Skip to main content

Redactie Beroepseer

Vereniging Fysiotherapie & Wetenschap start onderzoek naar relatie minister Schippers en zorgverzekeraar

Op initiatief van drs Martin Keesenberg, bestuurslid en oprichter van de Vereniging Fysiotherapie & Wetenschap, is er een onderzoek gestart naar de invloed van zorgverzekeraars in Nederland op de politieke beslissingen van minister Schippers van Volksgezondheid.

Met dit onderzoek wil men op een termijn van vijf jaar vaststellen wat de invloed is (geweest) op de politieke beslismomenten ten aanzien van naturabeleid (zonder aantoonbare gunstige effecten) en het beroepsgeheim.

Het is de bedoeling dat een onderzoeksjournalist dit onderzoek uitvoert en daarover publiceert. Het onderzoek wordt gefinancierd door middel van Crowdfunding.

De Vereniging Fysiotherapie & Wetenschap (F&W) is een netwerk van academische fysiotherapeuten en academici in binnen- en buitenland ter facilitatie van wetenschappelijk fysiotherapeutisch onderzoek en biedt een online platform met digitale middelen voor de uitvoering van onderzoek.

Zie site vereniging F & W: Onderzoek relatie Edith Schippers VVD versus Zorgverzekeraar, Fysiotherapie & Wetenschap, 2 augustus 2015: www.fysiotherapiewetenschap.com

Professor Jos Dute: Geen wettelijke basis voor tussentijdse factuurregeling Jeugdzorg

De tussentijdse regeling voor medische gegevens op de factuur van jeugdhulpverleners aan de gemeente is niet mogelijk op basis van de Jeugdwet. Dat zegt professor Jos Dute, hoogleraar gezondheidsrecht aan de Radboud Universiteit in Nijmegen tegen Reinout Barth van Privacy Barometer.

Vrijdag 31 juli 2015 schreef staatssecretaris Van Rijn nog aan de Tweede Kamer dat een tussentijdse regeling mogelijk is op basis van de Jeugdwet. Volgens professor Dute is dit niet juist. “Artikel 7.3.11, lid 5 Jeugdwet biedt geen grondslag voor een dergelijke regeling”. De professor legt daarbij uit dat ook nergens uit de parlementaire toelichting bij de Jeugdwet blijkt dat dit artikel zo gebruikt mag worden.

Privacy Barometer meldde al op 14 juli 2015 dat de Jeugdwet helemaal geen ruimte toestaat voor een tussentijdse regeling. Hoogleraar Dute bevestigt deze inschatting nu. Het ligt ook voor de hand dat het niet mag, omdat de staatssecretaris onlangs met een wetsvoorstel is gekomen om de factuurregeling mogelijk te maken. Volgens Dute is dat inderdaad niet logisch. “Dit is met elkaar in tegenspraak. De ministeriële regeling lijkt me een gelegenheidsoplossing.”

Geheimhoudingsplicht

Om tot een goede regeling te komen moet volgens professor Dute sowieso aan een aantal voorwaarden zijn voldaan. “De ministeriële regeling zal onder meer moeten vastleggen welke gegevens moeten worden verstrekt, wie (binnen de gemeente) toegang krijgt tot de betreffende gegevens, dat deze gebonden is aan een geheimhoudingsverplichting en dat de gegevens niet voor andere doeleinden mogen worden gebruikt dan voor het doel waarvoor ze zijn verzameld namelijk financiële controle”.

Jurist Ab van Eldijk is het met deze analyse eens en zet deze wettelijke voorwaarden nog scherper neer. “Een regeling moet aan strenge voorwaarden voldoen, zoals toetsing op subsidiariteit, proportionaliteit, noodzakelijkheid en voorzienbaarheid”. Van Eldijk is voorzitter van de stichting KDVP, die zich al jaren inzet voor het behoud van privacy in de zorg. “Daarbij moet de minister bij indiening van een wetsvoorstel laten zien dat een toetsing aan deze beginselen heeft plaatsgevonden”.

Noch voor de het wetsvoorstel, noch voor de tussentijdse regeling lijkt deze toets te hebben plaatsgevonden. De staatssecretaris heeft geen Privacy Impact Assessment uitgevoerd. Dit is wel verplicht.

Zowel professor Dute als jurist Van Eldijk stellen dat er een duidelijke geheimhoudingsplicht moet zijn. Dute zegt dat dit vanwege de Wet bescherming persoonsgegevens ook verplicht is. Van Eldijk stelt dat het in de tussentijdse regeling “onduidelijk is of dat het medisch beroepsgeheim is of een willekeurige geheimhoudingsverklaring”.

Gemeenten willen medische gegevens over patiënten in de jeugdzorg hebben voordat ze voor die zorg willen betalen. Het medisch beroepsgeheim staat dit echter niet toe. Het medisch beroepsgeheim zorgt er juist voor dat mensen in vertrouwen bij een hulpverlener over hun problemen kunnen praten zonder dat de gemeente meekijkt.

Lees het hele artikel Hoogleraar: ‘Geen wettelijke basis factuurregeling Jeugdzorg’, door Reinout Barth, Privacy Barometer, 4 augustus 2015: www.privacybarometer.nl

Levenslessen van politiechef Liesbeth Huyzer

In Het Financieele Dagblad vertelt Liesbeth Huyzer aan René Bogaarts in een interview dat het een verrijking is de dingen vanuit een ander perspectief te bekijken: “Als je vanuit een ander perspectief naar dingen kijkt, zijn ze niet meer hetzelfde als voorheen, niet meer zo zwart-wit. Die instelling is altijd de leidraad in mijn leven en mijn werk geweest. Zo kijken maakt dingen kleurrijker, mooier, maar helaas ook ingewikkelder dan we soms graag zouden willen”.

Huyzer werd in 2013 benoemd tot chef van de grote politie-eenheid Noord-Holland, de regio van Texel tot Nieuw-Vennep, behalve Amsterdam en het Gooi. Het is een belangrijke post in de politiewereld. Dat is opvallend, omdat Huyzer daar pas tien jaar terug als zij-instromer is beland. De juriste begon haar loopbaan bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedsel en werd in 1998 hoofd Bestuurlijke en Juridische Zaken van de directie Politie op het ministerie van Binnenlandse Zaken: “Toen ik na twee jaar plaatsvervangend directeur Politie werd, kwam ik pas echt nauw met de politie en de korpsleidingen in contact. Er werd me al snel gevraagd of ik niet toe wilde treden, wat ongebruikelijk is omdat het ministerie toch een beetje als ‘de vijand’ werd gezien. Ik zei nee, want ik wist wel veel van beleid maar ik was niet opgeleid om zo’n organisatie operationeel aan te sturen. Pas toen Bernard Welten, toen korpschef van Amsterdam-Amstelland, me vroeg het korps te helpen op een andere manier om te gaan met de buitenwereld en het ministerie heb ik ja gezegd. Dáár lag mijn ervaring”.

Op de vraag wanneer ze heeft geleerd vanuit verschillend perspectief naar dingen te kijken, kan ze geen antwoord geven: “Ik heb het altijd gehad. Ik ben opgegroeid in een gereformeerd milieu, waar oordelen flink aan de orde waren. De veelbesproken vraag of iemand goed of slecht was, draaide er altijd op uit dat de goeden gereformeerd waren. Daar maakte ik me boos over. We woonden in Breda en veel van mijn vriendjes en vriendinnetjes waren katholiek. Ik zette me af tegen regels. Als A plus B altijd C was, durfde ik te veronderstellen dat er ook wel andere variaties waren. Thuis heb ik me er altijd tegen verzet dat ik meisjes-dingen moest doen, ik wilde ook best de auto wassen zoals mijn broertjes. Regels volgen alleen omdat iemand zegt dat het moet, daar heb ik moeite mee. Ik heb sterk de neiging te vragen waarom we iets doen. Zo kennen ze me ook op mijn werk”.

Het interview vindt plaats op de dag dat bekend wordt dat een agent uit haar eenheid zich voor de rechter moet verantwoorden voor poging tot doodslag na een schietincident in Haarlem eerder dit jaar. Die vervolging hakt er diep in bij de politie, en ook Huyzer laat haar frustratie merken: “Ik kan me weleens opwinden over de ongenuanceerdheid waarmee over het optreden van de politie wordt gesproken. Je werkt met een wapen en je moet vaak in een split second beslissen of je moet schieten. Achteraf is het makkelijk praten, maar die collega stónd daar. Ziet de samenleving wel wat wij doen?”

Lees het hele interview: ‘Een ander perspectief maakt dingen mooier, en ingewikkelder’, door René Bogaarts, Financieele Dagblad, 2 augustus 2015: http://fd.nl

Revolutie van de regio: nieuwe samenwerkingsverbanden tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven

In maart 2015 schoof burgemeester Niels Joosten van Doetinchem aan bij de vaste Kamercommissie Onderwijs (OCW). Aanleiding was een verkenning van de commissie over het belang van de Duitse taal in het onderwijs. Joosten betoogde dat beheersing van het Duits van groot economisch belang is voor de Achterhoek.

Ton de Korte, hoofd afdeling Projecten en Advies van CAOP, kennis- en dienstencentrum op het gebied van arbeidszaken in het publieke domein, schrijft dat sectorfondsen*) de regionale arbeidsmarkten veel te bieden hebben en dat de eerste voorzichtige stappen tot samenwerking zijn gezet.

Het betoog van burgemeester Joosten illustreert het toenemend zelfbewustzijn van de regio’s, want, aldus De Korte, de burgemeester trok bij de commissie OC&W gezamenlijk op met de secretaris van het POA, het Platform Onderwijs Arbeidsmarkt Achterhoek. Daarin werken overheden, werkgevers, vakbonden en het lokale onderwijs samen. De publieke en de private sector werken daarmee eendrachtig aan het oplossen van knelpunten op de arbeidsmarkt.

Als paddestoelen uit de grond

Gelderland kent meer van dit soort regionale samenwerkingsverbanden. Die sluiten naadloos aan bij het arbeidsmarktbeleid van de provincie: de plaatselijke arbeidsmarkt wordt ondersteund door het bevorderen van regionale samenwerking. Vanuit dit beleid schieten de regionale arbeidsmarktprojecten in Gelderland als paddenstoelen uit de grond. Zo is er een project voor intersectorale arbeidsmobiliteit, dat werkgevers uit diverse bedrijfstakken bijeen brengt. Gezamenlijk proberen zij boventallige werknemers te herplaatsen voor er ontslagen vallen en mensen in de uitkering belanden.

Ook elders in het land ontstaan dit soort regionale arbeidsmarktorganen, waarbij overheden, onderwijs en bedrijfsleven gezamenlijk optrekken. Opvallend bij deze initiatieven is dat het samenwerken met de sectorale arbeidsmarktfondsen sterker kan. Dat zijn er meer dan honderd, waarvan een kleine twintig in het publieke domein (zoals overheid, onderwijs en zorg). Onderdeel van hun werk is het bijdragen aan de kwaliteit van het werk in de sector en aan een goed functionerende arbeidsmarkt met onderzoek, kennis, projecten. Zij hebben ook regio’s veel te bieden, en steeds vaker gaat het om maatwerk.

De sectorfondsen hebben te maken met drie ingrijpende veranderingen die zich op de arbeidsmarkt hebben voorgedaan.
– De toegenomen employability, de inzetbaarheid van werkenden.
– Regionalisering. In het sociaal akkoord van 2013 is afgesproken om de arbeidsmarkt in 35 regio’s op te knippen.
– De groei van het aantal flexibele werknemers: zzp’ers, gedetacheerden, payrollers, uitzendkrachten, medewerkers die wel werkzaam zijn binnen de sector maar niet op de loonlijst staan, niet onder de desbetreffende cao vallen en dus – met enkele uitzonderingen – ook niet onder de werkingssfeer van het sectorfonds. Zo’n 25 tot 30 procent van de werkenden in Nederland kan geen gebruik maken van de voorzieningen van de sectorale arbeidsmarktfondsen. Sommige sectorfondsen overwegen of ze hun faciliteiten ook beschikbaar kunnen maken voor deze ‘flexwerkers’, mede op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid  (SZW) en de Stichting van de Arbeid.

Revolutie van de regio

Regionalisering biedt sectorfondsen nieuwe perspectieven. Sectorfondsen van het HBO en de universiteiten hebben de mobiliteit tussen beide sectoren onderzocht. Het sectorfonds voor de sociale werkvoorziening (SBCM) werkt samen met zo’n vijftien andere sectorfondsen aan pilots en experimenten om mensen met een beperking duurzaam geplaatst te krijgen.

In het najaar van 2013 wees de Tilburgse arbeidsmarktspecialist Ton Wilthagen, tevens adviseur van de Sociaal Economische Raad (SER), bij de opening van het academisch jaar op het belang van de regionalisering van de arbeidsmarkt. Revolutie van de regio, zo noemde hij het. Mensen willen graag werken in dezelfde regio. Daar komt bij dat steeds meer bedrijven, instellingen en overheden zich regionaal organiseren, waarbij de bedrijven zorgen voor werkgelegenheid en de publieke sector helpt door het aanleggen van infrastructurele voorzieningen, bijvoorbeeld via het onderwijs en het investeringsklimaat. Steeds meer regio’s ontwikkelen zich zo tot sterke economische spelers, zoals Eindhoven (Brainport), Twente en Wageningen (Food Valley).

De grote omhelzing tussen regionale en (inter)sectorale initiatieven kost aldus De Korte, veel nadenken, overleg en tijd: “Tijd om te onderzoeken waarom en hoe je als betrokken partijen, zoals sociale partners en werkgevers, gemeenten en UWV, de sectoroverschrijdende en regionale samenwerking kan versterken. In het recente rapport ‘Advies Werkloosheid voorkomen, beperken en goed verzekeren. Een toekomstbestendige arbeidsmarktinfrastructuur en Werkloosheidswet’ van de SER over de werking van de arbeidsmarkt wordt aan de Stichting van de Arbeid gevraagd de samenwerking tussen sectoren en regio’s te monitoren en te stimuleren. Een mooie uitdaging!”

*) Een sectorfonds heeft tot doel het algemeen belang van een bedrijfstak – bouw, landbouw, industrie of detailhandel – te behartigen. Sectorfondsen worden meestal gefinancierd door de werkgevers in die specifieke sector, op basis van CAO- afspraken.

Sectorfondsen hard nodig op regionale arbeidsmarkten, door Ton de Korte, CAOP, 29 juli 2015: www.caop.nl

Advies Werkloosheid voorkomen, beperken en goed verzekeren: Een toekomstbestendige arbeidsmarktinfrastructuur en Werkloosheidswet, SER, februari 2015: www.ser.nl

 

Onderzoek onder wijkverpleegkundigen moet meehelpen aan omslag: Van ‘systeemwereld’ naar ‘leefwereld’

De regionale kruisvereniging West-Brabant doet vaak eigen onderzoek. Momenteel laat de vereniging door het adviesbureau voor de publieke sector BMC Advies onderzoek doen naar de meerwaarde van een ‘leefwereldbenadering’ binnen de wijkverpleging. Met het onderzoek hoopt de vereniging wijkverpleegkundigen en andere professionals te helpen los te komen van de ‘systeemwereld’. De eerste resultaten worden najaar 2015 verwacht.

Volgens Henk van Tilborg van de regionale kruisvereniging is een omslag in denken en doen van de ‘systeemwereld’ naar de ‘leefwereld’ nog steeds niet tot stand gebracht binnen de zorg en het sociaal domein: “Reeds tien jaar geleden werd deze omslag voorspeld, maar recent bleek dit één van de weinige voorspellingen die niet is uitgekomen”. Zie het essay Beleef de onzichtbare overheid, 2015 dat al in 2005 werd geschreven door Arre Zuurmond, Bert Mulder en Marcel Bullinga. In hun essay doen zij tal van voorspellingen die tien jaar later realiteit zijn geworden, hoewel vele nog in de kinderschoenen staan.

Ondanks de decentralisaties en de hervormingen in de zorg blijven oude werkwijzen volgens Van Tilborg hardnekkig bestaan.

Kenmerken van de leefwereld zijn in wezen de kenmerken van de presentiebenadering waarbij de zorggever zich aandachtig en toegewijd betrekt op de ander. Er wordt niet alleen uitgegaan van de hulpvraag, maar ook van het verlangen van mensen, van het appèl dat uitgaat van behoeftigheid en van wat fatsoenlijke mensen zouden doen. Het gaat om naast de ander staan, naastenliefde, dialoog en de dagelijkse werkelijkheid als uitgangspunt nemen.

Het onderzoek wordt uitgevoerd onder ‘wijkzusters’ van Surplus Zorg, Thuiszorg West-Brabant en zorgorganisatie Elisabeth Breda. Gekeken wordt onder meer in hoeverre de leefwereldbenadering – zoals vastgelegd in een keurmerk van CIIO*) – uitwerking heeft op cliënten en wijken.
Het keurmerk van CIIO moet volgens de kruisvereniging een alternatief bieden voor ‘systeemgerichte’  instrumenten als de CQ-index (Consumer Quality Index) , die recent in de ijskast is gezet door staatssecretaris Van Rijn. Zie de Kamerbrief van 26 juni 2015 over de voortgang van het plan van aanpak Waardigheid en trots. Liefdevolle zorg voor onze ouderen.

Het vorige onderzoek van kruisvereniging West-Brabant, De wijkzuster terug in West-Brabant – worden we er beter van?, werd landelijk nieuws. Het was medeverantwoordelijk voor de opname van € 250 miljoen voor wijkverpleegkundigen in het huidige regeerakkoord.

*) Toetsingskader cliëntgestuurde wijkzuster, CIIO: www.ciio.nl

Kruisvereniging onderzoekt meerwaarde van leefwereldbenadering in wijkverpleging, Zorg en Z…, 21 juli 2015: http://zorgenz.nl

Beleef de onzichtbare overheid, 2015: https://marcelbullinga.files.wordpress.com

Kamerbrief over voortgang Waardigheid en trots. Liefdevolle zorg voor onze ouderen, 26 juni 2015: www.rijksoverheid.nl

Rapport Waardigheid en trots. Liefdevolle zorg voor onze ouderen, Rijksoverheid, 10 februari 2015: www.rijksoverheid.nl

De wijkzuster terug in West-Brabant – worden we er beter van? Een onderzoek naar de maatschappelijke kosten en batendoor d r.ir. E.H. van der Meer, BMC Advies, september 2011: www.bmcadvies.nl

Wat is presentie?: http://www.presentie.nl/wat-is-presentie


U P D A T E

De Kracht van het Alledaagse. Een onderzoek naar kenmerken, bepalende factoren en meerwaarde van de leefwereldbenadering in de wijkverpleging, Regionale Kruisvereniging Noord-Brabant, Februari 2016: https://dekruisvereniging.nl

 

 

Wat heeft de Zorgverzekeringswet ons na tien jaar opgeleverd?

Marijke Linthorst, tot 2 juni 2015 Eerste Kamerlid namens de PvdA, vraagt zich op de site van Sociale Vraagstukken af wat de Zorgverzekeringswet ons eigenlijk heeft opgeleverd? Linthorst behoort tot de zg. ‘drie PvdA-dissidenten’ die in december 2014 in de Eerste Kamer tegen de zorgwet van minister Schippers stemden.

De Zorgverzekeringswet (Zvw) werd ingevoerd op 1 januari 2006. De wet zou de zorg beter, goedkoper én voor iedereen toegankelijk maken. Bij de vormgeving ervan is uitgebreid aandacht besteed aan de risico’s die een grotere rol voor zorgverzekeraars met zich mee zou kunnen brengen. Er werd vooral gevreesd voor risico-selectie en concurrentie op prijs, in plaats van op kwaliteit.

Om deze zorgen te ondervangen, is er een acceptatieplicht voor zorgverzekeraars en een verbod op premiedifferentiatie: verzekeraars moeten iedereen die zich bij hen meldt als verzekerde accepteren en gelijke polissen moeten aan iedereen voor dezelfde premie worden aangeboden.

Linthorst concludeert tien jaar na invoering van de Zorgverzekeringswet dat de zorgkosten minder hard groeien dan voorheen, maar dat de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg in het gedrang zijn geraakt. Verzekeraars zijn massaal risico-selectie gaan toepassen. Selectie op groepskenmerken staat haaks op het idee dat mensen met een laag gezondheidsrisico meebetalen aan de kosten van mensen met een hoog gezondheidsrisico.

Zorgverzekering als consumptiegoed

Ook negatief is dat de zorgverzekering nu wordt gepresenteerd als een consumptiegoed, waar je zelf verantwoordelijk voor bent en die je zo goedkoop mogelijk moet aanschaffen. Natuurlijk zijn mensen zelf verantwoordelijk voor het afsluiten van een zorgverzekering, maar zijn zij ook in staat om dat op een afgewogen manier te doen? Mensen hebben de neiging om voor de goedkoopste verzekering te kiezen, een neiging die nog wordt versterkt door de spotjes van verzekeraars die mensen oproepen om vooral hun eigen voordeel na te jagen: betaal alleen voor wat je nodig hebt.

Burgers moeten zich ervan bewust zijn dat de Nederlandse zorg kwalitatief van hoog niveau is, en dat dit ook iets kost. De prijs van een polis mag niet zodanig zijn dat mensen zich er geen kunnen veroorloven, maar dat is iets anders dan het nastreven van zo goedkoop mogelijke polissen. Wie weinig verdient, is na verrekening van de zorgtoeslag € 7 per maand kwijt voor de goedkoopste niet-budgetziektekostenverzekering. Dat is niet reëel. Voor dat geld heb je nog niet eens een mobieltje.

Lees het hele artikel Wat heeft de Zorgverzekeringswet ons eigenlijk opgeleverd? door Marijke Linthorst, Sociale Vraagstukken, 30 juli 2015: www.socialevraagstukken.nl

Wegwijzer Pesten: In drie stappen naar een passende aanpak van pesten

tekening wat is pesten tnoOnderzoeksinstituut TNO heeft in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken een Wegwijzer pesten uitgegeven die je in drie stappen leidt naar een passende aanpak van pesten.

Pesten op het werk is een hardnekkig probleem in onze samenleving. Er is sprake van pesten op het werk bij herhaald ongewenst negatief gedrag waartegen iemand niet in staat is zich te verdedigen.
Pesten kan (ernstige) gevolgen hebben voor de gepeste, maar ook voor de omstander en de werkgever. Doortastend en zorgvuldig optreden is van groot belang. Een aanpak gericht op de oorzaken van pesten werkt het beste, omdat je hiermee de kans op herhaling verkleint. De Wegwijzer pesten is erop gericht de gepeste, de omstander en de leidinggevende/HR-medewerker te helpen bij het (h)erkennen van pestgedrag en hen handvatten te geven om pesten aan te pakken.

Van de werknemers wordt 7,8 procent gepest op het werk. Dat zijn ruim een half miljoen werknemers. 1,2 procent van de werknemers wordt structureel gepest op het werk. Dat zijn ruim 80.00 werknemers.
Pesten leidt tot vier miljoen extra verzuimdagen per jaar. Per bedrijf komt dat neer op 45.00 euro per jaar verlies.

Bedrijven pakken pesten op het werk vaak verkeerd aan, aldus deskundigen. Veel organisaties hebben protocollen voor pestgedrag, maar aan de uitvoering daarvan schort het vaak. Zo zijn namen van vertrouwenspersonen bijvoorbeeld onvindbaar op intranet. Ook denken veel werkgevers dat pesten bij hun niet voorkomt of vinden dat hun medewerkers gewoon tegen een geintje moeten kunnen.
Soms wordt de gepeste of de pester ontslagen. Maar dat levert een verschuiving van het probleem op: de pesters vinden wel weer een nieuw slachtoffer of na het weggaan van de pestkop staat er een nieuwe op. Volgens ‘pestpsycholoog’  Bob van der Meer moeten organisaties de hele afdeling aanspreken, en dus ook verantwoordelijk maken.

Klik hier voor de Wegwijzer pesten van TNO.

Klik hier voor factsheet Herken pesten van TNO.

4 miljoen verzuimdagen door pesten op het werk, TNO, 1 juni 2015: http://www.monitorarbeid.tno.nl/nieuws/kwart-van-de-werknemers-ooit-gepest (Niet meer beschikbaar).

Pesten op werk kost bedrijf 45.000, PW De Gids, door Sanne van Baar, 22 juli 2015: www.pwnet.nl/1149/pesten-op-werk-kost-bedrijf-45-000

wegwijzer pesten tno

U P D A T E

Pesten, intimidatie en discriminatie op het werk – Factsheet, Monitor Arbeid TNO, 6 juni 2016: https://monitorarbeid.tno.nl/publicaties/factsheet-pesten-intimidatie-en-discriminatie-op-het-werk/

 

Nomineer de beste opleider van Nederland voor Opleidingsprijs 2015

opleidingsprijs 2015In 2015 wordt voor de zevende keer de Opleidingsprijs uitgereikt. Het thema is e-Health: H@ck your healthcare. Zet uw opleider zich in voor verbetering van de opleiding? Is er aandacht voor differentiatie en verdieping? Is hij of zij de opleider van de toekomst?

De prijsvraag wordt georganiseerd door De Jonge Specialist, een zelfstandige beroepsvereniging voor artsen in opleiding (aios), in 2013 ontstaan uit de fusie tussen De Jonge Orde en de Landelijke Vereniging voor medisch specialisten in opleiding (LVAG). De Jonge Specialist staat voor één gezamenlijke aios-stem op landelijk niveau, een sterke onderhandelingspositie voor alle aios en het initiëren, coördineren en stimuleren van initiatieven ter bewaking en verbetering van de opleiding.
De vereniging werkt samen met de Orde van Medisch Specialisten (OMS) en de Landelijke Vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD).

Nomineren kan nog tot 1 augustus 2015 door het invullen van de vragenlijst op de website van De Jonge Specialist.
Een kritische vakjury selecteert uit de aanmeldingen de beste drie kandidaten. Op de landelijke AIOS Upgrade van vrijdag 4 december 2015 kiezen de daar aanwezige aios de winnaar. Deze verdient, naast de eeuwige roem, een geldbedrag, te besteden aan de verdere verbetering van de opleiding.

Invullen vragenlijst: http://fd10.formdesk.com/federatiemedischspecialisten/Opleidingsprijs_eHealth_2015 (niet meer beschikbaar).

Meer info over de Opleidingsprijs: dejongespecialist.nl

U P D A T E

Watske Smit wint Opleidingsprijs 2015, De jonge specialist, 4 december 2015: https://www.dejongespecialist.nl/lists/nieuws/detail.aspx?ID=23

 

Uitnodiging aan professionals voor bijdrage aan nieuwe visie op zorgonderwijs en regionale samenwerkingsverbanden

Doekle Terpstra heeft een pamflet naar ruim 3000 bestuurders in onderwijs, zorg en overheid gestuurd waarin hij oproept aan de slag te gaan om het onderwijs beter af te stemmen op huidige en toekomstige ontwikkelingen in de zorg. Werken in de zorg gaat de komende jaren namelijk enorm veranderen. De zorg wordt complexer, de rol van technologie wordt groter en de regie van de patiënt staat steeds meer centraal. Dit vraagt om een nieuwe visie op het onderwijs van huidig en toekomstig zorgpersoneel. Samenwerking tussen overheid, zorg-, welzijns- en onderwijsinstellingen is hierbij cruciaal.

Om deze samenwerking verder te versterken werd in april 2015 het Zorgpact gelanceerd. Zorgpact is een actiegerichte agenda voor de periode tot 2020 voor regionale samenwerking tussen overheid, zorg- en onderwijsinstellingen.
Het initiatief voor het Zorgpact is genomen door de het ministerie van Volksgezondheid (VWS) en het ministerie van Onderwijs (OCW).
Onderwijsinstellingen, zorg- en welzijnsinstellingen, regionale overheden en professionals in zorg en onderwijs worden uitgenodigd om vanuit hun eigen expertise en verantwoordelijkheid een bijdrage te leveren aan een regionale aanpak.

Op zoek naar mooie voorbeelden

In de komende maanden gaat Doekle Terpstra in de regio’s op zoek naar mooie voorbeelden van bestaande, succesvolle initiatieven en netwerken. Het Zorgtrainingscentrum regio Zwolle is zo’n voorbeeld voor het werken aan de zorgmedewerker van de toekomst. Voorzitter Theo Rietkerk van de onderwijsorganisatie Landstede Groep nam het eerste pamflet van het Zorgpact in ontvangst uit handen van Terpstra op 16 juli 2015.
Door het hele land schuift Terpstra aan bij gesprekken met betrokken partijen. En waar dit niet vanzelf gebeurt brengt hij partijen bijeen. Later dit jaar presenteert het Zorgpact een kopgroep van honderd goede voorbeelden, om anderen te inspireren. Eind 2015 volgt nog een landelijke werkdag.
Doekle Terpstra: “We gaan van ‘zorgen voor, naar zorgen dat’. Ik zie al veel instellingen samen zoeken naar manieren om dat mogelijk maken. Het Zorgpact wil die beweging verder faciliteren”.

Regionale actieagenda’s

Het Zorgpact is succesvol als er meer samenwerking tot stand komt tussen de “gouden driehoek” van zorgaanbieders, lokale overheden en onderwijsinstellingen. Een duurzame investering die moet leiden tot betere resultaten met oog voor de behoeften en wensen van patiënten en cliënten. Terpstra: “Samenwerken is het nieuwe concurreren”. In de werkwijze laat het Zorgpact zich leiden door de behoefte van de partijen in de regio. Daar waar nodig en mogelijk zullen zij aanjagen, verbinden, spiegelen, inspireren, en inhoudelijk ondersteunen. Deze aanpak moet leiden tot breed gedragen regionale actieagenda’s, opgesteld en uitgevoerd door de betrokken partijen.

Klik hier voor het pamflet Zorgpact: https://www.zorgpactnoord.nl/wp-content/uploads/2016/05/pamflet-zorpact.pdf (Website bestaat niet meer)

Doekle Terpstra op pad voor vernieuwing in zorg en onderwijs, VBZ, 16 juli 2015: https://vbz-kam.nl/nieuws/doekle-terpstra-op-pad-voor-vernieuwing-zorg-en-onderwijs/ (Website bestaat niet meer)

Naar nieuwe zorg en zorgberoepen: de contouren, Rijksoverheid, 10 april 2015: https://beroepseer.nl

U P D A T E

Zorgpact: een blik op vier jaar beweging, uitgave Zorgpact, december 2018: https://beroepseer.nl

Zorgpact stopt, versteviging arbeidsmarkt en onderwijs gaat door, Zorg en Z…, 4 december 2018: https://zorgenz.nl/zorgpact-stopt-versteviging-zorg-en-onderwijs-gaat-door/

Zorgpact: samen op weg naar beter, Rijksoverheid, 16 februari 2018: https://beroepseer.nl

Zorgpact wordt twee jaar verlengd, Rijksoverheid, 8 december 2016: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2016/12/08/zorgpact-wordt-twee-jaar-verlengd (Bericht is niet meer beschikbaar op site Rijksoverheid) Zie: www.nationaleonderwijsgids.nl/mbo/nieuws/36662-zorgpact-wordt-twee-jaar-verlengd.html