Skip to main content

Alexandrien van der Burgt

‘Overtreding’ van de Arbeidstijdenwet bij de politie is niet erg!

Op 9 februari 2012 kwamen twintig deskundigen een middag bijeen in de Goed Werk Hub om te discussiëren over de invloed van de Arbeidstijdenwet –  ATW – op het werk van de politie. Aanwezig waren uitvoerenden en leidinggevenden van de politie, vertegenwoordigers van de politievakbond, arbeidsinspectie, werkgeversorganisatie AWVN, de ministeries van Sociale Zaken en van Veiligheid en Justitie, het expertisecentrum Arbeidstijden, Buurtzorg, NS, Stichting Beroepseer en de hoogleraren Gabriël van den Brink, Maatschappelijke Bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg en Mirko Noordegraaf, Publiek Management aan de Universiteit van Utrecht.

De conclusie van deze middag was: Overtreding van de ATW is niet erg!

Het gaat immers niet om de regels die aangeven wat er gehandhaafd moet worden, maar om eisen van de werkgever die in de ogen van de werknemer als onrechtvaardig worden beschouwd. Het overleg tussen werkgever en werknemer zou moeten gaan over de ruimte die de professional in de regels kan vinden. Echter, men raakt elkaar juist kwijt wanneer het spannend wordt. Juist dan schiet men in juridisering en regels, in plaats van nader tot elkaar te komen om oplossingen te zoeken en elkaar ruimte en vertrouwen te geven.

“We moeten een stap maken in het zoeken in de regels door weer op zoek te gaan naar gedeelde idealen”.

“Werk je vanuit persoonlijk contact, verbinding en vertrouwen? Of op basis van wetten en regels?”

De ATW wordt in de praktijk van het roosteren omgekeerd toegepast: eerst worden roosters opgesteld en daarna kijkt men pas naar het werk dat gedaan moet worden. Dat zou andersom moeten. De ATW zou ten dienste van de dienders moeten worden toegepast. Buurtzorg Nederland is een mooi voorbeeld van hoe het ook anders kan. De pieken van het werk liggen in de ochtend, namiddag en avond. Daarop wordt het werk gepland, ieder team regelt het zelf en bij problemen kan worden teruggevallen op een coach. In de praktijk gebeurt dit weinig.

Een ander opvallend element is het generatieverschil. De oudere generatie zoekt eerder bescherming in regels en gaat uit van zijn rechten, terwijl de jongere generatie meer inzet op vrijheid en ondernemerschap. Deze cultuurverschillen werken in de hele organisatie door.

De kern van de discussie rond de ATW is dat het geen kwestie van regel- en wetgeving is, maar dat het gaat om cultuur, omgangsregels en risicomijdend gedrag. Hoe ga je met elkaar om? De oplossing zit daarom niet in controle op wetgeving en juridisering, wel in de houding jegens elkaar en de verhoudingen ten tot  elkaar.

Het verschil tussen mensen die werken vanuit hun passie en mensen die werken voor het geld wordt opgelost door de professionele houding van de politie. Van iedere politieman en -vrouw wordt vakkundigheid, betrouwbaarheid én betrokkenheid verwacht. Beroepseer noemt dat GOED WERK.

De ATW biedt meer dan voldoende ruimte om roosters zo in te delen dat agenten het werk goed kunnen doen. Een professionele houding, gecombineerd met zelfsturende teams waarin professionals elkaar steunen en aanspreken op gedrag, draagt bij tot een effectieve politieorganisatie van de toekomst. Eén waarin professionals met plezier en naar eer en geweten kunnen werken.

WRR en overlevenden van Meavita

De WRR lezing, vandaag 26 november 2009 in Den Haag, ging over de overheid als keuzearchitect. De Amerikaan Richard Thaler gaf een inspirerende inleiding over hoe je menselijk gedrag kan sturen en dat je mensen altijd iets te kiezen moet geven. De WRR deed zelf onderzoek naar de wijze waarop door mensen keuzes worden gemaakt. Het boek over dit onderzoek, De menselijke beslisser, eindigt met de conclusie dat mens en omgeving elkaar beïnvloeden. Dat kan positief zijn als bondgenoten, mits je verbinding maakt met elkaar.

Dit, nu gefundeerde, inzicht van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid hebben de meeste professionals in de zorg (en andere publieke sectoren) waarschijnlijk al lang beseft. Patiënt en hulpverlener, patiënt en omgeving beïnvloeden elkaar: verstandelijk, psychisch, ook emotioneel en moreel. De Overheid beïnvloedt professionals in hoge mate in hun beleving, maar hoe is dat omgekeerd? Dat is zeer de vraag. Vakbonden en beroepsorganisatie vertegenwoordigen niet het geluid van hun achterban waarvan er nu zovele, functioneel en moreel in de knel zitten. Dit speelt bijvoorbeeld nu al maanden in de thuiszorg in Den Haag, na het uiteenspatten van de megastore thuiszorg Meavita.

Ook vandaag blijkt dat in Den Haag professionals in de thuiszorg opnieuw géén eigen keuzes mogen maken, maar voorschriften krijgen van hogerhand. Het gaat om naleven van wetten, protocollen, regels, registraties en voorschriften over planning en control. De enige boodschap van het management is, hoe het nóg efficiënter moet. Geen keuzes, geen eigen handelingsruimte, maar dwang, soms van intimiderende proportie. Niet de vakbekwaamheid en de aandacht voor de patiënten wordt erkend en gehonoreerd, maar wel de minuten, de productie en het geld. Geld dat eerst wegrolde naar de zichzelf te duur betalende bestuurders in een bovenmaatse holding en geld dat nu met tonnen wegvloeit naar interim managers en externe organisatie adviseurs.

In een aantal Haagse wijken is de thuiszorg langzamerhand tot ver onder het aanvaardbare gedaald. De Inspectie staat op de stoep, huishoudens vervuilen, patiënten huilen en zorgverleners verharden uit zelfbescherming of blijven onuitputtelijk loyaal tot ze met een burn-out thuis moeten blijven. Een deel van de verpleegkundigen en verzorgenden loopt zich nog steeds het vuur uit de sloffen, anderen houden het voor gezien, het zal hun tijd wel duren. Ze doen wat ze opgedragen krijgen maar verder kijken ze niet … meer.
Toch is er nog steeds een harde kern die de krachten heeft gebundeld en actie voert om de aandacht van politiek en bestuurders te krijgen. Op www.zorgcrisis.info staat hun website, het is een landelijke Noodklok voor de thuiszorg en thuishulp, ABWZ, WMO en PGB. Zij zijn heel moedige zorgverleners.
Vanuit hun innerlijke motivatie en trots, laten ze het er niet bij zitten. Zij zijn bereid ondanks alle tegenslag om de regie weer in handen te nemen. Om te doen wat de patiënt verwacht: vakbekwaam, betrouwbaar en betrokken het werk doen.

De keuzearchitecten van de Gezondheidszorg moeten uit de schuilkelders van VWS komen en in december op de OV-fiets stappen, de Haagse wijken in!  Samen met de thuiszorgers de handen uit de mouwen steken en de patiënten met extra aandacht verwennen. Als zo’n onorthodoxe reactie tot stand komt, ontstaat er weer verbinding van mens tot mens en ook tussen professionals en overheid. Dan kan in 2010 het decennium van het slopende wantrouwen en de miskenning misschien worden achtergelaten en kunnen er nieuwe stappen worden gezet met een overheid als bondgenoot. Een overheid die luistert, respect toont en respect en vertrouwen verdient van de vakmensen die het echte werk doen voor de publieke zaak.
Lees dit niet vrijblijvend, maar verzamel moed en pak de handschoen op.

 

De Kunst van het zorgen, een belangrijk onderzoek

Rotterdam Zevenkamp, 19 oktober 2009 –

Vandaag presenteerde Karen Wuertz, antropologe, haar onderzoek De kunst van het zorgen, over verbinding in de zorg voor mensen met een verstandelijke handicap. Zij deed dit onderzoek voor de Bernhard Lievegoed Leerstoel van de Vrije Universiteit Amsterdam met Hans Reinders, hoogleraar ethiek.

In een volle zaal, die leek op een feestelijk plein met verzorgers, bewoners, wetenschappers en bestuurders, aan de rand van Rotterdam, presenteerde Wuertz haar onderzoek naar het niet-meetbare in de zorg voor mensen met een beperking. Hierin werd ze aangemoedigd door spontane uitroepen van bewoners, die hun goed- of afkeuring hartelijk lieten blijken.
Dit onderzoek gaat niet over getalseenheden van tijdsbesteding voor eten, wassen, aankleden, of over het aantal incidenten of vrijheidsbeperkende maatregelen.
Nee, niet over het telbare, maar wél over wat werkelijk telt in goede zorg: de relatie tussen cliënt en zorgverlener.

Veel werkers in de zorg geven blijk van hun grote betrokkenheid bij hun werk. Ze willen trots zijn en beleven hun werk als een deel van wie ze zijn. Zij willen een zinvolle bijdrage leveren aan het grotere geheel. In de praktijk komen ze vaak bedrogen uit. Managers eisen productie, meetbare kwaliteit, in plaats van dat ze hun medewerkers aanspreken op hun beroepseer. Professionals op de werkvloer merken dat dit hun persoonlijke betrokkenheid aantast, ook hun persoonlijke verantwoordelijkheid wordt uitgehold.
Echterm het aantal tegenstemmen groeit. Professionals moeten de kans krijgen om zich te verbinden met hun werk.
Prof. Reinders zegt: Het zijn juist de kwaliteiten van de zorgverlener in persoon die het hart van de zorg uitmaken. In de zorg voor mensen met een handicap is de verbinding cruciaal. In de antroposofische zorgverlening wordt ‘verbinding’ beschouwd als een absolute voor waarde voor kwaliteit en professionaliteit. In dit wetenschappelijk onderzoek stond de observatie van de zorgrelatie tussen cliënt en zorgverlener centraal.

Hoe laat de verbinding tussen zorgverlener en cliënt zich beschrijven? Wat is er te zien en te horen?
Karen illustreerde dit met het verhaal van verzorgster Vera en bewoner Anneke: Anneke heeft ernstige klompvoeten en zware schoenen. Het grootste deel van de dag zit ze in een rolstoel. Voor het eten wil Vera even met aan Anneke lopen. Karen Wuertz observeert dit. Anneke zit als een standbeeld in haar rolstoel met een starre, starende blik. Vera hurkt op ooghoogte en zegt: “We gaan lopen”. Ze maakt een uitnodigend gebaar naar Anneke en herhaalt nog eens: “Sta maar op we gaan lopen”.
Anneke kijkt verstoord en lijkt niet te willen staan en werkt niet erg mee. Vera begeleidt haar vriendelijk en opgewekt en nadat Anneke eerst een tijdje op haar benen heeft staan schommelen, beginnen ze samen voetje voor voetje te schuifelen, van de woonkamer naar de keuken en weer terug.

Karen ziet ze staan in de deuropening als een twee-eenheid, ze zijn onderweg, hun loopritme op elkaar afgestemd. Anneke tilt haar loodzware schoen over de drempel. Vera moet deze trage stap meemaken om Anneke in balans te houden. Hun hoofden naar elkaar, niet naar de vloer gewend, ze glimlachen. Anneke heeft een tevreden brede grijs over haar gezicht.

Een stap over de drempel, beschrijft Wuertz, lijkt van ondergeschikte betekenis. Bij nadere beschouwing betekent dit samen lopen: het in geestelijke verbinding zijn. Het samenzijn van die twee maakt het lopen pas mogelijk. Fysiek wordt duidelijk wat er tussen hun gebeurt: er wordt gelijkwaardigheid en vertrouwen geschonken en dat is het wat Anneke een gevoel geeft van kracht in haar eigen benen. De geestelijke verbinding tussen beide wordt praktisch werkzaam en leidt tot ‘lopen’. Een waardevol onderzoek naar de kwaliteit van zorg. Een boek dat zorgverleners weer bewust maakt van de authentieke professionele relatie. De verbinding tussen jou en de ander.

De kunst van het zorgen – Over verbinding in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, Karen Wuertz en Hans Reinders, uitgeverij Garant, Antwerpen-Apeldoorn. www.maklugarant.eu/nl

De kunst van het zorgen – Over verbinding in de zorg voor  mensen met een verstandelijke beperking: www.bol.com

Zorgprofessionals: minder papierwerk dankzij Klink?

Oproep aan mensen werkzaam in de zorg –

Wij willen graag horen of u in het dagelijks werk merkt dat er minder regels zijn zoals minister Klink deze week aan de Kamer meldde: “Klink meldde woensdag 2 september 2009 aan de Kamer dat hij successen aan het boeken is in zijn strijd tegen een al te grote administratie voor ondernemers, burgers en zorginstellingen.
Ondernemers hebben de laatste negen maanden een derde minder last van door de overheid opgelegd papierwerk. Burgers zijn er een stuk minder tijd (26 procent) en geld (80 procent) aan kwijt.”

Lees brief aan de Kamer onder ‘Publicaties’: klik hier.
Wij horen graag uw reactie: Ja, dit herken ik Nee, dit herken ik niet.
Kunt u een praktisch voorbeeld geven?
Laat het ons per mail weten, info@beroepseer.nl

Wij zullen de reacties na 15 oktober a.s. bundelen en er aandacht aan besteden op deze site.
Afhankelijk van de uitkomst zullen we er werk van maken.

Oproep aan medisch specialisten

Op 16 juli 2009 verscheen een bericht in de krant dat medisch specialisten minister Klink voor de rechter slepen omdat zij het niet eens zijn met een korting van 11% op hun inkomen. De minister wil inkorten omdat na invoering van het nieuwe betalingssysteem DBC bleek dat een aantal specialisten in 2008 en in de eerste helft van 2009 twee tot drie keer meer is gaan verdienen dan voorheen. Wat speelt hier eigenlijk, vraagt het publiek zich af? In Nederland werken ca. 13.000 medisch specialisten.

In de academische ziekenhuizen werken medisch specialisten in loondienst, maar in de algemene ziekenhuizen vaak als zelfstandig ondernemer binnen een maatschap. In het laatste geval worden zij betaald per verrichting.
De diagnose behandel combinatie – DBC – is het nieuwe betalingssysteem voor de ziekenhuiszorg en de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) om een prijskaartje te hangen aan een behandeling van een medisch specialist als zelfstandig ondernemer.
Een DBC bestaat uit twee bestanddelen, een honorarium-deel voor de medisch specialist voor de behandeling en een deel voor de vergoeding voor de kosten van het ziekenhuis. Dit systeem is opgezet door de beroepsgroep zelf om tot een betere verdeling van honorering te komen tussen de verschillende medisch specialismen.
Voordien waren de verschillen namelijk onaanvaardbaar groot. Een chirurg verdiende bijvoorbeeld drie keer zoveel als een kinderarts. `Harmonisatie´ was nodig.

In de praktijk is het nu zo dat de operatie van een gebroken been, de bestraling van een kankerpatiënt, of de behandeling van een depressieve patiënt een eigen code heeft die de arts registreert en aan de hand waarvan hij of zij wordt uitbetaald door de zorgverzekeraar. Daarnaast krijgt ook het ziekenhuis aan de hand van de DBC een deel vergoed.
Zo zijn er met medewerking van de vakverenigingen van medisch specialisten in de afgelopen jaren totaal 30.000 (!) DBC-codes opgesteld.
Maar, toen het DBC-systeem in 2007 uiteindelijk werd ingevoerd, was 85% van de medisch specialisten mordicus tegen omdat het onwerkbaar leek en fraudegevoelig was. Toch werd door het ministerie van VWS de invoering van het nieuwe betalingssysteem doorgezet.

Daarna is het mis gegaan en veroorzaakte het systeem het tegenovergestelde effect. Specialisten die al (te) veel verdienden, onder wie hartchirurgen en radiologen, zagen in een jaar tijd hun inkomen verdubbelen of verdrievoudigen. Anderen, onder wie reumatologen, zijn daarentegen minder gaan verdienen. Sommige specialisten zijn opeens acht ton gaan verdienen. In totaal werd er 200 tot 400 miljoen euro meer betaald dan was voorzien.
Intussen worden de 30.000 DBC-codes teruggebracht naar 3000. Daarnaast is het vreemd dat de patiënt en de cliënt in Nederland geen idee heeft wat een behandeling of diagnose – de DBC – eigenlijk kost. Ieder andere ondernemer of zelfstandige – notaris, advocaat, aannemer, architect, garagehouder of loodgieter – leggen verantwoording af aan hun klanten over hun diensten en de prijs, maar de medisch specialist kan als vrije ondernemer codes noteren en tarieven berekenen die de patiënt nooit ziet. In het overleg tussen de Orde van Medisch Specialisten, de belangenorganisatie, en het ministerie van VWS vertrouwen de mensen aan tafel elkaar blijkbaar niet meer en dan loopt iedere onderhandeling fout.

Daarom stapt de Orde naar de rechter, een begrijpelijk en tegelijk teleurstellende ontwikkeling. Met een gemiddeld inkomen van 200 à 300.000 euro verdienen de medisch specialisten in Nederland veruit het meeste van alle artsen ter wereld. Daarom zou de beroepsgroep zichzelf moeten afvragen of een verdubbeling of verdrievoudiging van het inkomen in deze tijd maatschappelijk te verantwoorden is. In een tijd van financiële crisis waarin bleek dat een aantal mensen in het bankwezen en de wereld van het vastgoed alle fatsoensnormen en waarden uit het oog heeft verloren en zich heeft laten leiden door hebzucht en macht, zou beroepstrots de medisch specialisten daarvoor moeten behoeden.

Medisch specialisten hebben een hoog aanzien in Nederland. Ze hebben zelf een hoog arbeidsethos, melden zich zelden ziek en maken vaak lange werkdagen. Ze genieten doorgaans ook een groot vertrouwen, zelfs van de mondige patiënten als ze goed met hun communiceren. Is het niet een mirakel hoe in enkele minuten het onvoorwaardelijke vertrouwen tussen arts en patiënt tot stand kan komen waardoor de meest ingrijpende handelingen mogelijk zijn? Daarachter schuilen passie en drijfveren, liefde voor het vak, ook al zien we dat vaak niet bij deze mensen omdat ze hun eigen gevoelens uitschakelen om professioneel te kunnen handelen.
Daarom is het zo belangrijk dat de aandacht weer gaat naar de inhoud van het werk, naar kwaliteit, een goede werkplaats, opleiding, ontwikkeling en ethische dilemma’s. Het is nodig dat de beroepsgroep nu zelf korte metten gaat maken. D.w.z. de financiële situatie keihard aanpakken en voorbeelden stellen, hoe moeilijk dat misschien ook is. Dat vraagt om moed en verantwoordelijkheid nemen. Het zou goed zijn als er moedige voortrekkers opstaan om de inkomensproblematiek aan te vatten.
Mensen die echt integer zijn, die zichzelf vertrouwen en anderen niet nodig hebben om zich hoorbaar te maken en het debat durven aangaan.

Er gaan geluiden op om het DBC-systeem helemaal af te schaffen en alle artsen in de ziekenhuizen in loondienst te laten werken. Het zou goed zijn als de discussie hierover in openheid wordt aangezwengeld.
Gaan de professionals zelf het heft in handen nemen?
Ondertussen moeten er daden worden gesteld om uit de huidige impasse te komen. Om te beginnen zou de beroepsgroep met de rotte appels in de mand, de medisch specialisten die willens en wetens te veel hebben gedeclareerd, moeten afrekenen. Uiteraard zorgvuldig en in samenwerking met overheid, ziekenhuisbestuur en zorgverzekeraar.
Daarnaast moeten creatieve oplossingen gezocht worden om het teveel verdiende geld goed te bestemmen. Op kleine schaal zien we al mooie voorbeelden. Bijvoorbeeld de medische staf van een ziekenhuis die een pot heeft gemaakt van het extra verdiende geld en onder collega’s die minder verdienen heeft herverdeeld.

Een ander voorbeeld betreft artsen die besloten hebben het extra geld te besteden aan een maatschappelijk goed doel. In Canada behoort het tot het metier van arts dat ze sowieso iets maatschappelijk nuttigs doen. Dat zou ook passen in de Nederlandse cultuur. Wil de beroepsgroep dat er een echte verandering op gang komt, dan zou een aantal medisch specialisten nu zelf moeten opstaan. Neem een voorbeeld aan de GGZ, waar in 2007 een paar moedige psychologen is opgestaan en luid en duidelijk van zich heeft laten horen. Inmiddels is er een bredere beweging vanaf de werkvloer ontstaan die zich zwaar verzet tegen de marktwerking en de invoering van de DBC.
Deze beweging wordt steeds meer door politici en bestuurders serieus genomen. Zo kunnen ook medische professionals met beroepstrots het verschil maken, om het belang van goede gezondheidszorg en het vertrouwen in de medische zorg ook in de toekomst te waarborgen.

Alexandrien van der Burgt-Franken
Voorzitter en initiatiefnemer Stichting Beroepseer

Reacties zijn welkom naar a.vanderburgt@beroepseer.nl

Meldpunt Bureaucratie Zorg en regeldruk in de zorg online

Vanaf 28 augustus kunnen professionals en zorgaanbieders terecht bij het Meldpunt Bureaucratie en Regeldruk op de website van VWS. Ze kunnen daar knelpunten in regelgeving, bureaucratie en uitvoeringsprocessen melden. Zo blijft VWS op de hoogte van uitvoeringsproblemen en kan waar nodig actie nemen.
Het meldpunt is een initiatief van minister Klink en staatssecretaris Bussemaker. Zij ziet het meldpunt daarnaast als een middel voor communicatie met het veld over verbetering van de AWBZ.

Instellingen en professionals die meldingen doen, krijgen binnen twee weken antwoord. Meldingen die het programmabureau UGG niet zelf af kan doen, worden voor beantwoording en/of eventueel onderzoek voorgelegd aan de beleidsdirecties.

Van de beleidsdirecties wordt in die gevallen dus een snelle reactie verwacht.

Ga naar de site Rijksoverheid/regeldruk: Klik hier.

VWS en WMO

De reactie van minister Klink en staatssecretaris Bussemaker van VWS op de video/oproepen van 1 mei laat nog op zich wachten.

Vorige week hoorden we dat deze week een concept-reactie zal worden opgesteld, die wordt voorgelegd aan de verantwoordelijke directie en aan de minister en staatssecretaris persoonlijk. Daar zullen nog enkele weken overheen gaan.
Helaas wordt het spreekwoord ‘ambtelijke molens draaien langzaam’ hier weer bewaarheid.

Heel goed nieuws is dat ondertussen tientallen ambtenaren van VWS stage lopen in het werkveld van de zorg. Deze ambtenaren kunnen zo uit de eerste hand ervaren wat er in de zorg speelt. De eerste reacties zijn heel positief en hopelijk draagt het bij tot tastbare vermindering van alle regels op de werkvloer.
Een goed resultaat van onze inspanningen om werkvloer en ministerie dichter bij elkaar te brengen.

WMO

Waar medewerkers in de thuiszorg te maken hebben met ontslag vanwege de Wmo wijzen we er op dat staatssecretaris Jet Bussemaker hier fel op tegen is. Toch blijkt ze met lege handen te staan. Want in de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning ligt de verantwoordelijkheid voor het inkopen van thuiszorg bij de Gemeentes. De stichting Beroepseer vind het onaanvaardbaar dat gemotiveerde ervaren verzorgenden, collectief ontslagen kunnen worden, om ze vervolgens voor minder geld en zonder pensioenvoorziening weer aan te nemen. Dit gebeurt louter om financiële redenen. Het tast mensen aan in de kern van hun beroepseer. Het is een groot onrecht ten aan zien van de mensen die geïnvesteerd hebben in een goede relatieopbouw en die hun zorgbehoevende cliënten adequaat tot steun zijn. Deze houding van bestuurders jaagt mensen met hart voor de zorg van de arbeidsmarkt, terwijl ze daar hard nodig zijn. Dit behoort niet te gebeuren in een beschaaft land. VWS heeft op 7 augustus jl een subsidieregeling ingesteld voor de personele gevolgen van de Wmo, zie https://wetten.overheid.nl/BWBR0022370/2007-08-08

Of dit afdoende is, is zeer de vraag. Er hebben ons berichten bereikt van verantwoordelijke functionarissen zoals een hoofd p&o van een van grootstedelijke thuiszorginstelling, die ontslag heeft genomen omdat betrokkene zich niet langer kon verenigen met het oneerbaar personeelsbeleid ivm de invoering van de Wmo van de instelling. Een moedig besluit en een klemmend signaal voor de beleidsmakers dat de uitvoering van de Wmo zich op een aantal plaatsen volstrekt ongewenst ontwikkeld.

Verzorgenden, laat van je horen. Jouw inzet doet er toe! Maak je samen sterk bijvoorbeeld door je aan te sluiten bij de actiegroep WMO van initiatiefnemer Anita Ensing, www. beroepseer.nl en maak je zorgen kenbaar bij je eigen organisatie en bij ons.

Laat zien dat je trots bent op je vak!!

Reactie van minister Plasterk op advies aan kabinet over beroepseer

19 juli 2007 heeft de stichting Beroepseer een brief ontvangen van minister Plasterk en staatssecretaris Van Bijsterveldt. Beroepseer in het onderwijs gaat hun aan het hart. Iedereen die de moeite heeft genomen te reageren bedanken zij hartelijk.
De volledige brief (in pdf) kan u lezen onder ‘Publicaties’ op de site en de tekst is ook hieronder opgenomen.

In de reactie van de bewindslieden staat dat ze ruimte willen scheppen voor de professionals om zelf inhoud te geven aan het beroep. “Neem het heft in eigen hand”, zeggen Plasterk en Van Bijsterveldt tegen de onderwijskrachten. Het is dus zaak dat u daar ook zelf actief invulling aan geeft en die ruimte pakt! De aangegeven beroepszeerpunten en de aangegeven oplossingen zijn onder de aandacht gebracht van de commissie Leraren onder leiding van Rinnooy Kan, deze commissie zal de minister binnenkort adviseren.

Wij raden aan om daar niet op te wachten, maar neem zelf initiatief.Na de zomervakantie kijkt iedereen weer fris en helder naar zijn werk. Ervaart u beroepszeer, ga dan in gesprek met collega’s, hoe staan zij in hun werk. Ga samen op zoek naar de kernpunten van uw beroepseer.- Wat is er in de afgelopen tijd feitelijk gebeurd?- Wat zijn de ontwikkelingen in de toekomst, welke zorgen en welke verrassingen zijn er te verwachten?- Wat geeft u energie en waardoor lekt er energie weg?- Wat is de essentie van uw vak, wat drijft u?Vertel ook uw persoonlijke verhalen van bijzondere casussen. Het zijn vaak de ‘kleine’ gebeurtenissen, zoals het ontmoeten van een oud-leerling op straat en horen dat ze jouw lessen altijd zo fantastisch vond. Zaken die niet tellen in de rapportages naar het management, maar wel tellen omdat het u raakt en voor u het plezier in het werk geeft.

Organiseer een gezonde tegenmacht.Zijn er ontwikkelingen die niet stroken met uw beroepseer? Komt de kwaliteit in de knel, is er onvoldoende tijd voor aandacht? Kaart het aan, ga in gesprek met uw manager of bestuurder, maak uw mening ook kenbaar bij de Ondernemingsraad én bij ons op de website www.beroepseer.nl. Wij zullen kritisch blijven volgen of het ministerie van OCW ook daadwerkelijk betere voorwaarden creëert, bijvoorbeeld minder bureaucratie, betere betaling van onderwijskrachten. Ook vragen wij aandacht voor management dat zichzelf onevenredige honorering toemeet. Wij willen u ondersteunen met de aanpak van uw beroepsEer. Heeft u vragen, of ondersteuning nodig? Laat het ons weten! Plezier in het werk is enorm belangrijk, dan bent u een inspiratiebron voor leerlingen/studenten, ouders en voor elkaar!

Brief van minister Plasterk aan de stichting Beroepseer als antwoord op alle reacties van de video-oproepen: 19-7-2007 (deze brief is ook te vinden in pdf onder ‘Publicaties’)

“Uit de reacties blijkt een grote betrokkenheid bij wat er gebeurt op de school. Daar ben ik blij mee. Het doorvoeren van veranderingen in het onderwijs kunnen we niet alleen vanuit Den Haag, daar hebben we de hulp van het personeel in de school bij nodig. Voor een deel van de gesignaleerde oplossingen ligt de sleutel namelijk op de school zelf. Waar mogelijk trachten we ruimte te scheppen voor de professional om zelf inhoud te geven aan zijn beroep. In hoeverre die ruimte op schoolniveau benut wordt, is de uitkomst van het samenspel tussen management en leraren: ruimte geven, vragen én nemen. Daarom roep ik de beroepsgroep op om waar mogelijk ook zelf het heft in eigen handen te nemen en een bijdrage te leveren aan de door hen gewenste veranderingen in het onderwijs, op de school.

Recent heeft het kabinet in het beleidsprogramma 2007-2011 gemarkeerd dat de positie en de kwaliteit van de leraren moet worden verbeterd. Dat willen we bereiken door onder andere de verbetering van arbeidsvoorwaarden en functiedifferentiatie, het vergroten van de verantwoordelijkheden van leraren en verdere professionalisering van het leraarsberoep. Ook de versterking van de nascholing van leraren en van de kwaliteit van de lerarenopleiding hoort daarbij. Ik heb de Commissie Leraren o.l.v. de heer Rinnooy Kan gevraagd te adviseren over maatregelen om tot vermindering van de werkdruk en verhoging van de kwaliteit in het onderwijs te komen. In september verwacht ik dit advies. Na ontvangst van het advies komt het kabinet met nadere maatregelen.
De opbrengst van de dag van de beroepseer bevestigt dat we met de focus op de kwaliteit en positie van de leraar op de goede weg zijn om de beroepseer van de leraren te verbeteren. We gaan hier mee verder, in de hoop en verwachting dat we samen beter onderwijs kunnen realiseren. We hopen dat u hieraan ook een bijdrage wilt leveren. Uw bijdrage aan de discussie in de vorm van de reacties op de videoboodschappen zullen we onder de aandacht van de commissie brengen”.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede namens,de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart, dr. Ronald H.A. Plasterk

Jet Bussemaker roept Dag van Beroepseer uit

1 mei 2007, vannacht om 0.00 uur zijn de video’s van de 4 bewindslieden op deze site gezet. Een spannend moment voor onze stichting om de digitale samenspraak tussen werkvloer en overheid een impuls te geven. Onzichtbaar is er keihard gewerkt om dit voor elkaar te krijgen. De kroon op deze dag plaatste Jet Bussemaker vanmorgen in verzorgingshuis Het Schouw in Amsterdam waar zij de Dag van de Arbeid vierde mét de aankondiging van de Dag van Beroepseer. Bewoners en medewerkers zongen uit volle borst ‘van eenheid en verbroedering een rots waarop de golven breken …’ Oud en Jong, Bewoner en Verzorger, zongen ‘dat arbeid heel de wereld draagt’. Dit raakte mij.

De staatssecretaris riep op om medewerkers in de zorg, maar ook in het onderwijs, bij de politie en anderen die met hun hart hun vak hebben gekozen op deze Dag van Beroepseer extra aandacht te geven. “Mensen in de zorg laat horen wat u in uw werk in de weg zit.” Het was niet verwonderlijk dat er eerst nog schoorvoetend werd gereageerd. In de afgelopen jaren kwam de stem van de werkvloer terecht in de Haagse woestijn. De politiek luisterde vooral naar de incidenten als ‘pyama-dagen’ die in de media werden uitvergroot, zo was de mening. Jet Bussemaker liet merken dat ze heeft gehoord hoe verplegers en verzorgers steeds minder tijd hebben voor de patiënten en cliënten en steeds vaker achter de computer zitten voor hun administratie en onnodig veel formulieren moeten invullen voor bijvoorbeeld indicaties die allang bekend zijn. De staatssecretaris luisterde en reageerde dat ze er werk van gaat maken. De komende week al. Dit voelde niet als een loos geluid, integendeel, hier sprak een bewindspersoon die ik wil geloven, die het politieke krachtenveld kent en de confrontatie niet uit de weg gaat. Daarvoor is nodig een open dialoog met de mensen van de werkvloer die een krachtig signaal geven hoe het anders moet of anders kan.

“Kom met ideeën, suggesties, tips, reageer via de website van de Stichting Beroepseer”, zei Bussemaker. We gaan het samen beter doen! Zie voor een uitgebreid verslag  plus foto´s van de speech van Bussemaker en de bijeenkomst op deze site onder Publicaties. Klik hier.