Skip to main content

Redactie Beroepseer

Stichting Beroepseer met ‘Flip the system’ in het Maagdenhuis op vrijdag 27 maart 2015

Op vrijdagavond 27 maart 2015 organiseert Stichting Beroepseer een bijeenkomst in het Maagdenhuis in Amsterdam. Onderwerp: Flip the system: The alternative to neo-liberalism for education and healthcare.

Het alternatief in zorg en onderwijs houdt in: kleinschalige, platte organisaties waar professionals met beroepseer werken die zelf hoge kwaliteit nastreven in het belang van hun patiënten, studenten en leerlingen.

Dit alternatief is ook wel aan te duiden als flip the system. Docenten, artsen en verpleegkundigen zijn de afgelopen decennia gedegradeerd tot uitvoerders van beleid en management (in hiërarchische organisaties). Dat moet veranderen: ze moeten weer eigenaar worden van de kwaliteit van hun werk. Dat is uitgewerkt in het boek: Het alternatief – Weg met de afrekencultuur in het onderwijs. (derde druk inmiddels). Zie Presentatie boek Het alternatief op lerarencongres 2013: https://beroepseer.nl

Programma

Rene Kneyber vertelt over het alternatief in het onderwijs. Hij is met Jelmer Evers redacteur van de bundel Het alternatief en wiskundeleraar VMBO. In november 2014 is hij als eerste leraar ooit tot lid benoemd van de Onderwijsraad. Het alternatief verschijnt in 2015 in een nieuwe versie in het Engels onder de titel: Flip the system – The alternative to neo-liberalism in education (uitg. Routledge).
Zie www.flip-the-system.org

Jos de Blok vertelt over het alternatief in de zorg. De Blok heeft in 2006 Buurtzorg Nederland opgericht en daarvoor diverse prijzen ontvangen, waaronder de Albert Medal van de Royal Society of Arts (RSA) in november 2014 in Londen. Namen die De Blok zijn voorgegaan zijn o.a. Nobelprijswinnaar en uitvinder van de structuur van het DNA: Francis Crick; oprichter van Sony: Akio Morita en natuurkundige/kosmoloog Stephen Hawking.
Buurtzorg is een thuiszorgorganisatie die met kleine teams, bestaande uit (wijk)verpleegkundigen en wijkziekenverzorgenden zorg thuis levert. Buurtzorg groeide binnen negen jaar uit van een team van vier verpleegkundigen naar 800 teams van 9.0000.
Zie: Jos de Blok ontvangt Albert Medal in Londen voor Buurtzorg en “menselijkheid boven bureaucratie”: https://beroepseer.nl

Thijs Jansen, directeur van Stichting Beroepseer, leidt de bijeenkomst. Stichting Beroepseer houdt zich sinds 2006 bezig met een antwoord op de vraag: hoe kunnen professionals in de publieke en semi-publieke sector hun beroepstrots terugkrijgen en daarmee de zeggenschap over de kwaliteit van hun werk? De Stichting is opgericht naar aanleiding van het boek Beroepszeer – Waarom Nederland niet goed werkt uit 2005, onder redactie van Thijs Jansen, Gabriël van den Brink en Dorien Pessers. Het boek beleefde vier drukken. Een vervolg verscheen in 2009: Beroepstrots – Een ongekende kracht. De Engelse vertaling in 2010: Professional pride – A powerful force. Momenteel werkt Jansen aan twee nieuwe boeken. Een over ‘Goed werk in de academische wereld’ en een over ‘Het alternatief voor de zorg’ met Jos de Blok, Lewi Vogelpoel en Herman Suchies.

Datum en tijd: Vrijdag 27 maart 2015, van 20.00 – 21.45 uur
Plaats: Het Maagdenhuis, Spui 21, Amsterdam

Voertaal: Engels
Entree: gratis; aanmelden is niet nodig

Raadpleeg het activiteitenprogramma in het Maagdenhuis op de site van De Nieuwe Universiteit: http://newuni.nl (Site is niet meer actief).

Uitkomst van onderzoek naar eerste gevolgen decentralisatie zorg naar gemeenten

Uit de eerste monitor in 2015 onder leden van de Federatie Opvang blijkt dat de invoering van de Wmo2015 merkbare gevolgen heeft voor cliënten.

In een brief aan het ministerie van VWS schrijft voorzitter Jan Laurier dat cliënten gevolgen ondervinden van bezuinigingen door gemeenten: minder uren begeleiding per week, vermindering van het hulpaanbod, meer inzet van vrijwilligers en soms het sluiten van locaties. Zorgaanbieders hebben te maken met een explosieve stijging van administratieve en organisatorische lasten.

De Federatie Opvang vertegenwoordigt de maatschappelijke opvanginstellingen op landelijk niveau. Er zijn 62 instellingen lid. Alle instellingen zijn aangeschreven met de vraag om deel te nemen aan een internet-enquête. 37 leden hebben de enquête ingevuld. Dertien van de respondenten zijn tevens lid van de brancheorganisatie voor de geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg GGZ Nederland. Enkele leden zijn ook lid van Jeugdzorg Nederland, de brancheorganisatie voor zorgondernemers Actiz of de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VGN). Veel instellingen voor opvang maken deel uit van een grotere organisatie die in meerdere domeinen van zorg en welzijn actief is.

Klik hier voor Rapport Monitor decentralisaties Federatie Opvang, maart 2015: https://beroepseer.nl

Federatie Opvang: www.opvang.nl (federatie en website zijn opgeheven)
Vanaf 1 januari 2020 zijn Federatie Opvang en RIBW Alliantie samen verdergegaan als ‘Vereniging Valente’- branchevereniging voor participatie, begeleiding en opvang. https://www.valente.nl/over-ons/

Zorg zonder ziel is zorg zonder kwaliteit. Petitie ‘Behoud de ziel in de zorg’

Psychiater Menno Oosterhoff doet een oproep om de petitie Behoud de ziel in de zorg te ondertekenen: “Het broeit in de gezondheidszorg. Broei ontstaat als warmte niet weg kan. En dat is precies wat er aan de hand is. Zorgverleners kunnen hun geestdrift niet meer kwijt. Die wordt verstikt door controle, bureaucratie en wantrouwen.

Beheersing en controle zijn goed. Tegenover het vuur van enthousiasme moet een koel hoofd staan dat kalm en helder kan denken. Maar de balans tussen vorm en inhoud, tussen beheersing en beweging, tussen hoofd en hart is zoek.

Arno Rutte, Tweede Kamerlid voor de VVD zegt dat we geen controle willen zodat we maar kunnen doen wat we willen. Meneer Arno Rutte snapt er geen hout van. We willen natuurlijk wel controles op kwaliteit en rechtmatigheid. Maar we willen geen zinloze controles, geen ziekmakende overmaat aan bureaucratie en geen wantrouwende benadering alsof we allemaal fraudeurs zijn.

De column met de jaloersmakend mooie titel ‘Stop met vinken, ga vonken’ beschrijft prachtig, dat te veel moeten vinken (checklijsten, procedures etc.) de vonk dooft.

Dat is wat er gebeurt. De vonk wordt gedoo(f)d. In het onlangs aan de Tweede Kamer aangeboden KPMG Plexus-rapport (119 pagina’s!) over de evaluatie van de zorg wordt gepleit voor (nog) meer macht bij de zorgverzekeraar. Hoe over de zorgverlener wordt gedacht, blijkt uit een fragment waarin staat, dat zorgaanbieders het weliswaar vervelend vinden te moeten tekenen bij het kruisje van een ‘slikken of stikken’-contract, maar dat dat niet relevant is als de premie erdoor omlaag gaat (vrij naar 5.5.3 pag. 89).

Dan heb je er heel weinig van begrepen. Zorg is niet een product dat je uit iemand kunt wringen. Zorg is hulp met warmte. Een stelsel waarin zorg een product is, een patiënt een schadepost en een hulpverlener een leverancier is een dode zorg.
The thrill is gone, the thrill is gone away from me’, zingt BBKing.

Dat scheelt bij mij soms niet veel meer. Als dat alleen mij treft dan is dat jammer voor mij. Maar het treft niet alleen mij. Heel veel zorgverleners zit het tot hier. Ook dat is het ergste nog niet.

Het ergste is dat het de zorg in het hart raakt en ook de patiënt treft. Zorg zonder ziel is zorg zonder kwaliteit”.

Wie vindt dat het anders moet, kan de petitie Behoud de ziel in de zorg ondertekenen: www.zielindezorg.nl (site is niet meer actief).

Lees de hele blog van Menno Oosterhoff: Behoud de ziel in de zorg, Medisch Contact, 16 maart 2015: www.medischcontact.nl

ziel in de zorg oproep

 

Wat kan er nu mis zijn met ‘efficiëntie’? Heel veel!

Efficiëntie is net als het moederschap, schrijft Henry Mintzberg. Hij bedoelt daarmee: de beste waar voor je geld krijgen. Mintzberg (1939) is een Canadese managementwetenschapper en geldt als een autoriteit op het gebied van organisatiestructuren. Hij speelt een actieve rol in discussies over de opzet van het managementonderwijs en de managementtheorie. Zijn bekendste werk is Structure in Fives: Designing effective organizations (1983). In 2009 verscheen Simply Managing – What managers do and can do better; in januari 2015: Rebalancing Society – Radical renewing beyond left, right and center.

Mintz citeert Nobelprijswinnaar voor economie, Herbert Simon, die efficiëntie een waardenvrij, volledig neutraal begrip noemde. Je besluit wat voor voordelen je wilt halen en efficiëntie zorgt ervoor dat je ze krijgt tegen de laagst mogelijke kosten. Wie kan daar iets tegenin brengen? Volgens Mintzberg is daar heel veel tegenin te brengen.

Hij noemt een paar dingen die efficiënt zijn en vraagt vervolgens welke gedachten er spontaan bij je opkomen bij het lezen ervan. Bijvoorbeeld:

1. Een restaurant is efficiënt.

Denk je daarbij aan snelle bediening? De meeste mensen wel. Weinig mensen denken aan de kwaliteit van het eten. Hoe kies je je restaurant?

2. Mijn huis is efficiënt.

Energieverbruik wordt altijd als eerste genoemd. Maar zeg eens eerlijk: heeft iemand ooit een huis gekocht vanwege het energieverbruik. Kies je het niet eerder vanwege de ligging of de indeling?

Wat gebeurt er nu precies? Dat wordt duidelijk zodra we tot besef komen. Als we het woord efficiëntie horen, richten we ons – onbewust – op de criteria die we het beste kunnen meten, zoals snelle bediening of energieverbruik.
Efficiëntie houdt in: meetbare efficiëntie. Dat is helemaal niet neutraal, aangezien het vooral gaat om wat het beste gemeten kan worden. En dat is nu juist het probleem, in drie opzichten:

1. Aangezien de kosten meestal makkelijker te meten zijn dan de baten, wordt efficiëntie meestal gereduceerd tot economie: snijden in meetbare kosten ten nadele van minder meetbare baten.
Denk aan al die regeringen die bezuinigd hebben op de uitgaven van gezondheidszorg of onderwijs terwijl de kwaliteit achteruit is gegaan. Mintzberg daagt iedereen uit op de proppen te komen met een geschikt instrument waarmee gemeten kan worden wat het kind echt leert in de klas. En, wat vindt u van die CEO’s die besparen op de begroting voor onderzoek zodat ze snel hogere bonussen krijgen?
Canada kwam met nieuws over efficiënter wordende spoorwegen, terwijl overwerkte machinisten hadden gemeld dat ze in slaap waren gevallen op de rit, vóór het omzetten van de wissel. Heel efficiënt.

2. Omdat de economische kosten makkelijker te meten zijn dan de maatschappelijke, kan efficiëntie uitlopen op een stijging van maatschappelijke kosten.
Een fabriek of een school efficiënter maken is makkelijk zolang je je niet bekommert om luchtvervuiling of minder aandacht voor het leerproces. “Ik wed dat de in elkaar gestorte fabriek in Bagladesh zeer efficiënt was”, aldus Mintzberg.

3. Omdat de economische baten makkelijker te meten zijn dan de maatschappelijke, worden we gedreven naar een economische mentaliteit die kan resulteren in maatschappelijke afbraak. Kort gezegd, we zijn efficiënt als we fastfood eten in plaats van goed voedsel.
omslag rebalancing society henry mintzberg
Pas dus goed op, is Mintzbergs boodschap, voor efficiëntie-deskundigen. Ook voor efficiënt onderwijs, efficiënte gezondheidszorg en zelfs efficiënte fabrieken. Pas ook op voor balanced scorecards*). Immers, al zijn alle gehanteerde criteria nog zo goed bedoeld, de teerling is geworpen in het voordeel van de dingen die het best gemeten kunnen worden.

*) De balanced scorecard wordt met name gebruikt als evaluatiehulpmiddel voor managers die complexe doelstellingen hebben.

What could possibly be wrong with “efficiency”? Plenty, door Henry Mintzberg,
10 oktober 2014: www.mintzberg.org

Zie ook: A note on that dirty word “Efficiency“, Interfaces (October, 1982: 101-105): http://docplayer.net/3200807-A-note-on-that-dirty-word-efficiency.html

www.mintzberg.org

Overzicht van stemgedrag politieke partijen inzake gezondheidszorgthema’s in Eerste en Tweede Kamer

Hoe stemden de politieke partijen over wetten inzake de gezondheidszorg in de Eerste en de Tweede Kamer? Bijvoorbeeld als het ging om de vrije artsenkeuze,  het electronisch patiëntendossier of bevoegdheden van de zorgverzekeraars?

Op de blog Zorgen Regeerakkoord staat een lijst vermeld met onderwerpen, wetten, wetsvoorstellen en moties plus de resultaten van het stemgedrag van de politieke partijen.

Zie: Zorgen Regeerakkoord, 14 maart 2015: http://actiezorgenregeerakkoord.blogspot.nl

zorgen regeerakkoord

Bureaucratie in jeugdhulp neemt toe. Het is tijd voor vertrouwen in goed geschoolde professionals

Volgens Peter Dijkshoorn, jeugdpsychiater en bestuurder van Accare, een gespecialiseerde instelling voor algemene en universitaire kinder- en jeugdpsychiatrie, zien we in de transitie van de jeugdzorg ondanks de doelstellingen juist meer bureaucratie ontstaan.
In een blog schrijft hij dat hij van een hoogleraar eens hoorde “dat bureaucratie een van de mooiste uitvindingen van de mensheid is. Het is een efficiënt systeem waarin we zaken gelijkwaardig en gestroomlijnd kunnen organiseren. ‘Maar’, zei hij erbij, ‘het gaat vaak mis. Mensen denken dat met regels alles maakbaar is en maken in de loop van de tijd steeds meer regels. Dan ontstaat er verwarring, die men probeert op te lossen met nog meer regels. Dat noemen we bureaucratisme’.

In de jeugdhulp zien we hier nu een voorbeeld van. Het ontstaat sneller dan we misschien ooit met een maatschappelijk systeem gezien hebben. Iedereen ervaart het, van ouders en wijkteammedewerkers tot en met de staatssecretaris. Kan dit de aanzet zijn tot een volgende stap?

Schotten en onduidelijkheden
Twee belangrijke gedachten achter de Jeugdwet zijn dat er minder schotten in de zorg moeten zijn en dat de professional meer vrijheid van handelen moet hebben. Inmiddels heeft de hoogleraar geschiedenis echter gelijk gekregen. Vanuit een hervormingswens en zorg over controle creëren we een gevarieerd systeem (nog in transitie) met meer schotten en onduidelijkheden dan eerder en met minder ruimte voor de professional. Bijvoorbeeld:

  • We hebben mooie hbo-opleidingen, wo-opleidingen en vervolgopleidingen met veel registraties die geregeld opnieuw behaald moeten worden om kwaliteit te garanderen. Nu plaatsen we daarbij nog beschikkingsorganen, indicatieorganen en/of expertteams, die het handelen van die hoogopgeleide zorgprofessionals moeten controleren.
  • We vinden dat te veel kinderen diagnoses krijgen; we laten die diagnoses echter op veel meer plaatsen dan voorheen de financiering bepalen.
  • We weten dat mishandeling nooit helemaal uit te bannen is, maar tegelijk willen we nooit meer meemaken dat kinderen, ondanks een zorgsysteem, slachtoffer blijven van ernstige mishandeling. Daarom hebben we een meldsysteem gecreëerd dat afhankelijk van de gemeente iets meer of minder uitgebreid en strak is. Dit terwijl bekend is dat als je de verantwoordelijkheid vooral bij het formele systeem legt de individu zijn verantwoordelijkheid steeds minder neemt. En eigen verantwoordelijkheid was nu juist een van de doelen van de transitie.
  • Een regio bepaalde dat het zorgbudget een extra procent moest krimpen, omdat er meer geld nodig was vanwege de complexiteit van het nieuwe apparaat. Moeten we dat een ‘perverse prikkel in het systeem’ noemen, maar nu aan de financierskant?”

Aan het slot van zijn blog doet Dijkshoorn een voorstel aan gemeenten, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), zorgaanbieders en branches: in gesprek gaan over de te nemen stap na deze toenemende bureaucratie om te komen tot een optimale zorg. Hij stelt o.m. de vraag: Kunnen we leren leven met onzekerheid en leren vertrouwen op hoogwaardig geschoolde professionals?

Lees de hele blog van Peter Dijkshoorn: Jeugdwet: via bureaucratisme naar top jeugdhulp? Kennisnet Jeugd, 6 maart 2015: http://kennisnetjeugd.nl. Lees ook de reacties! (blog niet meer beschikbaar. Site Kennisnet jeugd is opgeheven).

Wat heeft ons werk nog met geneeskunde te maken? vraagt psychiater Menno Oosterhoff

Er zijn langzamerhand zoveel structuren en systemen in onze maatschappij, dat er voor de inhoud nauwelijks plek over is. Lees het verhaal van psychiater Menno Oosterhoff over hoe hij besloot niet in te gaan op een uitnodiging voor een bijeenkomst over “de roadshow over de WAT-stap in het proces autorisatie”.
“Ik kon het niet opbrengen”, schrijft hij, “zeker niet toen ik de toelichting las: ‘Deze bijeenkomst is het logische vervolg op de uitrol van de WIE-stap die inmiddels volgens het implementatieplan gefaseerd heeft plaatsgevonden.’ Was getekend: de security officer.
Ik ken het implementatieplan niet, maar ik durf er gif op in te nemen dat er nog een derde stap zit aan te komen: de WANNEER-stap, of de HOE-stap. Ik wil het allemaal niet meer weten”.
Oosterhoff schrijft verder dat hij het dubbelleven dat hij leidt niet langer kan volhouden: “Tegenover mijn kinderen en de buitenwereld doe ik voorkomen dat ik mensen behandel. Stel je voor dat ze erachter komen hoe het echt zit”.

Oosterhoff besteedt zijn dag nog maar weinig aan mensen proberen beter te maken: “Ik vertel het ze niet als ik een hele dag kwijt ben aan een verplichte kwaliteitsvisitatie, nog los van alle voorbereiding. Ik zeg ook niet: vandaag heb ik een training gehad voor een audit.
Ze zouden denken dat ik een nieuwe behandeling hebt geleerd. ‘Bij welke problemen helpt audit dan?’ Wat zou het antwoord hen teleurstellen! Nou, eigenlijk is een audit een soort examen voor je instelling. Of die aan allemaal regels voldoet. En daarvoor moet ik een training volgen, zodat ik niet per ongeluk de verkeerde dingen zeg. Want dan krijgen we geen sticker.

Ik vertel ze niet over de eindeloze bijeenkomsten om zorgpaden te beschrijven en de discussie over wat precies een zorgmodule is en het verschil tussen een zorgprogramma en een zorgpad en dat na deze productiefase een implementatiefase gaat volgen en dat de zorg er alleen maar ingewikkelder van wordt.
Ik vertel ze niet over al die vergaderingen, die zelden over een behandelinhoudelijk onderwerp gaan, maar altijd over vorm en controle en meten en cijfers, die met werkelijke kwaliteit niks te maken hebben (prestatie-indicatoren).
Ik wil niet dat ze weten dat collega’s bij mij aankloppen, niet om mijn mening te vragen over een ingewikkelde patiënt, maar omdat ik veel weet van eisen die elke verzekering stelt aan de formele aspecten van een verwijzing.

Ik vind hen te jong om te weten, dat er zoveel vorm gekomen is dat er voor de inhoud nauwelijks plek over is.
Ik wil niet, dat ze weten dat als ik nog wel een patiënt behandel, meer dan de helft van de tijd opgaat aan onzinnige administratie, lijstjes afvinken, checklijstjes doorlopen, of onnodige vragenlijsten afnemen.
Ik wil niet dat ze weten dat ik om de gedeclareerde tijd te verantwoorden, geacht word in het patiëntendossier vanzelfsprekendheden op te schrijven, zoals ‘dossier gelezen, gebeld maar geen gehoor, brief gedicteerd’.”

Lees de hele blog Wat heeft de WAT-stap met geneeskunde te maken? door Menno Oosterhoff, Medisch Contact, 10 maart 2015: www.medischcontact.nl

Huisartsen publiceren manifest ‘Het roer moet om’. Er moet een eind komen aan de ‘geëxplodeerde zorgbureaucratie’

Een groep huisartsen heeft onder het motto ‘Het roer moet om!’ een manifest geformuleerd, waarin ze eisen dat politiek en verzekeraars een andere koers varen. Ze vragen om werkelijke samenwerking, op basis van vertrouwen en gelijkwaardigheid. De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) steunt het pleidooi van deze huisartsen.

Het manifest wordt in de avond van 11 maart 2015 gepubliceerd op www.hetroermoetom.nu om door huisartsen en sympathisanten ondertekend te kunnen worden.

De huisartsen spijkeren vanavond om vijf voor twaalf het manifest met eisen aan de voordeur van het ministerie van Volksgezondheid, bij zorgverzekeraars en bij Zorgverzekeraars Nederland. De huisartsen zeggen namens honderden collega’s in hun regio’s de noodklok te luiden ‘over de geëxplodeerde zorgbureaucratie, over een bejegening door de zorgverzekeraars gebaseerd op wantrouwen en op de wettelijk opgelegde onmacht tegenover de vier grote verzekeraars’.

Volgens het manifest varen de politiek en zorgverzekeraars een verkeerde koers, waardoor de cruciale rol van de huisarts in de eerstelijnszorg in gevaar komt. De bezorgde huisartsen eisen nu dat politiek en verzekeraars het roer omgooien: huisartsen moeten in staat gesteld worden op gelijkwaardige wijze onderhandelingen met zorgverzekeraars aan te gaan. En samenwerking moet primair gebaseerd zijn op vertrouwen in hun medische deskundigheid.

Ella Kalsbeek, voorzitter van de LHV: “De LHV begrijpt deze spontane actie van bezorgde huisartsen heel goed en ondersteunt hun pleidooi. Wij delen hun zorgen, ook wij vinden dat het anders moet. Regionale samenwerking en afspraken tussen zorgverzekeraars en huisartsen moeten mogelijk zijn, evenals meerjarige contracten. Daarvoor is niet alleen de medewerking van zorgverzekeraars nodig. De politiek lijkt zich gelukkig al te realiseren dat wet- en regelgeving wellicht aangepast moet worden”.

Bezorgde huisartsen publiceren manifest, Landelijke Huisartsen Vereniging LHV, 11 maart 2015: https://www.lhv.nl/actueel/nieuws/bezorgde-huisartsen-publiceren-manifest (Niet meer beschikbaar)

Huisartsen spijkeren manifest op ministerie VWS, NOS Nieuws, 11 maart 2015: http://nos.nl

www.hetroermoetom.nu

U P D A T E
Kamerbrief over manifest huisartsen, 20 maart 2015.
Minister Schippers (VWS) reageert op het manifest waarin een groep huisartsen eisen stelt aan politiek en verzekeraars: www.rijksoverheid.nl (Brief niet meer beschikbaar op site Rijksoverheid).
Zie site Beroepseer: https://beroepseer.nl

Vakmanschap en professionaliteit als emancipatorische waarden voor de vakbeweging

saskia boumansIn het prachtig gerestaureerde, door Berlage ontworpen monumentale gebouw De Burcht in Amsterdam vertelt Saskia Boumans over haar onderzoek naar vakmanschap en professionaliteit voor de vakbeweging. In het verleden was hier het hoofdkantoor van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond gevestigd. Hun ‘arbeiderspaleis’, dat symbool stond voor de trotse arbeider en de kwaliteit van zijn werk, straalt culturele rijkdom uit.

Momenteel zetelt in het gebouw het Wetenschappelijk Bureau voor de vakbeweging (WB), een onafhankelijk instituut dat tot doel heeft onderzoek te verrichten naar vraagstukken die voor de vakbeweging van strategische betekenis zijn.

Boumans vroeg zich af of de vakbeweging niet teveel een verdedigingsveste is geworden? Om een antwoord op die vraag te vinden heeft ze onderzocht of vakmanschap en professionaliteit opnieuw emancipatorische waarde kunnen krijgen voor de vakbeweging. Wat dan opvalt is dat beide begrippen meestal worden gebruikt om de doelstellingen van een bedrijf te realiseren. Een goed voorbeeld hiervan is Divosa, een vereniging van managers van sociale diensten. Een paar jaar geleden zetten zij vakmanschap centraal in de organisatie en dan wel in de betekenis van een permanent streven naar kwaliteitsverbetering. Maar, de motivatie van dit vakmanschapsprogramma zijn bezuinigingen en reorganisaties.
Het natuurlijke streven dat mensen in zich hebben naar goed werk, hun intrinsieke motivatie, wordt hier dus vooral gebruikt om de werkdruk in de praktijk te verhogen.

Kan de vakbond dan helemaal niets meer met vakmanschap nu het zo’n vervormd begrip is geworden? Volgens Boumans wel. Er zijn twee manieren:

1.Definieer samen met de leden en de werkers wat goed werk is. Dat kan namelijk nogal verschillen met het idee dat een werkgever of een organisatie heeft over goed werk.
2. Kijk waar je machtsbronnen liggen. Bij de leden natuurlijk, maar ook bij kennis, want professionaliteit en vakmanschap zijn toch vooral een bundeling van praktische kennis.

Het Wetenschappelijk bureau voor de Vakbeweging – Saskia Boumans