Skip to main content

Redactie Beroepseer

Zó breng je onderzoekers en professionals dichter bij elkaar

Hoe zorgen we ervoor dat onderzoek niet losstaat van de praktijk, maar juist een directe bijdrage levert aan het werk van professionals in het publiek sociaal domein? Vanuit die vraag ontwikkelden Stichting Beroepseer en SAM, in opdracht van ZonMw, twee praktische tools: een kwaliteits- en afwegingskader en een gespreksmethodiek.

“Deze tools helpen onderzoekers en uitvoerende professionals om samen in gesprek te gaan. Aan de ‘voorkant’ over de onderzoeksvraag én aan de ‘achterkant’ over de implementatie van de aanbevelingen die onderzoekers doen op basis van hun resultaten,” legt Margarethe Hilhorst uit. Zij is algemeen programmamanager bij SAM en betrokken bij dit project. Gerard van Nunen, projectmanager en onderzoeker bij Stichting Beroepseer, vult aan: “Door als onderzoeker werkelijk aan te sluiten bij een veranderbehoefte van professionals, benut je hun kennis en ervaring over wat er in de werkpraktijk echt nodig is. Tegelijkertijd doe je recht aan hun perspectief en gevoel van beroepseer.”

Kloof tussen wetenschap en praktijk verkleinen

In de praktijk sluit onderzoek niet vanzelfsprekend aan bij de behoeften en werkwijzen van professionals, bijvoorbeeld in taalgebruik, doelstellingen en methodiek. Het overkoepelende doel van deze tools is dan ook om de kloof tussen onderzoek en praktijk te verkleinen. Het gaat dan specifiek om de praktijk van uitvoerende professionals die werken in het publiek sociaal domein. Zoals re-integratieprofessionals, inkomensconsulenten, Wmo-professionals en inburgeringsconsulenten.

Dubbele opbrengst: een kader én een gespreksmethodiek

Onderzoekers en professionals in het sociaal domein kunnen nu gebruikmaken van twee krachtige instrumenten: een kwaliteits- en afwegingskader én een gespreksmethodiek. Samen helpen ze om onderzoek beter aan te laten sluiten bij de praktijk. Stichting Beroepseer en SAM ontwikkelden deze tools met een duidelijke ambitie: niet alleen onderzoeksresultaten vertalen naar de praktijk, maar ook tijdens het gehele onderzoeksproces (van start tot implementatie) de verbinding met professionals versterken.

Gerard: “Het gebruik van het kwaliteits- en afwegingskader is vooral effectief als het onderdeel uitmaakt van een bredere strategie om verbinding tussen de onderzoeker en de professionele praktijk te maken.” Daarom is aanvullend de gespreksmethodiek Gesprekstafels Samen onderzoeken en leren ontwikkeld. Deze methodiek helpt onderzoekers en professionals om samen gestructureerde, reflectieve evaluatiegesprekken te voeren: van het formuleren van de onderzoeksvraag tot het implementeren van aanbevelingen. SAM heeft de methodiek inmiddels toegepast in tientallen Vraagtafels, die steeds bekender worden onder uitvoerende professionals zoals re-integratieprofessionals en inkomensconsulenten.

De beeldvorming voorbij: samen onderzoeken en leren

Het kwaliteits- en afwegingskader en de gespreksmethodiek zijn gebaseerd op verdiepende interviews met onderzoekers en professionals, een literatuuronderzoek en de resultaten van het experiment Vraagtafels: brug tussen wetenschap en praktijk. Uit de interviews is naar voren gekomen dat de werelden van onderzoek en professionele uitvoeringspraktijk meer met elkaar verbonden moeten worden. Gerard: “Deze tools helpen om de beeldvorming van onderzoekers en professionals over elkaar bij te stellen en in een gelijkwaardig gesprek te komen tot een vruchtbaar samenspel.”

De professional als inhoudelijk opdrachtgever, de onderzoeker als procesregisseur

“De gespreksmethodiek gaat uit van een bepaalde rolverdeling tussen professional en onderzoeker,” legt Gerard uit. “De professional is inhoudelijk opdrachtgever van het onderzoek aangezien de professional eigenaar is van de uitvoeringspraktijk en daarvoor verantwoordelijkheid draagt. De professional participeert dus niet slechts in een onderzoek maar stuurt op de inhoud. De onderzoeker is procesregisseur van het onderzoeksproces. Daarmee is de onderzoeker er verantwoordelijk voor dat het goede gesprek over de aansluiting van onderzoek bij de professionele praktijk daadwerkelijk wordt gevoerd tijdens alle onderzoeksfasen.” Margarethe vult aan: “Professionals kunnen natuurlijk ook zelf een gesprekstafel of informeel gesprek initiëren als dat nodig is maar de primaire verantwoordelijkheid voor de aansluiting bij de praktijk ligt bij de onderzoeker als procesregisseur.”

Verdieping: de praktijk van de uitvoerende professional

Naast deze tools is er ook een verdiepend paper beschikbaar: De praktijk van de uitvoerende professional in het sociaal domein. Dit paper geeft onderzoekers inzicht in de dagelijkse werkpraktijk van uitvoerende professionals. Met de twee praktische tools en het paper kan het ‘goede gesprek’ tussen onderzoekers en professionals constructief en effectief worden gevoerd. “De
veranderbehoeften van uitvoerende professionals zet je pas echt centraal als je hen de mogelijkheid geeft om bij te sturen vanaf de vraagarticulatie tot aan de implementatie van de onderzoeksresultaten,” vult Margarethe aan.

Download nu de tools!

Ben jij actief in het sociaal domein? Als onderzoeker, uitvoerende professional, beleidsmaker, manager of bestuurder? Deze tools zijn direct inzetbaar in elke fase van een onderzoeksproces. Ze zorgen ervoor dat onderzoek en praktijk optimaal van elkaars werk kunnen profiteren en elkaar versterken, met meer impact als resultaat. Download ze nu!

Stichting Beroepseer en SAM voerden het project ‘Samen onderzoeken en leren’ uit in opdracht van ZonMw en binnen het programma Vakkundig aan het werk.

Linda Veenstra

Linda Veenstra (1983) – Regisseur met hart voor verbinding en vakmanschap

Linda Veenstra werkt sinds 2007 in verschillende rollen binnen de lokale overheid. Tegenwoordig bij de gemeente Midden-Groningen, waar ze zichzelf liever gemeenschapsregisseur noemt dan gebiedsregisseur. Die term sluit beter aan bij wat ze écht doet: mensen en initiatieven verbinden, ondersteunen en versterken, zodat gemeenschappen en buurten tot bloei komen.

“Ik geloof in een samenleving waarin mensen zich gezien voelen, verantwoordelijkheid nemen en elkaar weten te vinden – daar draag ik graag aan bij.”

Haar loopbaan begon op een onverwachte plek: tijdens mijn studententijd runde ze ruim twee jaar een bardancing. Na haar opleiding als Jenaplanleerkracht begeleidde ze kinderen in de basis van het leven: geluk, gezondheid, zelfredzaamheid en verbondenheid. Die waarden zijn nog altijd de leidraad in haar werk.

Naast haar rol als regisseur zet ze zich in voor de professionalisering van het ambtelijk vak. Ze geeft trainingen over thema’s als gebiedsgericht samenwerken, bondgenootschap, eigenaarschap en vakmanschap, en ben gecertificeerd trainer in Insights Discovery. Met plezier helpt ze collega’s zich te verdiepen in het vak van ambtenaar, maar ook in zichzelf en elkaar – om zo de onderlinge samenwerking te versterken.

Kennis van het gebied vormt voor haar de basis. Daarom organiseert ze twee keer per jaar een bustour van 130 km langs de dorpen en wijken van Midden-Groningen. Zo krijgen nieuwe collega’s letterlijk zicht op het gebied en gevoel voor de mensen die er wonen.

Ze denkt graag in mogelijkheden en vernieuwing. Zo was ze medeontwikkelaar van Mooiman, een communicatiekanaal voor de buitendienst, bedenker van de AfvalWijzer app en de Makkelijk Melden app. Niet om het systeem te dienen, maar steeds om de leefwereld van inwoners dichterbij te brengen.

Tien jaar lang was ze actief in de ondernemingsraad (o.a. tijdens de herindeling van de gemeente), waarvan een aantal jaren als voorzitter. Daar zette ze zich in voor de stem van collega’s die zichzelf minder makkelijk laten horen, zoals medewerkers uit de buitendienst of collega’s met een taalachterstand. Het bevestigde voor haar hoe belangrijk nabijheid, toegankelijkheid en verantwoordelijkheid zijn voor ons vak als ambtenaar.

Een bijzonder moment was de Boomfeestdag van 2017, die ik organiseerde voor 300 leerlingen. Het thema ‘verbinding’ stond symbool voor de gemeentelijke herindeling: samen groeien, letterlijk en figuurlijk.

Haar betrokkenheid bij Stichting Beroepseer komt voort uit een diep geloof in de waarde van werken bij een gemeente. Ze kreeg recent het compliment dat ik een “zeer waardevolle, betrokken en begaafde medewerker” ben. Voor haar bevestigt dat hoe belangrijk het is om bij te dragen aan een lokale overheid waar verbinding, vakmanschap en verantwoordelijkheid voor bewoners én collega’s zichtbaar en voelbaar zijn.

Kernwaarden en spanningsvelden. Stichting Beroepseer onderzocht de beroepsethiek van de griffier

Stichting Beroepseer heeft in opdracht van de Vereniging van Griffiers de beroepsethiek van de griffier onderzocht. Griffiers gingen aan de hand van een op maat gemaakt programma met elkaar in gesprek. Er zijn 9 groepsgesprekken georganiseerd waaraan in totaal 96 personen hebben deelgenomen. De opbrengsten van de groepsgesprekken zijn geanalyseerd in het adviesrapport Kernwaarden en spanningsvelden: over de beroepsethiek van de griffier anno 2025. Het rapport is opgesteld ten behoeve van de herijking van het bestaande integriteitskompas voor griffiers.*

Waardevolle groepsgesprekken

Tijdens het eerste gedeelte van het groepsgesprek gingen de griffiers met elkaar in gesprek over de belangrijkste waarden voor de uitoefening van hun vak. Welke kernwaarden worden er onderscheiden en waarom? En is daar consensus over binnen de beroepsgroep? In het tweede gedeelte van het programma doken we aan de hand van een casusbespreking de concrete werkpraktijk van de griffier in en onderzochten we hoe de vastgestelde waarden onder druk kunnen komen te staan. Wat doe je als griffier als een waarde onder druk komt te staan? Wat heb je dan nodig om dan geloofwaardig te handelen?

4 kernwaarden en 4 spanningsvelden

Op basis van een analyse van de groepsgesprekken is een adviesrapport opgesteld waarin 4 kernwaarden en 4 spanningsvelden worden beschreven. Uit de groepsgesprekken kwam naar voren dat griffiers zich breed herkennen in een viertal kernwaarden die anno 2025 als richtinggevend worden ervaren voor het beroepsethos van de griffier: Onafhankelijkheid, Betrouwbaarheid, Navolgbaarheid en Standvastigheid.

Het adviesrapport laat zien hoe deze waarden worden beproefd in de weerbarstige praktijk van de lokale democratie. De vier veelvoorkomende spanningsvelden die in de groepsgesprekken naar voren kwamen zijn:  onafhankelijkheid vs. loyaliteit, vertrouwelijkheid vs. navolgbaarheid, dienstbaarheid vs. normbewaking en persoonlijke waarden versus de institutionele rol.

Download het adviesrapport hier.

Het vervolg. Op weg naar een nieuw integriteitskompas

Het adviesrapport wordt afgesloten met 6 aanbevelingen aan de Commissie Integriteit van de Vereniging van Griffiers. De opbrengsten van de groepsgesprekken vormen de basis voor een vernieuwd integriteitskompas dat aansluit bij de huidige uitdagingen voor en verwachtingen van de griffier. De komende periode gaat de Commissie Integriteit met behulp van het adviesrapport werken aan een nieuw integriteitskompas voor griffiers. De inzichten, verhalen, worstelingen en twijfels die zijn gedeeld tijdens de groepsgesprekken vormen samen een rijke voedingsbodem voor het nieuwe integriteitskompas.

*Op basis van de opbrengsten van dit onderzoek heeft de vereniging voor griffiers het integriteitskompas herijkt. (juni 2025) Ook heeft de vereniging een poster gemaakt met de vier nieuwe kernwaarden: Onafhankelijkheid, Betrouwbaarheid, Navolgbaarheid en Standvastigheid.

Relevante artikelen/publicaties

Verkiezing Beste Overheidsinnovatie van het Jaar 2025 – Longlist kandidaten 2025 bekend

Den Haag, 11 augustus 2025 – Op dit moment strijden er nog 32 kandidaten om de titel ‘Overheidsinnovatie van het Jaar 2025’. De jury en de voorselectie commissie gaan samen met de partners hard aan de slag om in de week van 25 augustus bekend te kunnen maken welke 10 organisaties meedingen naar één van de drie finaleplekken.

Over de Verkiezing

Met de verkiezing Overheidsinnovatie van het Jaar heeft de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) het doel om goede overheidsinnovaties een podium te bieden en in het zonnetje te zetten, kennis uit te wisselen en ter inspiratie te dienen. Juryvoorzitter en burgemeester van Den Haag Jan van Zanen begeleidt de jury en de voorselectie commissie in hun zoektocht naar de beste overheidsinnovatie en zal de winnaar bekendmaken tijdens de uitreiking van de Overheidsawards op 27 november in de Koninklijke Schouwburg.

Over de jury

Behalve voorzitter Jan van Zanen (Burgemeester Den Haag) bestaat de jury uit:

  • Hillie Beentjes – Plaatsvervangend Directeur-generaal Digitalisering en Overheidsorganisatie – Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)
  • Joost Beukers – Partner Public Sector PA Consulting
  • Eva den Dunnen- Heijblom – Directeur-Generaal Digitalisering en Overheidsorganisatie bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
  • Jolinda van der Endt – Directeur Leefbaarheid – Gemeente Katwijk
  • Christa Koets – Programma Directeur Ontwikkelagenda – Interprovinciaal Overleg en directeur Sociaal Domein A.I – gemeente Alphen aan den Rijn
  • Iris Korthagen – Vice-voorzitter – Vereniging voor Bestuurskunde en Programmaleider – Sociaal en Cultureel Planbureau
  • Jacqueline Kuyvenhoven  – Chief Change Officer – Sociale Verzekeringsbank (SVB)
  • Hans Ouwehand – Voorzitter Raad van Bestuur – CAK
  • Marc Ritter – Manager Strategische Relaties & Business Development, NEN
  • Peter Verlaan – Secretaris-Directeur bij het Waterschap Aa en Maas
  • Reimer Veldhuis – Landsadvocaat bij Pels Rijcken

Partners

De Verkiezing Beste Overheidsorganisatie wordt georganiseerd door de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) in samenwerking met het Netwerk van Publieke Dienstverleners (NPD), Binnenlands Bestuur, iBestuur, FUTUR, ICTU, het Interprovinciaal Overleg (IPO), de ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), de Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut (NEN), PA Consulting, Publiek Denken en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

Voor meer informatie over de Verkiezing Overheidsinnovatie van het Jaar 2025  ga je naar www.overheidsawards.nl.

Uitnodiging Afscheidscollege Gabriel van den Brink – VU

📅 Donderdag 11 september 2025
🕒 15:30 – 17:30 uur
📍 NU-Gebouw, Vrije Universiteit AmsterdamGabriel van den Brink neemt afscheid als gast-hoogleraar Wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit Amsterdam, waar hij sinds 2016 verbonden was aan het Centrum Èthos van de Faculteit der Geesteswetenschappen. Gedurende zijn loopbaan heeft hij met zijn scherpe analyses en filosofische beschouwingen een waardevolle bijdrage geleverd aan het denken over maatschappelijke ontwikkeling, moraliteit en publieke waarden in de moderne samenleving.

Tijdens zijn afscheidscollege, getiteld: “Hoe we anders over onszelf kunnen nadenken: over wisselwerking, weerklank en wederkerigheid“, neemt hij ons mee in zijn reflecties op onze omgang met natuur, medemensen en geschiedenis, en hoe we deze in een veranderende wereld kunnen doordenken.

Save the date en wees welkom om dit bijzondere moment samen met ons te markeren. Voor aanmelding volg de link: https://lnkd.in/eyr8YuKm. Bij eventuele vragen kunt u contact opnemen via: centrum.ethos@vu.nl
Centrum Èthos
Vrije Universiteit Amsterdam
Hoofdgebouw VU, kamer 11A-48 | www.vu.centrumethos.nl

Waarom verpleegkundigen wegstromen – en loodgieters blijven

Waarom jonge loodgieters wél enthousiast zijn – en zorgverleners massaal uitstappen – een analyse.

Het verloop in de zorg is schrikbarend.
Niet omdat zorgverleners hun roeping kwijtraken, maar omdat het systeem hen structureel ontmoedigt. Onderzoek toont aan: 66% van de verpleegkundigen verlaat het vak binnen vijf jaar.

De redenen? Voorspelbaar en hardnekkig:

✔ Verstikkende werkdruk – altijd rennen, nooit ademen
✔ Overmatige administratie – registreren boven behandelen
✔ Structureel wantrouwen – controle in plaats van vertrouwen
✔ Geen zeggenschap – protocollen boven professionaliteit
✔ Geen erkenning – onzichtbaar achter de systemen

Programma’s zoals [Ont]Regel de Zorg beloofden verbetering, maar bleken cosmetisch. Regels werden geschrapt – en elders driedubbel teruggebracht.

Het was schijnparticipatie: veel overleg, weinig verandering.

Tegelijkertijd: een 17-jarige loodgieter-in-opleiding. Hij geniet van zijn werk. Niet ondanks, maar met de chaos van lekkages en verstoppingen.

✔ Direct resultaat – zichtbaar, tastbaar, gewaardeerd
✔ Autonomie – geen micromanagement, wel vakmanschap
✔ Toekomstperspectief – doorgroeien, ondernemen, vrijheid
✔ Geen systeemdwang – beoordeeld op resultaat, niet op registraties

Waarom voelt zijn werk wél zinvol?

1. Directe waarde vs. verdunde betekenis

Zorgverleners worstelen met lagen van bureaucratie – de loodgieter lost nu een probleem op.

2. Vertrouwen vs. controle

Zorgverleners worden gecheckt, gescoord, geaudit. De loodgieter krijgt ruimte om het goed te doen.

3. Groei vs. systeemvastlopen

In de zorg betekent doorgroeien vaak: minder patiëntencontact, meer vergaderingen. Een loodgieter blijft met zijn handen werken – en verdient er goed aan.

Waarom keren ex-zorgverleners niet terug?

Omdat:

➜ Het systeem dat hen wegjoeg, níet veranderd is
➜ Hun vertrek nooit serieus werd genomen
➜ Terugkeerprogramma’s slechts tijdelijke pleisters zijn

Wat moet er gebeuren?

Geen halfslachtige campagnes. 

Geen door het management opgelegde polonaises ( “laten we vooral positief blijven!”) ;

Fundamentele hervorming:

✔ Schaf verantwoordingsdrang af – vervang wantrouwen door vertrouwen
✔ Geef zeggenschap terug – zorgverleners weten zelf wat nodig is
✔ Verminder bureaucratie – minder registreren, meer behandelen
✔ Erken vakmanschap – niet alleen in woorden, maar in daden

Conclusie: De zorg moet weer een ambacht worden.

De loodgieter is geen nostalgisch symbool – hij is een voorbeeld van gezond werk.
De zorg moet niet minder systeem worden, maar beteropgebouwd vanuit vakmanschap, niet vanuit controle.

Vraag ter reflectie:

Wanneer mocht een zorgverlener voor het laatst gewoon zijn werk doen?

Over de auteur

Edward Kriek, gepensioneerd huisarts, en kritische volger van de zorg.

Stichting Beroepseer werkt mee aan onderzoeksproject DeMoCraft

Hoe kunnen politici en bestuurders het democratisch moreel vakmanschap ontwikkelen dat nodig is voor gezagvol en rechtvaardig handelen – juist in tijden van maatschappelijke crisis? Die vraag staat centraal in het onderzoeksproject DeMoCraft, dat deze week is gehonoreerd binnen de programmalijn Onderzoek op Routes door Consortia (ORC) van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA).

Het project staat onder leiding van dr. Leonie Heres (Vrije Universiteit Amsterdam) en brengt onderzoekers, beleidsmakers en maatschappelijke organisaties samen. Ook Stichting Beroepseer is partner in het consortium. Vanuit onze expertise op het gebied van professionele integriteit, goed werk, rechtsstatelijk vakmanschap en gezag leveren wij inhoudelijke bijdragen en advies.

🔍 DeMoCraft onderzoekt onder meer:

  • Welke morele en democratische kennis, vaardigheden en houdingen politici nodig hebben;
  • Hoe politieke en ambtelijke omgevingen deze vakontwikkeling stimuleren of juist ondermijnen;
  • Wat het effect is op de kwaliteit van beleid, besluitvorming en het publieke vertrouwen.

Samen met o.a. gemeenten, ministeries, hogescholen, belangenverenigingen en NGO’s werken we aan praktische strategieën om het democratisch en moreel handelen van politici duurzaam te versterken.

📚 Meer informatie:

https://www.nwo.nl/en/news/fourteen-consortia-receive-funding-in-the-nwa-orc-round-2024  Fourteen consortia receive funding in the NWA ORC round 2024 (2 July 2025)

https://vu.nl/en/news/2025/funding-for-research-projects-within-the-nwa-orc-round-2024?utm_source=chatgpt.com  Within the Research on Routes by Consortia (ORC) program line of the National Science Agenda (NWA), fourteen consortia will receive funding in the 2024 round. Vrije Universiteit Amsterdam and Amsterdam UMC, location VUmc are leading three projects and participating in four. (2 July 2025)

Factcheck: “zorg naar de overheid is valse nostalgie, en populisme”

Er is een merkwaardige reflex in het debat over de zorg: zodra burgers pleiten voor meer publieke sturing, wordt dat al snel weggezet als “nostalgisch geweeklaag” of “populistisch verlangen naar het ziekenfonds”.

Maar is die framing terecht?

In dit stuk onderzoek ik twee hardnekkige frames:

  1. Dat de wens naar meer overheidsregie teruggrijpt op een geromantiseerd verleden.

  2. Het is een populistische roep die voorbijgaat aan “de complexiteit van dit zorgstelsel” .

De werkelijkheid blijkt namelijk een stuk genuanceerder.

Het ziekenfonds als utopie?

Laten we eerlijk zijn: het ziekenfonds had zijn tekortkomingen.

Lange wachttijden (die anno 2025 mogelijk NOG langer zouden zijn trouwens), beperkte keuzevrijheid en een inkomensgrens waardoor niet iedereen er automatisch onder viel.

Maar dat het geen “walhalla” was, betekent niet dat het verlangen naar meer publieke regie louter op sentiment is gebaseerd.

Uit langdurig onderzoek door onder andere het SCP en Nivel blijkt dat Nederlanders waarde hechten aan:

  • Duidelijke dekking

  • Voorspelbare kosten

  • Solidariteit

Het ziekenfonds — met zijn eenvoud en inkomensafhankelijke bijdrage — belichaamde dat voor veel mensen, ook al had het praktische gebreken.

Opvallend: Sinds de invoering van het huidige stelsel in 2006 is de keuzevrijheid toegenomen, maar ook de keuzestress.

Premies zijn fors gestegen, zorgverzekeraars worden laag gewaardeerd (slechts 28% vertrouwen volgens de Nivel-barometer), en het systeem voelt voor veel burgers ontoegankelijk en bureaucratisch.

De behoefte aan eenvoud en collectiviteit is dus niet “sentimenteel”, maar rationeel gevoed.

Zijn voorstanders populisten?

Nog zo’n kwalificatie: wie pleit voor meer overheid, is blijkbaar al snel een populist.

Maar de cijfers vertellen een ander verhaal:

Uit opiniepeilingen van EenVandaag, I&O Research, Nivel en het Radar-panel blijkt dat de wens voor publieke regie breed leeft onder Nederlanders: van links tot rechts, onder hoog- en laagopgeleiden, jong en oud.

Niet alleen burgers laten dit geluid horen.

Instanties als het Zorginstituut Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit riepen in een gezamenlijke brief (2023) op tot “minder marktprikkels en meer samenwerking”.

De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) stelde in haar rapport van juli 2023 ondubbelzinnig:

Het door sommigen verboden “S-woord” (stelseldiscussie) moet een serieus onderwerp van gesprek worden.

In een Kamerbrief uit maart 2025 geeft minister Agema toe dat “marktwerking zijn grenzen heeft bereikt” en spreekt zij zich uit voor structurele wijzigingen richting centrale sturing.

Populisme impliceert simplificatie, anti-elitisme of emotionele tegenstellingen.

Maar de roep om meer regie wordt vaak onderbouwd met systeemkritiek, realistische observaties en sociaal-economische zorgen.

Het gaat hier niet om zwart-witdenken, maar om het herijken van balans.

Een signaal, geen zwaktebod

Wanneer burgers aangeven dat het huidige zorgstelsel hen niet voldoende beschermt, verdienen zij geen karikatuur maar aandacht.

De wens om opnieuw publieke waarborgen in te bouwen is geen zwaktebod of vlucht naar het verleden.

Het is een krachtige oproep om het fundament van onze zorg — solidariteit en toegankelijkheid — serieus te nemen.

Wie deze oproep wegzet als “valse nostalgie” of “populisme”, mist het grotere plaatje: een samenleving die niet terugverlangt, maar vooruit wil — met meer zekerheid, minder versnippering en een overheid die durft te sturen waar marktwerking tekortschiet.

Wie werkelijk wil begrijpen waarom zoveel burgers verlangen naar meer publieke regie in de zorg, doet er goed aan verder te kijken dan gemakzuchtige etiketten.

En wie wil begrijpen van wie de frames van “valse nostalgie” en “populisme” afkomstig zijn?

Follow the money.

Ter herinnering: Er zijn wereldwijd 195 landen; slechts 3 of 4 daarvan hanteren een marktgereguleerde zorg, waaronder de VS en Nederland.

Zijn wij nou zo slim, of…?

Niet als romantici of populisten, maar als kritische ervaringsdeskundigen laat de meerderheid anno 2025 horen dat toegang tot zorg niet gereduceerd mag worden tot een markt.

Dat is geen stap terug — het is een stap richting herwaardering van wat zorg werkelijk betekent: onderlinge verbondenheid in kwetsbaarheid.

Over de auteur

Edward Kriek, gepensioneerd huisarts, en kritische volger van de zorg.

Leergang Modern Gezag voor Statenleden

Leergang Modern Gezag voor Statenleden

Het openbaar bestuur kampt met diverse crises, complexiteit, uitvoeringsproblemen, afnemend gezag en (politieke) fragmentatie. Dit heeft mede ertoe geleid dat steeds meer burgers geen of weinig vertrouwen hebben in de politiek en de overheid. Daarnaast spelen er specifieke opgaven zoals hoe om te gaan met de schaarse ruimte in steden en landelijk gebied, de energietransitie, landbouw versus natuur, en de omgang met nieuwe technologie zoals AI. Deze en andere ontwikkelingen hebben geleid tot extra druk op de (gezags)positie van Provinciale Staten, in relatie tot de Gedeputeerde Staten en in relatie tot de burger.

Tegen deze achtergrond is versterking van het gezag van statenleden en de Provinciale Staten als geheel urgent. Statenlidnu en de statengriffiers herkennen de noodzaak en meerwaarde om Staten te blijven stimuleren en ondersteunen in hun ontwikkeling en te werken aan het vergroten van hun gezag.  Om hieraan bij te dragen heeft Stichting Beroepseer een Leergang Modern Gezag voor Statenleden ontwikkeld die dit najaar van start zal gaan.

Aanleiding

Gemeenteraden staan voor vergelijkbare uitdagingen als Statenleden. Vorig jaar heeft Stichting Beroepseer, in samenwerking met de Vereniging voor Raadsleden en de gemeente Almere en met steun van het ministerie van BZK, een Leergang Modern Gezag voor raadsleden ontwikkeld en 2 pilots uitgevoerd. Deze pilots werden positief beoordeeld door de deelnemers en projectpartners. Door een goede mix tussen theorie en praktijk en vooral de inzet van theateroefeningen hebben de deelnemers veel geleerd over hun eigen gezag en het gezag van de raad waar ze onderdeel van zijn en hebben ze praktische stappen gezet. De Leergang Modern Gezag voor Statenleden is hierop gebaseerd en toegespitst op de specifieke context van de Provinciale Staten.

Doel

De leergang kent de volgende doelen:

  • Deelnemers leren zichzelf te zien als gezagsdrager en hoe ze op eigen wijze gezag kunnen ontwikkelen.
  • Inzicht bieden in de verschillen tussen de verschillende ‘arena’s’ waarin gezag kan worden opgebouwd. Voor gezag binnen de lokale samenleving kunnen bijvoorbeeld andere voorwaarden gelden dan voor de gezagspositie in de Provinciale Staten zelf en richting de Gedeputeerde Staten.
  • Deelnemers leren hoe ze op effectieve wijze gezagsbronnen kunnen inzetten. We onderscheiden daarbij drie typen gezagsbronnen: institutionele, positionele en persoonsgebonden gezagsbronnen
  • Deelnemers prikkelen vaker hardop te twijfelen en onbegane paden te verkennen. Dat betekent het durven loslaten van bestaande routines en afstemmen op wat een gegeven situatie vraagt en die recht te doen. De leergang biedt een prikkelende ruimte waarin deelnemers leren improviseren, experimenteren, oefenen in het aanpassen, verrijken en verbreden van hun rol en handelingsrepertoire

Opzet

De leergang Modern gezag voor Statenleden bestaat uit 3 volledige trainingsdagen en een afsluitende bijeenkomst. Tijdens de afsluitende bijeenkomst houden de deelnemers een eindpresentatie waar zij een aantal zaken laten zien. Ten eerste hoe zij als statenlid hun gezag verder invulling geven met hetgeen is aangereikt tijdens de leergang. Ten tweede, hoe zij de Staten willen verrijken in de positionering als gezagsvol instituut en welke (verander)inzet dat vraagt.

  • Dag 1: Macht en gezag
  • Dag 2: Gezagsbronnen en arena’s van het statenlid
  • Dag 3: Werken aan je eigen gezagsprofiel
  • Afsluitende bijeenkomst: Modern gezag

Voor wie?

  • Statenleden die gemotiveerd zijn om te groeien in hun rol en professionaliteit als statenlid.
  • Statenleden die willen leren zichzelf te zien als gezagsdrager en hoe ze op eigen wijze gezag (verder) kunnen ontwikkelen.
  • Statenleden die bereid zijn om naar zichzelf te kijken en met zichzelf de slag te gaan (persoonlijk leiderschap), inclusief de weerstand die daar dikwijls bij komt kijken.
  • Statenleden die zich als ambassadeur en cultuurdrager willen inzetten om naast hun eigen gezag ook het gezag van hun Staten als geheel een impuls te geven.

Praktisch

  • 12-15 deelnemers
  • Diverse groep met max 3 Statenleden van dezelfde provincie
  • Locatie: nader te bepalen, maar waarschijnlijk het Provinciehuis van Zwolle of Utrecht
  • Trainingsdata
    • 23 oktober – 10.00-16.30 uur
    • 8 november – 10.00-16.30 uur
    • 20 november – 10.00-16.30 uur
    • 4 december – 18.00-21.30 uur

Aanmelden

Om je aan te melden vragen we je een korte video op te nemen (max 2 minuten) waarin je antwoord geeft op deze vragen:

  • Wie ben je?
  • Waarom ben je statenlid geworden?
  • Wat is je motivatie om aan deze leergang mee te doen?
  • Wat hoop je uit de leergang te halen?

Deze video uiterlijk 1 augustus 2025 per mail versturen naar Maurits Hoenders (m.hoenders@beroepseer.nl).

Selectiecriteria

  • Max 15 plekken
  • De motivatie om aan de slag te gaan met je eigen gezag en dat van de Staten waar je onderdeel van bent
  • Max 3 statenleden per provincie

Kosten

Deze leergang wordt grotendeels mede mogelijk gemaakt door financiële steun van het ministerie van BZK. Voor deelname aan deze Leergang vragen we daarnaast een eigen bijdrage van € 726,- (incl. btw). Hiervoor kan je een beroep doen op het scholingsbudget van jouw provincie. Neem contact op met je griffie(r) over de mogelijkheden bij jouw provincie.