behalve een financiële ondersteuning verder niets te maken met het boek Onderwijshelden. En ze krijgen ook geen subsidie!]

[P.S. Inmiddels vind ik het boek een hartstikke mooi initiatief. Belangrijk om goede voorbeelden te laten zien. Maar het voorwoord door Gunster doet verder geen recht aan de inhoud. Jammer!].

Onderwijshelden – 60 x het bewijs dat het kan: www.sinds1883.nl/c/titels/lb6719/onderwijshelden-60x-het-bewijs-dat-het-kan

Margo Trappenburg over klassieke ambtelijke ethiek en moderne managersethiek

omslag dagboek van een ongewenste werknemer arthur gotliebIn haar artikel Loyaal ambtenaar is niet hip meer schrijft Margo Trappenburg naar aanleiding van de verschijning van het boek Operatie ‘werk Arthur de deur uit’-  Dagboek van een ongewenste werknemer dat klokkenluider Arthur Gotlieb een klassieke ambtenaar was die vakkennis had, onkreukbaar was en zijn dossiers op orde had. Het boek kan volgens haar een leerboek worden voor managers en bestuurskundigen:

Dagboek van een ongewenste werknemer van NRC journalisten Joep Dohmen en Jeroen Wester gaat over klokkenluider ArthurGotlieb en zijn tijd bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Het boek, dat is samengesteld op basis van Gotliebs zwartboek, is vooral het verhaal van Gotlieb zelf. Zeker, er komen misstanden in voor, maar Dagboek van een ongewenste werknemer is vooral een aangrijpend verhaal over Gotliebs ervaringen met zijn opeenvolgende leidinggevenden. Zo bezien kan dit boek een lees- en leerboek worden voor opleidingen en trainingen voor managers en bestuurskundigen.
Arthur Gotlieb belichaamde de klassieke ethiek van de ambtenaar zoals Max Weber die ooit beschreef. Hij had vakinhoudelijke kennis en ervaring. Een en andermaal benadrukt hij hoeveel hij weet van het dossier ‘dure geneesmiddelen’ waar hij al mee bezig was toen hij nog bij het Centraal Orgaan Tarieven Gezondheidszorg werkte, een van de voorlopers van de NZa. Als hij wordt overgeplaatst naar het dossier ‘geestelijke gezondheidszorg’, wil hij werkbezoeken gaan afleggen bij psychiatrische instellingen om te snappen hoe het daar werkt, om de juiste beslissingen te kunnen nemen, om adequaat antwoord te kunnen geven als iemand hem belt met vragen over vergoedingen en tarieven in die sector.

Arthur Gotlieb had zijn dossiers op orde. Dagelijks ordende hij alle bijlagen bij zijn mails, “wat heeft geresulteerd in een database van ruim 33.000 bestanden in 2200 mappen” (p. 155). Gotlieb wist de weg in zijn eigen database. Dat is handig bij complexe beleidsdossiers, maar komt ook goed van pas als de NZa zich moet verweren in juridische procedures. Over bureaucratieën wordt veel geklaagd (formeel, traag, ambtelijk) maar beslissen op basis van correcte dossiers leidt tot rechtsgelijkheid; het maakt de overheid voorspelbaar. Burgers, bedrijven en organisaties zijn niet overgeleverd aan ambtelijke willekeur. Het goed bijhouden van dossiers is een klassieke ambtelijke deugd.

De ethiek van de moderne manager

En Arthur Gotlieb was onkreukbaar. Verzoekjes van farmaceutische bedrijven om eens vrijblijvend te komen praten wees hij af: als ze wat te vragen hebben, kan dat langs de formele weg. En anders sturen ze maar een mailtje. Gotliebs leidinggevenden belichamen de ethiek van de moderne manager. Zij zien hun organisatie als een organisme dat moet mee evolueren met veranderende omstandigheden. En zij beschouwen het als hun taak om die veranderingen in goede banen te leiden (management is heel vaak verandermanagement). Managers maken daarvoor zogenaamde SWOT-analyses: ze benoemen de sterke en zwakke punten van
hun organisatie (Strengths en Weaknesses) en de kansen en bedreigingen (Opportunities en Threats) in de omgeving, om daar vervolgens strategisch, liefst proactief op in te kunnen spelen. De organisatie deed tot nu toe dit, maar moet misschien eens iets heel anders doen om bij de tijd te blijven

Voor Gotlieb leiden al die praatjes af van de kernfunctie van de NZa: “Schoenmaker blijf bij je leest. Doe eerst je eigen werk goed”, zo houdt hij zijn leidinggevenden voor.

De managerethiek trekt of creëert ook een bepaald type personen, zo kunnen we leren uit het dagboek. De Machiavellistische ethiek – kies je bondgenoten met zorg – zorgt ervoor dat managers zelden ingaan tegen het oordeel van hun leidinggevenden. Regelmatig overkomt het Gotlieb dat een collega die hem zeer waardeerde, toetreedt tot het management en dan zijn positieve oordeel over Gotliebs functioneren naar beneden bijstelt, in lijn met de visie van hoger geplaatsten in de hiërarchie.

De ethiek van de gecommitteerde en loyale ambtenaar

Gotliebs leidinggevenden zaten nooit langer dan twee jaar op hun post; daarna verhuisden ze naar een ander onderdeel binnen de NZa of naar een heel andere organisatie. Managers houden van verandering en worden daarbij niet gehinderd door overmatige loyaliteit aan hun mensen, hun organisatie, hun taak. Misschien is dat nog wel het grootste verschil tussen de manager – en de ambtelijke ethiek. Want als er iets naar voren komt uit het dagboek van Arthur Gotlieb, dan is het dat hij zeer gecommitteerd was aan het werk dat hij moest doen en tot op het bot loyaal aan de Nederlandse Zorgautoriteit”.

Margo Trappenburg is universitair hoofddocent Bestuurs- en organisatiewetenschappen aan de Universiteit van Utrecht en voorzitter van Stichting Beroepseer

Lees het hele artikel Loyaal ambtenaar is niet hip meer, door Margo Trappenburg, NRC Handelsblad, 6 september 2014: Klik hier.

Info over boek Operatie ‘werk Arthur de deur uit’ – Dagboek van een ongewenste werknemer, door Arthur Gotlieb, Joep Dohmen en Jeroen Wester. Uitgever:  Bertram + de Leeuw, 320 p.: Klik hier.

Lees ook: Het Pak van Gotlieb, door Carel Peeters op site Vrij Nederland, 8 september 2014:
“Het sobere, karaktervaste en met humor geschreven Bezwaarschrift is een aanklacht tegen list en bedrog aan de top van de NZa, de machiavellistische arrogantie, het gebrek aan menselijkheid, het hiërarchie-fetisjisme, de slordigheid, de belangenverstrengeling, de zelfverwennerij en de plichtsverzaking. Daar werd Gotlieb de dupe van”. www.vn.nl

‘Altijd wat’ reportage over startende leraren, met uitslag enquête onder duizend docenten onder de 35 jaar

Het televisieprogramma Altijd wat besteedt op dinsdag 9 september 2014 in een reportage aandacht aan startende docenten: over begeleiding, werkdruk en wat er anders moet.

Een kwart van de startende docenten stopt binnen vijf jaar na het behalen van het diploma met lesgeven. Dat kan een groot probleem worden als er nu niet iets gebeurt. Doordat veel oudere leraren over een paar jaar met pensioen gaan, kan er in 2020 een tekort van zo’n 5000 docenten in het basisonderwijs ontstaan.
Samen met De Groene Golf, de jongerentak van de Algemene Onderwijsbond (AOb), heeft Altijd wat een enquête gehouden onder startende docenten.

In de VPRO gids no 36 (6-12 september 2014) staat een interview van Jurgen Tiekstra met Jan Willem Hengelveld (24), woordvoerder van de Groene Golf. Twee jaar geleden rondde hij de academische Pabo af en sindsdien hopt hij van de ene naar de andere basisschool om voor een paar maanden of een half jaar in te vallen voor een zieke of zwangere docent. Dat betekent: steeds wachten tot er weer gebeld wordt en in de zomner altijd twee maanden zonder inkomen zitten.
Hengelveld: “Uit cijfers van het CBS van eind 2013 weet ik dat 75 procent van de degenen die in 2011 zijn afgestudeerd nog steeds geen uitzicht heeft op een vaste baan”.

Er gloort hoop

De enquête is gehouden onder duizend docenten onder de 35 jaar met maximaal vijf jaar ervaring. De uitval onder beginnende docenten is zowel in het basis- als middelbaar onderwijs alarmerend hoog. Een op de vier leraren stapt binnen een paar jaar uit het vak. Dat komt niet alleen door het gebrek aan werk in het basisonderwijs, maar vooral ook door de zware werkdruk die een beginnend docent ervaart en het gebrek aan begeleiding door scholen. Dit is een groot probleem, omdat er door de vergrijzing van leraren binnen een paar jaar een tekort aan leerkrachten is.
Op middelbare scholen wordt nu geëxperimenteerd met extra begeleiding, maar voor het basisonderwis wordt op dit punt nog niks gedaan: “Ik heb zelf ook ondervonden dat er op scholen geen begeleidingsplan is, omdat je er toch maar een paar maanden lesgeeft. En juist omdat basisscholen klein zijn, word je begeleid door de enige die vrij is: dat is vaak de directeur. Het probleem daarvan is dat je je niet kwetsbaar durft op te stellen. Want als je vertelt: ik vind het moeilijk orde te handhaven, kan de directeur denken: voor jou honderd anderen die ook les kunnen geven”.

Er gloort hoop aan de horizon: het ministerie steekt geld in extra banen in het basisonderwijs. Bovendien staat in de nieuwe CAO dat iedere beginnende docent recht heeft op begeleiding van een ander dan de leidinggevende. “Het is de vraag hoe scholen dit oppakken, maar we hopen dat dit bijdraagt aan bewustwording van het belang hiervan”, aldus Hengeveld.ê

De uitzending begint om 20.25 uur op NPO 2, en duurt tot 21.15 uur.

Website Altijd wat: https://www.incontxt.nl/AltijdWat/

Positie vrouwen in sector zorg en welzijn in gevaar door decentralisatie

De positie van vrouwen is in gevaar. De wijze waarop gemeenten hun nieuwe taken – zorg, jeugdzorg en participatie – oppakken, ondermijnt de moeizaam verworven economische zelfstandigheid van vrouwen, waarschuwt de Nederlandse Vrouwenraad. De raad houdt op 8 september 2014 in Den Haag ronde tafelgesprekken die bedoeld zijn als een ‘wake up call’ voor parlement en gemeenten

De raad vreest dat het terug naar af is met de emancipatie. Doordat forse bezuinigingen de megaoperatie bij gemeenten domineren, verliezen vrouwen massaal hun betaalde baan en dalen gezinsinkomens. Tegelijk ligt er een grote morele druk om bij te springen bij hulpbehoevende familie, vrienden en buren. Het oude rolmodel sluipt er weer in, zegt voorzitter Dorenda Gerts.

Een brief naar de betrokken ministers en staatssecretaris is al uitgegaan. Daarin pleit de raad voor een task force, die in de gaten moet houden hoe de taakverschuivingen uitpakken voor vrouwen. Bij de raad zijn 51 organisaties aangesloten, variërend van politieke netwerken, vrouwelijke ondernemers tot vrouwen voor vrede. Ze vertegenwoordigen een miljoen vrouwen.

Zorg en welzijn
De onrust is vooral groot over de klappen die de sector zorg en welzijn krijgt. Daar werken in overgrote meerderheid vrouwen. Gerts somt op: In de thuiszorg zijn al duizenden vaste banen verdwenen, werkgeversorganisatie Actiz houdt zelfs rekening met een verlies van 55.000 banen, inclusief personeel in verpleeg- en verzorgingshuizen. Bij de jeugdzorg zijn de eerste ontslagrondes aangekondigd. Naast die decentralisaties is er krimp in de kinderopvang, en ligt momenteel het werk van bijna 10.000 kraamverzorgsters onder vuur. De ontslaggolf dupeert ook achterblijvers, ze moeten meer doen met minder mensen

De raad vreest dat het terug naar af is met de emancipatie. Doordat forse bezuinigingen de megaoperatie bij gemeenten domineren, verliezen vrouwen massaal hun betaalde baan en dalen gezinsinkomens. Tegelijk ligt er een grote morele druk om bij te springen bij hulpbehoevende familie, vrienden en buren. Het oude rolmodel sluipt er weer in, zegt voorzitter Dorenda Gerts.

Politici steken te mooie verhalen af

Hoogleraar participatie en diversiteit Tineke Abma, verbonden aan het VU medisch centrum in Amsterdam deelt de zorg van Dorenda Gerts. Abma heeft twee grote onderzoeken geleid naar de effecten van de decentralisaties. Volgens haar steken politici te mooie verhalen af. “De praktijk ziet er, zeker voor vrouwen, helemaal niet zo rooskleurig uit.” Ze hekelt het gebrek aan visie; goede voorbeelden van gemeenten zijn dun gezaaid. De hele overgang heeft meer weg van een militaire operatie met onevenredig veel aandacht voor bestuur, organisatie en logistiek. “Daardoor dreigt de morele opgave, een meer zorgzame samenleving, naar de achtergrond te verdwijnen.”

Klik hier voor meer info over de rondetafelgesprekken in Den Haag op 8 september 2014: Op de erwt van decentralisaties, georganiseerd door Vrouwenpodium 2010-2020*): www.nederlandsevrouwenraad.nl

Lees het hele artikel van Wilma van Meteren, ‘Vrouwen de dupe van nieuwe taken voor gemeenten’, Trouw, 8 september 2014: www.trouw.nl

FNV luidt noodklok over ontslaggolf in zorgsector, Nu. nl, 8 september 2014: www.nu.nl

*) Vrouwenpodium 2010-2020 is een samenwerkingsverband van de Nederlandse Vrouwen Raad, FNV en de samenwerkingsverbanden van het Landelijk Overleg Minderheden (LOM).

Selectiebeleid van subsidies voor wetenschappelijk onderzoek is ontspoord

Prof. Willem Trommel, hoogleraar beleids- en bestuurswetenschappen aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, heeft hevige kritiek in de Volkskrant op de manier waarop de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) omgaat met het selecteren van aanvragen voor subsidies: “De NWO verdeelt een steeds groter deel van de middelen voor wetenschappelijk onderzoek. Vroeger werden die gelden rechtstreeks naar de universiteiten overgemaakt. Daar werken immers de wetenschappers en daar zouden ze wel het beste weten welke projecten veelbelovend zijn. Nu geloven we dat niet meer en richten we competities in. Inmiddels is dit beleid volledig ontspoord, zoals zoveel beleidsprogramma’s van neoliberale signatuur. Er zijn drie hoofdbezwaren: het is te duur, het is oneerlijk en het stimuleert risicoloze wetenschapsbeoefening.

De helft van de kosten

In 2012 verscheen een knap stuk in het Nederlands Juristenblad van de hand van rechtsfilosoof Wibren van der Burg. In een onberispelijke analyse laat hij weinig heel van de zogenaamde talentenbeurs, een NWO-programma gericht op de selectie van kansrijke promovendi. Zijn conclusie luidt dat faculteiten dezelfde selectiekwaliteit leveren als NWO, maar tegen de helft van de kosten.

Er zijn meer van dat soort studies, ook internationaal. De uitkomsten kunnen nauwelijks verrassen. Het competitiecircus brengt drie forse kostenposten met zich mee. Ten eerste moeten steeds meer wetenschappers een aanzienlijk deel van hun tijd besteden aan het schrijven van lijvige onderzoeksvoorstellen die vervolgens een kans van tussen de 80 en 90 procent lopen om te worden afgewezen. Regelrechte verspilling. Een tweede reden voor de hoge kosten is dat NWO zelf niet gratis is. NWO heeft ruim 2.700 fte’s in dienst, een gebouw, werkkapitaal. Maar toch heeft NWO niet zelf de expertise in huis om het eigenlijke werk te doen. Voor ieder programma worden speciale selectieteams ingevlogen, vaak letterlijk, en ieder voorstel wordt door minstens twee externe beoordelaars van commentaar voorzien. Dit flexibele leger van hoogopgeleide selecteurs is de derde reden voor de hoge kosten”.

Trommel geeft een voorbeeld van ontmoediging van talent:

“Enkele jaren geleden had ik in mijn onderzoeksgroep een regelrecht sociologisch talent, laten we hem Bram noemen, rondlopen. Net uit de collegebanken schreef hij een origineel onderzoeksvoorstel, dat ik met goede moed liet meedingen in de NWO-talentenronde. De afwijzing kwam met argumenten die je nu net niet moet aanvoeren bij de selectie van talenten: de methodologie was nog niet helemaal op orde, en nog zo wat technische punten die voorbij gingen aan de brille van de kandidaat.

Ik mocht een bezwaarschrift indienen, en dacht dat maar eens op onorthodoxe wijze te moeten doen. Ik schreef een verhaal over het jongetje Lionel Messi, die op jeugdige leeftijd in geen enkel opzicht voldeed aan de eisen die aan profvoetballers worden gesteld. Maar in zijn directe omgeving liepen scouts rond die iets heel speciaals meenden te zien. Ik heb Bram dagelijks aan het werk gezien, zijn gedrevenheid geproefd, zijn scherpe geest ondervonden. Maar de commissie liet zich vanachter het bureau niet overtuigen, de subsidie kwam er niet en het leven ging door.
Los van persoonlijk leed – dat viel in dit voorbeeld reuze mee – schaadt deze selectiepraktijk de wetenschap. We zien veelbelovende nieuwkomers over het hoofd en kunnen zittende talenten geen zekerheid bieden. Maar de situatie is ernstiger. De protocollering van het selectieproces leidt ertoe dat voorstellen met een voorspelbaar succes het steeds vaker winnen van de spannende aanvragen”.

Oproep aan minister beleid te wijzigen. Enkele aanbevelingen

Trommel roept de minister op het beleid te wijzigen; “Het is failliet”. Zelf doet hij alvast drie aanbevelingen: “Ten eerste: halveer het NWO-budget en breng de andere helft terug naar de kenners die dagelijks op het veld actief zijn. Ten tweede: vereenvoudig de NWO-procedures. Erken dat tussen de beste voorstellen niet meer op rationele gronden valt te kiezen. Een eerste grove schifting volstaat, de verdere selectie kan via een loting worden gerealiseerd. Dat is goedkoper, eerlijker en het houdt de wetenschappelijke avonturiers binnenboord”.

Lees het hele artikel: ‘Wetenschapsselectie van de NWO is ontmoedigende farce’, door Willem Trommel, de Volkskrant, 6 september 2014: www.volkskrant.nl