Skip to main content

Redactie Beroepseer

Ingezonden brief aan directeur Curatieve zorg van Ministerie VWS inzake misstanden GGZ

De redactie van PsyNed, het kennis,- nieuws en opinieplatform voor zorgprofessionals in de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ), ontving in juli 2015 een ingezonden brief, gericht aan de directeur Curatieve zorg van het Ministerie van Volksgezondheid (VWS) inzake misstanden in de GGZ. De brief luidt als volgt:

Geachte mevrouw Esman,

Onder verwijzing naar bijgevoegd artikel uit Algemeen Dagblad (mei 2015) en onderstaand schrijven van twee prominente psychiaters, wenden wij ons graag tot u met het volgende.

Er zijn steeds meer indicaties, niet alleen in dagbladen maar ook in wetenschappelijke literatuur, o.a. in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (bijlage), dat meer en meer patiënten in de GGZ zich gedwongen voelen tot suicide, zich aan te melden voor euthanasie/de Levenseindekliniek en bij de Nederlandse vereniging voor vrijwillige euthanasie omdat, onder regie van VWS, de GGZ is ontmanteld, ‘er geen behandelplaats meer beschikbaar is’ en omdat doodzieke mensen vanuit een klinische omgeving letterlijk op straat worden gezet.

Steeds meer patiënten komen levensbedreigend klem te zitten, terwijl (beloofde) decentrale zorg nonadequaat blijft.

Zijn u en uw departement hier niet systeemverantwoordelijk voor ? En is dat naast een politieke ook niet een ambtelijke verantwoordlijkheid? U voedt immers uw bewindslieden.

Deze schrijnende situatie geldt o.a. voor bordeline patiënten (zie bijlage). Terwijl er inmiddels voldoende academische & praktijk indicaties (zie onder) zijn dat meer dan de helft van deze patiëntenpopulatie genezen kan worden (en tot 72% zelfs grotendeels), wordt er onder de systeemverantwoordlijkheid van VWS direct en indirect steeds vaker voor gekozen deze patiënten niet langer te behandelen. Elke ggz professional (en waarschijnlijk zelfs een basisschoolleerling) kan u uitleggen dat dit korte termijnbeleid inzake GGZ leidt tot maatschappelijke overlast, blijvende invaliditeit/non-participatie, meer risico op drugsproblematiek en aanhoudende zorgconsumptie. Hoe ijzingwekkend en kosteninefficient vindt u dat ?

Uw minister verschuilt zich, aldus kenners, vooral achter het RA Rutte 2 en het uitgavenkader Zorg. U weet wel beter, u wilt voor elke patiënt in medische nood de meest doeltreffende en doelmatige curatieve patientenzorg, toch ?

Dat gezegd hebbende stelllen wij u, naast bovenstaande vragen, ook graag de volgende vragen:

  • Wat vindt u als mens van de casuïstiek, zoals beschreven in de gevoegde krant en bevestigd door onderstaande prominente psychiaters ?
  • Wat vindt u als verantwoordelijke beleidsmaker van de casuïstiek, zoals beschreven in de gevoegde krant en bevestigd door onderstaande prominente psychiaters ?
  • Bent u het met ons eens dat genoemde bezuinigen op de geestelijke gezondheidszorg leidt tot enorme medische en maatschappelijke schade, zo ja waarom, zo nee, waarom niet ?
  • Wanneer denkt u dat dit soort problematiek, zoals oa beschreven in het genoemde krantenartikel, verleden tijd is?
  • Blijkens een recente opiniepeiling (Telegraaf) vindt het algemene publiek dit beleid evenzo gruwelijk. Wat vindt u hiervan?
  • Wanneer maakt u werk van vroegsignalering en preventie, waar GGZ professionals en lpggz al jaren voor pleiten en evident economischer is?

Zoals u bekend is een zgn. ‘burgerbrief’ een in de Grondwet verankerd recht. Een procedureel antwoord of verwijzing naar kamerstukken achten we niet opportuun. Wij verzoeken u vriendelijk ons een inhoudelijk en schriftelijke reactie te sturen.

Met dank en vriendelijke groet,
Marcel Hagemeyer en Louis de Vos

Bijlagen en verwijzingen:

http://www.ggznieuws.nl/home/vaker-zelfmoord-door-bezuinigingen-ggz/
http://m.ad.nl/ad/m/nl/4560/Gezond/article/detail/4026068/2015/05/16/Borderline-patiente-Ik-wil-niet-dood-ik-wil-alleen-hulp.dhtml

http://medischcontact.artsennet.nl/Actueel/Nieuws/Nieuwsbericht/138929/Aantal-suicides-in-de-ggz-gestegen.htm

Zie de brief op de site van PsyNed, alsmede reacties van psychiaters: Ingezonden brief aan de directeur curatieve zorg minvws, inzake misstanden GGZ, PsyNed, 8 juli 2015 (Niet meer beschikbaar op site PsyNed).

Toespraak minister Bussemaker bij opening MBO-jaar 2015: De toekomst van beroepsbegeleidend leren

Dit jaar vond de feestelijke opening van het MBO-jaar 2015 plaats in de voormalige Onderzeebootloods van de Rotterdamse Droogdok Maatschappij. Op het voor de vijfde maal georganiseerde MBO-diner*) op 7 september hield minister Jet Bussemaker van Onderwijs een toespraak voor 210 genodigden uit het onderwijs, het bedrijfsleven en de politiek. Thema was: De toekomst van BBL.
BBL betekent: beroepsbegeleidende leerweg.

In haar toespraak sprak de minister over de kansen en bedreigingen van de snelle technologische ontwikkelingen. Deze leiden tot grote veranderingen in de samenleving en ook op de werkvloer. Banen verdwijnen, vooral op MBO 2 en 3 niveau, maar misschien ook wel op de hogere niveaus. En uiteraard komen er ook nieuwe banen bij. Volgens de minister zal het MBO op deze ontwikkelingen de komende tijd moeten inspelen: “Juist nu we op koers zitten met het realiseren van de ambities van Ruim baan voor vakmanschap en de kwaliteitsafspraken, moeten we verder richting de horizon kijken”. De grote vraag is volgens haar: welke vaardigheden hebben mensen in de toekomst nodig?

Vakmanschap in transitie
Volgens de minister zal het MBO in de toekomst zich zowel moeten richten op vakmanschap als op generieke vaardigheden. Zij sprak in dit verband over ‘vakmanschap in transitie’. Werknemers van de toekomst hebben behoefte aan vaardigheden als flexibiliteit, creativiteit en empathie: “Juist de eigenschappen waarin de mens zich zal blijven onderscheiden van de robot”. De grote vraag waar MBO-scholen voor staan: “Hoe zorg je ervoor dat je studenten traint in die generieke vaardigheden, terwijl ze zich ook moeten specialiseren in hun vak?”

Volgens minister Bussemaker staat het MBO de komende tijd voor fundamentele vragen. Ze legde er drie voor aan het publiek als ‘voedsel om te denken’: vakmanschap in transitie, vervagende grenzen tussen sectoren en opkomst van de regio. Een stelselwijziging sluit zij daarbij niet uit: “Niet het systeem moet het uitgangspunt zijn, maar de vraag wat jongeren moeten leren en bedrijven nodig hebben om met elkaar te werken in de robotsamenleving die eraan komt”.

*) Het diner werd georganiseerd door Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven (SBB) in nauwe samenwerking met de MBO-Raad, Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB), VNO/NCW-MKB en het ministerie van OCW.

Lees de hele Toespraak Opening MBO-jaar 2015, door Jet Bussemaker, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 7 september 2015: www.rijksoverheid.nl (Niet meer beschikbaar op site Rijksoverheid. Ga naar sitearchief en type in zoekveld van grijze linkerkolom de titel van het document: https://rijksoverheid.sitearchief.nl/#)

Vijfde mbo-diner focust op toekomst bbl, Beroepsonderwijs bedrijfsleven (SBB), 8 september 2015: www.s-bb.nl/nieuws/vijfde-mbo-diner-focust-op-toekomst-bbl (Nieuwsberricht niet meer beschikbaar). Zie de video van de bijeenkomst op Vimeo Mbo-diner 2015: https://vimeo.com/138739271
SBB is de op 1 augustus 2015 nieuw gestarte samenwerkingsorganisatie van beroepsonderwijs en bedrijfsleven. Beroepsonderwijs en bedrijfsleven werken samen in SBB om studenten de beste praktijkopleiding te geven met uitzicht op een baan. Bedrijven krijgen zo steeds de best gekwalificeerde vakmensen.

toespraak minister bussemaker opening mbo jaar2015

 

Wat zijn uw ervaringen met zorg- en hulpverlening in uw gemeente? Vul de vragenlijst in

aandacht voor iedereenWat zijn de ervaringen met het geven van burenhulp, vrijwilligerswerk en mantelzorg? En hoe tevreden zijn mensen die hulp vragen over de manier waarop hun gemeente de toegang tot zorg en ondersteuning regelt? Om daarachter te komen, start de digitale raadpleging Zorg naar gemeenten: Goed voor elkaar?

Het nieuwe zorglandschap kent een grotere bijdrage van burgers in de vorm van burenhulp, mantelzorg en vrijwilligerswerk. Negen cliëntenorganisaties zijn benieuwd naar de ervaringen met het geven van deze ondersteuning. Ook willen zij weten of cliënten tevreden zijn over het contact met de gemeente, onafhankelijke cliëntondersteuning en de uitkomst van het gesprek met de gemeente.

Zo doet u mee

U kunt de vragenlijst invullen via www.zorgnaargemeenten.nl. Dat duurt ongeveer 10 minuten. Mensen die geen internet hebben, kunnen telefonisch hun ervaringen melden: op werkdagen tussen 9 en 17 uur via 0900 235 67 80 (20 cent per gesprek). Meedoen kan van 3 september tot 5 oktober 2015.

Iedereen kan meedoen

De vragenlijst is bedoeld voor mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben én voor mensen die vrijwilliger zijn of onbetaald hulp (kunnen) bieden.

De digitale raadpleging is onderdeel van het programma Aandacht voor iedereen (AVI). Hierin werken negen cliëntenorganisaties samen: Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties CSO, Ieder(in), Koepel Wmo-raden, Landelijk Platform GGz, Mezzo, patiëntenfederatie NPCF, Oogvereniging, Per Saldo, en Zorgbelang Nederland.
Aandacht voor iedereen wordt gefinancierd door het ministerie van VWS en afgestemd met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

Door de vragenlijst in te vullen, helpt u mee de zorg door gemeenten te verbeteren.
De resultaten van de raadpleging worden gebundeld en aangeboden aan lokale belangenbehartigers, Wmo-raden en gemeenten. Zij kunnen de ervaringen gebruiken om goede zorg te regelen die past bij wat mensen vragen.

Zorg naar gemeenten: meld uw ervaringen, Aandacht voor iedereen, 3 september 2015: www.aandachtvooriedereen.nl (Artikel niet meer beschikbaar).*)

Zorg naar gemeenten: wat zijn uw ervaringen? Atlas van zorg & hulp, 9 september 2015: Lees meer: www.zorghulpatlas.nl (Artikel niet meer beschikbaar).

Atlas van zorg en hulp: https://zorghulpatlas.nl

Vragenlijst Zorg naar gemeenten: Goed voor elkaar? http://vragenlijst.dezorgvraag.nl (site niet meer actief).

Zie ook Mijn kwaliteit van leven: www.mijnkwaliteitvanleven.nl

U P D A T E

*) Het programma Aandacht voor iedereen (AVI) is eind oktober 2017 beëindigd: https://www.aandachtvooriedereen.nl/avi

Gemeentelijke Monitor – Sociaal Domein Rapport: www.waarstaatjegemeente.nl

Burgerpeiling: https://vng.nl/projecten/burgerpeiling

Zorg naar gemeenten – Op weg naar de bedoeling van de Wmo, AVI-cliëntenmonitor Verdiepend Onderzoek, 23 december 2016: https://www.patientenfederatie.nl/images/projecten/AVI/AVI_rapport_5_Zorg_naar_gemeenten_2016.pdf

 

Professor Jaap Spronk bij afscheidsrede: Financieel onderwijs en onderzoek zijn aan grondige herziening toe

Hoogleraar Jacob Spronk van de leerstoel Financial Management Science neemt op 11 september 2015 na 33 jaar afscheid van de Erasmus Universiteit Rotterdam. In zijn afscheidsrede Let’s change finance betoogt Spronk dat het financieel management meer aandacht nodig heeft voor context en impact. Zowel de financiële onderzoeksagenda als het financieel onderwijs zijn aan een grondige revisie toe.
Volgens hem is een verdachte van de financiële crises erin geslaagd opmerkelijk goed buiten de schijnwerpers te blijven. Die verdachte is misschien niet de grootste boosdoener, maar op zijn minst wel medeplichtig: zijn eigen discipline finance, met inbegrip van subdomeinen als financial management science en financial economics.
“Waar het aan heeft ontbroken in ons vakgebied is het academisch debat en introspectie met betrekking tot de gevolgen van de zuiver financiële manier van denken,” zegt Spronk. “De dingen die we doen, doen we goed – maar er zijn ook andere dingen die we moeten doen”.

Onderliggende aannames
Veel problemen, zoals de niet-financiële gevolgen van beslissingen, zijn binnen deze academische discipline niet aan de orde gesteld, aldus Spronk, terwijl dat wel had moeten gebeuren. Daarnaast werden de kwesties die wel aandacht kregen vaak benaderd op een manier die niet echt helpt bij besluitvorming en management, omdat de onderliggende aannames te onrealistisch waren voor individuele beslissingen. Toch is finance in de loop van de tijd een soort filosofie geworden die zowel de manier van denken als het gedrag van managers en organisaties heeft beïnvloed. Veel van deze kwesties zijn vanuit de financiële wetenschap nooit aangeroerd.

Financiële onderzoeksagenda
Spronk doet suggesties hoe het beter kan, de gevolgen van financiële beslissingen krijgen extra aandacht in zijn betoog. Hij wil een aanzet geven voor het debat met en onder zijn collega’s. Gelet op de financiële crises van 1998, 2001, 2008, de eurocrisis en de meest recente Chinese beurscrisis, verdedigt Spronk de stelling dat de financiële onderzoeksagenda en het financieel onderwijs aan een grondige revisie toe zijn. Dit kan binnen de huidige universiteiten niet gemakkelijk worden gerealiseerd, zegt Spronk, maar hij doet ook suggesties voor de verbetering van het universitaire klimaat. Het uiteindelijke doel is om het financieel management meer oog voor context en impact te geven.

Jaap Spronk is sinds 1970 in dienst van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Voor hij in 2008 bij Rotterdam School of Management (RSM) hoogleraar financial management science werd, was hij verbonden aan de Erasmus School of Economics. Spronk stond aan de wieg van verschillende belangrijke programma’s van RSM en de universiteit Erasmus University Rotterdam, waaronder een MSc en een eenjarige executive master degree in financial management. Hij was lid van het oprichtingsbestuur van het Tinbergen Institute. Bij ESE was hij van 1984 tot 2003 voorzitter van de afdeling Finance.

De afscheidsrede Let’s change finance van professor Spronk wordt gehouden op vrijdag 11 september 2015 om 16.00 uur in de Aula van Woudestein, Faculteit Rotterdam School of Management, Erasmus University.

Herzie financiële onderzoeksagenda en financieel onderwijs, Afscheidscollege prof.dr. Jacob Spronk, 1 september 2015, Erasmus Universiteit Rotterdam: www.eur.nl

Academici zijn in de minderheid op tweederde van Britse universiteiten

Het percentage ondersteunend personeel in de Britse hoger onderwijsinstituten bedraagt 71 procent, aldus een analyse van het Britse magazine Times Higher Education (THE). Gegevens over de jaren 2013-2014 laten zien dat ondersteunend personeel in de meerderheid is op 111 van de 157 instituten. Dat is ruim 60 procent van alle personeel op 27 instituten, met uitzondering van de statistische standaarddeviatie.

Het hoogste percentage – 85 procent – is geregistreerd op de London Business School. Van de grotere instituten – met tenminste 500 academici – is het hoogste percentage ondersteunend personeel – 63 procent – geregistreerd op de Universiteit van Bradford. Het percentage van de Universiteit van Wolverhampton bedraagt 62 procent en van de universiteiten van Durham en Aberystwyth 61 procent. Het totale landelijk gemiddelde is 53 procent.

Brian Cantor, rector van Bradford-universiteit heeft gezegd dat de universiteit onlangs een tienjarenplan heeft gelanceerd, “ontworpen voor een nieuwe strategie voor de universiteit om een van de beste technologie-universiteiten van de wereld te worden”, waar zowel het aantal studenten als stafleden zal toenemen: “Onderdeel van dit plan is een belangrijke groei van de academische staf “.

Een woordvoerder van Durham-universiteit: “Ons ondersteunend personeel wordt op diverse gebieden een adequate bron voor steun aan de academische staf op faculteiten, afdelingen en colleges”.

Een woordvoerder van Wolverhampton-universiteit heeft het hoge percentage ondersteunend personeel toegelicht. De oorzaak is de verscheidenheid aan locaties en de daarmee gepaard gaande dubbele ondersteunende taken. Een andere oorzaak is het aanbod van het “rijke scala aan mogelijkheden aan studenten, als onderdeel van ons streven naar meer toegankelijkheid tot en deelname aan het hoger onderwijs”. Daaraan kan worden toegevoegd de nadruk op loopbaan- en studiebegeleiding: “Ook besteden wij – in tegenstelling tot andere universiteiten – geen enkel onderdeel van onze niet-academische taken uit”.
De London Business School heeft zich onthouden van commentaar.

Een leger aan managers en administratieve medewerkers

Sommige academici hebben hun bezorgdheid geuit over de groei van administratief personeel op de universiteiten. In zijn in 2011 verschenen boek The Fall of the faculty: The rise of the all-administrative university and why It matters schreef Benjamin Ginsberg, hoogleraar politieke wetenschap aan de Amerikaanse John Hopkins-universiteit dat door de groei de kosten waren toegenomen en de academische missie was ondermijnd. In een interview met THE stelde hij voor op de instituten het aantal academici te vergelijken met dat van het administratieve personeel.

De THE heeft ook de kosten van een administratieve functie per universiteit uitgerekend. Voor de Guildhard School is dat een bedrag van 82,000 Engelse pond. Voor de Universiteit van Cambridge is dat 79,000 Engelse pond.
In zestien instellingen waren de gemiddelde administratiekosten hoger dan de gemiddelden voor een academische functie.

De cijfers van het Higher Education Statistics Agency (HESA) zijn gebaseerd op contractvormen. Daarbij horen niet de academici met een administratieve functie, maar wel de zg. blauwe boord-sector zoals vaklieden en technici als monteurs en machine-operators.

Als de analyse beperkt blijft tot de zg. witte boorden-sector zoals managers, de “professionals” en “administratieve en secretariële beroepen” – dan is de London Business School nog steeds de instelling met het meeste administratieve personeel: 79 procent van de totale staf.
Bovenaan de lijst van de grotere instellingen prijkt de kunstacademie van Londen, de University of the Arts London met 52 procent, gevolgd door de Open University met 51 procent. Het landelijk gemiddeld is 43 procent.

In totaal verricht meer dan de helft van het personeel van veertien universiteiten administratieve taken.

Academics in the minority at more than two-thirds of UK universities, door Paul Jump, Times Higher Education, 3 september 2015: www.timeshighereducation.co.uk

Lees ook het commentaar van Kathryn Fowler van de beroepsvereniging van administratief personeel op de universiteit, de Association of University Administrators: There is no contest between academic and administrative staff, Times Higher Education, 3 september 2015: www.timeshighereducation.co.uk

Scholar points finger at administrators in a case of deadly bloat. Interview met prof. Benjamin Ginsberg, door David Matthews, 18 augustus 2011: www.timeshighereducation.co.uk

Aandacht voor ethiek had ICT-falen SVB kunnen voorkomen

Formele aandacht voor ethiek had ict-fiasco’s bij de overheid door organisaties als Capgemini kunnen voorkomen. Dat meent althans bestuurslid Maarten Emons van Ngi-NGN, de beroepsvereniging voor IT-professionals.
Hoofdredacteur Sander Hulsman van het online tijdschrift Computable citeert Emons: “De leiding van de Sociale Verzekeringsbank zou willens en wetens miljoenen teveel hebben betaald aan een automatiseringsproject waarvan al snel duidelijk was dat het gedoemd was te mislukken. Uiteindelijk werd het project zelfs na vier jaar gestopt”. Gevolg: een schadepost van tientallen miljoenen, zo niet ruim honderd miljoen euro.
Het ging hierbij om het Multiregelingensysteem (MRS), dat veertig miljard euro aan uitkeringen voor aow en kinderbijslag moest verwerken. Er zou formeel 43,7 miljoen zijn uitgegeven, maar volgens ex-werknemers van de SVB in het onderzoeksprogramma Zembla is het werkelijke bedrag tientallen miljoenen hoger. Opvallend is dat werknemers die de gang van zaken ter discussie stelden, werden weggehoond.

Emons zegt dat Ngi-NGN is begonnen met de ontwikkeling van een register en beroepscode die moeten zorgen voor een cultuur waarbij medewerkers elkaar eerder aanspreken op hun ongewenste en onethische gedrag.

Eén beroepsvereniging voor ict

Op 3 september 2015 tekenden de Ngi-NGN en de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Informatieprofessionals (KNVI) een intentieverklaring waarin zij uitspreken de samenwerking in de komende tijd verder vorm te geven. Het tekenen van de intentieverklaring is een eerste stap om te komen tot één beroepsvereniging, een platform voor professionals in informatiemanagement, informatietechnologie èn informatievoorziening.

Over Ngi-NGN
Het Ngi-NGN bestaat sinds 1959 en is de Nederlandse beroepsvereniging van en voor ICT-professionals en –managers. Het is een onafhankelijk platform waar leden hun kennis verdiepen en hun netwerk onderhouden. De leden hebben toegang tot inhoudelijke evenementen, zoals lezingen, seminars en congressen.

Over KNVI
De KNVI (Koninklijke Nederlandse Vereniging van Informatieprofessionals) is de beroepsvereniging van bibliothecarissen en medewerkers in het bibliotheek-, archief en informatievak. De KNVI streeft ernaar om in het maatschappelijk, economisch, cultureel en educatief krachtenspel het belang van kwalitatief hoogwaardig informatiemanagement en informatiedienstverlening te positioneren en te bevorderen. De KNVI stelt zich ten doel om het beroep van Informatieprofessional in de meest brede zin te versterken en om de individuele professionals te ondersteunen in hun streven naar continue ontwikkeling. Binnen de KNVI bestaan gespecialiseerde afdelingen.

Op 12 november 2015 vindt het KNVI Jaarcongres Over de grens plaats in Nieuwegein: http://congres.knvi.info (niet meer beschikbaar). Zie voor programma congres op site van IP – vakblad voor informatieprofessionals: https://informatieprofessional.nl/jaarcongres-knvi-ngi-ngn-nvba-sod-op-12-november/

Website Koninklijke Nederlandse Vereniging van Informatieprofessionals (KNVI): www.knvi.nl

ICT-fiasco SVB had voorkomen kunnen worden’, door Sander Hulsman, Computable, 4 september 2015: www.computable.nl
Zie ook de reacties.

Persbericht Digitale transformatie dwingt samenwerking af, Ngi-NGN, 3 september 2015: http://de-knvi.squarespace.com/nieuws/2015/9/3/knvi-persbericht-dd-3-september-2015 (Website is opgeheven).

Beroepsverenigingen KNVI en Ngi-NGN tekenen intentieverklaring, IP – Vakblad voor professionals, 3 september 2015: https://informatieprofessional.nl/

Analyse van het ICT-falen van Capgemini en de Sociale Verzekeringsbank n.a.v. Zembla-uitzending

Voor wie de Zembla-uitzending van 2 september 2015 op NPO2 niet heeft gezien: de grootste systeemintegrator in ons land, Capgemini, voert in India projecten voor klanten uit die totaal mislopen voor de klant maar zeer lucratief zijn voor Capgemini zelf. En de opdrachtgevers, de Sociale Verzekeringsbank (SVB) voorop, vinden dat telkens uitstekend, aldus René Veldwijk in zijn analyse in het online tijdschrift Computable. Veldwijk is partner bij de ICT-maatschap Ockham Groep.
De softwaregigant Capgemini kreeg van de SVB de opdracht een nieuw ICT-systeem van uitbetalingen te ontwerpen voor de kinderbijslag en de AOW. De sotfware die Capgemini levert blijkt niet te werken. Deskundigen noemen dergelijke mislukkingen spaghetti-code: onleesbare software. De rekeningen van Capgemini worden gewoon betaald.
Interne kritiek bij de SVB werd geweerd en het management leed aan een ‘tunnelvisie’.

Veldwijk schrijft:
“Op de universiteit werd mij geleerd hoe je een organisatie zo vormgeeft dat ze bestuurbaar is. Essentieel daarbij is functiescheiding, het zodanig opknippen en verdelen van taken en verantwoordelijkheden dat er geen waarde aan een organisatie wordt onttrokken. Daarbij werd meteen verteld dat er geen kruid is gewassen tegen samenspanning. Als functionarissen die elkaar moeten controleren gemene zaak maken houdt alles op.
De Zembla uitzending laat zien wat er gebeurt als topmanagers met elkaar samenspannen: iedereen gaat dan vrijuit.

Samenspanning: horizontaal en verticaal
Zembla’s eerste uitzending over ict-fraude door Ordina suggereerde onbedoeld dat de samenspanning vooral tussen ict-bedrijven plaatsvindt. Bij dergelijke horizontale samenspanning tillen bedrijven samen de opdrachtgever, soms met inschakeling van corrupte lagere ambtenaren. De bedrogen overheidsorganisatie is dan slachtoffer, misschien zwak en onbekwaam, maar wel integer.

In de tweede uitzending corrigeerde Zembla het ontstane beeld. Dat was enorm belangrijk omdat het beeld van bedrogen ambtenaren een dwaalspoor is. Je krijgt dan remedies als: ‘betere procedures’, ‘meer toezicht’, ‘meer opleidingen inkopen’, precies de adviezen waar de Commissie Elias al mee was gekomen. Ook de Autoriteit Consument en Markt (ACM) trapte erin: zij kondigde een onderzoek aan naar ict-misstanden.

Ik probeerde het verkeerde beeld van wat er mis is weg te krijgen. Ik vroeg belet bij de ACM en vertelde dat publieke ict-fraude nagenoeg altijd verticale samenspanning is: afspraken tussen ict-leverancier en publieke opdrachtgever. Ook schreef ik een artikel op computable.nl. De mensen van de ACM hoorden mij aan en zeiden dat verticale samenspanning zaak is van het Openbaar Ministerie, niet van hun. Ik vroeg ze retorisch of zij dachten dat het OM zichzelf zou gaan vervolgen als de kongsi tussen ict-bedrijven Ordina en Quint waarover Zembla had bericht door hun opdrachtgever, het OM zelf zou zijn opgezet.

Nu laat Zembla alsnog zien hoe verticale samenspanning werkt. En op het moment dat ik dit opschrijf komt de NRC met een hoogst welkom bericht: het ACM onderzoek heeft niets opgeleverd. Mooi zo.

Verticale samenspanning: het ultieme bederf
Samenspanning tussen leveranciers en opdrachtgevers is veel ernstiger dan tussen leveranciers onderling. Er zijn dan namelijk altijd functionarissen van de klant betrokken, meestal beslissers, mensen uit de ambtelijke (sub)top, bestuurders. Vriendschap en voortrekkerij worden beloond met geld, weekendjes Schiermonnikoog, offshore bordeelbezoek in Bangalore of een marktconform beloonde baan bij het ict-bedrijf. Ik hoor ook van bestuurders die, murw geworden door verziekte (aanbestedings)regels en gegijzeld door hun ict-leveranciers, lijden aan een ict-variant van het Stockholmsyndroom”.

De spaghetticode, Zembla, 2 september 2015: www.bnnvara.nl/zembla/artikelen/de-spaghetticode

Lees het hele artikel Marktleider in de ICT faalindustrie – Zembla en de modus operandi van Capgemini, door René Veldwijk, Computable, 2 september 2015: www.computable.nl
Computable is de online vaktitel voor professionals in de informatietechnologie. Negen keer per jaar brengt Computable een papieren magazine uit gericht op het ict-management.

Lees ook:
SVB Gate geopend op GeenStijl: Medewerkers doen onthullingen over de interne ‘wantoestanden’ bij de Sociale Verzekeringsbank, Blogs Beroepseer, 19 juni 2015: https://beroepseer.nl

U P D A T E

‘ICT-fiasco SVB had voorkomen kunnen worden’, door Sander Hulsman, Computable, 4 september 2015: www.computable.nl

SVB onderzoekt schijn belangenverstrengeling, door Rik Sanders, Computable, 3 september 2015: www.computable.nl

Guido Rijnja over een ‘open overheid’

Guido Rijnja is communicatieadviseur bij de Rijksvoorlichtingsdienst. Hij liet zich interviewen voor Open overheid*), een in januari 2015 gestarte website waarop ambtenaren vertellen waarom zij een open overheid belangrijk vinden. In 2012 promoveerde Rijnja op onderzoek naar de ambtelijke omgang met publiek tegenspel. Titel van zijn proefschrift Genieten van weerstand.
Op de vraag wanneer hij het belang van een open overheid inzag, antwoordt Rijnja:

“Dat was kort geleden, eind mei, bij het afscheid van Saskia Stuiveling als president van de Algemene Rekenkamer. Zij koos Open Data als thema van haar afscheid. Eerst dacht ik: wat heeft de Algemene Rekenkamer nu met Open Data te maken? De Algemene Rekenkamer is toch die club die kijkt of de overheid zijn doelen heeft gehaald en daarbij gehandeld heeft volgens belangrijke maatstaven zoals efficiëntie en effectiviteit? Maar het werd op slag duidelijk: waarom zouden we het toezien op de overheid beperken tot achteraf analyseren en oordelen? Het gaat erom dat mensen die het aangaat tijdens de rit kunnen zien hoe het gaat. Dus niet louter ex post (achteraf) of ex ante (vooraf) helder aftekenen waar je voor staat, maar werkendeweg – ex durante – boter bij de vis leveren”.

Beter presterende overheid

“De boodschap van Stuiveling was eigenlijk dat het niet zoveel zin heeft om achteraf te kijken. Dat is de teleurstelling organiseren. De overheid haalt vaak sowieso zijn doelen niet. En dat is niet zo verwonderend, want de overheid pakt iets op dat vrije krachten in de samenleving zelf niet gedaan kregen. Dan is vooral het proces relevant: hoe slaag je erin mensen en middelen te bewegen. Dus stel nu dat mensen te allen tijde via Open Data kunnen zien hoe het staat met de plannen en realisatie, dan kunnen zíj daar op doorvragen. Zo kunnen niet alleen de toezichthouders, bestuurders, parlement en de Algemene Rekenkamer tussentijds controleren of het nog wel goed gaat, maar ook inwoners en bedrijven kunnen dat doen, de zogeheten armchair auditors. Voor al deze partijen is het dus interessant en voordelig om vanuit openheid te kunnen handelen. Als we zó openheid in de overheidsprocessen inbakken, dan leidt dat uiteindelijk tot een beter presterende overheid”.

Wat betekent dat inzicht voor jou?
“De kracht van openheid raakt heel sterk aan iets dat ik in mijn vakgebied van de communicatie ook ervaar, namelijk dat we als overheid zeg maar van culture heel sterk intern gericht zijn en dat het loont om dat te doorbreken. Dus stoppen met binnenshuis heel hard werken aan een wet, beleid of ander product met vervolgens aan het eind van het proces de vraag bij de communicatieafdeling neerleggen: zeg Tom Poes, hoe presenteer ik dit positief/leuk/lollig/beeldend? De afgelopen jaren leerden we eerst om het proces interactief te maken, dus met andere partijen erbij, maar dan is het nog steeds een intern fabricaat met communicatie achteraf. Daarbij horen woorden als uitleggen, uitgeven – zucht, uitrollen is de ergste – en burgers dus in de rol van een consument, een afnemer… Het grote inzicht van het huidige tijdgewricht is: als je eerst je in het netwerk begeeft, dat analyseert op intenties, belangen en dieperliggende waarden, creëer je een nieuwe ruimte: in plaats van beleid te communiceren, communiceert het beleid.

De overheid moet aansluiten op de maatschappij en niet andersom. Je kunt alleen goed aansluiten als je al met andere partijen te maken hebt. En je hebt alleen met andere partijen te maken als je al in openheid met elkaar communiceert, echte samenwerkingsverbanden hebt, dus geen inspraakavonden voor de goede sier. Het begrip overheid dekt de lading niet geheel, misschien is tussenheid wel een goed alternatief. Hoe dan ook betekent dit voor communicatiemensen dat ze honderdtachtig graden aan het draaien zijn. Dus van de roeptoeters en de ‘beleidsreparatie’ achteraf naar de toerusters van de organisatie om communicatief te sturen gedurende het gehele beleidsproces. Dat betekent ook dat op het vlak van communicatie geschoolde mensen overal collega’s in de organisatie leren om de context waarin een opgave zich voordoet te verstaan, dat wat ze voor weerstand houden te benutten en daar in alle openheid van te genieten”.

Rijnja komt met een voorbeeld van hoe slechte communicatie tussen de Haagse gemeente en de bevolking over een plan bomen te kappen voor de aanleg van parkeerplaatsen tenslotte uitmondde in een denktank van inwoners die met een voor iedereen aanvaardbare oplossing van het parkeerprobleem kwamen, zonder bomenkap.

Open huis

Tot slot vertelt Rijnja dat hij al een tijdje rondloopt met het idee van een Open huis: “Je kunt de deuren van alle overheidsgebouwen een dag open zetten, maar je kunt ook zeggen, we zijn er een dag niet, we vergaderen in het park, in het winkelcentrum, roept u maar. Allemaal met een Ikeatafeltje onder de arm het land in. Dan zijn de ambtenaren ‘van’ de staat die dag ook ‘van’ de straat. Ik zie de t-shirts al voor me: ‘Wij zijn van de straat’”

Lees het hele interview met Guido Rijnja: “Een Open Overheid is een aanraakbare overheid”, interview met Guido Rijnja, Open overheid, 21 augustus 2015: http://www.open-overheid.nl/interview/guido-rijnja/ (Niet meer beschikbaar)

*) Nederland heeft zich aangesloten bij het internationale Open Government Partnership (OGP), een wereldwijd initiatief om overheden beter te laten functioneren door openheid. Dat betekent meer transparantie over overheidsactiviteiten, open staan voor initiatieven uit de samenleving, verantwoording afleggen en het inzetten van innovatieve technologieën. Alle deelnemers aan het Open Government Partnership schrijven een visie en een actieplan. De Nederlandse overheid heeft de visie Open Overheid en het eerste Actieplan Open Overheid in 2013 gepubliceerd. Op dit moment werkt het ministerie van Binnenlandse Zaken aan het nieuwe Actieplan voor de periode 2016-2017.
Het Expertisepunt Open Overheid is gevestigd bij stichting ICTU – voor ITC en overheid – en werkt in opdracht van de directie Burgerschap en Informatiebeleid van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Het Expertisepunt werkt nauw samen met het team Open Overheid van het ministerie van BZK.

Actieplan Open overheid, september 2013: www.noraonline.nl

Visie Open overheid, september 2013: www.rijksoverheid.nl

Genieten van weerstand, door Guido Rijnja, 2012: www.genietenvanweerstand.nl

U P D A T E

EHBD: Eerste Hulp Bij Doorhebben, door Nicole van Rooij, Magazines Rijksoverheid, 16 februari 2023: https://magazines.rijksoverheid.nl/vws/vwsdia/2023/02/blikveld-guido-rijnja

Dilemmalogica, Dienst Publiek & communicatie: www.communicatierijk.nl/vakkennis/dilemmalogica

Hoofd operatiën en plv. politiechef Jaco van Hoorn over de actuele staat van de politie

Jaco van Hoorn, hoofd operatiën en plv. politiechef bij Nationale Politie, eenheid Zeeland-West-Brabant schreef op de Webiste voor de Politie een commentaar op de actuele staat van de politie. De  politie doet het goed, het zijn dan ook niet de resultaten van het werk zelf die kopzorg geven, maar meer de inmiddels alom losgebarsten discussie over de staat van de Nederlandse politie:

“Ik schat in dat veel mensen die bij de politie betrokken zijn, net als ik toe waren aan vakantie. Niet omdat het reguliere werk onder bijzondere druk staat. De veiligheidsontwikkeling is nog altijd positief. High-impact-crimes komen steeds minder vaak voor en vanuit het zuiden van het land komen voorzichtig positieve geluiden over successen in de georkestreerde aanpak van de ondermijningsproblematiek. Als we naar de resultaten kijken, doet de politie het goed. De onrust betreft andere zaken. Ik heb de achterliggende periode benut om daar eens wat dieper over na te denken.

Falende organisatie?
Het is niet de opbrengst van het werk zelf die kopzorg geeft, maar meer de inmiddels alom losgebarsten discussie over de staat van de Nederlandse politie. Met grote regelmaat lezen we van onderzoeken of meer en minder gezaghebbende personen die reflecteren op de vraag hoe het gaat met de politie. De kritische rapporten van eind vorig jaar van de Inspectie van Veiligheid en Justitie en de Commissie Toezicht Beheer Politie, samen met een rapport over ICT en een TNO-onderzoek naar ziekteverzuim, vormden de opmaat naar een breed gedeelde conclusie dat het met de wording van de Nationale Politie niet voor de wind gaat. De commotie in pers en politiek leidde tot de herijking van het realisatieplan. Het was vervolgens opmerkelijk om te zien hoe een aantal – gelekte – conceptversies steeds opnieuw veel ophef veroorzaakten, alsof schijnbaar nieuw bewijs gevonden was voor een falende organisatie.

Onrust op de werkvloer
De personele reorganisatie maakt het beeld niet sterker. Veel politiemensen willen eindelijk duidelijkheid. Ondanks de inzet van gezaghebbende kopstukken als Vreeman, Jongerius en Meijboom wordt in de laatste fase van de herplaatsingsprocedure met het opleveren van het concept plaatsingsplan opnieuw de tijdlijn aangepast. Zorgvuldigheid gaat voor snelheid, lezen we steeds weer, maar ‘we wachten lang en horen weinig’ is de inmiddels gerechtvaardigde de klacht die daar tegenover staat.

En dan is er de CAO. Een traject dat zich kenmerkt door een lange adem. Op een gegeven moment werd daarin stevig de kaart van de ‘losgezongen’ korpschef gespeeld, die niet zou weten wat er op de werkvloer leeft. Ook dat kreeg ruime media-aandacht met koppen als: ‘Weinig vertrouwen in politietop’. Dat was jammer, want het was op de man – en dan nog de verkeerde ook – en niet op de bal…

Toen dat niet het gewenste effect bleek te hebben, worstelden de bonden met de vraag hoe een geloofwaardige vuist gemaakt kon worden zonder de goodwill van het publiek te verspelen. Er was immers de broodnodige sympathie onder de bevolking, totdat het wielerliefhebbende deel de voorgenomen acties rond de Tour de France een brug te ver vond gaan en ook de voetbalacties op afkeuring konden rekenden. Dan toch maar brede acties die burgers raken, door ‘niet-spoedeisende meldingen’ niet meer op te volgen?

Het functioneren van de politie
Een nieuwe dimensie in de inmiddels breed op gang gekomen discussie over de politie werd zichtbaar toen Michiel Princen de kwaliteit van het recherchewerk ter discussie stelde. Zowel van buiten als van binnen de politie kreeg Princen bijval, maar ook tegenspraak. Feit was wel dat de discussie zich nu ging toespitsen op het functioneren van politiemensen zelf.

Dit werd veel sterker toen in Den Haag een zich verzettende man tijdens een arrestatie het leven verloor. Het leverde reacties van afschuw op. De impact ervan kreeg nog veel meer lading toen er in de Haagse Schilderwijk rellen uitbraken en de gebeurtenis werd gekoppeld aan het vraagstuk van etnisch profileren. Ook dit thema deed veel stof opwaaien, eveneens binnen en buiten de politie. Het beeld keerde toen bleek dat bewoners van de Schilderswijk zij aan zij met de politie de rust in de wijk terugbrachten. Maar de discussie bleef en die ging een opmerkelijke richting op, toen bijna smekend werd gevraagd of de politieleiding nu eindelijk eens wilde toegeven dat etnisch profileren door de politie wordt toegepast.

Het feit dat het antwoord op de vraag of politiemensen discrimineren nog steeds in de lucht hangt, vind ik niet erg, want dat betekent een feitelijke bevestiging noch ontkenning ervan. Hoe zou het publieke debat zich ontwikkelen als de politieleiding op de ene of juist op de andere uiterste positie zou gaan zitten? Hoe dan ook, het vraagstuk van diversiteit heeft een nieuwe impuls gekregen, ook hier weer binnen de politie maar ook daar buiten, blijkens de ingezonden brief van Tweede Kamerlid en oud korpschef en oud-portefeuillehouder diversiteit Magda Berndsen in de Volkskrant van 16 juli jl.

Deugen dienders?
Kort en goed, de nieuwste dimensie in de discussie over de staat van de Nationale Politie gaat uiteindelijk over de vraag of politiemensen zelf wel deugen. Ging het eerst over de organisatie en daarna over de politieleiding, nu gaat het over politiemensen zelf. Rechercheurs presteren ondermaats. Politiemensen op straat handelen vooringenomen of zelfs racistisch en bovendien te gewelddadig. Steeds makkelijker vinden klagers hun weg naar de kranten, die de nodige kolommen beschikbaar stellen. Het aantal filmpjes op internet met beelden van kennelijk ongepast politieoptreden neemt toe. Rijksrecherche-onderzoek of niet, in de publieke opinie wordt het oordeel over de rechtmatigheid van het optreden binnen enkele uren gevormd. En deskundologen schromen niet om, georkestreerd door advocaten en ver voordat de rechter zich heeft uitgesproken, tot oordelen over politieoptreden te komen in termen van ‘a-moreel’ en ‘waardeloos’, zoals emeritus-hoogleraar Derksen en rechtspsycholoog Peter van Koppen pas deden in de Kaatsheuvelse moordzaak.

Beeldvorming
Tegelijkertijd zien we een toename van het aantal filmpjes en blogs dat door of namens de politie gepost wordt en die een indruk geven van hoe moeilijk politiewerk kan zijn en de moed die nodig is om dit vak uit te oefenen. De eenheid Rotterdam neemt hierin het voortouw, maar we herinneren ons ook de beelden van de steekwonden van de agent uit Leerdam.

De politie krijgt ook veel steun. De agent uit Veghel, die veroordeeld werd voor ongeoorloofd vuurwapengebruik tegen een inbreker, kreeg massaal financiële steun na nota bene een oproep van Geen Stijl. Dan hebben we ook nog de motorrijder uit Almere die de jongen liet mee rennen en die, tot verbazing van iedereen, massaal waardering kreeg.

En wat te denken van de collega van de aanhoudingseenheid uit Kerkrade, die na een schot tijdens een aanhouding wegens poging doodslag werd veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf. Een uitspraak die – ook hier weer binnen en buiten de politie – veel stof deed opwaaien. De korpschef, Gerard Bouman, en de politiechef, Gery Veldhuis, spraken hun ontzetting uit en een spontane door burgers opgezette handtekeningenactie voor onze collega gaf al snel duizenden steunbetuigingen.

Inmiddels zijn de twee collega’s uit Rotterdam in de zaak van de dood van Michael Stok ontslagen van rechtsvervolging, maar ook dat blijft niet zonder discussie. In Vrij Nederland van 4 augustus zegt advocaat Henk Kersting dat de rechtbank eens moet ophouden agenten de hand boven het hoofd te houden. De korpschef wil echter dat politiemensen worden beoordeeld op een correcte toepassing van de ambtsinstructie”.

Lees het hele artikel van Jaco van Hoorn: De staat van de politie, de Website voor de Politie, 31 augustus 2015: www.websitevoordepolitie.nl (Dit artikel is niet meer beschikbaar op Website voor de politie).

De beeldvorming van de politie is in handen van de camera door Freek Schravesande, NRC,