Skip to main content

Redactie Beroepseer

Vastzitten in regels. Het kan wel twintig jaar duren

twintig jaar vast in regels kafkabrigade2Arjan Widlak, directeur van de Kafkabrigade, heeft een verhaal geschreven in zes delen over het vastzitten in regels. Fouten in registraties verspreiden zich door gegevensuitwisseling als een olievlek over (overheids)organisaties, correctie van de gevolgen echter niet. Vaak is ook niet te overzien welke gevolgen een verkeerde registratie heeft bij andere overheden.

Omdat dit sneeuwbaleffect voorkomt bij zowel fouten van overheden, van burgers, complexe situaties, (identiteits)fraude als uitschrijvingen, worden honderdduizenden mensen getroffen met vaak grote administratieve en financiële problemen. De casus Saskia maakt dit probleem concreet.

Het verhaal verschijnt op de site Platform Overheid:

1. Saskia zit bijna 20 jaar vast in de bureaucratie.: hoe kwam het zo?
2. Lerende organisaties?
3. Schadevergoeding en in de schulden.
4. De rol van ICT.
5. Waarom staat de burger niet centraal?
6. Wat doen we eraan?

Op 20 februari verscheen het eerste deel: Saskia zit bijna 20 jaar vast in de bureaucratie. Klik hier voor verder lezen op Platform Overheid: https://platformoverheid.nl/artikel/vast-in-regels/

De Kafkabrigade spoort overbodige en disfunctionele bureaucratie op, onderzoekt problemen en helpt overheidsorganisaties met het inrichten van hun organisatie rondom publieke waarden.

De Digitale Kooi – (on)behoorlijk bestuur door informatiearchitectuur, door Rik Peeters en Arjan Widlak, Boom Bestuurskunde, februari 2018: https://www.researchgate.net

U P D A T E

The digital cage: Administrative exclusion through information architecture – The case of the Dutch civil registry’s master data management system, door Rik Peeters en Arjan Widlak, Government Information Quarterly, Volume 35, Issue 2, April 2018, Pages 175-183.
Voor downloaden in PDF ga naar: www.researchgate.net


Computers discussiëren niet

Het verhaal Computers don’t argue van de Canadees-Amerikaanse schrijver Gordon R. Dickson (1850-1894) werd voor het eerst gepubliceerd in het Amerikaanse science-fictionmagazine Analog van september 1965. Een Nederlandse vertaling verscheen voor het eerst in het tijdschrift Bres-Planète van juni 1968: Computers discussiëren niet. Jaren later zond de KRO een hoorspel naar het verhaal uit, op dinsdag 15 oktober 1974 van 22.30 tot 23.00 uur in het programma Theater. De vertaler en regisseur was Léon Povel.

Het verhaal gaat over ons lot als computers de baas worden en begint met een waarschuwing. Mr. Walter A Child ontvangt van zijn boekenclub een onbruikbaar boek en stuurt het onbetaald terug. Het gevolg: hij  zou best weleens in de dodencel terecht kunnen komen. Dat is de verbijsterende slotsom waartoe de auteur komt als hij zijn fantasie laat gaan over het onderwerp “Nog een paar jaartjes en letterlijk alles gaat per computer”. Dankzij de computers die ook fouten kunnen maken wordt Mr. Child het “kind van de rekening”. Zijn naam wordt verhaspeld en hij moet $ 15.66 betalen, maar een computer hapert en maakt er § 1566 van en dat is een wetsartikel over kidnapping. Mr. Child kan schrijven wat hij wil, de computers werken door via dwangbevelen, arrestatie en veroordeling en maken zelfs het ingrijpen van de hoogste autoriteit in het land onmogelijk door een gecomputeriseerde bureaucratie, waartegen al helemaal niemand meer is opgewassen.
Klik hieronder op afbeelding voor lezen Computers don’t argue.

computers dont argue gordon r dickson2

Enquête Radar over onafhankelijkheid bedrijfsarts: bijna 40 procent werknemers voelt zich benadeeld

De tv-uitzending van Radar op maandagavond 26 februari 2018 was gewijd aan de zorgen om de onafhankelijkheid van de bedrijfsarts. Bijna 40 procent van de werknemers die langer dan zes weken ziek is geweest, voelt zich benadeeld door zijn of haar werkgever wegens ziekte. Dat blijkt uit een enquête van Radar, die werd ingevuld door ruim 11.000 mensen. Zo voelen zieke werknemers zich niet goed begeleid, moesten ze te snel weer aan het werk of kregen ze een mindere of minder leuke functie na ziekte. Maar ook komt het voor dat zieke werknemers in de werkloosheidswet (WW) eindigen terwijl zij naar eigen zeggen nog in de ziektewet thuishoren. 26 procent van de mensen die vanuit ziekte in de WW terecht komt, geeft aan dat dit onder druk is gegaan.

Een zorgelijke ontwikkeling zo vindt vakbond FNV. De cijfers passen volgens bestuurder Erica Hemmes in een trend waarbij kosten van de zieke werknemer worden afgewenteld door de werkgever. In de praktijk ziet de FNV het met regelmaat dat een zieke werknemer onder druk wordt gezet om een WW-uitkering aan te vragen. En dat is oneigenlijk gebruik van deze voorziening.

‘Wie betaalt bepaalt’

Inzet van een onafhankelijke bedrijfsarts zou goede begeleiding van een zieke werknemer moeten waarborgen. Maar niet in alle gevallen is de arts in de positie om onafhankelijk te handelen. ‘Wie betaalt bepaalt’ geldt nog steeds, aldus zelfstandig bedrijfsartsen Hans de Wit en Rashied Bakhtali. Hoewel er ook veel werkgevers zijn die goed voor hun personeel zorgen, zien zij dat het gebeurt dat een werkgever de bedrijfsarts onder druk probeert te zetten.

Zo krijgen de bedrijfsartsen soms het verzoek van de werkgever om het beoordelingsverslag, waarin de belastbaarheid van de werknemer wordt beschreven, aan te passen. Hoewel zowel De Wit als Bakhtali zeggen op een dergelijk verzoek niet in te gaan, bestaat daarmee de kans dat zij vervangen worden door een andere arts die wel oordeelt in voordeel van de werkgever.

Ook uit de enquête van Radar blijkt dat er vaak gewisseld wordt van arts. Meer dan een kwart van de respondenten wordt tijdens ziekte gewisseld van arts. In het overgrote deel is dat op initiatief van de werkgever en nog in geen vijf procent op initiatief van de werknemer. Volgens de FNV is dit de manier voor de werkgever om een oordeel dat hem niet zint, terzijde te schuiven.

Verstoorde relatie

Volgens de bedrijfsartsen is er vaak sprake van een verstoorde relatie tussen werkgever en werknemer. Bijvoorbeeld door een arbeidsconflict. Dat was ook het geval bij Marjan, die gezondheidsklachten ontwikkelde als gevolg van een conflict met haar leidinggevende. Volgens De Wit en Bakhtali is er dan ook veel te winnen in het voorkomen van uitval. Nu ziet de bedrijfsarts de werknemer vaak pas in een laat stadium.

‘Onderzoek financiering vanuit de zorgverzekeringwet’

Hoewel er al verschillende pogingen zijn gedaan om de onafhankelijke positie van de in de wet te waarborgen, blijft de discussie over de onafhankelijke positie van de bedrijfsarts bestaan. Volgens Gijs van Dijk, Tweede Kamerlid voor de Partij van de Arbeid, moet het huidige kabinet dit onderwerp veel actiever aanpakken. Hij wil dan ook aan minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vragen om te onderzoeken of de bedrijfsarts gefinancierd kan worden vanuit de zorgverzekeringswet. Hiertoe zou de bedrijfsarts onder de eerstelijns zorg moeten komen te vallen. Hierdoor kan de onafhankelijkheid van de arts worden gewaarborgd en hebben alle werkenden toegang tot arbeidszorg.

Reactie werkgeversorganisaties

Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland herkennen het geschetste beeld niet dat de bedrijfsarts niet onafhankelijk zou kunnen opereren doordat deze betaald wordt door de werkgever. Zij wijzen erop dat de eerste de loondoorbetalingsplicht gedurende eerste twee jaar van de ziekte en de re-integratieverplichting een zware verplichting zijn voor werkgevers. “Daarbij past dat de regie bij de werkgever blijft”.

Op de site van Radar zijn de volledige reacties te lezen van de werkgeversorganisaties en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Koolmees. Bekijk daar ook de video van de uitzending en de reacties van kijkers: Zorgen om onafhankelijkheid bedrijfsarts, Radar, Avro/Tros, 28 februari 2018: https://radar.avrotros.nl/artikel/zorgen-om-onafhankelijkheid-bedrijfsarts-2658

Top 3 klachten bij de huisarts: beweegklachten, huidproblemen en ademhalingsproblemen

De meest gerapporteerde klachten bij de huisarts zijn gerelateerd aan het bewegingsapparaat, vooral klachten aan knie en de onderrug. Op nummer twee staan problemen aan de huid, gevolgd door problemen met de longen, zo blijkt uit cijfers van het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg NIVEL

Per 1.000 ingeschreven patiënten, waren er in 2016 ongeveer 700 consulten voor klachten aan het bewegingsapparaat. Het aantal consulten ligt hoger bij vrouwen dan bij mannen en neemt sterk toe met de leeftijd. Zo komen vrouwen van 65 jaar en ouder gemiddeld 1,5 keer per jaar voor beweegklachten.

NIVEL Zorgregistraties brengt de eerstelijns zorg in kaart

Het zorgaanbod in Nederland moet goed aansluiten op de zorgvraag. Maar welke zorgvragen spelen er eigenlijk? NIVEL Zorgregistraties brengt het zorglandschap en actuele zorgvragen in kaart, soms zelfs op de week nauwkeurig. Zo weten we bijvoorbeeld of er griep heerst, of gezondheidscampagnes het juiste effect hebben gehad, en met wat voor zorgvragen mensen bij een huisarts of paramedici aankloppen.

Hiervoor verzamelen we door zorgverleners vastgelegde patiëntgegevens bij honderden hulpverleners uit de eerstelijnszorg verspreid over het land. Deze beveiligde gegevens zijn geanonimiseerd en geschikt gemaakt voor analyses, zodat we antwoorden kunnen geven op uiteenlopende beleidsvragen.

Nederlanders vooral met beweegklachten naar de huisarts, NIVEL, 26 februari 2018: www.nivel.nl

top drie klachten huisarts nivel zorgregistraties

Rapport over ‘zorgrebellen’, zich bewegend tussen systeem en leefwereld, gericht op patiëntenbelang en goede kwaliteit

omslag op zoek naar goede leefsystemenHet rapport Op zoek naar goede leefsystemen – zorgrebellen en het doen van kwaliteit, bevestigt een trend van de laatste jaren: Regels hebben een slechte naam gekregen in de zorg. Op allerlei manieren en op allerlei plekken wordt aandacht besteed aan de nadelen van (een teveel aan) regels en de noodzaak tot een ‘ontregeling’ van de zorg. Zo wil het nieuwe kabinet ‘schrapsessies’ organiseren en zijn bijvoorbeeld huisartsen al langer actief met de ‘Het roer moet om’ beweging. In het kader van deze discussie krijgt de gedachte over ‘systeem en leefwereld’ van de Duitse socioloog Habermas weer aandacht. Deze in de jaren tachtig ontwikkelde gedachte is dat het ‘systeem’ van regulering inmiddels de ‘leefwereld’ van professionals in de zorg (en daarbuiten) overwoekert en dat professionals daardoor niet meer toekomen aan cliëntgerichte zorg; hetgeen juist de bedoeling van zorg is: “In dit rapport beschrijven wij de resultaten van een onderzoek naar de vraag hoe klinische groepen, met een goede reputatie ten aanzien van kwaliteit van zorg, in de praktijk werken aan kwaliteit(verbetering) en innovatie en hoe zij tussen ‘systeem’ en ‘leefwereld’ heen bewegen. We waren benieuwd waarom zij ogenschijnlijk minder last hebben van de van buitenaf opgelegde regels. Daartoe hebben we drie klinische groepen ‘van binnenuit’ onderzocht”.

Rebellen 

Uit observaties bleek dat de onderzochte groepen regelmatig afweken van bestaande regels en voorschriften: “Om die reden spreken we in dit onderzoek van ‘rebellen’ op het gebied van kwaliteit. Met rebellen doelen we op individuen of groepen die in staat zijn om voor zichzelf een context te creëren waarin ze goede zorg kunnen verlenen, zonder dat ze zich buiten de organisatie plaatsen. Ofwel, het zijn groepen die er in slagen om de grenzen van de organisatie op te rekken maar er wel onderdeel van uit blijven maken; door Helen Bevan ook wel omschreven als ‘rocking the boat, while staying in it’.”
De ‘rebellen’ hanteren verschillende manieren om de kwaliteit te verbeteren en te bewaken. De onderzoekers noemen er drie:

– Klinisch redeneren. Voortdurend is een gesprek/discussie gaande over de behoeften van (individuele) patiënten, kwaliteit van leven en de beste manier om de zorg daaromheen te organiseren.
– Groepen creëren contexten waarin de door hen gewenste zorg aan zowel individuele patiënten als de gehele afdeling geleverd kan worden.
– Bewust actief vormgeven aan de eigen ‘goede leefsystemen’, waardoor het onderscheid tussen systeem en leefwereld op de achtergrond wordt gedrongen.

Rebellen zijn dus niet zomaar ‘eigenwijze professionals’ die weigeren zich aan de door de organisatie of externen opgelegde regels te houden en zich daarbij op hun professionele autonomie beroepen. Zij keren ook hun rug niet naar de organisatie maar blijven er juist deel van uitmaken, zij het dat ze de grenzen van de organisatie wel oprekken.
Anderzijds leggen zij zich ook niet bij de regels neer of worden ze cynisch omdat regels hen dwingen dingen te doen die ze niet zinvol vinden of tegen hun professionele identiteit ingaan. Rebellen zoeken een balans door zowel ruimte te creëren als de ruimte op een verantwoorde manier in te vullen.

Belang patiënten staat steeds voorop

Om hun werk te kunnen doen negeren rebelse groepen regelmatig de regels van de organisatie. Ze zijn goed in het vinden van alternatieve methoden en bieden creatieve, innovatieve oplossingen ten behoeve van hun patiënten. Wanneer het organisatiebelang groot is, volgen de rebellen wel de externe regels; bijvoorbeeld bij het behalen van een accreditatie. Zij laten op dit soort strategisch belangrijke momenten zien dat ze goede kwaliteit leveren in termen van het ‘systeem’, maar over het algemeen staat het patiëntenbelang in hun werkwijzen steeds voorop. Een medisch specialist vertelde: “Ik ben niet bezig om mijn agenda voor elkaar te krijgen, als ik er zo in ga zitten dan raak ik gefrustreerd. Ik zie het meer als een proces. Een vorm van tango dansen. Beetje vooruit, stapje terug, dipje maken, verleiden én leiden tegelijkertijd. En uiteindelijk kom ik altijd op het goede punt uit. Het duurt alleen soms even”.

Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Consortium Kwaliteit van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra en Zorg Instituut Nederland op een dialyse-afdeling, een vrouw-moeder-kind-centrum en een afdeling voor infectieziekten. Op deze afdelingen werken verpleegkundigen met een aanvullende opleiding (HBO-plus opgeleide verpleegkundigen).

Klik hier voor het rapport Op zoek naar goede leefsystemen – Zorgrebellen en het doen van kwaliteit, door Roland Bal, Anne Marie Weggelaar & Iris Wallenburg, Erasmus School of Health Policy and Management,  Rotterdam, februari 2018: www.eur.nl

Nieuwe gedragsregels voor advocaten ingevoerd

De Nederlandse Orde van Advocaten ((NOvA) heeft de herziene gedragsregels gepubliceerd. Deze richtlijnen zijn direct van kracht en gelden vanaf 22 februari 2018. Ze vervangen de oude gedragsregels van 1992.
De meest in het oog springende wijzigingen betreffen een lichte afzwakking van het provisieverbod en de verdwijning van ‘confraternele correspondentie’ zoals advocaten het tot nog toe kennen. Confraterneel is advocatentaal voor hetgeen in vertrouwen kan worden meegedeeld, zonder dat het aan derden (lees: de rechter) wordt meegedeeld. Provisieverbod betreft het verbod een beloning of provisie toe te kennen of te ontvangen voor het aanbrengen van opdrachten. Deze regel is destijd ingesteld om de onafhankeijkheid van de advocaat te garanderen. De advocaat mag nu afwijken van deze regel mits hij kan aantonen dat zijn handelen niet in strijd is met de kernwaarden. Hierbij kan men denken aan koppelwebsites die een waardevolle rol kunnen spelen in het op goede wijze bij elkaar brengen van vraag en aanbod van juridische diensten.

De nieuwe set gedragsregels vormt ‘een richtlijn voor de praktijkuitoefening als advocaat’, aldus de NOvA. In vernieuwde regels ligt een grotere nadruk op de rol van de advocaat in de maatschappij. In die zin wordt de advocaat geacht meer ‘in algemene zin bij te dragen aan de kwaliteit en integriteit van zijn beroepsgroep’.

Het was nodig om de gedragsregels uit 1992 te herijken, gelet op het inmiddels verstreken tijdsverloop, de ingrijpende wijziging van de Advocatenwet in 2015 en de veranderingen die zich in de advocatenpraktijk hebben voorgedaan zoals gewijzigde opvattingen binnen (en ook wel buiten) de beroepsgroep, zoals bijvoorbeeld met betrekking tot vertrouwelijke collegiale communicatie, wijzigingen op wettelijk niveau, trends in de tuchtrechtspraak, internationale oriëntatie en ook wel technologische ontwikkelingen.
Om die redenen heeft de algemene raad een commissie herijking gedragsregels ingesteld, die de opdracht kreeg om te bezien in hoeverre de gedragsregels 1992 dienden te worden herzien.

De algemeen deken van de NOvA, Bart van Tongeren noemt de herziening een ‘mijlpaal.’ “We gaan zeker niet weer 25 jaar wachten tot een nieuwe versie, maar gaan met regelmatige tussenpozen kijken of de regels aanpassing verdienen”.

Gedragsregels advocatuur, Nederandse Orde van Advocaten: http://regelgeving.advocatenorde.nl

Nieuwe gedragsregels ingevoerd, Advocatenblad, 22 februari 2018: http://advocatenblad.nl

Nieuwe gedragsregels voor advocaten per direct van kracht, Advocatie, 22 februari 2018: www.advocatie.nl

Europees wetsvoorstel wil met algoritmisch filter uploads op internet controleren

algoritme2Bits of Freedom, een voor digitale burgerrechten opkomende onafhankelijke Nederlandse belangenorganisatie, waarschuwt voor een nieuwe Europese wet. Politici en beleidsmakers werken vrijwel ongemerkt aan het grootste internetfilter dat we ooit in Europa hebben gezien. Dat klinkt overdreven, maar dat is het allerminst. Het filter bepaalt straks wat u op internet mag publiceren- en wat niet.

Als het wetsvoorstel geaccepteerd wordt, zijn internetbedrijven als Soundcloud, Facebook en Flickr verplicht om al onze uploads te filteren. Een algoritme bepaalt welke uploads door de rest van de wereld gezien worden – en welke niet.
Het voorstel voor dit internetfilter is verstopt in artikel 13 van een nieuw Europees wetsvoorstel over auteursrecht*). Maar het schiet totaal z’n doel voorbij, want als dat filter er eenmaal is, zal het voor van alles en nog wat worden misbruikt. Veel beleidsmakers staan al te popelen om het filter in te zetten in hun strijd tegen nep-nieuws, extremisme of ongewenste politieke uitingen.

Om het eigen risico te beperken, beperken de bedrijven preventief onze uitingsvrijheid. Als het algoritme twijfelt, neemt zo’n internetbedrijf het zekere voor het onzekere en wordt de upload geblokkeerd. Natuurlijk mogen we daartegen protest aantekenen, maar het leed is dan al geschied.

Falend filteren

Een voorbeeld van falend filteren betreft een videoregistratie van een college auteursrecht op een universiteit. De hoogleraar illustreert zijn verhaal met een aantal voorbeelden, zoals een stukje uit een liedje van Jimi Hendrix. Dat is hartstikke legaal:  auteursrechtelijk beschermd materiaal mag gebruikt worden als citaat of voor educatie. Maar ja, dat filter van YouTube kan niet naar de context kijken en dus werd de opname ten onrechte geblokkeerd. De les: internetfilters kunnen niet overweg met contextgevoelige uitzonderingen.

Een ander voorbeeld: NASA mag haar eigen materiaal niet publiceren. Al het beeldmateriaal dat de ruimtevaartorganisatie NASA publiceert is vrij van auteursrecht. Iedereen kan het vrij gebruiken. Toch blokkeerden geautomatiseerde internetfilters de opnames. Dat gebeurde nadat TV-programma’s de beelden in hun uitzendingen hadden gebruikt. De beelden van die uitzendingen worden, geautomatiseerd, als auteursrechtelijk beschermd aangemerkt. De algoritmes dachten daarop dat de NASA inbreuk op andermans auteursrecht maakte. Flauwekul natuurlijk, maar de beelden waren toen al geblokkeerd. De les: filters kunnen niet goed overweg met ‘public domain’ uploads.

Kortom: filters falen. We willen niet dat die de baas zijn over ons internet en over wat we zeggen. Beleidsmakers moeten daarvan doordrongen worden.
Bits of Freedom vraagt het publek in actie te komen en te verhinderen dat dit onzalige wetsvoorstel wordt aangenomen.
Zoals het er nu naar uitziet stemt eind april 2018 de belangrijkste werkgroep van het Europees Parlement over haar standpunt. Voorzitter van de werkgroep is Axel Voss – @AxelVossMdEP. Hashtags om parlementariërs een bericht te sturen zijn #CensorshipMachine en #filterfail

Zie: Bits of Freedom: www.bof.nl

Noot

*) Proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council on copyright in the Digital Single Market – Discussion paper on Article 11 and Article 13, EU Monitor, 6 februari 2018: https://www.eumonitor.nl/9353000/1/j9vvik7m1c3gyxp/vklo8yjftzzx#p1

Axel Voss’ compromise proposal in PDF: PROPOSAL FOR A DIRECTIVE ON COPYRIGHT IN THE DIGITAL SINGLE MARKET – Draft compromise amendments on Article 13 and corresponding recitals, site Julia Reda, 21 februari 2018: https://juliareda.eu/wp-content/uploads/2018/02/20180221-Draft-CA-on-Article-13_v1.pdf

In de steigers: Europa’s grootste internetfilter ooit – kom in actie!, door Rejo Zenger en Evelyn Austin, Bits of Freedom, 19 februari 2018: www.bof.nl

Straks wordt een falend internetfilter de baas op het internet – kom in actie!, door Rejo Zenger en Evelyn Austin, Bits of Freedom, 21 februari 2018: www.bof.nl

Voorgesteld internetfilter maakt je monddood: kom nu in actie!, door Rejo Zenger en Evelyn Austin, Bits of Freedom, 22 februari 2018: www.bof.nl

Green light for upload filters: EU Parliament’s copyright rapporteur has learned nothing from year-long debate, door Europarlementariër Julia Reda, 21 februari 2018: https://juliareda.eu

Regionale kranten lanceren eigen Gemeentekieswijzer

gemeenteraadsverkiezingen maart2018De regionale titels van de Persgroep komen op 24 februari 2018 met een gezamenlijke Kieswijzer voor de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart 2018, meldt Max Vlugt van Nederlands MediaNieuws. Daarbij zijn niet de partijprogramma’s leidend, maar dat wat de lezer en de redactie belangrijk vinden. Met een totaal van 220 gemeenten is het de grootste regionale stemhulp ooit.

De Kieswijzer is gemaakt door de stads- en regioredacties van Algemeen Dagblad (AD), BN DeStem, Brabants Dagblad, de Gelderlander, Eindhovens Dagblad, Provinciale Zeeuwse Courant (PZC), de Stentor, Tubantia en Het Parool. Zij weten precies wat er in hun gebied speelt en zijn goed ingevoerd in de gemeentepolitiek. Bij het maken van de stellingen hebben redacteuren en correspondenten niet alleen hun eigen kennis ingezet, maar zijn zij ook in gesprek gegaan met de lezer. Het resultaat is een stemhulp die lezers laat ontdekken welke partij het beste bij hen past.Dit initiatief sluit goed aan bij de missie van de regionale kranten.

Karolien Koolhof, projectleider Kieswijzer: “Wij zien het als een van onze belangrijkste taken om de gemeentepolitiek kritisch te volgen en lezers daarover goed te informeren. Dat deden we al met onze verslaggeving, maar deze Kieswijzer is een nieuwe, extra manier daarvoor. Dankzij het enorme aantal redacteuren dat eraan heeft meegewerkt, is deze regionale stemhulp de grootste ooit”.

De Kieswijzer onderscheidt zich van andere stemhulpen die zijn gemaakt op basis van partijprogramma’s en wat politici zelf aandragen. Koolhof: “Wij hebben ervoor gekozen om hem juist door burgers en journalisten te laten maken. Dat levert een hele andere reeks aan onderwerpen op“.

De Gemeentekieswijzer is vanaf zaterdag 24 februari 2018 voor iedereen gratis te raadplegen op de website van het dagblad.

Lees het hele artikel Regionale kranten Persgroep lanceren Gemeentekieswijzer, door Max Vlugt, Nederlands MediaNieuws, 20 februari 2018: https://beroepseer.nl

De zorgboerderij functioneert goed, heeft kwaliteit, is innovatief en trekt internationaal de belangstelling

Zo’n twintig jaar geleden ontstond zowel in de landbouw- als in de zorgsector de behoefte om meer inzicht te krijgen in de kwaliteit en doelmatigheid van de landbouwzorg. Een belangrijke aanleiding hiervoor was de snelle groei van het aantal zorgboerderijen. In 1998 waren er ongeveer 75 zorgboerderijen, in 2007 ruim 750. De verwachting was dat deze groei zich zou doorzetten. Mede als gevolg van deze groei, ontstond ook de behoefte aan een betere samenwerking tussen de landbouw- en de zorgsector.

Voor de Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie ZonMw waren dit belangrijke redenen om in 2010 de kennisagenda Zorg voor Zorglandbouw op te stellen. De ontwikkelaars van deze agenda brachten het bestaande onderzoek naar zorgboerderijen in kaart, en stelden vragen aan alle relevante spelers in het veld. Het bleek dat er nog weinig onderbouwing was voor het effect van de zorg op deze boerderijen, zeker wat betreft het effect op langere termijn. Daarnaast signaleerde de kennisagenda dat er nog een grote kloof bestond tussen de landbouw- en de zorgsector. De sectoren zouden beter op elkaar kunnen en moeten aansluiten.

Met inbreng van de Federatie Landbouw en Zorg, de Taskforce Multifunctionele Landbouw, het ministerie van Economische Zaken en het ministerie van Volksgezondheid (VWS) ontwikkelde ZonMw in 2011 het programma Landbouw en Zorg. De partijen hoopten daarmee meer zicht te krijgen op effecten en kosten van zorglandbouw. Voor het programma was bijna € 1,4 miljoen beschikbaar; het liep van 2011 tot 2017.
In de uitvoering zijn twee fasen onderscheiden. De eerste fase betreft een maatschappelijke kostenbaten-analyse van de zorg op zorgboerderijen. De analyse beperkte zich tot de dagbesteding, gericht op drie doelgroepen: mensen met een verstandelijke beperking, jeugdigen tot 17 jaar en 65-plussers. De resultaten gaven een eerste indruk van het economisch en maatschappelijk nut van zorg op zorgboerderijen.

De tweede fase was gericht op zorgboerderijen met dagopvang voor jeugdigen met gedrags- en opvoedingsproblemen, mensen met een verstandelijke beperking en mensen met dementie. Bij één studie gaat het niet om dagopvang, maar om 24-uurszorg, en wel voor mensen met dementie.

Resultaten

Het gedrag van jeugdigen die naar een zorgboerderij gaan, blijkt duidelijk te verbeteren. Bijna 90 procent van de ouders van deze jeugdigen zien hun kind gelukkiger worden, en merken op dat hun kind beter met leeftijdsgenoten omgaat. Aan mensen met dementie geeft een zorgboerderij het gevoel weer ergens bij te horen. Door de activiteiten die zij uitvoeren, hebben zij de ervaring aan het werk te zijn, of vrijwilligerswerk te doen. Bij mensen met een verstandelijke beperking valt op dat zij op een zorgboerderij rustiger worden, en dat zij hun werk op de boerderij waarderen. Ook voor mensen met een psychiatrische achtergrond hebben zorgboerderijen aansprekende resultaten.

Kwaliteiten

Zorgboerderijen beschikken over waardevolle kwaliteiten en bieden aan doelgroepen passende zorg: een huiselijke en groene omgeving, persoonsgerichte begeleiding, een zinvol en divers aanbod van activiteiten, werkzaamheden, sociale contacten en steun. Het beeld dat in het verleden ontstaan is dat zorgboerderijen hun succes vooral aan hun ‘aaibaarheid’ te danken hadden, strookt niet met de werkelijkheid.

Innovatief en mensgericht

Zorgboerderijen vallen onder andere op door hun innovatiekracht. Zorgboeren worden getypeerd als ‘mensgerichte’ ondernemers die goed kunnen improviseren en ondernemen. ‘Ze gaan gewoon aan de slag’. Vaak meer dan de gemiddelde zorg- of welzijnsinstelling werkt een zorgboerderij vraaggericht, waarmee de schotten tussen wonen, opvang, werk, onderwijs en welzijn bijna automatisch worden doorbroken, of op zijn minst ter discussie staan.

Onderdeel van reguliere zorg

Al met al is met het programma de positie van zorgboerderijen binnen het zorglandschap versterkt. Zorgboerderijen staan niet meer apart, maar worden als onderdeel van het brede zorgpalet beschouwd. Zorg- en landbouwsector kunnen veel van elkaar leren.

Interviews en eindrapport

Voor het eindrapport zijn alle projectleiders en commissieleden van het programma geïnterviewd door Gonny ten Haaft, redacteur bij ZonMw: Programma Landbouw en Zorg 2011 – 2017.
Het relatief kleine programma heeft een grote impuls aan de zorglandbouw gegeven. Zorgboerderijen bieden waardevolle, kwalitatief hoogwaardige zorg aan verscheidene doelgroepen.
De Nederlandse zorgboerderij trekt internationaal veel belangstelling en is intussen ook exportproduct geworden. In diverse landen binnen de Europese Unie, Japan en de Verenigde Staten wordt gestart met onderzoek naar zorgboerderijen.

Klik hier voor het eindrapport Programma Landbouw en Zorg 2011 – 2017, ZonMw, februari 2018: www.zonmw.nl

Kennis over zorgboerderijen, ZonMw, januari 2018: www.zonmw.nl

Kennisagenda Zorg voor Zorglandbouw, ZonMw, juli 2010: www.zonmw.nl

omslag programma landbouw en zorg 2011 2017