Hans Wilmink over het door overheid en burger in goede banen leiden van storingen en spanningen in de rechtsstaat
Het nieuwe boek van Hans Wilmink Voorbij boos en achteloos. Rechtstatelijk besef als kompas voor overheid en burger maakt duidelijk dat goed functionerende rechtstaten, ook in Europa, geen vanzelfsprekendheid zijn. In Nederland is het rechtstatelijk besef bij bestuur, politiek en burgers aan slijtage onderhevig. Er is sprake van uitholling van de rechtsorde.
Wilmink geeft in zijn boek actuele voorbeelden van verkeerd of achteloos handelen van de staat. Ook de burger wordt een spiegel voorgehouden en krijgt advies. In plaats van dat overheid en samenleving elkaar blijven opjutten in onrechtstatelijk gedrag en terecht komen in een negatieve dynamiek, is het beter op zoek te gaan naar de diepere oorzaken van ons falen. Wilmink laat zien hoe kostbaar rechtstatelijk besef is en wat we kunnen doen om het te onderhouden en te ontwikkelen.
In deze video gaat Wilmink in een gesprek met filosoof Ad Verbrugge in op een aantal voorbeelden uit zijn boek. Een daarvan betreft de landelijke protestactie van boeren in oktober 2019.
Wilmink daarover:
De boeren zijn gaan protesteren met zwaar materieel en hebben het land lamgelegd. De politie had daar geen middelen tegen. Als je daartegen had willen optreden had je het leger moeten inzetten. Een overheid die het leger gaat inzetten tegen zijn burgers, heeft de rechtsstaat al achter zich gelaten, in ieder geval tijdelijk. Maar een bevolking, in dit geval de boeren, die dat uitlokt, moet zich toch ook wel even op het hoofd krabben. Mag ik dit eigenlijk wel doen? We hebben het natuurlijk wel vaker gehad. De krakersrellen in Amsterdam in de jaren tachtig, zijn een voorbeeld waar wel tanks werden ingezet om de barricades op te ruimen. Dat is ook wel even kielekiele geweest, maar op veel kleinere schaal en op een klein plekje in een stad.
Vanuit de overheid hoorde je er weinig protesten tegen. Ik heb gelezen in een stukje in een personeelsblad van het Openbaar Ministerie waarin een Officier van justitie zei: We konden dit gewoon niet handhaven. Dus het was wel een ernstige situatie. Er is maar weinig discussie geweest over hoe gevaarlijk voor de rechtsstaat deze vorm van protest was. En dat komt mede omdat de overheid rondom de hele stikstofproblematiek de zaak zo lang voor zich uit geschoven heeft en omdat het publiek op dat punt het vertrouwen over overheidshandelen eigenlijk kwijt was.
In de Farmers Defence Force zit een anarchistisch element. Maar, bij de boeren is dat geen politiek gefundeerd anarchisme, maar een soort nihilisme. Van wat kan het ons schelen, en ze doen het allemaal zo slecht, en wij zijn sterk en zullen eens even laten zien hóe sterk.
Aan de andere kant vind ik dat de overheid, en ook de politiek, dit heeft opgejut. Door slecht met de stikstofproblematiek om te gaan. Het speelt al heel lang dat de overheidsmaatregelen niet goed waren. Er zijn al heel lang adviezen geweest. In de sector zijn al heel veel overleggen geweest en rapporten verschenen, al ver voor de commissie-Remkes. Het is vervolgens weer politiek weggeschoven.
En, vlak voor die boerenprotesten hadden we ook een Kamerlid van D66 die riep: De boeren zijn verantwoordelijk voor veertig procent van de uitstoot, dus de veestapel moet met veertig procent verminderen. Dat mag je natuurlijk doen, zo’n politieke stelling, en daar was misschien best iets voor te zeggen.
Maar in dit soort politieke discussies zie je, en daar pleit ik voor in mijn boek, om dat anders te doen. Je ziet dat men heel sterk naar de achterban toe redeneert en vertelt wat de achterban vindt, en heel weinig betrokkenheid toont. Als ik dat dan ga doen, veertig procent veestapel inperken, wat betekent dat voor de belangen die ik hiermee verstoor? Wat betekent dat voor de boeren? Hoe ga ik het doen dat het voor de boeren leefbaar blijft? Boer zijn is een beroep, maar boer zijn is ook een leven. Het is wonen, het is veel meer dan alleen een beroep.
Ik ben ervan overtuigd dat die dynamiek, dat de boer zich zo weinig herkend vindt in die politiek, oorzaak is van deze vormen van protesten, van het kan ons ook niks meer schelen. Dat is opgejut.
De les die de politiek hier uit moet trekken – en dat is een beetje tegen de natuur van ons politieke bedrijf in – is dat je behalve dat je voor je achterban pleit, je ook even afstand moet nemen en naar het publiek belang kijkt en naar de gevolgen die jouw pleidooi heeft voor andere groepen in de samenleving. We hebben het wel eens over gemeenschapszin, maar dit is wel een elementje van die gemeenschapszin dat de politiek zou moeten internaliseren. Als ik een pleidooi hou voor een bepaald publiek belang, dan ga ik andere belangen met voeten treden, of benadelen. Denk er even aan, wat doe ik met die invalshoek?
Je zou ook nog vanuit een juridische invalshoek kunnen zeggen: eigenlijk – en veel interpretatoren van de Grondwet zeggen dat – is dat de taak van de volksvertegenwoordiger. Niet voor je specifieke belangen, ook niet voor je eigen achterban alleen, maar voor het publieke belang.
Publiek belang is altijd een beetje een fictie, een abstractie. Het is een kwestie van blijven zoeken en daar zitten allerlei zorgvuldigheidsnormen aan vast, hoe je dat zoeken ook doet, ook als uitvoerende macht.
Voorbij boos en achteloos van Hans Wilmink is een uitgave van Stichting Beroepseer. Meer info over inhoud en bestellen: https://beroepseer.nl/blogs/essay-hans-wilmink-tegen-uitholling-rechtsorde-voorbij-boos-en-achteloos/
Hans Wilmink was van 1982 tot 2013 in verschillende functies in dienst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Hij werkte daar o.a. aan het nationaal gecoördineerde minderhedenbeleid, sociale vernieuwing en kennisontwikkeling ten behoeve van beleidsvorming. Sinds 2013 is Wilmink actief voor Stichting Beroepseer waar hij zich richt op ambtelijk vakmanschap en moreel gezag.
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Geef een reactie