Skip to main content

Redactie Beroepseer

ESB-Themanummer over publieke dienstverlening en staat van de uitvoering

Het vakblad voor economen ESB besteedt in een themanummer aandacht aan de kwaliteit van de uitvoering van de publieke dienstverlening. Ondanks diverse rapporten over de staat van de uitvoering, blijkt er weinig voortgang in de verbetering. De media verwijzen steeds weer naar de Toeslagenaffaire. De aanbevelingen in de rapporten zijn behoorlijk eenduidig, maar er wordt alom geklaagd waarom de rapporten over de publieke uitvoering zo weinig helpen. Wat te doen?

Bernard ter Haar, bestuurslid van NL Financial Investments en voormalig beleidsambtenaar schrijft in zijn artikel Meer ambtelijk en politiek lef nodig om publieke uitvoering vlot te trekken:
«Zeven jaar lang (2012–2019) had ik als directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie de formele rol van opdrachtgever van de grootste uitvoeringsorganisaties van Nederland. Dat heeft de uitvoering weinig verder gebracht. Helaas, want er valt veel aan te verbeteren. Er is het afgelopen decennium een stortvloed aan rapporten en boeken over de publieke uitvoering geschreven. Onder meer de Raad van State heeft erover geschreven, de Algemene Rekenkamer en de Nationale Ombudsman. In het bijzonder het rapport van DenkWerk (2020), Publiek en effectief: het kan!, heeft mijn eigen inzichten aanzienlijk verruimd, en biedt een fraai overzichtskader van de problematiek.

Die stortvloed aan rapporten is de weerslag van de maatschappelijke zorg over het functioneren van de uitvoeringsorganen en -diensten. Er zijn inmiddels ook diverse parlementaire enquêtes aan gewijd. Daarnaast is er een groot programma ‘Werk aan Uitvoering’ gestart. Periodiek wordt de Staat van de Uitvoering opgesteld, en uiteraard komt het thema regelmatig ter sprake in ESB en in andere media.
Alle recente rapporten en boeken over de uitvoering ten spijt gebeurt er in de praktijk bar weinig. Juist daarom blijft deze stroom van teksten maar geproduceerd worden. Het is dus hoognodig om te analyseren waarom alle aanbevelingen om tot een betere uitvoeringspraktijk te komen bij voortduring tot niets leiden. Algemeenheden als de roep om complexiteitsreductie en een betere verbintenis tussen beleid en uitvoering zijn blijkbaar niet concreet en dwingend genoeg. Sterker nog, bij de aanbeveling van het recente rapport van de parlementaire enquête over fraude werd verzucht dat de genoemde misstappen morgen weer zouden kunnen gebeuren».

Ter Haar analyseert in zijn artikel niet alleen wat er misgaat en waarom er geen vooruitgang wordt geboekt, hij doet tevens een aantal voorstellen die kunnen helpen het tij te keren. Bijvoorbeeld dat politici zichzelf veel meer moeten disciplineren en telkens een regel moeten schrappen als ze er eentje bij hebben verzonnen. Maar om niet volledig van de politiek afhankelijk te zijn, roept hij de uitvoering op om zelf veel krachtiger met concrete voorstellen voor regelreductie te komen. Daarnaast zal complexiteitsreductie een groot ambtelijk programma moeten worden en zou de Raad van State kunnen melden of complexiteitsreductie met nieuwe regelgeving wordt gerealiseerd of niet.

Lees het hele artikel van Bernard ter Haar: Meer ambtelijk en politiek lef nodig om publieke uitvoering vlot te trekken, ESB, 21 mei 2024: https://esb.nu/wp-content/uploads/2024/05/200-203_TerHaar.pdf

Web van complexiteit

In hetzelfde nummer van ESB schrijft redacteur Maartje Schulz dat de overheid zucht onder een web van complexiteit. Dat wil zeggen dat zowel de overheid als de burger langzamerhand zo verstrikt raken in het web van regels en wetten dat er een Gordiaanse knoop ontstaat die niemand meer kan ontwarren. Kortom, de bureaucratie verlamt en schaadt de maatschappij. Een betere term hier is bureaucratisme. In plaats van een nuttige bureaucratie die er voor de burger is, zitten we opgesloten in een onmenselijk systeem van bureaucratisme.

Schulz verwijst naar de enquête, gehouden onder ambtenaren van verschillende overheidslagen, door Lotte van Dillen en Mike Keesman1): Het blijkt dat ook ambtenaren zelf verwachten dat burgers in de knel raken door hun beleid. Meer dan de helft van de respondenten schatte in dat hun beleid zeer veel of bovengemiddeld veel handelingen vraagt van burgers, stress veroorzaakt en/of tijdens stressvolle periodes uitgevoerd moet worden. De ambtenaren ervaren bovendien weinig ruimte en ondersteuning om rekening te houden met hoe hun beleid in werkelijkheid bij burgers neerslaat.
Volgens Schulz is het maar zeer de vraag of daar in de toekomst wel ruimte voor zal bestaan. De publieke dienstverlening kampt immers nu al met overbelasting en ­onderbezetting2) . En daarbij komt een toenemende demografische druk – waarbij een derde van de ambtenaren in de uitvoering binnen tien jaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.

Ook bij de Belastingdienst wordt tegen grenzen aangelopen. Onderzoekers Jesse van der Geest en Christian Peters laten zien dat de Belastingdienst relatief weinig riemen heeft om mee te roeien. Uit hun artikel3) blijkt dat tussen 2005 en 2020 de groei in middelen van de Nederlandse Belastingdienst (5 procent) ver achterblijft bij de groei in middelen in 24 andere OESO-­landen (39 procent).

Positieve noot
Haar overzicht van het themanummer besluit Schulz met een positieve noot. Zij schrijft dat zij de in maart 2024 gehouden  Prof. F. de Vrieslezing heeft bijgewoond.  Gastspreker was dit jaar Mariana Mazzucato, hoogleraar Economics of Innovation & Public Value aan University College London: «Zij vroeg zich af waarom de overheid vaak omschreven wordt in ­negatieve termen als bureaucratie, logheid en falen. Ze riep in de lezing op om met een ambitieuzere en positievere blik te kijken naar het potentieel van de overheid. Dat we komen tot constructieve voorbeelden en theorieën, bijvoorbeeld over manieren waarop overheden durven te experimenteren en hoe we het beste in de kwaliteit van de ambtenarij kunnen ­investeren. Laten we ook op die manier energie steken in het functioneren van de overheid».

Uitvoering overheid zucht onder web van complexiteit, door Maartje Schulz, ESB, 23 mei 2024: https://esb.nu/uitvoering-overheid-zucht-onder-web-van-complexiteit/

Meer ambtelijk en politiek lef nodig om publieke uitvoering vlot te trekken, door Bernard ter Haar, ESB, 21 mei 2024: https://esb.nu/meer-ambtelijk-en-politiek-lef-nodig-om-publieke-uitvoering-vlot-te-trekken/

Lees ook de column van Renske Leijten: Ook voor herstel toeslagenschandaal is een Gideonsbende nodig, ESB, 23 mei 2024: https://esb.nu/ook-voor-herstel-toeslagenschandaal-is-een-gideonsbende-nodig/

Noten
1) Doenlijk beleid dient centraal te staan gedurende het héle beleidstraject, door Lotte van Dillen en Mike Keesman, ESB, 30 april 2024: https://esb.nu/doenlijk-beleid-dientcentraal-te-staan-gedurende-het-hele-beleidstraject/
2) Uitvoeringsorganisaties moeten aanbevelingen uit evaluaties opvolgen, door Selwyn Moons, Sander van Veldhuizen, Maurits van Kempen, ESB, 29 maart 2024: https://esb.nu/uitvoeringsorganisaties-moeten-aanbevelingen-uit-evaluaties-opvolgen/
3) Problemen Belastingdienst door karige financiering, door Jesse van der Geest en Christian Peters, ESB, 7 februari 2024: https://esb.nu/problemen-belastingdienst-door-karige-financiering/

Dag van de Publieke Dienstverlening 2024

Op woensdag 5 juni 2024 vindt voor de derde keer de Dag van de Publieke Dienstverlening plaats in Den Haag, georganiseerd door de Staat van de Uitvoering. Het is dé dag voor beleidsmakers, publieke dienstverleners en politici om knelpunten te onderzoeken en samen verder te bouwen aan betere publieke dienstverlening.

Het motto is dit jaar: Het praten voorbij!

De Staat van de Uitvoering is een periodieke publicatie om slepende problematiek in de beleidsuitvoering aan het daglicht te brengen, te analyseren en oplossingen te vinden voor hinderpalen in de uitvoeringspraktijk.
De eerste Staat van de Uitvoering is op 18 januari 2023 aan de Tweede Kamer overhandigd.

Meer info over de Dag van de Publieke Dienstverlening: www.werkaanuitvoering.nl/actueel/dag-van-de-publieke-dienstverlening

Staat van de uitvoering: https://staatvandeuitvoering.nl/
Werk aan Uitvoering: https://www.werkaanuitvoering.nl/


Afbeelding helemaal bovenaan is van Pietplaat

Jaarverslag 2023 Nationale ombudsman: De overheid moet haar gedrag veranderen, niet meer systemen maken

De overheid lost in de praktijk problemen te vaak op met meer regels, wetten en ingewikkelde processen. Maar dat kan de meeste problemen van burgers helemaal niet voorkomen of oplossen. Bestaande wetten en regels bieden de overheid genoeg ruimte om burgers goed te helpen. Zij zijn het meest geholpen met veranderingen in het gedrag van de overheid, niet met nog meer systemen.
Dat schrijven Reinier van Zutphen, Nationale ombudsman en Veteranenombudsman en Margrite Kalverboer, Kinderombudsvrouw in hun Jaarverslag over 2023: Burgerperspectief, een manier van doen.

De overheid handelt nog te weinig vanuit de vraag: wat is een behoorlijke manier van doen? Terwijl het antwoord vaak eenvoudig is: persoonlijk contact en luisteren naar de behoeften van burgers en kinderen. Het is een plicht van de overheid om burgers zelf op te zoeken. Om te luisteren. En dan te doen wat nodig is.

Overheid is hardleers

“Overheidsinstanties maken te weinig gebruik van de kennis en ervaring die in eerdere hersteltrajecten is opgedaan.” Dit bleek uit onderzoek van de ombudsman naar situaties waarin burgers de dupe werden, en waarbij de overheid ondersteunde in het herstel. Een voorbeeld waarin de overheid hardleers blijkt, is het teveel willen sturen op financiële verantwoording en controle. Zoals het herstel van de Kinderopvangtoeslagaffaire. “Het proces wordt vervolgens traag en ingewikkeld, terwijl burgers juist een duidelijke, eenvoudige en snelle afwikkeling willen.”

Denken in problemen in plaats van mogelijkheden

“De overheid denkt in problemen in plaats van in mogelijkheden. Zo houdt ze zelf broodnodige veranderingen in de eigen dienstverlening tegen”. Hiermee verschuilt de overheid zich achter belemmeringen die er eigenlijk niet zijn. Een voorbeeld is dat contact met burgers alleen via de formele weg kan. “Het lijkt alsof het antwoorden volgens het systeem, de overheid meer zekerheid biedt dan serieus in gesprek te gaan met burgers, op zoek naar een passende oplossing”.

Een nieuwe aanpassing, een nieuw probleem

Het doorvoeren van veranderingen in bestaande systemen blijkt al jaren een giftige paradox, aldus de ombudsmannen. Dat zien we bijvoorbeeld bij veranderingen in de jeugdzorg. Elke aanpassing om eerdere problemen op te lossen, zorgt weer voor nieuwe problemen én nieuwe aanpassingen. Ondertussen blijven de oude problemen bestaan en wordt de zorg complexer en duurder. Kinderen en jongeren worden in de tussentijd nog altijd niet goed geholpen.

Reinier van Zutphen: “Het is nú nodig om te zorgen dat burgers en komende generaties burgers het vertrouwen in de overheid terug krijgen. Er zijn genoeg mogelijkheden. En we weten en zien dat praktische veranderingen helpen. In onze gesprekken met burgers, kinderen en veteranen hebben we keer op keer geleerd dat het begint met luisteren. Het kan wél.”

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord 5
Leeswijzer 9
Terugblik 10

1. Het werk van de Nationale ombudsman 11
1.1 Het werk van de Nationale ombudsman 12
1.2 Behoorlijkheid 13
1.3 Raadbaak en aandacht voor professionals 15
1.4 Lokale ombudsman 15
1.5 Caribisch Nederland 17
1.6 Internationale activiteiten 20

2. Het werk van de Kinderombudsman 25
2.1 Missie en visie 25
2.2 Het werk van de Kinderombudsman 26
2.3 Internationale activiteiten 30

3. Het werk van de Veteranenombudsman 31
3.1 Het werk van de Veteranenombudsman 31
3.2 Internationale activiteiten 334. Ombudsagenda 36
4.1 Armoede 36
4.2 Toegang tot voorzieningen 42
4.3 Fundamentele rechten 49
4.4 Participatie en invloed 54
4.5 Leefbaarheid 59
4.6 Levensloop en ontwikkeling 63

5. Feiten en cijfers 66
5.1 Nationale ombudsman 66
5.2 Kinderombudsman 67
5.3 Veteranenombudsman 68
5.4 Caribisch Nederland 69

6. Onze mensen 70

Jaarverslag 2023: Burgerperspectief: een manier van doen, Nieuwsbericht Nationale ombudsman, 21 mei 2024: www.nationaleombudsman.nl

Downloaden Burgerperspectief: een manier van doen, Publieksversie Jaarverslag 2023 van de Nationale ombudsman, Veteranenombudsman, Kinderombudsman, mei 2024: www.nationaleombudsman.nl

Kandidaten gezocht voor Van Dantzig-penning 2024 voor aanpak kindermishandeling

De Beroepsvereniging voor Professionals in Sociaal Werk (BPSW) roept op kandidaten voor te dragen voor de Van Dantzig-penning. Deze penning wordt eens per twee jaar uitgereikt aan iemand die zich heeft onderscheiden en zich bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt voor de aanpak van kindermishandeling.

De penning wordt sinds 2006 uitgereikt, in 2022 aan Maaike Brunekreef, initiatiefnemer van ‘Achter de voordeur’, dat educatieve producten voor (aankomende) professionals ontwikkelt. ‘Achter de voordeur’ zet sterk in op preventie en vroegsignalering, zodat kindermishandeling voorkomen of eerder tegengehouden kan worden.
In de jaren daarvoor ging de penning naar onder anderen André Rouvoet, voormalig minister van Jeugd & Gezin; Rob Bilo, kinderarts; Herman Baartman en Francien Lamers-Winkelman, hoogleraren Preventie en hulpverlening inzake kindermishandeling..

Jaarlijks krijgen ongeveer 200.00 volwassenen in Nederland te maken met huiselijk geweld. 119.000 kinderen zijn jaarlijks slachtoffer van kindermishandeling en 1 op de 20 thuiswonende ouderen krijgt te maken met een vorm van ouderenmishandeling.

Over de Van Dantzig-penning

De stichting RAAK  – Reflectie- en Actiegroep Aanpak Kindermishandeling –  werd in 2000 opgericht door psychiater Dries van Dantzig. Het doel was om het thema kindermishandeling hoog op de politieke agenda te krijgen. Na het overlijden van Van Dantzig in 2005 heeft het bestuur van RAAK te zijner nagedachtenis een prijs in het leven geroepen voor personen die zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt voor de aanpak van kindermishandeling. De prijs bestaat uit een bronzen penning. Stichting RAAK is opgeheven in 2013 waarna BPSW de uitreiking van de penning verzorgt.

Sluitingsdatum

Sluitingsdatum van de voordracht van kandidaten is 27 september 2024. De uitreiking vindt plaats in november 2024 rond de ‘Internationale Dag van de Rechten van het kind’ (20 november).

Stuur de voordracht met uitgebreide onderbouwing naar info@bpsw.nl ten name van Th. Heyman o.v.v. DvD-penning.

Criteria voor voordracht

Het comité zoekt een persoon met onbaatzuchtigheid, passie, missie, betrokkenheid bij het thema, positief ingesteld en vernieuwend. Studenten en beginnend sociaal werkers worden met nadruk verzocht kandidaten (inspirerende docenten, collega’s) voor te dragen óf kunnen natuurlijk ook zelf voorgedragen worden.

Een uitgebreide beschrijving van de criteria is te vinden op BPSW: www.bpsw.nl/

Achter de voordeur: https://achterdevoordeurproducties.nl

Jaarverslag Rechtspraak 2023: ‘Het gaat steeds vaker om wetgeving die achteraf herstel beoogt te bieden’

“We moeten ervoor waken dat praktische problemen van de overheid fundamentele uitgangspunten van de rechtsstaat niet onder druk zetten”, schrijft Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak in zijn Jaarbericht n.a.v. de publicatie van het Jaarverslag Rechtspraak 2023:

“Met ons jaarverslag nemen wij u mee in het werk dat bijna 2.700 rechters en ruim 10.000 Rechtspraakmedewerkers dagelijks verzetten.*) Werk dat kan rekenen op een groot en breed gedeeld vertrouwen binnen onze samenleving. Dat is een enorm compliment en wij doen er alles aan om recht te doen aan dat vertrouwen. Wij zijn er trots op dat wij rechtzoekenden, bedrijven en andere organisaties elke dag professionele, deskundige en effectieve rechtspraak mogen bieden.
( . . . )
Ook nu vertellen wij in dit jaarverslag waar wij zien dat het rechtssysteem niet of minder goed functioneert. We zien dat knelpunten ontstaan door wetgeving die in de praktijk anders uitpakt dan beoogd of omdat er onvoldoende capaciteit is om beleid uit te voeren. Problematiek die voor ons ook erg herkenbaar is. Toch blijven wij het benoemen, want we zien dat het effect heeft. Elk jaar nemen de andere staatsmachten onze signalen serieus en worden stappen gezet om knelpunten aan te pakken.

Hoe belangrijk dit is, mag niet worden onderschat. De onrechtvaardige uitkomsten die kunnen volgen op deze knelpunten treffen namelijk vaak als eerste de mensen die toch al in een kwetsbare positie verkeren. We zien bijvoorbeeld dat er onvoldoende goede zorginstellingen en kundige hulpverleners zijn waar kinderen terecht kunnen die begeleiding en bescherming nodig hebben. Er zijn te weinig beveiligde plekken voor intensieve jeugdzorg. Dit betekent dat de rechter wel kan beslissen dat een kind daar het beste geholpen is, maar dat in de praktijk zijn uitspraak niet goed ten uitvoer kan worden gebracht. Dat is in de eerste plaats schadelijk voor de kinderen zelf, maar ook voor de mensen om hen heen. Wat is die rechterlijke uitspraak voor hen nog waard? En misschien past hier ook een abstractere vraag, namelijk: wat is hij dan waard voor de samenleving als geheel?

We zien deze problematiek op meer terreinen. Neem de capaciteitsproblemen bij de Dienst Justitiële Inrichtingen, die onder meer door de rechter opgelegde straffen en vrijheidsbenemende maatregelen uitvoert. Wij spraken eerder onze zorgen uit over de aangekondigde noodmaatregelen om deze problemen het hoofd te bieden omdat hierdoor het risico ontstaat dat de straf zoals die door de rechter is opgelegd, niet ten uitvoer wordt gebracht. Natuurlijk, we begrijpen de directe aanleiding en achtergrond van de plannen. Wij hebben zelf ook dagelijks te maken met personeelstekorten en hoge werkdruk. We weten hoe ingewikkeld het is om dit probleem te verlichten, laat staan op te lossen. Toch moeten we ervoor waken dat praktische problemen van de overheid fundamentele uitgangspunten van de rechtsstaat niet onder druk zetten. De rechter bepaalt de straf en strafmaat en kijkt daarbij naar het beste effect op de dader én de samenleving. En de straf die wordt opgelegd, moet ook op die manier worden uitgevoerd.
( . . . )
Duidelijk is wel dat mensen gebukt gaan onder maatschappelijke problemen die decennialang onopgelost zijn gebleven omdat oplossingen politiek zeer moeilijk haalbaar zijn, maar ook omdat we collectief te lang voor een dubbeltje op de eerste rang wilden zitten. Het gevolg is dat problemen zich opstapelden en met elkaar vervlochten raakten, in een steeds complexer wordende samenleving.

De opdracht aan een nieuw kabinet, ongeacht de samenstelling, lijkt mij dan ook: investeer in de instituties van de democratische rechtstaat en versterk publieke voorzieningen. Gebeurt dat niet, dan worden de bovenstaande problemen elk jaar groter en draaien we steeds verder vast. Scherpe keuzes zijn onontkoombaar, willen we wezenlijke stappen vooruitzetten. Dat geldt ook voor de Rechtspraak. Wij moeten ons blijven afvragen of de rechterlijke capaciteit en die van ondersteunende collega’s zo goed mogelijk wordt ingezet”.

Lees het hele Jaarbericht, door Henk Naves, de Rechtspraak, 14 mei 2024: www.rechtspraak.nl

‘Uitspraken rechter niet uitgevoerd door tekort aan mensen en geld’, de Rechtspraak, 14 mei 2024: www.rechtspraak.nl

Downloaden Jaarverslag Rechtspraak 2023: https://beroepseer.nl

Rechters zien steeds meer wetten die onwenselijke effecten van beleid moeten repareren, door Nicole Weidema, Advocatie, 14 mei 2024: www.advocatie.nl

Noot
*) In 2023 behandelden rechters 1.395.000 zaken, waarvan 880.000 civiele kantonzaken, 185.000 strafzaken, 150.000 familiezaken en 37.500 fiscale zaken. Ten opzichte van 2022 nam het aantal afgehandelde zaken met 2% toe. 58.000 (4%) uitspraken werden geanonimiseerd openbaar gemaakt via Rechtspraak.nl.

‘Beroepshuis van de sociaal werker’ brengt gevarieerde beroepspraktijk in beeld

Het aantal verschillende functienamen voor sociaal werkers is de laatste tien jaar steeds groter geworden. Deze ‘wildgroei’ draagt niet bij aan de herkenbaarheid van het beroep, en bemoeilijkt een heldere relatie tussen opleiding en beroep. Daarom is het wenselijk hierover met elkaar afspraken te maken. Als aanzet hiertoe heeft de Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk (BPSW) het Beroepshuis van de sociaal werker ontwikkeld.

In het Beroepshuis van de sociaal werker is de huidige gevarieerde beroepspraktijk vereenvoudigd in beeld gebracht en zijn de meest voorkomende namen voor beroepsvarianten opgenomen, verdeeld over acht werkvelden.

Het beroepshuis wordt doorontwikkeld in overleg met onder anderen werkgevers, het beroepsonderwijs en financiers, om te komen tot overeenstemming over het gebruik van namen voor beroepsvarianten. Zo wordt de professie sociaal werk voor iedereen beter herkenbaar, niet in het minst voor de gebruikers van sociaal werk.

Hiernaast Beroepshuis van de sociaal werker Beroepsvariant per werkveld.
Klik op de afbeelding voor vergroten.

BPSW ontwikkelt Beroepshuis van de sociaal werker, BPSW, 22 april 2024: www.bpsw.nl/actueel/nieuws/

Downloaden De stand van het sociaal werk in Nederland. De grote raadpleging van het sociaal werk 2020, Movisie, mei 2021: https://beroepseer.nl

 

Wat het vak écht inhoudt, zijn de leraren zelf: ‘Beroepsbeeld Leraar’ gepresenteerd

Wat houdt het leraarschap precies in? Duizenden leraren uit het het primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs bogen zich de afgelopen twee jaar over deze vraag. Met als resultaat het Beroepsbeeld Leraar, dat 13 mei 2024 is gepresenteerd aan directeur-generaal Funderend Onderwijs Inge Vossenaar. Beroepsbeeld Leraar is een initiatief van gezamenlijke lerarenorganisaties onder regie van Kennisland. De Algemene Onderwijsbond (AOb) wil het document gebruiken om de autonomie van leraren te vergroten. “Dit is een beginpunt in al het andere wat we gaan doen”.

Beroepsbeeld Leraar beschrijft de essentie van het leraarschap, wat de leraar nodig heeft om zijn kerntaken goed uit te voeren, hoe de leraar zich kan ontwikkelen en wat de verschillen tussen de onderwijssectoren zijn.

Wat vooraf ging

In 2021 hebben lerarenorganisaties de uitdaging aangenomen om een gemeenschappelijk en door de beroepsgroep geformuleerd en gedragen beroepsbeeld van de leraar te beschrijven: het Beroepsbeeld Leraar. Het betreft hier de organisaties Algemene Onderwijsbond (AOb), CNV Onderwijs, Federatie van Onderwijsvakorganisaties (FvOv,) Beroepsvereniging Opleiders MBO (BVMBO) en Platform Vakinhoudelijke Verenigingen Voortgezet Onderwijs (PVVVO)
Kennisland heeft het proces begeleid om tot het Beroepsbeeld Leraar voor en door leraren te komen.

In een rapportage beschrijft Kennisland de verschillende onderdelen en activiteiten van het doorlopen proces, de methodische verantwoording en – niet onbelangrijk – de geleerde lessen.
In totaal zijn er zo’n 6000 leraren betrokken geweest bij de totstandkoming van een beschrijving van het beroep. Tegelijkertijd geven de opgehaalde data ook een spanning weer tussen wat het beroep is (cursief) en wat het zou moeten zijn (cursief). Het Beroepsbeeld Leraar geeft een reëel beeld van het beroep zoals het nu is. Leraren hebben daarnaast aangegeven waar zij tegenaan lopen bij de uitoefening van hun beroep en welke ontwikkelingen en activiteiten zij als verstorend of afleidend ervaren. Bovendien helpen de verzamelde gegevens bij het begrijpen van het beeld dat de buitenwereld heeft van het beroep en wat leraren zelf ervaren. De data helpen om inzicht te krijgen in welke verbeteringen er nodig zijn om te kunnen spreken van een aantrekkelijk beroep.

Verhalen van 600 leraren

Voor de zomervakantie van 2023 begon het verzamelen van verhalen van leraren via een narratief onderzoek en dat halverwege september eindigde. Kennisland heeft zo verhalen van 600 leraren verzameld en geanalyseerd wat zij als de essentie van hun beroep beschouwen en waar hun beroepstrots zit. De kern van dit onderzoek was gericht op het vastleggen van persoonlijke verhalen of ervaringen die illustreren wat het betekent om leraar te zijn.

Leraren werden uitgenodigd om een specifieke gebeurtenis te beschrijven waarbij ze zich volledig in hun element voelden als leraar, gevolgd door vragen die aanzetten tot reflectie over deze ervaring. De analyse van de uitkomsten zijn voorgelegd aan de Denktank Beroepsbeeld Leraar bestaande uit 14 leraren uit alle relevante sectoren en de project- en stuurgroep van Beroepsbeeld Leraar. Vanuit de bespreking met de denktank zijn enkele tegenstellingen geïdentificeerd, zoals individu versus team en didactiek versus pedagogiek. Deze zijn benadrukt om aan te geven welke aspecten als essentieel worden beschouwd en verder moeten worden onderzocht in het vervolg van het proces.

Tijdens het verhalend onderzoek werd aan leraren gevraagd naar een moment waarin ze als leraar op hun best waren. Deze verhalen laten de verscheidenheid, de persoonlijke beleving en de verschillende facetten van het leraarschap op een bijzondere manier zien. Opvallend genoeg lag de nadruk in de meeste verhalen op de bijzondere relatie die docenten en leraren met hun leerlingen en studenten hebben.

De verhalen

«Ik heb niet één verhaal. Waar het mij om gaat, waar ik elke werkdag voor naar school kom, is de begroeting die leerlingen mij geven als ze me tegenkomen in de gang. ‘Hoi mevrouw!’ hoor ik met een hoog stemmetje. Ik weet precies wie het is. […] De kletspraatjes met leerlingen omdat ze het gevoel hebben dat ze dat bij mij kwijt kunnen. Omdat ik luister en oprecht geïnteresseerd ben in hun verhaal, hoe ‘koetjes en kalfjes’ ook. De leerling die de volgende dag met een geknipte pony op school komt omdat ik de dag ervoor tegen haar zei dat dat haar heel leuk zou staan. De tranen bij een leerling wanneer ik haar een compliment geef, omdat ze geen complimenten gewend is. Het besef dat je het samen met je collega’s ergens voor doet. Niet voor het geld, maar voor het ondersteunen bij het proces waarbij de leerling de beste versie wordt van zichzelf. […] Het gekke is, nu ik dit schrijf – vanuit mijn hart, dat ik niet één keer over het onderwijs heb gesproken. Of over mijn lessen of de inhoud daarvan. Dat is niet wat mijn beroep bijzonder maakt. Alles wat ik daarvoor opnoemde, dát is wat mijn beroep bijzonder maakt.»

«Het meest bijzondere dat ik heb meegemaakt, is dat ik genoeg vertrouwen bij leerlingen heb kunnen verdienen dat ze mij toelieten en hun verhalen met mij wilden delen. Zo heb ik een jongen van 16 door een moeilijke periode kunnen helpen tijdens de scheiding van zijn ouders. Een andere jongen is het onderwijs ingegaan omdat hij het mooi vond hoe ik klaarstond voor mijn leerlingen en dat ook voor anderen wilde doen. Mooier dan dit kan mijn baan niet worden.»

«Toen ik solliciteerde had ik (achteraf gezien) echt geen idee wat het vak docent inhield. Ik dacht vooral aan kennisoverdracht, maar het omgaan met de jongelui is veel leuker. Je moet wel leren om de verschuivingen te maken van overdracht van kennis naar omgaan met studenten. Die omgang met de studenten zorgt ervoor dat je nooit uitgeleerd raakt. Ieder mens is uniek, iedere student heeft zijn eigen handvatten. En die moet je als docent opzoeken. En tussendoor probeer je vakkennis over te brengen.»

«Mijn docentschap kwam tot bloei toen ik samen met een klein team een nieuwe mbo-opleiding mocht bedenken en uitvoeren. Dat werd destijds de opleiding Uniformberoepen. Ik kreeg zó ontzettend veel energie van de leuke reacties van studenten, hun ouders en hun oud-docenten. Die opleiding bleek een gat in de mbo-markt!»

Het verhaal gaat verder: «Opmerkingen als: ‘Meneer, door ons uniform word ik niet meer beoordeeld op mijn merkloze kleren’ en ‘wat doen jullie hier met mijn oud-student? Hij zegt opeens ‘meneer’ tegen mij en geeft me een hand!’ En ‘Ik weet niet wat er op school allemaal gebeurt maar mijn zoon gaat donderdagavond niet meer stappen, maar ligt languit bij ons op de bank’. Daar doe je het voor, als docent!»

Downloaden Rapportage Kennisland: Beroepsbeeld Leraar – Verantwoording, proces en aanbevelingen, door Iselien Nabben, Emma Steenbergen, Faduma Mukhtar, Monique Spijkers. Vormgeving en eindredactie: Marcel Oosterwijk, Kennisland, 2024: https://beroepseer.nl

Downloaden Beroepsbeeld Leraar, door leraren en docenten onder begeleiding van Kennisland, 2024: https://beroepseer.nl

Beroepsbeeld schept ruimte en stelt grenzen, door Daniëlla van ‘t Erve, AOb, 13 mei 2024: www.aob.nl/actueel/artikelen/beroepsbeeld-schept-ruimte-en-stelt-grenzen/

Website Beroepsbeeld Leraar: https://beroepsbeeldleraar.nl

Beroepsbeeld leraar in de maak: ‘Ik zou het fijn vinden als er meer waardering was voor mijn beroep’, Blogs Beroepseer, 22 juni 2023: https://beroepseer.nl

 

‘Bescherm de open en vrije wetenschap in Europa’. Oproep aan kandidaten voor Europese parlementsverkiezingen 2024 van academies van wetenschappen

In aanloop naar de Europese verkiezingen op 6 juni 2024 doen de academies van wetenschappen van de 27 lidstaten, waaronder de Koninklijke Akademie van Wetenschappen (KNAW), gezamenlijk een oproep om het open en vrije karakter van de wetenschap te koesteren en te versterken. Dat kan door zo min mogelijk barrières op te werpen voor wetenschappelijke samenwerking, en door academische vrijheid en autonomie te beschermen. Ook pleiten de academies voor een versterking van het EU-kaderprogramma*) .

De oproep is ondertekend door de 27 presidenten van de lidstaten, onder wie Marileen Dogterom, van de KNAW.

Downloaden Oproep: De toekomst van Europa hangt af van robuuste, open en vrije wetenschap en onderwijs: https://beroepseer.nl

De toekomst van Europa hangt af van robuuste, open en vrije wetenschap en onderwijs, KNAW, 6 mei 2024: www.knaw.nl/publicaties/de-toekomst-van-europa-hangt-af-van-robuuste-open-en-vrije-wetenschap-en-onderwijs

Het gaat niet de goede kant op met de academische vrijheid. Nederland scoort slechts een 24ste plek op ranking van de 27 EU-lidstaten, Blogs Beroepseer, 4 april 2024: https://beroepseer.nl

Noot
*) Horizon Europa is het kaderprogramma van de Europese Unie voor onderzoek en innovatie (O&I) voor de periode 2021-2027: www.consilium.europa.eu/nl/policies/horizon-europe/

Akademiemiddag 2024: Wetenschap kent geen grenzen

De jaarlijkse Akademiemiddag van de KNAW vindt plaats op maandag 27 mei 2024. Diverse sprekers uit binnen- en buitenland gaan met elkaar in gesprek over het internationale karakter van wetenschap.
Locatie: KNAW Trippenhuis – Kloveniersburgwal 29, Amsterdam. Aanvang 15.30 uur

Volledig programma, aanmelden en meer info op KNAW: www.knaw.nl/bijeenkomsten/akademiemiddag-2024-wetenschap-kent-geen-grenzen

Geef ambtenaren de ruimte om uit systemen te breken

Door bestaande regels waar ambtenaren zich aan (moeten) houden is er weinig ruimte voor vernieuwing en blijven echte oplossingen uit bij bijvoorbeeld de Toeslagenaffaire of de aardbevingsschade in Groningen.
Organisatiewetenschapper Dave Kiwi doet onderzoek naar innovatie in de publieke sector en naar de manieren waarop er meer ruimte voor verandering kan worden gemaakt. Juist in tijden van conflicten en crises is het nodig dat overheden innoveren.
Op 29 mei 2024 promoveert Kiwi aan de Vrije Universiteit op zijn proefschrift Fostering innovation in public sector organizations: antecedents and procesesses of effective reorientation and legitimation.

Het onderzoek toont aan dat de weg naar verandering wordt bezaaid met obstakels, van bureaucratische rompslomp tot politieke tegenwind en natuurlijk de regeldruk die innovatie in de weg staan. “Een belangrijke oorzaak hiervan is de ‘legimiteitsparadox’, die er toe leidt dat we niet vooruit komen. Neem bijvoorbeeld de afhandeling van schade voor mensen in Groningen. Iedereen wil dat dit sneller en beter gebeurt, wat heel logisch is en daarmee legitiem. Maar de manier waarop dit moet gebeuren past vaak niet binnen de bestaande regels en afspraken en wordt daardoor illegitiem. Bijvoorbeeld omdat een snellere aanpak niet past bij de al bestaande regels over hoe schade moet worden afgehandeld, of binnen de budgetten die zijn vastgesteld. Dit type paradox zie je eigenlijk bij alle grote vraagstukken van nu. Het is niet dat mensen niet willen dat er iets aan wordt gedaan, maar de regels waarbinnen dat moet gebeuren, maken het vaak moeilijk om echt vooruitgang te boeken”, aldus Kiwi.

Een radicaal andere weg

Volgens Kiwi hebben overheden dan ook te maken met een lastig spanningsveld: “Aan de ene kant is er een grote behoefte aan nieuwe ideeën en vernieuwing. Aan de andere kant verwachten we dat overheidsorganisaties zich houden aan alle bestaande regels en afspraken. Deze complexiteit beperkt de speelruimte voor innovatie aanzienlijk. Snijden in die regels lukt al decennia niet. Laten we het via een radicaal andere weg proberen, namelijk door ambtenaren in een andere rol te zetten en hen de ruimte te geven uit systemen te breken. Er staat een hele generatie ambtenaren klaar die wil losbreken uit kaders of deze op zijn minst ter discussie wil stellen, geef hen de ruimte”. Hij is van mening dat er meer kan, maar dat veel overheidsinstanties geconditioneerd zijn om de ruimtes klein te houden.

Eerst de obstakels wegnemen

Uit het onderzoek blijkt dat wanneer deze ambtenaren systemen willen veranderen, het vooral essentieel is om eerst de obstakels in de omgeving weg te nemen. “Innovatie begint bij het creëren van ruimte,” benadrukt Kiwi. “Dit betekent niet alleen nieuwe ideeën aanvoeren, maar ook het aanpakken van de barrières die vernieuwing in de weg staan. Het is nodig om bestaande systemen en regels, maar zeker ook overtuigingen eerst af te breken voordat er ruimte is voor iets nieuws.”
Volgens Kiwi hebben overheden meer mogelijkheden dan men zou denken om ruimte te creëren, maar de moderne ambtenaar wordt vooral gezien als iemand die taken uitvoert, niet als iemand die aangemoedigd wordt om te zoeken naar nieuwe mogelijkheden:  “Natuurlijk is dit lastig, want het betekent minder politieke controle en potentieel meer risico’s, maar we hebben nu behoefte aan mensen die vooral zoeken naar oplossingen. Geef ambtenaren dus meer ruimte in plaats van alleen maar regels. Op die manier kan de overheid echt innoveren en effectieve oplossingen bieden voor de uitdagingen van vandaag en morgen”.

Promotie

De promotie van Dave Kiwi vindt plaats op woensdag 29 mei 2024, van 13:45 – 15:15 uur.
Plaats: Auditorium Hoofdgebouw van de Vrije Universiteit, De Boelelaan 1105, Amsterdam.
Zie voor meer info over bijwonen op VU: https://vu.nl/en/events/2024/phd-defence-d-kiwi

“Geef ambtenaren meer ruimte in plaats van regels”, VU, 26 april 2024: https://vu.nl/nl/nieuws/2024/geef-ambtenaren-meer-ruimte-in-plaats-van-regels

 

Foto bovenaan is gemaakt door Nothing Ahead

Edelman Trust Barometer 2024: Botsing van vertrouwen, innovatie en politiek

De Edelman Trust Barometer 2024 onthult een nieuwe paradox in het hart van de samenleving. Snelle innovatie houdt de belofte in van een nieuw tijdperk van welvaart, maar dreigt in plaats daarvan te leiden tot een kloof in de samenleving, tot verergering van vertrouwenskwesties en tot meer maatschappelijke instabiliteit en polarisatie in de politiek.

In een jaar waarin de helft van de wereldbevolking nieuwe leiders kan kiezen, is de acceptatie van nieuwe ontdekkingen essentieel voor het welslagen van de samenleving. “Innovatie neemt in rap tempo toe en zou een aanjager van groei moeten zijn, maar zal worden tegengehouden als bedrijven niet evenveel aandacht besteden aan zowel acceptatie als aan onderzoek en ontwikkeling”, zegt Richard Edelman, CEO van Edelman Institute: “Meer dan twee derde van de respondenten die zegt dat er slecht wordt omgegaan met innovatie, vindt dat de maatschappij te snel verandert en niet op een manier die ‘mensen zoals ik’ ten goede komt (69 procent). De kloof tussen de verschillende klassen, het grote gebrek aan vertrouwen tussen het bedrijfsleven en de overheid en de infodemie*), zijn de drijvende krachten achter de afname van vertrouwen en polarisatie”.

Hoewel mensen het erover eens zijn dat wetenschappers nodig zijn voor de acceptatie van innovatie, zijn veel mensen bang dat de politiek teveel invloed heeft op de wetenschap. Zo’n houding draagt bij aan het afnemen van vertrouwen in instellingen die ervoor verantwoordelijk zijn burgers door de veranderingen en vernieuwingen heen te loodsen en te leiden naar een toekomst met meer welvaart.

De Edelman Trust Barometer 2024 is het 24e onderzoek en wordt jaarlijks uitgevoerd door het Edelman Trust Institute: online interviews van 30 minuten onder ruim 32.000 mensen in 28 landen in de periode 3 – 22 november 2023.

De vier hoofdpunten uit het rapport

1. De teloorgang van autoriteit
Het vertrouwen in bedrijven van wereldmachten neemt af; zorgen over bedreigingen in de samenleving en gevestigde leiders die het publiek misleiden, nemen toe. Hoewel het bedrijfsleven koploper is wat betreft gebrek aan vertrouwen zijn het de media die actief worden gewantrouwd. Ook is er minder vertrouwen in instellingen onder mensen met een laag inkomen.

Wat Nederland betreft laat de Edelman Trust Barometer zien dat de instituties uit balans zijn: de overheid wordt gezien als minder competent en ethisch dan het bedrijfsleven. Als het op invoeren van innovaties in de maatschappij aankomt, vertrouwen de respondenten het meest op het bedrijfsleven (55 procent), gevolgd door de overheid (50 procent), de NGO’s (46 procent) en de media (45 procent).

2. Innovatie
Respondenten zien de wetenschap onder politieke druk staan, maar vinden dat de overheid het vermogen mist effectief innovaties in de wet vast te leggen. Het publiek wil weten of innovaties geëvalueerd zijn door wetenschappers en ethici, en wil controle op de gevolgen van innovaties.

3. Reset voor de wetenschap in de samenleving
De wetenschap heeft een communicatieprobleem dat kan worden opgelost. Nodig zijn betere berichtgeving, meer transparantie en uitleg van de gevolgen voor ‘gewone mensen’. 53 procent van de respondenten wereldwijd zegt dat de wetenschap gepolitiseerd is in hun land.

4. Herstel van vertrouwen in de belofte van innovatie
Respondenten zijn eerder geneigd vernieuwingen te omarmen als ze erop kunnen vertrouwen dat deze voeren naar een betere toekomst.

Over vertrouwen

Vertrouwen is de lijm die de maatschappij bij elkaar houdt. Als er geen vertrouwen meer is, stort de maatschappij in. Vertrouwen gaat gepaard met legitimiteit.

Al enkele jaren is er in rap tempo een daling in vertrouwen waar te nemen in voornamelijk Westerse landen. Het minste vertrouwen is te vinden in het Verenigd Koninkrijk, gevolgd door Japan, Zuid-Korea, Duitsland en de VS. Tegelijkertijd is het vertrouwen in veel machtige landen aan het toenemen, met China aan kop, gevolgd door India, de Verenigde Arabische Emiraten en Indonesië.
De vertrouwenscrisis behoort in het Westen zeer serieus te worden genomen. Hypocrisie, gaslighting, leugens en incompetentie eisen een hoge tol. Het zal steeds moeilijker worden het tij te keren.

Aan de Analecten van de Chinese wijsgeer Confucius (551- 479 v.C.) – ongetwijfeld een van de diepzinnigste denkers over bestuur en structuur van de samenleving – is de volgende dialoog ontleend:
Zigong stelde een vraag over de kenmerken van goed bestuur en de Meester antwoordde: “Voldoende voedsel, voldoende wapens en het vertrouwen van het volk”.
Zigong: “Stel dat het niet anders kon en een van deze moest wegvallen. Welke zou dat dan moeten zijn?”
De Meester antwoordde: “Afzien van de wapens”.
Zigong: “Stel dat het niet voldoende is en er moest nog een van de twee afvallen, welke zou dat moeten zijn?”
De Meester antwoordde: “Afzien van het voedsel. Van oudsher is de dood het lot van alle mensen; maar als de mensen geen vertrouwen hebben in hun regeerders, dan houdt de regering zich niet staande”.

2024 Edelman Trust Barometer: www.edelman.com/trust/2024/trust-barometer

Downloaden 2024 Edelman Trust Barometer Netherlands Report, Edelman Trust Institute, januari 2024: https://beroepseer.nl

Downloaden 2024 Edelman Trust Barometer Global report, Edelman Trust Institute, januari 2024: https://beroepseer.nl

Noot
*) Infodemie – snelle en brede verspreiding van zowel accurate als onnauwkeurige informatie over bepaalde kwesties.

Trust Index 2023 tot 2024. Zie de positie van Nederland op tabel (pagina 6) van 2024 Edelman Trust Barometer Netherlands Report.