Skip to main content

Redactie Beroepseer

Paul van Liempt in gesprek met Fabian Dekker, auteur van ‘Fabriekswerk’

Fabriekswerk gaat over een vergeten groep in Nederland: de arbeidersklasse. Auteur Fabian Dekker is arbeidssocioloog en schreef eerder boeken over nachtwerkers, circusartiesten, zzp’ers en de invloed van technologie op werk. Dekker mist tegengeluiden. Je hoort almaar: je moet doorstuderen, want dan ben je geslaagd. Je moet een HBO- of een WO-diploma hebben, dan tel je mee. Volgens hem zouden we het ook horen te hebben over mensen die meer gedijen in een situatie van status quo of routine. Zij willen niet van baan wisselen of twee of drie baantjes tegelijk hebben. Ze zijn mensen die beroepstrots hebben; trots zijn op het werk dat ze doen.

Aanleiding tot schrijven van Fabriekswerk zijn de 350.000 mensen die nog met hun handen werken, praktisch geschoold zijn, en vaak twintig jaar in dienst zijn van dezelfde werkgever, binnen de muren van dezelfde fabriek. Dekker sprak voor zijn boek met mensen in de vleesverwerking, de scheepsbouw en de vliegtuigbouw, en met mensen die parketvloeren leggen of werken in de haven.

We moeten af van het gemiddelde denken

Dekker heeft wel eens het idee dat in zijn vakgebied veel wetenschappers gedijen bij de werkelijkheid van de statistiek. Een voorbeeld is de opvatting dat het gemiddeld genomen goed gaat met Nederland wat betreft de kwaliteit van leven. We kunnen gemiddeld genomen tevreden zijn over het gezondheidszorgstelsel en over oud worden. Er zijn heel veel gemiddelden, maar onder die gemiddelden zit heel veel niet, zit achterstand. Het CPB heeft het over twintig procent. Dus tachtig procent van de Nederlanders gedijt in deze meritocratische samenleving, voor twintig procent van alle Nederlanders is het lastig. We moeten af van het gemiddelde denken.

Sociologische verbeeldingskracht

Door de jaren heen zie je steeds meer dat proefschriften zwaar statistisch zijn, positivistisch, met theoretisering, helemaal deductief opgebouwd. Maar waar zijn de boeken gebleven, vraagt Dekker zich af? De case studies, van bedrijven die twintig jaar gevolgd worden, interviewstudies van bijvoorbeeld mensen die in de participatiewet zitten? Kortom, het Amerikaanse straatwerk. In de VS had je een grote beweging rond de Chicago School met sociologen die zeiden: je bouwt kennis op door gewoon de straat op te gaan. Dat deden de antropologen vroeger ook. Dat gebeurt steeds minder en dat komt omdat vanuit de subsidiëring alles dichtgetimmerd moet zijn. Vanwege de financiering willen we zeker weten dat iemand binnen vier of vierenhalf jaar promoveert.

Van Liempt merkt op dat dit allemaal verkeerde prikkels zijn. Maar er speelt nog wat mee, mensen willen niet met hun echte naam genoemd en geciteerd worden in de verslagen. Dekker vertelt dat mensen anoniem willen blijven, omdat het bedrijf bijvoorbeeld bezig was met loononderhandelingen of een reorganisatie. Niemand wil met naam en toenaam over zijn bedrijf vertellen, over de relatie tussen het management en de werkvloer. Het advies is proefschriften niet op te bouwen langs de vele korte artikeltjes, en je pleidooi niet te houden voor de subsidiegevers, maar ruimte te geven aan de sociologische verbeeldingskracht. Dat lukt door de tijd te nemen en biografieën op te bouwen. Het heeft Dekker anderhalf jaar gekost gesprekken te voeren met twintig mensen: ”Laten we oppassen als socioloog niet met de rug naar de samenleving te staan”.

De maakindustrie

Fabriekswerk is een pleidooi voor de maakindustrie. Die zijn we aan het vergeten. Dekker licht toe dat we in Nederland altijd vinden dat we dingen moeten bedenken en die gaan exporteren en verkopen. We zijn een land van zakelijke dienstverlening, van doorstromen, doorschuiven en doorgeven, we maken niet zoveel meer. We hebben in Nederland geen producten meer waar we trots op zijn. De maakindustrie, de klassieke industrie, is aan het verdwijnen en daarmee ook de jonge, praktisch geschoolde man. De werkgelegenheid in de industrie in Nederland is gehalveerd sinds de jaren zeventig. Die sector was altijd een toevluchtsoord voor met name de jonge man die graag met zijn handen werkte en die de startkwalificaties MBO 2 en MBO 3 had. Die zijn aan het verdampen. Door AI en technologie is er een upgrading van de arbeidsmarkt aan de gang. MBO 3 wordt MBO 4 en MBO 4 wordt HBO-niveau.

De jonge, praktisch opgeleide man zie je eerder de bijstand ingaan. Wat voor werk blijft er over voor hem? In sommige gemeenten zie je de basisbaan weer terugkeren. Dat wil zeggen, werkgelegenheid creëren die publiek-privaat betaald moet worden. Denk aan de Melkertbaan van vroeger, maar dan publiek-privaat gefinancierd. Voor een soort vangnet voor mensen die buiten de boot vallen. Dekker doelt hierbij niet op een basisinkomen. Daar voelt hij niet veel voor. Hij denkt dat werk gelukkig en gezond maakt. Maar een basisbaan als vangmiddel voor een groep die niet meer in de industrie terecht kan.

Beroepstrots

De arbeiders hebben Dekker verteld wat ze fijn vinden aan hun werk. Ze noemen onder meer de scheiding tussen werk en privé, die bij hen nog bestaat. Geen digitaal verkeer meer na hun werk. “Eén zijn met je machine”, is een andere reden. Ze voelen zich trots op de satébakjes die ze zien in de winkel: “Daar heb je aan meegewerkt”. Ze verzamelen ook trofeeën. Dat heeft met beroepstrots te maken. Mensen nemen dingetjes mee naar huis, aldus Dekker. Onderdelen, rekwisieten, artefacten, wat overblijft en dat stellen ze op in hun schuur.
Dekker: “Ik werd uitgenodigd door een paar scheepsbouwers in het Rijnmondgebied. Ze hebben letterlijk een museum gemaakt met z’n tweeën. Twee mensen van vijftig zesenvijftig jaar. Dat heeft dus alles te maken met beroepstrots”.
Ze hebben een afkeer van managers, met hun regels en procedures, om steeds efficiënter te werken.

De mensen die Dekker heeft gesproken zijn niet uit de tijd, niet archaïsch en zouden er eigenlijk niet meer horen te zijn. Ze zijn niet iets van vroeger, met uitsterven bedreigd. Het gaat om een serieus deel van de bevolking die groter is dan 350.000 mensen.

Er schiet Dekker iets te binnen aan het eind van het interview met Van Liempt. We moeten allemaal, zegt hij, vroeg beginnen met Engels leren op school: “Ik heb wel eens gezegd: waarom geen vakken van de maakindustrie verplicht stellen? We hadden vroeger een of twee uur handenarbeid op school, maar ik bedoel een serieuze module van de maakindustrie, van een ambacht, van vakmanschap (…) Mensen worden opgeleid in ICT, digitale vaardigheden, meertaligheid, maar waar is het maakindustriecurriculum in het fundamenteel onderwijs? Dat is er helemaal niet (…) Als je niet serieus in aanraking komt met vakmanschap, dan maak je die keuze ook niet. Onbekend maakt onbemind”.

Hieronder video met gesprek tussen Ad van Liempt en Fabian Dekker,
5 augustus 2024. Duur 58 min.

Nieuwe Ankers is een journalistiek interviewkanaal dat voorbij de waan van de dag kijkt en op zoek is naar diepgaand begrip van de grote vraagstukken van deze tijd.op het gebied van economie, geopolitiek, psychologie, kunstmatige intelligentie, technologie, klimaat, onderwijs, digitalisering en cultuur. Nieuwe Ankers wordt gemaakt door Paul van Liempt (Initiatiefnemer en interviewer), Camiel Notermans (producent), Rob Vermaas (regie) & Karin Campagne (visagie).

Fabriekswerk – over de vergeten arbeidersklasse, door Fabian Dekker is uitgegeven bij Van Gennep, Amsterdam (2024)

AI-verordening treedt officieel in werking. Eerste uitgebreide wet over kunstmatige intelligentie ter wereld

Per augustus 2024 treedt de AI-verordening in werking, de eerste uitgebreide wet over kunstmatige intelligentie*) ter wereld. In de AI-verordening staan de regels voor het verantwoord ontwikkelen en gebruiken van AI door bedrijven, overheden en andere organisaties.
De verordening gaat gefaseerd in en is op 2 augustus 2027 geheel van kracht. Een aantal AI-systemen is vanaf 2 februari 2025 al verboden. Weer andere AI-systemen zijn verplicht vanaf 2 augustus 2026 aan extra vereisten te voldoen.

Grondrechten beschermd

De AI-verordening is er om ervoor te zorgen dat iedereen in Europa erop kan vertrouwen dat AI-systemen veilig werken en dat grondrechten beschermd zijn. Ook al zijn er veel systemen met weinig risico’s en zijn er allerlei voordelen aan AI, er is ook een hele andere kant.
Bestaande wetten zoals de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de Wet politiegegevens (Wpg) bieden al bescherming. Bijvoorbeeld als AI-systemen worden gebruikt om persoonsgegevens te verwerken. Maar dat is onvoldoende om alle risico’s aan te pakken die bij AI komen kijken. Onverantwoord gebruik van AI kan bijvoorbeeld leiden tot discriminatie, beperkingen van onze vrijheden en misleiding en uitbuiting van mensen. De AI-verordening helpt ervoor te zorgen dat ontwikkelaars van AI-systemen risico’s aanpakken en dat er toezicht op is.

Wat regelt de AI-verordening?

De AI-verordening deelt AI-systemen in aan de hand van risicogroepen. Hoe hoger het risico voor burgers en de samenleving als geheel, hoe strenger de regels. Belangrijke punten die de wet bijvoorbeeld regelt zijn dat:

♦  toepassingen die een onaanvaardbaar risico met zich meebrengen worden verboden;
♦  toepassingen die een hoog risico vormen aan strengere regels worden gebonden. Voorbeelden zijn AI-systemen die bedoeld zijn voor werving- en selectie of voor rechtshandhaving.
♦  er toezichthouders worden aangewezen die het naleven van de verordening kunnen handhaven, organisaties kunnen verplichten een product uit de handel te nemen en boetes kunnen opleggen.

Voor wie gelden de regels in de AI-verordening?

De AI-verordening is zowel gericht op organisaties die AI aanbieden als op organisaties die AI gebruiken. Van overheid en zorginstelling tot het mkb.
In de AI-verordening staan ook extra regels voor overheden en uitvoerders van publieke taken. Zij behoren bij systemen met een hoog risico altijd een zogenoemde grondrechteneffectbeoordeling te doen. Deze organisaties dienen hun gebruik vanaf 2 augustus 2026 te registreren in de Europese database voor AI-systemen.

Aanbieders van AI-modellen voor algemene doeleinden

Voor aanbieders van ‘AI-modellen voor algemene doeleinden’ gaan er ook regels gelden. Deze modellen staan ook wel bekend als ‘general purpose AI’. Het gaat dan om de modellen die de basis vormen voor andere toepassingen, bijvoorbeeld de taalmodellen die bestaan voor AI-chatbots.
De ontwikkelaars van deze modellen zijn onder meer verplicht om technische documentatie over hun product op te stellen, het systeem ‘uitlegbaar’ te maken en ze moeten beleid hebben om auteursrechten te beschermen. Handhaving zal voor het grootste deel op Europees niveau plaatsvinden, door het Europese AI Office.

Noot
*) AI = Artificial Intelligence = Kunstmatige intelligentie of KI

Referenties

AI-verordening gaat in: werk aan de winkel voor ontwikkelaars en gebruikers, Autoriteit Persoonsgegevens, 31 juli 2024: www.autoriteitpersoonsgegevens.nl/actueel/ai-verordening-gaat-in-werk-aan-de-winkel-voor-ontwikkelaars-en-gebruikers

AI-verordening: www.autoriteitpersoonsgegevens.nl/themas/algoritmes-ai/ai-verordening

Risicogroepen AI-verordening: www.autoriteitpersoonsgegevens.nl/themas/algoritmes-ai/ai-verordening/risicogroepen-ai-verordening

Hieronder Schema inwerkingtreding AI-verordening: augustus 2024 – augustus 2030


Afbeelding helemaal bovenaan is van Freepik

Een visie op ervaringskennis: Weten hoe het voelt

In Weten hoe het voelt staan ervaringskennis en de waarde van ervaringskennis centraal. Het is een visie op en het benutten van ervaringskennis, gepubliceerd door Levvel, een organisatie die kinderen, jongeren en (pleeg)gezinnen in complexe situaties weer op weg helpt. Doel is een  stevige basis bieden voor de toekomst.  Levvel biedt een breed scala aan hulp: van opvoedondersteuning tot specialistische jeugdhulp, complexe psychiatrische zorg, TOPGGz en acute hulp. Bij Levvel zijn 1200 pleeggezinnen aangesloten.

Drie gelijkwaardige bronnen van kennis

Wetenschappelijke kennis, praktijkkennis en ervaringskennis zijn drie gelijkwaardige bronnen van kennis en in combinatie bepalen zij de vorm en inhoud van de jeugdhulp. Het is de basis voor kwaliteit: door verschillende bronnen van kennis te verbinden en elkaar te laten aanvullen, kan de beste mogelijke jeugdhulp worden geboden.

Al in 2010 deed de eerste ervaringsprofessional haar intrede bij Levvel. In 2017 startte het project ExpEx – Experienced Experts –
waarmee jongeren die jeugdzorg hadden ontvangen, getraind werden om hun ervaringskennis te delen en mee te denken hoe de zorg beter kon aansluiten bij hun leefwereld. Ook werden drie ervaringsprofessionals aangenomen. Er volgden jaren van pionieren, zoeken, uitproberen, uitvinden, soms met vallen en opstaan. Gaandeweg groeide in de organisatie de waardering voor ervaringskennis en ontwikkelde men steeds helderder ideeën over manieren om ervaringskennis in te zetten.

Levvel schrijft dat het nu tijd is om kennis en ervaringen bij elkaar te brengen en te comprimeren in de vorm van een visie. Een visie die antwoord geeft op de vele vragen die er in de organisatie bestaan over ervaringskennis, maar vooral ook een visie die richting geeft aan de manier waarop ervaringskennis zich kan verspreiden. Dat blijkt gemakkelijker gezegd dan gedaan. Maar feit is dat veel mensen binnen de organisatie er ‘iets’ mee willen. Daarom is het goed  hen niet steeds opnieuw het wiel te laten uitvinden.

Ervaringen

Door ervaringen te delen – zelf te vertellen en écht te luisteren naar de ervaringen van anderen (dat wil zeggen: je eigen verhaal even op de achtergrond zetten) – vergroot je je besef van hoe gebeurtenissen en relaties in een leven ervaren worden en impact hebben. Het vergroot je empathisch vermogen en maakt je wakker voor hoe dingen in het leven van de ander doorwerken. Het leert je ook dat wat voor de een goed is, niet per se ook voor de ander werkt. Dezelfde situatie kan de een heel anders ervaren dan de ander – en dat besef is essentieel. Het is daarom goed om over een scala aan ervaringen van jezelf en anderen te beschikken waarbinnen inzicht in verschillen en overeejkomsten kan ontstaan. Dit geeft niet alleen een rijker beeld, maar het draagt ook bij aan normaliseren en de-stigmatiseren (ik ben niet de enige die…) – en leidt tot collectieve ervaringskennis

Ervaringsdekundige
Je ben ervaringsdeskundig wanneer je competenties hebt aangeleerd om je ervaringskennis in te zetten. Op allerlei manieren: door te weten hoe het is en wat het betekent om ervaring te delen, sensitief te zijn daarin, te weten wanneer dat helpend is, door ervaringen van anderen te herkennen en daaraan weerklank te bieden, creatief te zijn in verwoorden of anderszins uitdrukken ervan – en anderen daarmee te voeden. Degene die de eigen ervaringskennis deskundig deelt, maakt zo als het ware ruimte vrij voor de ander en diens ervaring. Een ruimte waarin nieuwe inzichten kunnen ontstaan, waarin betekenis en zin gegeven kunnen worden – waarmee ontwikkeling en herstel op gang kunnen komen. Niet alleen is het zinnig om ervaringskennis in te brengen binnen het hulpverleningsproces, ook bij beleidsvorming, methodiekontwikkeling, personele- en organisatieontwikkeling is het  waardevol.

Momenteel werken er tien ervaringsdeskundigen bij Levvel. Doel is het aantal uit te breiden

♦ Downloaden van Weten hoe het voelt – Visie op (benutten van) ervaringskennis bij Levvel, door Karin Schaafsma en Mannus Boote, uitgave van Levvel, 2024: https://beroepseer.nl
♦ Levvel, specialisten voor jeugd en gezin: www.levvel.nl
♦ Vereniging van ervaringsdeskundigen – VvEd: https://vved.org/

De glijdende schaal

Christophe Busch, directeur van het Hannah Arendt Instituut te Mechelen, België, en schrijver van het boek De duivel in elk van ons, is op 5 september 2024 te gast in het Hannah Arendt podium*) voor rijksambtenaren. Gespreksleider is Thijs Jansen, directeur van Stichting Beroepseer.

Je krijgt een opdracht en voelt van binnen: “Deze is op of net over het randje van wat kan”. Maar ja, het is een opdracht en je leidinggevende of politiek verantwoordelijke zal wel weten wat hij/zij vraagt. Of je wilt ten koste van veel je doelen realiseren. Je hebt een maatregel bedacht waarmee je dat zichtbaar kunt maken. Maar ga je met die maatregel niet te ver? “Ach,”, zegt een collega, “het strandt wel bij de Raad van State”.
Wanneer moeten de alarmbellen afgaan omdat je je met je handelen op een hellend vlak begeeft? Hoe herken je signalen dat je op de glijdende schaal terechtgekomen bent? En wat staat je dan te doen?

Voorbeelden

De afgelopen jaren hebben we meerdere voorbeelden gezien van situaties waarin de (Rijks)overheid beleidsdoelen en -opdrachten zwaarder liet wegen dan burgerrechten en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De toeslagenaffaire is daarvan het meest sprekende voorbeeld. Maar ook recenter, tijdens de kabinetsformatie, was het respecteren van de grondbeginselen van onze democratische rechtsstaat een belangrijk onderwerp van gesprek.
Thijs Jansen: “Wat het thema van de glijdende schaal onder andere tot een zeer actuele kwestie voor rijksambtenaren maakt, is dat de huidige coalitie in het hoofdlijnenakkoord heeft afgesproken dat ‘dit hoofdlijnenakkoord, het regeerprogramma en initiatieven van de vier fracties zich bewegen binnen de grenzen van de grondwet, de grondrechten, de democratie en de rechtsstaat, zoals verwoord in het eindverslag van informateur Plasterk van 12 februari 2024’. Wat betekent deze coalitie-afspraak voor het recht van rijksambtenaren om die grenzen te bewaken?”

Geen vanzelfsprekendheid

Het waarborgen van rechtsstatelijk handelen en het respecteren van burgerrechten en de grondwet lijkt een abc’tje, maar blijkt gezien de recente geschiedenis helemaal geen vanzelfsprekendheid. Ook voor ambtenaren niet. En tegelijkertijd: het is zelden een enkele grote daad die de democratie erodeert.

Busch houdt een lezing over die glijdende schaal, en de rol van ambtenaren. En er is – indachtig de oproep van Hannah Arendt om na te denken over de gevolgen van onze daden, hoe klein ook – ruim gelegenheid om met elkaar te spreken en na te denken over de vraag waar voor jou de risico’s liggen en waar de glijdende schaal begint.

Datum en tijd: Donderdag 5 september 2024, van 15:00 – 17:00 uur
Plaats: ZZIIN Conference Center op het Centraal Station van Den Haag, 1ste verdieping

Aanmelden via hannaharendtpodium@rijksoverheid.nl

Hannah Arendt Podium: www.grenzeloossamenwerken.nl/dialoog-en-ethiek/hannah-arendt-podium/agenda

De duivel in elk van ons, door Christophe Busch: www.borgerhoff-lamberigts.be

Noot
*) Het Hannah Arendt Podium is een onderdeel van het rijksbrede programma Dialoog & Ethiek dat zich richt op het versterken van de ethische reflectie binnen de Rijksoverheid en op de totstandkoming van een veilige gesprekscultuur. Het Hannah Arendt Podium  – voor een vrij gesprek tussen ambtenaren – draagt bij aan zo’n veilige gesprekscultuur.

 

Bas Kodden: ‘Elke organisatie heeft een rebel nodig’

Leidinggevenden die meer bezig zijn met paperassen en vergaderingen dan met hun medewerkers. Met allerlei protocollen, verslagen en registratie proberen zij de zorg zo goed mogelijk te laten verlopen en te voorkomen dat er fouten worden gemaakt. Volgens Kodden wordt vooral het tegendeel daarmee bereikt. Ze zorgen er vooral voor dat medewerkers de passie voor hun werk verliezen. Nodig is non-conformisme , om te ontsnappen uit de systeemwereld waarin we terecht zijn gekomen. Hoe we dat gaan doen, beschrijft hij in zijn boek Rebelleren moet je faciliteren. Kodden is hoogleraar Leiderschap & Managementontwikkeling aan Nyenrode Business Universiteit

Het platform voor actueel zorgnieuws Skipr besteedt aandacht aan Kodden in het artikel Bas Kodden: De zorg creëert zijn eigen personeelstekort, naar aanleiding van de tweedaagse Skipr-masterclass Psychologie van leiderschap in november 2024 waar Kodden een van de sprekers is. Een andere spreker is Gabriël Anthonio, bijzonder hoogleraar Sociologie van Leiderschap aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Hoe meer controle, des te minder motivatie

Volgens een recensent laat Koddens boek zien “dat elke organisatie een rebel nodig heeft! Noem het een rebel, een buitenbeentje, een maverick; het zijn personen met deze kwalificaties die ervoor zorgen dat een organisatie verder komt. Rebellen schudden de boel wakker en op”.
Kodden bezigt het woord ‘paradijsvogels’ waarmee hij doelt op medewerkers van wie bekend is dat ze goed presteren, gemotiveerd en bevlogen zijn en zich echt inzetten voor de organisatie: “Als bestuurder loop je niet de hele dag op de werkvloer. Je hebt geen idee wat er allemaal mogelijk is. Medewerkers, en zeker deze paradijsvogels, weten dat vaak veel beter”.

Kodden gaf een lezing op Het grootste kennisfestival van Nederland in juni 2024 in Deventer: “We leven in tijden van turbulentie, angsten en onzekerheden. Maar als je die gevoelens als leidinggevende omzet naar een behoefte aan meer controls, neemt de onzekerheid alleen maar verder toe. Medewerkers, die meer worden gecontroleerd, worden steeds minder gemotiveerd, wat leidt tot verminderde resultaten en nog meer turbulentie. Een vicieuze cirkel; ein Teufelskreis. En iedereen vindt dat fantastisch om te zien als ik het vertel. Veel herkenning in de zaal. Maar in de praktijk gebeurt er niks mee.

De toxische werksfeer neemt daardoor zo enorm toe. Wist je dat 1,3 miljoen mensen momenteel thuiszitten vanwege burnout-klachten? Iedereen wordt gelijk ingezet, maar dat is een grote valkuil. We zijn niet gelijk, we zijn gelijkwaardig. Maar die leidinggevenden blijven maar standaardiseren en protocollen maken. Echt hoor. En dan zie je goedlopende organisaties gewoon achteruitgaan. In mijn boek leg ik de link naar de beste interimmanager die ik ken, Gordon Ramsey. De bekende kok die slechtlopende restaurants in tv-programma Hell’s kitchen eerst bekijkt en analyseert en vervolgens aan de slag gaat om ze beter te maken. Geweldig. Je ziet in de praktijk gewoon dat echte rebellen de mond wordt gesnoerd. Of zelfs ontslagen worden. Om als organisatie weer conformistisch te worden. Het heeft alles te maken met controledrang van leidinggevenden waardoor mensen hun eigen club tot een hell’s kitchen zien verworden. Maar let op, het is geen negatief verhaal hoor. Positief juist. Want het gaat over wat je eraan kunt doen. Hoe je zelf als een soort Gordon Ramsey de boel aan kunt pakken. Want je kunt het bestaande – het conformisme – slechts veranderen met non-conformisten. Je hebt per definitie rebellen nodig”.

Een van Koddens adviezen aan bestuurders en leidinggevenden: Zet de paradijsvogels van je organisatie eens bij elkaar en vraag hen: “Wat zou je veranderen als je morgen mijn baan zou hebben? Jullie weten dat we moeten bezuinigen, hoe zouden jullie dat aanpakken?”

Bas Kodden: ‘De zorg creëert zijn eigen personeelstekort’, Skipr, 24 juli 2024: www.skipr.nl/nieuws/bas-kodden-de-zorg-creeert-zijn-eigen-personeelstekort/

Bas Kodden op Het grootste kennisfestival van Nederland: www.hetgrootstekennisfestival.nl/inspiratie/rebellen-hebben-de-toekomst/

Website Bas Kodden: www.baskodden.nl

Het almaar uitdijende aantal Rijksambtenaren belemmert het ‘echte werk’ van uitvoerende professionals

Het nieuwe kabinet lijkt te mikken op eenvijfde minder Rijksambtenaren. Het belangrijkste doel daarbij is “het verminderen van regels en administratieve lasten voor de samenleving en uitvoering”, aldus het hoofdlijnenakkoord.
De bureaucratie binnen de departementen blijkt dusdanig gegroeid dat inmiddels de helft van de ambtenaren alleen maar bezig is met controle, ondersteuning of management van de andere helft.
Het Financieele Dagblad (FD) heeft onderzoek gedaan naar het groeiende ambtenarenapparaat bij het Rijk. Ministeries zijn met grote afstand de meest bureaucratische van alle overheden. Iets meer dan 50% van het personeel heeft een baan in de zogenoemde overhead, bij afdelingen als personeelszaken, communicatie, privacy en andere niet-primaire functies. Vijftien jaar geleden was dit nog 41%.
Cor de Horde, Pim Kakebeeke en Johan Leupen schrijven erover in een tweetal artikelen in FD, van 17 mei en 19 juli 2024.

Enorm apparaat aan voorlichters

In oktober 2021 vroeg het destijds partijloze Kamerlid Pieter Omtzigt aan het Kabinet om te snijden in het enorme apparaat aan voorlichters, woordvoerders en communicatiedeskundigen op de diverse departementen. Dat was in de bijna vier jaar van het kabinet-Rutte III uitgedijd van zeshonderd naar achthonderd fte. Een paar jaar later is het aantal ambtenaren op de communicatieafdelingen van het Rijk alleen maar verder toegenomen. Het zijn er meer dan 850.

Van 109.000 naar 147.000

Sinds 2012 is het aantal ambtenaren in Den Haag is toegenomen van 109.000 naar 147.000, en dat is nog exclusief de externe inhuur. De groei concentreert zich vooral op terreinen als beleid en voorlichting.

Een rondgang van het FD langs specialisten en (voormalige)Rijksambtenaren om hun commentaar op de ontwikkelingen te horen, leert dat de regeldruk de afgelopen jaren enorm is toegenomen.
Consultant Marvin Hanekamp van bureau Berenschot, die overheden adviseert over productiviteit, noemt het cijfer van 50% ‘ongelooflijk hoog’.
Voormalig topambtenaar Roel Bekker, die tot 2010 belast was met een eerdere reorganisatie van het Rijk, noemt het overheadcijfer ‘absurd hoog’ en ‘extra pijnlijk’.
Directeur Pieter Hasekamp van het Centraal Planbureau (CPB) beklaagde zich in een opiniestuk in het FD in juni 2024 over “de groeiende bontkraag rond bewindslieden en de ambtelijke top” van lieden die “niet direct betrokken zijn bij beleid of uitvoering, maar zich daar wel mee bemoeien” en vooral bezig zijn met de controle van collega’s en “het beheersen van juridische, publicitaire en politieke risico’s”.
De aftredende regeringscommissaris informatiehuishouding Arre Zuurmond waarschuwde de startende staatssecretaris van digitalisering Zsolt Szabo dat uitvoerende ambtenaren de afgelopen jaren ondergesneeuwd zijn door ‘een veelheid aan stafafdelingen’ en managers die elk op hun eigen gebied sturen zonder onderlinge afstemming,

Kortom, er wordt zoveel werk gecreëerd dat het ‘echte werk’ eronder lijdt. Uitvoerende professionals raken volledig gebureaucratiseerd en kunnen niet datgene doen wat nodig is.

Op 22 juli 2024 stelden de Kamerleden Henri Bontenbal en Inge van Dijk (beiden CDA) n.a.v. het FD-artikel van 19 juli 2024 vragen aan minister Uitermark van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Zie:  https://beroepseer.nl

Lees de volledige artikelen in het FD:
Coalitie gaat de strijd aan met uitgedijd ambtenarenapparaat, door Cor de Horde, Pim Kakebeeke en Johan Laupen, Het Financieele Dagblad, 17 mei 2024: https://fd.nl/politiek/1516875/coalitie-gaat-de-strijd-aan-met-uitgedijd-ambtenarenapparaat

Bureaucratie binnen de Rijksoverheid uitgegroeid tot zeldzame proporties, door Cor de Horde, Pim Kakebeeke en Johan Laupen, Het Financieele Dagblad, 19 juli 2024: https://fd.nl/politiek/1523671/bureaucratie-binnen-de-rijksoverheid-uitgegroeid-tot-zeldzame-proporties

Na budgettaire kaasschaaf blijven keuzes nodig, Pieter Hasekamp, Het Financieele Dagblad, 14 juni 2024: https://fd.nl/opinie/1519911/na-budgettaire-kaasschaaf-blijven-keuzes-nodig

Jaarverslag 2023, Adviescollege Toetsing Regeldruk, 2024: www.adviescollegeregeldruk.nl/documenten/jaarverslagen/2024/05/13/atr-jaarverslag-2023

 

 

Foto bovenaan is gemaakt door Roel Wijnants, ‘Skyline Den Haag’. Vooraan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Rechts daarvan (het rode gebouw) het Ministerie van Justitie & Veiligheid. Helemaal rechts op de achtergrond het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Links woontoren De Kroon, een torenflat van veertig verdiepingen.

De waardering van praktijkgericht onderwijs en de toekomst van het nieuwe VMBO

Vanaf augustus 2024 kunnen vmbo-scholen voor de gemengde leerweg en de theoretische leerweg praktijkgerichte programma’s invoeren. Minister Paul van Onderwijs heeft in juni 2024 de Tweede Kamer ingelicht over haar plannen rond de doorontwikkeling van het vmbo in de toekomst. Zij baseert zich daarbij op de adviezen van Stichting Platforms VMBO. In de Kamerbrief is ook aandacht voor waardering van praktijkgericht onderwijs als gelijkwaardige onderwijsvorm naast het algemeen vormend onderwijs. Met de invoering van praktijkgerichte programma’s in zowel het vmbo als het havo wordt de scheiding tussen beide vormen van onderwijs steeds vager.

Betekenisvoller leren

Sinds enkele jaren is het vmbo begonnen met pilots. Socioloog Rineke van Daalen was benieuwd naar de kans van slagen en sprak met docent Zorg & Welzijn Valerie Sordam van het Zuiderlicht College in Amsterdam, een vmbo-school die zich al vroeg had aangemeld als proeftuin. Op de site van Komensky Post doet ze verslag van haar gesprekken.
“Het team van Het Zuiderlicht College is om verschillende redenen enthousiast over het nieuwe programma. Het geeft de leerlingen meer autonomie, het daagt hen meer uit, het biedt hen mogelijkheden om niet in de boeken te blijven hangen maar ook buiten de school te kijken, en het geeft ze de gelegenheid om een reeks vaardigheden te trainen – e-mailen, opbellen, gesprekken voeren met volwassenen, samenwerken. Kinderen gaan door dat alles ‘betekenisvoller’ leren, er wordt meer van hen verwacht, ze leren kritisch na te denken, hun creativiteit wordt aangesproken”.

“Voorbeelden kunnen het best illustreren hoe de veranderingen in het onderwijs eruitzien. Leerlingen krijgen opdrachten van een opdrachtgever, met wie ze eerst een oriënterend gesprek voeren. In samenspraak met de opdrachtgever maken ze een plan, en ze sluiten het project af met een presentatie. Een basisschool wilde bijvoorbeeld een spel hebben dat kinderen zou leren hoe ze gezond konden leven. De leerlingen van het Zuiderlicht moesten die opdracht dan van a tot z zelf uitvoeren: ze moesten op zoek gaan naar goede literatuur en informatie, ze moesten de doelgroep afbakenen, en hun spel zo ontwerpen dat het geschikt was voor die groep. Een ander voorbeeld is afkomstig van Gassan Diamonds die de leerlingen opdroeg om promotiemateriaal te maken dat toekomstige studenten zou aantrekken. De leerlingen van het Zuiderlicht mochten zelf twee dagen in het bedrijf rondkijken. Een andere opdracht was het koken en presenteren van een maaltijd voor oudere mensen, en ook daarvoor moesten de leerlingen alles zelf organiseren en vormgeven. Sommige opdrachten leken me een hele opgave, maar Valerie zegt daarover: ‘Ze zijn creatiever dan wij denken’.”

Reële praktijksituaties, in ‘de echte wereld’

“Het ontwerpen van het nieuwe onderwijsprogramma kost de docenten van Zuiderlicht veel tijd. Ze hebben zelf een theorieboek samengesteld, ze maken podcasts, ze moeten met andere instellingen en opdrachtgevers contact leggen en onderhouden. Soms zijn dat bedrijven waarmee ze ook al in stages van de basis- en de kaderopleiding te maken hebben gehad, soms komen opdrachten via ouders van leerlingen binnen. Het kost de docenten veel tijd om continuïteit te creëren. Opdrachtgevers werken het ene jaar wel mee en het volgende jaar past het programma niet in hun bedrijvigheid”.

Van Daalen tot besluit: “Actief leren staat centraal, en het idee dat kennis het best kan worden verworven met realistische opdrachten, in reële praktijksituaties, in ‘de echte wereld’.”

Lees het hele artikel van Rineke van Dalen, Theorie en praktijk. Worstelen met de combinatie, Komensky Post, 25 juli 2025: https://komenskypost.nl/?p=8463
Komensky Post is ‘het onafhankelijke, deskundige en niet-commerciële on-line onderwijsmagazine’.

Praktijkgerichte programma’s, Stichting Platforms VMBO: www.platformsvmbo.nl/themas/praktijkgerichteprogrammas/praktijkgerichteprogrammas

Kamerbrief van de minister voor Primair en Voorgezet Onderwijs over de waardering van praktijkgericht onderwijs en de toekomst van het vmbo, 7 juni 2024: https://beroepseer.nl

De toekomst van het beroepsgerichte programma in het vmbo. Stichting Platforms VMBO, februari 2022: https://open.overheid.nl

Website van Rineke van Daalen: https://rinekevandaalen.nl/

 

Foto bovenaan uit 2023 van FakirNL: Mozaiek uit 1957 bij de hoofdingang van het Rijks VMBO, Goffertweg 20 te Nijmegen, getiteld Zeven dagen van de week gemaakt door Hugo Brouwer en Lambert Simon. Het mozaïek verwijst naar het technisch onderwijs. In het midden wordt met hamer en aambeeld gewerkt. Verder worden meubels, huizenbouw, electriciteit en tuingereedschap uitgebeeld. Vijf dagen werk en twee dagen rust maken samen zeven dagen. De titel is bedacht door de kunstenaars.
Hugo Brouwer (1913 – 1986) was een Nederlands schilder, glazenier en beeldhouwer. Hij woonde en werkte in Nuenen. In de omgeving van deze plaats zijn ook veel van zijn kunstwerken te vinden. Hij was een veelzijdig kunstenaar, die monumentale kunstwerken voor (kerkelijke) gebouwen heeft vervaardigd.
Lambert Simon (1909 – 1987) was een Nederlands schilder, tekenaar, beeldhouwer, muurschilder en glazenier.
https://www.nijmeegsglorie.nl/index.php/goffertweg

Laatste ronde van start aanvragen subsidie voor zeggenschap in de zorg

“Een teamoverleg betekende meestal een monoloog van de voorzitter, om informatie te zenden na een drukke dienst”. Tijd voor verandering. Tijd voor meer zeggenschap. Beroepsvereniging V&VN voor verpleegkundigen en verzorgenden heeft goed nieuws en roept verpleegkundigen met goede ideeën op subsidie aan te vragen voor meer zeggenschap binnen de eigen organisatie.
De subsidie van minimaal € 25.000 en maximaal € 50.000 kan worden aangevraagd bij het Landelijk Actieplan Zeggenschap van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Zeggenschap betekent meepraten en meebepalen over alles wat met het eigen vak heeft te maken. Je stem laten horen binnen en buiten de organisatie. Het gaat er ook om dat er naar je geluisterd wordt. Voor een betere zorg en dienstverlening is meebeslissen van personeel essentieel.

V&VN laat twee medewerkers vertellen over de inzet van subsidie, Claudia Feringa-Barkel en Ellis Hegeman, ambassadeurs en begeleiders in de gehandicaptenzorg bij advies- en behandelcentrum Aveleijn. De subsidie die zij tijdens een eerdere aanvraagronde ontvingen hebben zij gebruikt “om onze overlegmomenten te verbeteren”.  Beiden hebben “de traditionele manier van vergaderen losgelaten. We pakken thema’s nu creatiever aan, delen het team tijdens overleggen op in kleinere groepjes en geven voorafgaand al relevante informatie, zodat teamleden zich beter kunnen voorbereiden. Ook hebben we gevraagd wie het leuk vond om gespreksleider te zijn, in plaats van iemand aan te wijzen die dat niet ziet zitten. Vervolgens hebben de gespreksleiders een training gevolgd zodat ze deze rol beter kunnen vervullen”.

“Zeggenschap staat gelijk met vakmanschap”

Na een tweede subsidie is een start gemaakt met TOPZ: Team Ontwikkeling Professionele Zeggenschap. Dat gaat om een team met verschillende medewerkers die hun eigen cliëntgroep vertegenwoordigen. Zeggenschap is nu onderdeel geworden van Aveleijn. Claudia Feringa-Barkel: “Mensen horen erover, zijn zich er bewuster van”. Maar belangrijk is wel dat zeggenschap over inhoudelijk zaken gaat: “Medewerkers die klagen dat de koffie niet lekker is, dat is geen zeggenschap. Dat verschil is belangrijk. Zeggenschap is mooi, maar staat gelijk met vakmanschap. Over je vak moet je meepraten; niet over randzaken”.

Aanvragen en termijn

Subsidie kan worden aangevraagd door het sturen van een Actieplan in de periode 18 november – 16 december 2024.
Voor het opstellen van een actieplan is assistentie beschikbaar. De experts van het Landelijk Actieplan Zeggenschap (LAZ) staan de hele zomer klaar om te helpen. Alle informatie voor een subsidie-aanvraag staat op Actieplan Zeggenschap in de zorg: https://zeggenschapindezorg.nl/subsidie-voor-zeggenschap/

Het gaat hier om de derde en laatste ronde voor organisaties in de zorg, jeugdzorg en sociaal werk om met subsidie zeggenschap te versterken.

Landelijk Actieplan Zeggenschap

Het Landelijk Actieplan Zeggenschap is in 2022 tot stand gekomen door nauwe samenwerking tussen twee beroepsverenigingen en werkgeversorganisaties: V&VN en beroepsvereniging van professionals in sociaal werk BPSW, samen met de brancheorganisaties zorg (BoZ), Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen NVZ,Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra NFU, branchevereniging van Nederlandse zorgorganisaties ActiZ, Nederlandse GGZ en de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN). In 2023 hebben Sociaal Werk Nederland en Jeugdzorg Nederland zich ook aangesloten. De invulling van het Landelijk Actieplan Zeggenschap gebeurt samen met verpleegkundigen, verzorgenden, verpleegkundig specialisten, begeleiders, jeugdzorgwerkers en sociaal werkers. ‘Alles óver ons, dóór ons’ is daarbij het uitgangspunt van de beroepsgroepen. https://zeggenschapindezorg.nl/

Wordt het tijd dat er écht naar je collega’s geluisterd wordt? Vraag dan deze subsidie voor zeggenschap aan, V&VN, 18 juli 2024: www.venvn.nl

Lees ook: IC-verpleegkundige Jan (62): ‘Bijeenkomsten over zeggenschap stimuleren mij’, V&VN, 6 mei 2024: www.venvn.nl

Verpleegkundigen over zeggenschap in vakblad Medisch Specialist: ‘Heldere afspraken en respect’, V&VN, 27 juni 2024: www.venvn.nl/

Afbeelding bovenaan: Infographic Roadmap zeggenschap zorgorganisatie: https://beroepseer.nl

Betrouwbare journalistiek in een tijd van generatieve AI

The European Broadcasting Union (EBU)*) heeft een uitgebreid rapport uitgebracht over het gebruik van generatieve AI**)  in de journalistiek. Trusted Journalism in the Age of Generative AI bevat interviews met veertig experts, internationale voorbeelden en een routekaart die rekening houdt met kansen en risico’s. Nele Goutier besteedt er aandacht aan in de Nieuwsbrief over AI en de toekomst van de journalistiek van 6 juli 2024 van het vakblad Villamedia

Enkele interessante inzichten:

– Sommige experts voorspellen dat de journalistiek door de opkomst van GenAI verandert van een push naar een pull activiteit. Dat wil zeggen: niet de maker, maar de gebruiker kiest de onderwerpen én in welke vorm die geserveerd worden.
– Risico’s zijn onder te verdelen in drie categorieën: gevaren die voortkomen uit de manier waarop modellen werken (bijvoorbeeld hallucinaties), gevaren die ontstaan door de manier waarop mensen met tools omgaan (door bijvoorbeeld niet goed te factchecken) en gevaren door afhankelijkheid van big techbedrijven. Wat dat laatste op termijn doet met rechten, vrijheden en het publieksvertrouwen, is voorlopig de grootste vraag.
– Ook positief nieuws: de huidige generatie mediamakers is volgens het rapport beter in staat om met technologische veranderingen om te gaan dan hun voorgangers – met oog voor zowel kansen als risico’s en het besef dat niets doen geen optie is.

Algemeen erkende, ethische basis

Het rapport bevat tevens vijftien gedetailleerde casestudies over het gebruik van synthetische stemmen, live ondertiteling, automatische transcriptie en AI-gegenereerde vertaling, het gebruik van AI-ondersteunde newsroom tools en het gebruik van AI voor community management. Daarnaast worden veertien vragen gesteld met antwoorden van vooraanstaande experts uit de media-industrie en de academische wereld. AI-consultants, media-strategen en adviseurs, medewerkers van Oxford Internet Institute, Reuters Institute, Geneva Centre for Security Policy, Axel Springer, ARD, NPO, Deutsche Welle, Yale University, Santa Fe Institute.

Eric Scherer, directeur Nieuws MediaLab en Internationale Zaken bij France Télévisions & voorzitter van EBU-nieuwscomité in het Voorwoord:
«Journalistiek heeft een solide, algemeen erkende, ethische basis. We behoren de integriteit van informatie te beschermen in het tijdperk van generatieve AI. Ethiek behoort richting te geven aan onze technologische keuzes; het menselijk oordeel behoort de kern te blijven van onze  redactionele beslissingen. We behoren de samenleving ook te helpen met het onderscheid maken tussen authentieke inhoud en synthetische creaties en actief deel te nemen aan het wereldwijd beheersen van AI».

Generative AI Guides: Do’s & Don’ts

Het laatste hoofdstuk bevat een Generative AI Guides met Do’s & Don’ts. Wanneer er verslag wordt gedaan van snel ontwikkelende technologieën zoals AI, kan het moeilijk zijn een evenwicht te vinden tussen het beschrijven van echte vooruitgang en kritiek van potentiële effecten en vragen over macht, controle en voordeel. Toch is nauwkeurige verslaggeving over generatieve AI van cruciaal belang omdat het de publieke perceptie, beleidsvorming en beslissingen van de sector beïnvloedt – vooral tijdens deze cruciale adoptiefase. Om verslaggevers en managers te helpen dit complexe onderwerp effectief te verslaan, is er een gidsje samengesteld met vier do’s en vier don’ts.

Downloaden rapport News Report 2024: Trusted Journalism in the Age of Generative AI, EBU, Genève, Zwitserland, 2024:
www.ebu.ch/files/live/sites/ebu/files/Publications/Reports/open/News_report_2024.pdf

EBU Academy School of Al – de thuisbasis van leren en ontwikkelen op het gebied van kunstmatige intelligentie voor EBU-leden en andere mediaprofessionals: https://academy.ebu.ch/schoolofai

EBU News Report focuses on trusted journalism in the age of generative AI, EBU, 24 juni 2024: www.ebu.ch/news/2024/06/ebu-news-report-focuses-on-trusted-journalism-in-the-age-of-generative-ai


Noten

*) De European Broadcasting Union (EBU) is ’s werelds toonaangevende alliantie van publieke media (Public Service Media – PSM). EBU heeft 113 lidorganisaties in 56 landen en 31 geassocieerde organisaties in Azië, Afrika, Australazië en Noord- en Zuid-Amerika. www.ebu.ch/home
Background Information (European Broadcasting Union), Raad van Europa – Council of Europe: www.coe.int/en/web/freedom-expression/background-information-ebu

**) Generatieve AI  is een vorm van artificiële intelligentie (kunstmatige intelligentie) die nieuwe content kan creëren, zoals afbeeldingen, video’s, audio en tekst. Een voorbeeld hiervan is de chatbot ChatGPT. GenAI genereert nieuwe en unieke output op basis van een prompt van een gebruiker door analyse van grote hoeveelheden bestaande data. Een prompt is input die je levert aan bijvoorbeeld een chatbot.