Skip to main content

Redactie Beroepseer

AI en de vier pijlers van mediabeleid. Tussen bits en principes

«In een tijdperk waarin technologie vooruitgang ons dagelijks leven doordringt, is de invloed van kunstmatige intelligentie (AI) op het publieke debat een fenomeen dat onze samenleving diepgaand transformeert. Als we ons in het digitale tijdperk bewegen, ontsluit AI ongekende mogelijkheden om informatie te creëren, te verspreiden en te filteren. Echter, te midden van deze vooruitgang rijzen er belangrijke vragen over hoe AI de fundamentele waarden van ons mediabeleid beïnvloedt.

Pluriformiteit, onafhankelijkheid, toegankelijkheid en veiligheid zijn de vier pijlers die de koers van ons mediabeleid bepalen. Deze waarden zijn niet slechts abstracte begrippen, maar vormen het weefsel van een gezonde democratie.Terwijl AI zijn vleugels uitspreidt, moeten we kritisch kijken naar hoe deze technologieën deze kernwaarden beïnvloeden en vormgeven. Zullen ze de pluriformiteit van meningen vergroten of juist beperken? Zullen ze de onafhankelijkheid van media versterken of ondermijnen? Zullen ze de toegankelijkheid van informatie vergroten of de digitale kloof verdiepen? En bovenal, zullen ze de veiligheid van ons publieke debat waarborgen of juist bedreigen?

Deze verkenning neemt ons mee op een reis door de intrigerende landschappen van kunstmatige intelligentie en mediabeleid. Samen zullen we de impact van AI op het publieke debat onderzoeken en analyseren hoe het samenspel tussen technologie en beleid onze democratische waarden vormgeeft. Het is een cruciale ontdekkingsreis, want het antwoord op deze vragen zal niet alleen onze mediacultuur definiëren, maar ook de koers van onze samenleving bepalen in het tijdperk van AI.»

Deze tekst is ontleend aan de Inleiding van het rapport Tussen Bits en Principes en gegenereerd door ChatGPT, een AI-toepassing van het bedrijf OpenAI, De chatbot heeft deze tekst gegenereerd als antwoord op de volgende vraag: “Hoi chat, kan je een inspirerende inleiding schrijven voor een verkenning over de invloed van AI op het publieke debat en de volgende vier leidende kernwaarden van het mediabeleid: pluriformiteit, onafhankelijkheid, toegankelijkheid en veiligheid van media?” Tussen Bits en Principes: Hoe AI de kernwaarden van mediabeleid uitdaagt’ is een uitgave van het Commissariaat voor de Media en gepubliceerd in juni 2024: “We zijn ons bewust van de risico’s van dergelijke AI-toepassingen. Het Commissariaat gaat hier terughoudend mee om in de dagelijkse werkzaamheden. Gelet op het specifieke doel en onderwerp van dit document, namelijk in kaart brengen van kansen en risico’s van AI, vonden we het gepast om de inleiding door AI te laten genereren”.

Kansen en risico’s

Doel van het rapport is in kaart brengen waar voor het Commissariaat de meest relevante ontwikkelingen liggen op het gebied van AI. Het Commissariaat is begin 2023 daarmee begonnen door de kansen en risico’s te identificeren van AI-toepassingen en AI-ontwikkelingen voor de kernwaarden van het Nederlandse mediabeleid. Het beantwoorden van de volgende vraag staat centraal: Welke AI-toepassingen en AI-ontwikkelingen zijn bedreigend of kansrijk voor een onafhankelijk, pluriform, veilig en toegankelijk media-aanbod?

Het Commissariaat ziet bijvoorbeeld dat het gebruik van AI veel kansen biedt als het gaat om de toegankelijkheid van het media-aanbod. AI maakt nieuwe vormen van audiodescriptie en vertaalsystemen mogelijk, wat mensen met een auditieve of visuele beperking meer toegang biedt tot het media-aanbod.

Risico’s die het Commissariaat benoemt gaan bijvoorbeeld over het gebruik van AI in de online omgeving. Zo gebruiken sociale mediaplatforms AI-toepassingen om hun gebruikers media-aanbod aan te bevelen. Dit kan de veelzijdigheid van het media-aanbod verzwakken. Soortgelijke AI-toepassingen kunnen ook een impact hebben op de mentale gezondheid, met name bij minderjarigen.

Generatieve AI

Verder staat het Commissariaat in zijn verkenning natuurlijk stil bij de meest bekende vorm van AI: generatieve AI. Deze vorm van AI maakt nieuwe en originele afbeeldingen, tekst, audio en video op basis van een bepaalde inbreng, zoals een vraag of een suggestie. Generatieve AI kan de media helpen om grote hoeveelheden informatie te verwerken. Maar generatieve AI kan ook een negatieve invloed hebben op de betrouwbaarheid van informatie. Dit onderzocht het Commissariaat ook in het Digital News Report Nederland 2024 dat 17 juni 2024 werd gepubliceerd en jaarlijks de laatste stand van zaken weergeeft op het gebied van het nieuwsgebruik en het vertrouwen in nieuwsmedia in Nederland. Hieruit bleek dat veel mensen het niet prettig vinden als nieuws voor het grootste deel met (generatieve) AI is gemaakt.

Downloaden Tussen Bits en Principes – Hoe AI de kernwaarden van mediabeleid uitdaagt, een verkenning, Commissariaat voor de media, juni 2024: https://beroepseer.nl

Commissariaat publiceert verkenning over kansen en risico’s van AI, Commissariaat voor de media, 24 juni 2024: www.cvdm.nl

Downloaden Digital News Report Nederland 2024, Commissariaat voor de Media, 17 juni 2024: https://beroepseer.nl

Wat is de rol van de politie in de samenleving? Nieuw licht op de – verweven – politietaak

De vele vragen waarop een antwoord is gezocht tijdens de sessies zijn onder meer:

Wat is de betekenis van de politie voor de samenleving? Waar staat zij voor? Wat moet, wil en kan de politie doen? Is de politie een uitvoeringsorganisatie van de minister of het gezag of is het nodig daar anders naar te kijken? Mag van de politie verwacht worden dat zij problemen oplost? Zijn taken te scheiden? Waaraan ontleent de politie haar legitimiteit?

In Het Tijdschrift voor de Politie beschrijft Dorian Schaap wat de resultaten zijn van een onderzoek naar de taak van de politie,  waar de politie voor staat. De resultaten zijn besproken tijdens verschillende sessies en interviews binnen het politiekorps en het management. Zowel binnen als buiten de politie wordt op de vraag waar de politie voor staat als vanzelf geantwoord met de letterlijke weergave, of een variant, van Artikel 3 van de Politiewet. Die luidt: “De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven”.(Politiewet 2012).
Vaak volgt de gebruikelijke vertaling daarvan in drie domeinen: opsporen van strafbare feiten, handhaven van de openbare orde en het verlenen van hulp. Ook andere samenvattingen van de politietaak worden genoemd, zoals beschermen, begrenzen, bekrachtigen.
Er is dus sprake van een gedragen idee, maar dat behoeft verdieping en uitwerking. Dat geldt in de breedte van het politiewerk, maar wellicht in het bijzonder als het raakt aan de verdergaande digitalisering.

De besproken resultaten van het onderzoek hebben geleid tot de ‘identiteitsnotitie’ De betekenis van de politie in de samenleving. Artikel 3 van de Politiewet, de politietaak opnieuw doordacht, geschreven door Jaco van Hoorn en Auke van Dijk. Drs. Jaco van Hoorn is hoofdredacteur van het Tijdschrift voor de politie; Auke van Dijk is strategisch adviseur van de korpsleiding van de Nationale Politie.

Het model van de Nederlandse politie

De notitie neemt de betekenis van de politie in de samenleving als uitgangspunt en zegt daarmee ook iets over wat er op het spel staat en wat we te beschermen hebben. Een belangrijke bevinding is dat politiewerk verweven is en zich niet zinvol laat opknippen in een veelheid aan deeltaken. Daarnaast is politiewerk verweven met het werk van anderen. De politie neemt vanuit haar maatschappelijke verankering in de samenwerking een specifieke positie in vanwege haar doorzettingsmacht en bijzondere informatiepositie, die haar in staat stellen anderen te adviseren en te mobiliseren. En soms creëert zij door haar doorzettingsmacht ruimte voor anderen om te kunnen handelen.

Een bijzonder kenmerk van de Nederlandse politie is de verbinding van de politie met de samenleving, de maatschappelijke verankering, onder lokaal gezag, wat leidt tot een meer gebiedsgebonden en contextgerichte oriëntatie. Niet alleen aanwezig en zichtbaar zijn, maar ook van het kennen en gekend worden gaat een proactieve en preventieve werking uit. De Nederlandse politie is een relationele politie, die communicatief gezag verwerft. Het model van de Nederlandse politie wordt als een grote kracht gezien, die betrekking heeft op de gehele politietaak, tot en met de aanpak van ondermijning en terreurbestrijding. De Nederlandse politie is diep en breed in de – ook steeds verder digitaliserende – samenleving aanwezig en actief, zeker daar waar sprake is van bijzondere maatschappelijke dynamiek en risico’s.  De maatschappelijke verankering, die in toenemende mate ook digitaal ervaren moet worden, vergroot het vertrouwen in en de legitimiteit van de politie.

Een eigen stem

Vaak wordt van de politie gevraagd om te veranderen. De politie is niet ‘gewoon’ een publieke organisatie of ‘een’ ketenpartij, maar kent een unieke positie en dynamiek. Ze voorziet in een maatschappelijke behoefte op een manier die niet zomaar te vervangen of op te delen is. Bewustzijn van de complexiteit en verwevenheid is essentieel. Dat heeft te maken met de kerncompetenties van de politie.
Een gevolgtrekking is dat de politie een eigen stem heeft, die in ondergeschiktheid aan het gezag ook een eigenstandig gezag kent. Een moderne politieorganisatie dient deze stem bewust en verantwoordelijk in te zetten ten dienste van de publieke zaak. Voor een organisatie die de afgelopen jaren terughoudendheid heeft betracht en die het gevoel heeft voortdurend onder druk te staan lijken dit hoge eisen. Tegelijkertijd zijn ze noodzakelijk voor een legitieme, betekenisvolle en effectieve politiezorg nu en in de toekomst.

Vertrekpunt tot dialoog

De notitie is niet bedoeld als een definitieve uitkomst, maar als een vertrekpunt tot een interne en externe dialoog. waarbij in het korps het gesprek gevoerd moet blijven worden over het waarmaken van deze identiteit en waar met het gezag en andere belanghebbenden voortdurend gesproken moet worden over de wijze waarop binnen de brede politiefunctie maatschappelijke vraagstukken meer fundamenteel kunnen worden aangepakt en wat daarin van de politie – en van anderen – mag worden verwacht.

De verweven politietaak. Een politieorganisatie ten dienste van de publieke zaak, door Dorian Schaap, Het Tijdschrift voor de Politie, jrg. 86, no 1, 2024.

De betekenis van de politie in de samenleving, door Jan van Balkom, Website voor de politie, 21 juni 2024: www.websitevoordepolitie.nl/de-betekenis-van-de-politie-in-de-samenleving/

Downloaden De betekenis van de politie in de samenleving, door Jaco van Hoorn en Auke van Dijk, uitgave Politie, februari 2024: https://beroepseer.nl

Passage uit De verweven politie in Het Tijdschrift voor de Politie

«Iedere lezer van dit tijdschrift zal zich op zeker moment hebben afgevraagd wat de rol van de politie in de samenleving is. Waar is zij voor en wat maakt haar eigenlijk uniek? Intuïtief heeft iedereen misschien gevoel bij deze vragen, maar toch betreft het moeilijk grijpbare thematiek waarbij veel onuitgesproken blijft. De politie moet zich positioneren in een complex veld waarbij veel verschillende (soms tegenstrijdige) dingen van haar worden gevraagd en verwacht. Vanuit burgers, partners, maar ook lokale en nationale overheden en natuurlijk de eigen medewerkers. Politiewerk raakt immers aan hoop en angst, aan goed en kwaad, aan onze collectieve identiteit en relatie met de overheid».

Aan zet voor verpleegkundige zeggenschap

Twintig verpleegkundigen van het Elisabeth Tweesteden ziekenhuis (ETZ) in Tilburg gingen met eigen ideeën aan de slag in de dagelijkse praktijk voor het project Verpleegkundige Impact in de Praktijk (VIP), dankzij subsidie vanuit het Landelijk Actieplan Zeggenschap en Veerkracht.

Elke twee weken namen de verpleegkundigen deel aan gezamenlijke sessies om vraaggericht met hun opgave aan de slag te gaan. Het krijgen van positieve feedback en de afwisseling tussen patiëntenzorg en meewerken aan het VIP-project verhoogden het werkplezier. Deelnemers voelden zich waardevol door hun bijdrage aan de afdeling.
Verpleegkundigen willen een werkomgeving waarin ze de ruimte krijgen om te groeien en mee te denken en waarbij hun inbreng wordt gewaardeerd. Bij een toekomstig project wordt daarom de facilitering van intercollegiale uitwisseling aanbevolen.

Deelname leverde vier inzichten op:

  • Verpleegkundige zeggenschap wordt vergroot door aan de slag te gaan met een eigen idee.
  • Het is essentieel dat het management de uitvoering van projecten faciliteert in tijd en mogelijkheden voor uitwisseling en feedback.
  • Ondersteuning door peer-feedback en individuele coaching (inclusief complimenten) is stimulerend.
  • Deelname aan een project vergroot het werkplezier bij de meerderheid van de verpleegkundigen

Kortom: Deelname aan het VIP-project droeg bij aan de professionele ontwikkeling, zeggenschap en het werkplezier van verpleegkundigen.

Een greep uit de commentaren van deelnemers:

“Omdat ik mezelf nooit heb laten horen, heb ik genoeg aan deze mate van zeggenschap voor mijn eigen ontwikkeling en werkplezier”.

“Ik merk bij collega’s dat dat helemaal nog niet zo leeft. Die doen liever dat ding aan bed op de afdeling en zijn helemaal niet bezig met zeggenschap”.

“Ik vond het wel heel fijn dat er iemand iets over je project kan zeggen die er niet helemaal in zat, dus soms iemand met een andere view die jou toch weer even tips kon geven”.

“Soms was het te vrijblijvend en ergens is dat mooi, want dan beleggen ze het bij onszelf, in het kader van zeggenschap. Maar soms hebben we dat zetje in de rug nodig, praat er eens over met elkaar”.

Aan zet voor zeggenschap, door Sabine op ‘t Hoog, Diane Toll, Mirjam Valckx, Annemarie de Vos, TvZ magazine nr. 3, 2024: www.tvznext.nl/magazine/
(Proef)abonnement op TvZ: tijdschrift voor verpleegkunde in praktijk en wetenschap: www.tvznext.nl/abonneren/

Meer dan de helft van de zorgprofessionals wil meer zeggenschap, Zeggenschap in de zorg, 4 maart 2024: https://zeggenschapindezorg.nl

Laatste kans voor aanvraag subsidie versterken van zeggenschap, Zeggenschap in de zorg, 20 juni 2024: https://zeggenschapindezorg.nl

Landelijk Actieplan Zeggenschap: https://zeggenschapindezorg.nl/

De waarde van kleinschalige zorg: Op de mens gericht

In Nederland is er een toenemende aandacht voor kleinschaligheid in zorg. Enerzijds door zorgondernemers die de zorg anders willen organiseren en inrichten, anderzijds vanuit de politiek en de maatschappij. Kleinschalige zorgondernemers komen met creatieve oplossingen waardoor er in de praktijk steeds meer nieuwe vormen van wonen en dagbesteding ontstaan. Het is daarom van belang om meer te weten te komen over de ervaringen van mensen met een zorgvraag, hun naasten, de zorgverleners en de zorgondernemers die kleinschalige zorg bieden. Branchevereniging Kleinschalige Zorg (BVKZ) en Coöperatie Hesterhuizen hebben daarom aan Kroek&Partners Interimzorg gevraagd onderzoek te doen naar de kleinschalige zorg. De resultaten van het onderzoek zijn verschenen in het rapport Kleinschalige zorg. Mensperspectief in plaats van zorgperspectief in juni 2024.

Rol en belang kleinschalige zorgaanbieders

Doel van het onderzoek: aan de hand van praktijkonderzoek de kenmerken van kleinschalige zorg voor het voetlicht brengen.  Het onderzoek bestond uit een kwantitatief gedeelte: de ervaringen van zorgvragers, hun naasten, de zorgverleners en de zorgondernemers, en een kwalitatief gedeelte: de kracht en de kwetsbaarheden van kleinschalige zorg in de ogen van zorgvragers, naasten, zorgverleners en zorgondernemers. Ook is er literatuuronderzoek gedaan naar de kenmerken en definities van kleinschalige zorg.

Het drie jaar geleden van start gegane onderzoek sluit naadloos aan bij de landelijke discussie over de rol en het belang van kleinschalige zorgaanbieders in het Nederlandse zorglandschap. Er is regelmatig aandacht voor kleinschalige zorg en -zorgaanbieders en dat is niet altijd in positieve zin. Tijdens gesprekken en in mediaberichten valt op, aldus directeur BVKZ Angeline Ackermans, dat niet altijd duidelijk is wat verstaan wordt onder kleinschalige zorg. Daarom is om dit onderzoek gevraagd. De zin van kleinschalige zorg is soms niet duidelijk.
Het rapport is tevens een pleidooi voor meer betrokkenheid, erkenning en zichtbaarheid van de kleinschalige zorgaanbieders. Ze hebben veel te bieden en verdienen een prominente plaats binnen het zorglandschap.

Zes kernwaarden mensperspectief

De resultaten uit het kwantitatieve onderzoek laten zien dat zorgvragers, naasten en zorgverleners voldoende tot goed scoren op vragenlijsten over welbevinden, kwaliteit van zorg en werktevredenheid. De resultaten uit het kwalitatieve onderzoek geven weer dat binnen kleinschalige zorg wordt gedacht en gewerkt vanuit het perspectief van de mens. Het mensperspectief kent zes kernwaarden: thuis voelen, mens-zijn, samen-zijn, doen wat nodig is, samen-sturen, gewone omgeving. Daarnaast zijn er nog zes subwaarden; geborgenheid, wederkerigheid, saamhorigheid, gewoon doen, loyaliteit, huiselijkheid.

Flexibel en innovatief

Kleinschalige zorg is flexibel en innovatief en staat middenin de samenleving. De organisatiestructuur is eenvoudig. Het gaat om het gewone leven met zijn eigen dynamiek en ongedwongenheid waar zorg onderdeel van is en mensen met een zorgvraag thuis-zijn. Daarbij sturen zorgverleners en zorgondernemers samen, bewegen mee en doen wat nodig is.

Het rapport besluit met een aantal aanbevelingen ter verbetering van kleinschalige zorg. Denken vanuit het perspectief van de mens leidt tot een andere denkwijze over zorg verlenen. Kleinschalige zorgondernemers bieden diversiteit in woonvormen en manieren van werken en zijn een rijke aanvulling in de gezondheidszorg. De kleinschaligheid behoort een eigen unieke positie in te nemen in het zorglandschap, op basis van gelijkwaardigheid en keuzevrijheid.

Mensperspectief in plaats van zorgperspectief is de rode draad, BVKZ 21 juni 2024: https://bvkz.nl/nieuws/mensperspectief-in-plaats-van-zorgperspectief-is-de-rode-draad/

Downloadpagina van onderzoeksrapport, samenvatting en factsheet van Kleinschalige zorg – Mensperspectief in plaats van zorgperspectief: https://bvkz.nl/wetenschappelijk-onderzoek-naar-de-waarde-van-kleinschalige-zorg/

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat vinden werknemers wereldwijd van hun werk? State of the Global Workplace 2024 Report

In de afgelopen tien jaar is het aantal mensen dat lijdt aan stress, verdriet, angst, boosheid of zorgen toegenomen en heeft daarmee het hoogste niveau bereikt sinds het begin van de Gallup-peilingen in 2005.
John Clifton, CEO van Gallup in het Voorwoord van het op 12 juni 2024 verschenen State of the Global Workplace 2024 Report:

«De wereldwijde achteruitgang van de geestelijke gezondheid is zorgwekkend. Sommigen maken zich zorgen dat we in een spiraal terechtkomen. De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, António Guterres, zegt: ‘Onze wereld wordt onrustig’. Misschien is hij te pessimistisch. We leven tenslotte in de beste tijd van de menselijke geschiedenis. ‘Menselijke vooruitgang is een waarneembaar feit’, merkte Harvard professor Steven Pinker op.

Maar wat als ze allebei gelijk hebben? Als de geestelijke gezondheid van de mensheid snel achteruit gaat in een gouden tijdperk van vooruitgang en welvaart, dan zou dat een van de grootste paradoxen van onze tijd zijn.

Als onze collectieve gemoedstoestand nog niet tot historische proporties is verzuurd, dan is deze wel verzuurd genoeg om ons dagelijks leven te beïnvloeden. Professor Christine Porath van Georgetown Universiteit ontdekte dat oplopende stress een snelle toename van onbeschaafd gedrag op het werk veroorzaakt. Dat is vooral zorgwekkend omdat we het grootste deel van ons leven werken, op slapen na.

In het rapport State of the Global Workplace 2024 geeft 41% van de werknemers aan ‘veel stress’ te ervaren. Toch varieert stress aanzienlijk, afhankelijk van hoe organisaties worden geleid. Mensen die werken in bedrijven met slechte managementpraktijken (actief niet-betrokken) hebben bijna 60% meer kans op stress dan mensen die werken in een omgeving met goed management (betrokken). In feite wordt het ervaren van ‘veel stress’ ongeveer 30% vaker gerapporteerd door onder slecht management werkend personeel dan door werklozen.

Leidinggevenden weten dat stress op het werk een probleem is – ze hebben de gegevens gezien, het van hun collega’s gehoord en het zelf ervaren. Een kwart van de leidinggevenden voelt zich vaak of altijd opgebrand en twee derde voelt het soms. Velen proberen het aan te pakken, maar vaak op een manier zonder effect.

Populaire oplossingen zijn welzijn-apps of stressmanagementtrainingen. Toch vindt recent onderzoek van de Universiteit van Oxford ‘weinig bewijs voor de voordelen van deze interventies met zelfs een kleine indicatie van schade’.

Mindfulness en welzijn-apps zijn niet het probleem, maar als slecht management ze als oplossing gebruikt, kan het de zaken alleen maar erger maken. Het is begrijpelijk als je bedenkt dat een belangrijke oorzaak van stress op het werk is dat je niet de materialen en apparatuur hebt die nodig zijn om je werk effectief te doen. Dat probleem kan niet worden opgelost met een yogamatje; daar is actie van het management voor nodig. En het gevoel dat organisaties investeren in andere zaken dan wat werknemers nodig hebben om hun werk goed te doen, kan stress verergeren.

Dus wat werkt dan beter? Volgens de Oxford-studie zijn dat ‘initiatieven op organisatieniveau zoals verbetering in de planning van veranderingen, managementpraktijken, personele middelen of een taakontwerp op maat’. Met andere woorden, het veranderen van de manier waarop mensen worden gemanaged op organisatieniveau.

De wereldwijde werkvloer kan een belangrijke rol spelen bij de aanpak van de wereldwijde crisis op het gebied van geestelijke gezondheid. Zoals gedetailleerd beschreven in het rapport van 2024, is het veranderen van de manier waarop we met mensen omgaan cruciaal voor het verminderen van stress op het werk en in het leven».

State of the Global Workplace 2024 Report

Onderzocht is hoe het met de huidige staat van de geestelijke gezondheid en het welzijn van werknemers op mondiaal niveau is gesteld. Daarna volgde onderzoek naar de economische en beleidsgerelateerde factoren die verband houden met het welzijn van werknemers, gevolgd door manager-gerelateerde factoren die een rol spelen bij de betrokkenheid bij het werk en een goed leven in het algemeen.
Onderdeel van het rapport zijn de interviews met respondenten van over de hele wereld om meer te weten te komen over hun gevoelens met betrekking tot hun werk.

Gallup schat dat een lage betrokkenheid van werknemers de wereldeconomie 8,9 biljoen US dollar kost, oftewel 9% van het wereldwijde BNP.

Korte samenvatting

Deel 1. Geestelijke gezondheid van werknemers: Een wereldwijde momentopname.
1. Twintig procent van alle werknemers ter wereld ervaart dagelijks eenzaamheid. Eenzaamheid is het hoogst onder werknemers die volledig op afstand werken.
2. Het welzijn onder jongere werknemers is gedaald in 2023
3. Betrokkenheid van werknemers is een belangrijke factor in algehele levenservaringen

Deel 2. De rol van economie en beleid in het welzijn van werknemers
1. Landen waar de huidige tijd gunstig is om een baan te vinden, hebben een lagere actieve niet-betrokkenheid – werknemers zij vrij om uit ellendige werksituaties te stappen.
2. Sommige arbeidsrechten hebben te maken met werknemers die hun huidige leven beter willen beoordelen.
3. Onafhankelijk van arbeidsrechten wordt werknemersbetrokkenheid geassocieerd met hoop voor de toekomst.
4. Niet alle arbeidsrechen worden op dezelfde manier geassocieerd met emotionele gezondheid. Betrokken werknemers in landen met arbeidsrechten gericht op een fatsoenlijk loon, veilig werk, gezinstaken en moederschap hebben de minste stress.

Deel 3. De rol van de manager in welzijn en prestaties van werknemers.
Managers zijn verantwoordelijk voor 70% van het verschil in betrokkenheid van werknemersteams
1. Managers hebben dagelijks meer negatieve ervaringen dan niet-managers en zijn vaker op zoek naar een nieuwe baan.
2. In alle landen geldt: als managers betrokken zijn, zijn werknemers dat waarschijnlijk ook.
3. In best practice-organisaties is driekwart van de managers en zeven op de tien niet-managers betrokken.

Als organisaties het aantal betrokken werknemers verhogen, verbeteren ze een groot aantal organisatorische resultaten, waaronder winst, retentiepercentages en klantenservice.

Cijfers wat Europa betreft

1. Laagste regionale percentage betrokken werknemers. 72% voelt zich niet-betrokken. 16% actief niet-betrokken.
2. Laagste regionale percentage werknemers dat zegt op zoek te zijn naar een nieuwe baan.
3. Op één na laagste regionale percentage werknemers dat dagelijks verdrietig is

Uitspraken van respondenten:

♦ Van een actief niet-betrokken Canadese lijnwerker: “Ik zou het kunnen pushen, maar ik ben zo gefrustreerd over hoe het die dag gaat, dat ik denk: ‘Weet je wat ik ga doen? Ik ga niets doen’.”
♦ Van een niet-betrokken Indiase marketing supervisor: “Ik ontvang een salaris voor dit werk. Dus ik moet het doen, maar ik raak verveeld omdat ik elke dag hetzelfde werk moet doen”.
♦ Van een betrokken Australische contractmanager: ”Ik geniet echt van mijn werk. Ik vind dat ik werk met echt fantastische mensen en het werk dat we doen is echt heel zinvol”.

Downloaden Research summary State of the Global Workplace: 2024 Report. The voice of the world’s employees, Gallup, juni 2024: https://www.gallup.com/workplace/349484/state-of-the-global-workplace.aspx

Downloaden State of the Global Workplace: 2024 Report. The voice of the world’s employees, Gallup, juni 2024: https://www.gallup.com/workplace/349484/state-of-the-global-workplace.aspx

Gallup.com: www.gallup.com/

De democratische rechtsorde in de praktijk: Verzet je tegen alles wat vakmanschap in de weg staat

«Ik ben geen fan van ‘curlingouders’, maar ik denk weleens: hadden we maar ‘curlingbestuurders’. Bestuurders die focus aanbrengen en alle nonsens weghouden, zodat de professional zich kan richten op het vak en daarvoor ook de ruimte krijgt. Dat vereist wel dat je als bestuurder echt in verbinding staat met de praktijk en luistert. Echt luistert.» Hoe mooi gezegd door lerares Merel van Vroonhoven in de tweede Herman Tjeenk Willink-lezing in de Gotische zaal van de Raad van State in Den Haag op 13 juni 2024. Herman Tjeenk Willink, oud vice-president van de Raad van State, startte de naar hem genoemde tweejaarlijkse lezingenreeks in juni 2022 die steeds als centraal thema heeft: de democratische rechtsorde in de praktijk.

De kern van Van Vroonhovens lezing is dat beleidsmakers beter dienen te luisteren naar mensen uit de praktijk. Ze beseft hoe belangrijk het is “dat bestuurders en beleidmakers bewust zijn van de consequenties van hun beleid op de praktijk. Maar ook hoe belabberd het met dat bewustzijn is gesteld. Nog te vaak zie ik bestuurders hun dagen vullen met vergaderen over papieren werkelijkheden, zonder een beeld te hebben van hoe het eraan toegaat buiten de vergaderzaal.
Bestuurders die focus aanbrengen en alle nonsens weghouden, zodat de professional zich kan richten op het vak en daarvoor ook de ruimte krijgt. Dat vereist wel dat je als bestuurder echt in verbinding staat met de praktijk en luistert. Echt luistert”.

Enkele passages over vakmanschap, professionals en burgers

«‘Geef de leraar zijn vak terug’, riep de Tweede Kamer in koor tijdens het Kamerdebat over leraren drie maanden geleden. Uit mijn hart gegrepen. Allereerst, omdat het bevestigt dat goed onderwijs valt of staat bij het vakmanschap van de leraar. Maar politieke erkenning is niet genoeg. Bovendien, kortstondig. Dus is het misschien nog wel belangrijker dat de professionals ‘op de vloer’ zelf actie ondernemen. Daarom roep ik: ‘Leraar, pak je vak terug’.
Professionals moeten niet wachten op de politiek, bestuurders of anderen aan de zijlijn. Als wij ons vak niet opeisen verandert er niets. Als wij ons niet als professionals gedragen, waarom zou de rest van de wereld ons dan als professionals behandelen? Dus is mijn pleidooi: stop met je voegen naar het uitvoerderschap. Verzet je tegen alles wat vakmanschap in de weg staat. Mobiliseer niet alleen langs de as van arbeidsvoorwaarden, maar vooral langs de as van inhoud van het vak”.

Wil je de status van een advocaat, een rechter of een dokter, dan hoort het erbij dat je je continu bijschoolt en je daar ook op laat toetsen en aanspreken. De lat omhoog.

Een evenwichtigere machtsbalans ten gunste van professionals en burgers moet komen van een radicale herwaardering van vakmanschap en praktijkervaring. Tijd voor minder markt. Tijd voor meer bestuurlijk handelen dat daadwerkelijk dienend is aan de man of vrouw in de frontlinie. De praktijk niet als sluitstuk, maar als startpunt.

U hoort het beste mensen, mijn lezing van vandaag is misschien een kritisch verhaal, maar niet eentje zonder hoop. Het is een warm pleidooi voor het herstel van de machtsbalans in onze democratie ten gunste van burgers en professionals in de praktijk. Voor minder markt en meer bestuurlijk handelen dat daadwerkelijk dienend is aan de man of vrouw in de frontlinie. Een pleidooi voor werkelijk luisteren. Maar ook voor terug durven praten, kenbaar maken waar je inhoudelijk voor staat. De professional en burger niet langer meer het sluitstuk, maar het startpunt. Of je werk zich nou afspeelt in de vergaderzaal of in de klas. Flip the system.»

Na de lezing reflecteerden twee genodigden in een gesproken column van vijftien minuten op de lezing: theatermaker/regisseur Gavin-Viano en programmamaker/presentator Nicolaas Veul.

Ga voor downloaden van lezing en columns naar Raad van State, Merel van Vroonhoven houdt tweede Herman Tjeenk Willink-lezing, 14 juni 2024: www.raadvanstate.nl/actueel/nieuws/juni/herman-tjeenk-willink-lezing-2024/

Gedragswetenschapper Otto Adang over geweld en de rechtsstaat, de politie en de burger

“Ergens eind jaren tachtig stapte een jonge wetenschapper bij ons achter in de ME-bus. Hij deed onderzoek naar groepsgedrag en maakte de vergelijking met groepen mensapen. Hilariteit ten top……ik ben het nooit meer vergeten! Dat waren volgens mij de eerste stappen van Otto in de politiewereld. Hij is nooit meer echt weggegaan. Hij heeft de politie met zijn deskundige onderzoeken en altijd duidelijke mening een grote dienst bewezen. Daarvoor past veel dank!!”.
Lovende woorden van een oud-politiechef op Twitter – X naar aanleiding van het afscheid van Otto Adang van de Politieacademie als lector (sinds 2004) Openbare Orde en Gevaarbeheersing op 7 maart 2024. Adang was daar sinds 2004 lector. Voor zijn verdienste bij de politie ontving hij bij zijn afscheid een eremedaille, een erkenning voor zijn bijzondere inzet voor het politievak. Sinds 1998 gaf Adang leiding aan het door hemzelf opgezette onderzoeksprogramma Geweld- en gevaarbeheersing in conflictsituaties, gericht op hoe politie en burgers op elkaar reageren.

Ter gelegenheid van zijn afscheid schreven collega’s het liber amicorum Met alle geweld geleerd, een veelzijdig boek, net zo veelzijdig als het werk van Adang is. De bundel bestaat uit drie delen. In het eerste deel staan de politiewetenschap en de onderzoeksmethoden centraal. In het tweede deel wordt stilgestaan bij vraagstukken rond openbare orde, agressie en constructief samenleven. In het derde deel wordt aandacht gevraagd voor dieren en etiologie.

Otto Adang (1956) is gedragswetenschapper en bioloog/etholoog en werd per april 2016 benoemd tot bijzonder hoogleraar Veiligheid en collectief gedrag bij de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. De leerstoel werd gefinancierd door de Politieacademie en liep tot 31 maart 2024.
De bijzondere leerstoel had tot doel om bij te dragen aan “theorievorming, onderzoek, onderwijs en kennisverspreiding met betrekking tot mechanismen in collectief gedrag die bijdragen aan of afbreuk doen aan het bestaan en ontstaan van veilige situaties in de interactie tussen overheden en burgers, waarbij theorie en praktijk met elkaar verbonden worden”.

Het filosofisch kwintet

Adang is te gast in het televisieprogramma Het filosofisch kwintet op zondag 23 juni 2024. In deze tweede aflevering van de serie  over rechtsstaat en geweld staat de vraag centraal of we elkaar de hersens zouden inslaan als er geen rechtsstaat zou zijn?  Als bioloog onderzocht Adang onder meer hoe chimpansees geweld gebruiken en welke regels daarbij gelden, bijvoorbeeld: gebruik niet je dodelijke hoektanden bij geweld binnen de groep. Hij promoveerde in 1986 op de ontwikkeling van het agressieve gedrag bij chimpansees. In opdracht van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie verrichtte Adang vergelijkend observationeel onderzoek naar het ontstaan en de escalatie van rellen bij bijvoorbeeld voetbalwedstrijden en demonstraties. In de periode van zijn onderzoek adviseerde hij Bert Haanstra bij de totstandkoming van de documentaire film Chimps onder elkaar die in 1984 in première ging.

Daan Schneider vroeg Adang voorafgaand aan zijn deelname aan Het filosofisch kwintet voor de VPRO-gids of geweld onvermijdelijk is?
Adang: “Veel geweld is best te vermijden, maar alle geweld uitbannen lijkt me een illusie. Met geweld kun je namelijk dingen bereiken. Je kunt je zelfs afvragen: waarom is er niet meer geweld? Dat is omdat er ook nadelen kleven voor degene die geweld gebruikt. Je loopt bijvoorbeeld het risico dat de ander reageert met geweld. Bovendien zijn mensen sociale wezens die elkaar nodig hebben om dingen te bereiken. Onze neiging tot samenwerking zit minstens zo diep ingebakken als de optie van geweld”.

De hoeveelheid geweld in onze samenleving blijft maar afnemen. Hoe komt dat?
“Je zou het beschaving kunnen noemen. We accepteren geweld steeds minder als oplossing van conflicten. De grens van wat we normaal vinden schuift op”.

Kan die trend dan niet naar nul doorzetten?
“Dat denk ik niet. Sommige vormen van geweld zijn moeilijk uit te roeien. Maar om samenwerking te bevorderen moet je geweld en agressie zo veel mogelijk beperken. Daarbij is nodig dat regels en normen gehandhaafd worden, paradoxaal genoeg zo nodig met geweld. Daar hebben we de staat voor, zolang men accepteert hoe de staat zijn geweldsbevoegdheid gebruikt werkt dat uitstekend”. (VPRO-gids no 25 van 22 – 28 juni 2024).

Adang schreef en redigeerde een groot aantal boeken en artikelen in het Nederlands, Duits en Engels (met vertalingen in o.m. Russisch, Spaans en Zweeds). Recente titels, uitgegeven door Boom Den Haag, zijn Verantwoorden en leren; Duurzaam leren voor goed politiewerk; In verbinding; Geweldig of gevaarlijk?

Met alle geweld geleerd – Liber amicorum voor Otto Adang, door Janine Jansen e.a., Politieacademie en uitgeverij Boom Den Haag 2024, 153 p.: https://vubis.politieacademie.nl/iguana/www.main.cls?surl=search&p=76e3e16a-d5dd-477d-84d1-e0e25fbf6033#recordId=2.104172

Eremedaille voor lector Otto Adang bij afscheid, Politieacademie, 7 maart 2024: www.politieacademie.nl/over-ons/nieuws/eremedaille-voor-lector-otto-adang-bij-afscheid

Chimps onder elkaar: Cinematografische ethologie, door Otto Adang: http://chimpansee.homestead.com/ziezoo.html

Het filosofisch kwintet – 23 juni 2024 op NPO 1

De rechtsstaat en geweld, Het filosofisch kwintet, aflevering 2: Slaan we elkaar zonder rechtsstaat de hersens in?
Arnon Grunberg spreekt in deze tweede aflevering met historicus Beatrice de Graaf, cultureel antropoloog Tine Molendijk, gedragswetenschapper Otto Adang en Ferd Grapperhaus, ex-minister van Justitie en Veiligheid.

De uitzending vindt plaats op zondagmiddag 23 juni 2024 op NPO 1, aanvang 12.10 uur.
https://www.human.nl/het-filosofisch-kwintet/kijk/overzicht/seizoen-2024/aflevering-2.html

Pesten, intimidatie, discriminatie: FNV-rapport over sociale veiligheid bij ministerie van JenV

Bijna 2000 ambtenaren vulden een enquête van vakbond FNV in die ging over pesten, intimidatie en discriminatie bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid. De werkvloer bleek niet veilig op het ministerie. Het onderzoek is uitgezet op 22 april 2024 en op 21 mei 2024 beëindigd. Ongeveer de helft van de invullers zegt in het afgelopen jaar te maken te hebben gehad met grensoverschrijdend gedrag.

David Schreuders, bestuurder van FNV Overheid, noemt de uitkomst van het onderzoek “buitengewoon zorgelijk, maar helaas geen verrassing”. In februari bleek uit onderzoek van de FNV bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ook al dat de werkvloer onvoldoende veilig was. Schreuders: “De problemen op JenV lijken op die bij VWS. Veel te veel werknemers hebben te maken met pesten, intimidatie, discriminatie en andere vormen van ongewenst gedrag. Het beleid en de mogelijkheden om zulk gedrag aan te pakken schieten in de praktijk tekort”.

Grensoverschrijdend gedrag

40% van de ambtenaren die de enquête invulden vindt dat mensen op het ministerie niet gelijk behandeld worden qua geslacht, leeftijd of achtergrond. 74% van de ambtenaren voelt zich niet ondersteund door hun organisatie na een ervaring van grensoverschrijdend gedrag. 87% van het grensoverschrijdend gedrag is intern.

Onder grensoverschrijdend gedrag wordt verstaan:

• Pesten, bijvoorbeeld buitensluiten, vernederen
• Intimidatie, bijvoorbeeld schelden of bedreigen
• Seksuele intimidatie of seksueel geweld, bijvoorbeeld ongewenste aanrakingen of opmerkingen, aanranding, verkrachting
• Discriminatie, bijvoorbeeld op grond van je afkomst, leeftijd of seksuele gerichtheid
• Lichamelijk agressie, bijvoorbeeld slaan, schoppen

In bijna de helft van de ervaringen is een directielid of leidinggevende de bron van zulk gedrag. Een kwart van de JenV-ambtenaren overweegt van werkgever te veranderen vanwege de omgangsnormen.

Het zwijgen opgelegd

Schreuders: “De resultaten van dit onderzoek schetsen bepaald geen goed beeld en baren de FNV zorgen. Het is wel duidelijk dat de plannen die het ministerie heeft om de werksfeer en sociale veiligheid te verbeteren in de praktijk nog veel te weinig effect hebben. Daarnaast zien we opnieuw, net als bij VWS, dat werknemers die melding maken van incidenten door hun managers het zwijgen wordt opgelegd. Dat is absoluut onacceptabel. Er is echt een cultuuromslag nodig”.

Tien aanbevelingen

De FNV roept de landelijke politiek opnieuw op ervoor te zorgen dat de Rijksoverheid goed werkgeverschap waarmaakt. Bovendien doet de vakbond tien aanbevelingen aan JenV om grensoverschrijdend gedrag aan te pakken, te weten:

  1. Een cultuuromslag is noodzakelijk. Alle leidinggevenden zouden geschoold moeten worden in het creëren van een veilige werksfeer en in het effectief optreden als grensoverschrijdend gedrag zich voordoet.
  2. Breng de risico’s van grensoverschrijdend gedrag in kaart in de Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) en neem maatregelen om deze zoveel mogelijk bij de bron aan te pakken in het Plan van Aanpak (dit is een wettelijke verplichting uit de Arbowet).
  3. Leidinggevenden (van hoog tot laag) die onveiligheid veroorzaken en in stand houden zouden vervangen moeten worden.
  4. Zorg dat er een gedragscode is, die met de werknemers op de werkvloer wordt opgesteld, zorg voor commitment hiervoor en zorg voor helder sanctiebeleid: wat zijn de gevolgen van het overschrijden van de gedragsregels?
  5. Zorg voor betere bekendheid en toegankelijkheid van met name de ombudsfunctionaris en integriteitscommissie.
  6. Een training zelfmoordpreventie (113 academie) voor alle leidinggevenden, HRM, OR, preventiemedewerkers, vertrouwenspersonen, maatschappelijk werkers et cetera.
  7. Geef regelmatig voorlichting over dit onderwerp en zorg dat het voorlichtingsmateriaal altijd en op meerdere wijzen beschikbaar is.
  8. Neem werkenden die melding maken van grensoverschrijdend gedrag altijd serieus en bied hun een luisterend oor en zorg voor effectieve opvolging van de melding. Zorg dat mensen ook terecht kunnen bij andere onderdelen van de organisatie, als ze dat niet kunnen of durven in hun eigen onderdeel.
  9. Stop met werknemers die grensoverschrijdend gedrag meemaken het zwijgen op te leggen; het vastleggen hiervan in een vaststellingsovereenkomst zou verboden moeten worden.
  10. Bied alle werknemers een omstanderstraining aan.

De FNV gaat in de laatste week van juni 2024 over deze aanbevelingen in gesprek met de ambtelijke top van het ministerie.

Downloaden onderzoeksrapport Sociale veiligheid bij het Ministrie van Justitie en Veiligheid, FNV, juni 2024: www.fnv.nl/

Pesten, intimidatie, discriminatie: FNV brengt grensoverschrijdend gedrag bij ministerie JenV in kaart, door Lennart Rietman, 20 juni 2024: www.fnv.nl

Rapport Grensoverschrijdend gedrag: Horen, zien en zwijgen – Omgangsnormen op de werkvloer, FNV, oktober 2023: www.fnv.nl/

Dinsdag 25 juni 2024 actie in Den Haag voor een veilige werkplek

De Nederlandse overheid vindt dat extra wetgeving niet nodig is om mensen op en rond het werk te beschermen. Dit terwijl de werkvloer voor veel mensen geen veilige plek is. De FNV gaat daarom op dinsdag 25 juni 2024 actievoeren in Den Haag. Om 10.00 uur op het Anna van Buerenplein in Den Haag.

 

Negen essay’s over lokaal sociaal beleid en bekostiging van bestaanszekerheid

De inherente spanning tussen een landelijk uniforme basis voor bestaanszekerheid en lokaal maatwerk heeft ook zijn weerslag op de financiële verhoudingen. De mogelijkheden om maatwerk te leveren zou immers niet afhankelijk mogen zijn van de gemeente waar iemand woont. Wat is er mogelijk aan lokale oplossingen en wat is er landelijk nodig om deze lokale oplossingen mogelijk te maken?

De essaybundel Een financieel fundament voor lokaal sociaal beleid bevat negen essays waarin vanuit verschillende invalshoeken de dilemma’s en achtergronden worden belicht. Een aantal van deze essays diende in eerste aanleg ter inspiratie voor de zevende Dag van de Financiële Verhoudingen, georganiseerd door de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) in april 2024, waar bestaanszekerheid het leidende thema was.

Belangrijkere rol als uitvoerder medebewindstaken

Bij bestaanszekerheid gaat het om een breed begrip. Het gaat om een voldoende en voorspelbaar inkomen, een woning, toegang tot onderwijs en zorg en een buffer voor onverwachte uitgaven. In eerste aanleg is het Rijk aan zet om zorg te dragen voor het op orde brengen van de basis. Maar gemeenten vervullen een steeds belangrijkere rol als uitvoerder medebewindstaken rond inkomensondersteuning en bestaanszekerheid. De gemeenten worden als meest nabije overheid geacht gericht te kunnen inspelen om ook op aanpalende beleidsterreinen de bestaanszekerheid te borgen.

Inhoud bundel Een financieel fundament voor lokaal sociaal beleid

  • Voorwoord  3
  • Van pleisters plakken naar verbonden verhoudingen, door Bart Leurs  7
  • Bestaanszekerheid tussen Rijk, gemeenten en maatschappelijk middenveld, door Robert Vonk  18
  • Een nieuw mensbeeld voor burger en bestuur, door Willemijn Roozendaal 32
  • Hoe efficiënt is meer bestaanszekerheid? door Harry Kruiter 40
  • Verstrikt in publieke onmacht, door Sjef Czyzewski 48
  • Samenwerken aan sociale zekerheid: trends, risico’s en beheersmaatregelen, door
    Joost van Gemeren, Larissa Jongenelen, Harnold van der Vegte, Patrick Tazelaar 59
  • Bestaanszekerheid en kwijtschelding decentrale belastingen, door Corine Hoeben, Dylan Jong 68
  • Demografisch Nederland in vogelvlucht: Rijk van Schaarste? door Marianne van den Berg en Rutger Kaput 80
  • Bestaanszekerheid en zes decennia minimuminkomensbeleid, door Benedikt
    Goderis 89
  • Bijlage I – Samenstelling Raad voor het Openbaar Bestuur

De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) is een onafhankelijk adviesorgaan van de regering en het parlement.

Downloaden Een financieel fundament voor lokaal sociaal beleid, ROB,  juni 2024: https://beroepseer.nl

Lokaal sociaal beleid: over dilemma’s, lokale oplossingen en landelijke randvoorwaarden, Raad voor het Openbaar Bestuur, 17 juni 2024: https://www.raadopenbaarbestuur.nl

Terugblik: Dag van de Financiële Verhoudingen, ROB, 25 april 2024: https://www.raadopenbaarbestuur.nl