Prof. Roger Standaert over meetbare en niet-meetbare kwaliteit in het onderwijs: Benader toetsen pedagogisch en niet technocratisch
In maart 2016 nam Karen Heij afscheid als algemeen directeur van ICE, een bureau in toetsexpertise en ontwikkelaar van toetsen en examens voor alle vormen van onderwijs, van basis- tot hoger en volwassenen-onderwijs. Als dank voor de afgelopen jaren nodigde Heij de Vlaamse prof.dr. Roger Standaert uit voor een lezing.
Standaert is emeritus hoogleraar in de comparatieve pedagogiek aan de Universiteit van Gent en voormalig topambtenaar op het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. Hij schreef een aantal boeken waaronder De becijferde school (2014) waarin hij indringende vragen stelt over het omgaan met cijfers en indicatoren. Voor de opkomende technocratische manier van denken biedt hij een alternatief, een pedagogische kijk op meten in het onderwijs dat jongeren moet helpen om hun talenten zo goed mogelijk te ontplooien, terwijl overbodige mislukkingen worden vermeden. De cijfercultus behoort plaats te maken voor een cijfercultuur. Toetsen zijn belangrijk, maar we moeten er geen cultus van maken.
Over deze onderwerpen ging ook zijn lezing waarin Standaert aan de hand van de verschillen tussen Nederland en België uitlegt hoe toetsing een nederige dienaar van het onderwijs hoort te zijn en niet een leidende rol moet spelen. Toetsen behoren pedagogisch te worden benaderd.
Volgens Standaert zijn cijfers en metingen allerminst neutrale boodschappen. Ze verhullen vaak de werkelijkheid die erachter schuilgaat. Je kunt immers vragen stellen over ‘wat’ gemeten wordt en wat niet. Ook ‘waarom’ en niet in het minst ‘hoe’ gemeten wordt. Het optimisme, dat we alles kunnen becijferen en meten, is vaak bovenmaats. Dat geldt evenzeer voor het meten van de kwaliteit van scholen en zelfs van de kwaliteit van het onderwijs in een land.
In een interview heeft Standaert eens gezegd: “In Nederland sturen jullie het onderwijs aan met toetsen, wij in Vlaanderen geven sturing via doelstellingen”. Vlaanderen kent geen centraal verplicht eindexamen. De examens worden door docenten gemaakt en afgenomen. De docenten moeten alleen zorgen dat de kerndoelen, zoals we die in Nederland ook hebben, in het onderwijs verwerkt worden en dit wordt door de onderwijsinspectie op de scholen gecontroleerd door ook naar de opgestelde examens te kijken.“In Vlaanderen vertrouwen we de leraar”, aldus Standaert.
Het laatste woord over toetsen is beslist nog niet gezegd in Nederland. Regelmatig laait de discussie daarover op. Standaerts opvattingen kunnen dienen als basis voor gesprekken over toetsing.