Skip to main content

Tag: onderzoek

Op weg naar aandachtsvolle residentiële jeugdzorg. Waar wachten we nog op?

Vrijwel alle partijen binnen de jeugdzorgsector zijn het eens dat repressief en handelingsverlegen werken onwenselijk en zelfs schadelijk is voor jeugdigen binnen de residentiële jeugdzorg. Hoewel initiatieven die een andere werkwijze voorstaan breed worden toegejuicht, blijkt de benodigde transformatie nog onvoldoende in gang gezet. Daarom verricht Stichting Beroepseer in samenwerking met en in opdracht van Stichting Het Vergeten Kind een verkennend onderzoek naar de blokkades die aandachtsvolle residentiële jeugdzorg in de weg staan.

Achtergrond project

Begin 2024 ontstond er een heftig publiek debat over de kwaliteit van de gesloten jeugdzorg naar aanleiding van het inspectierapport Onvoldoende passende hulp in de JeugdzorgPlus en het onderzoeksrapport Eenzaam gesloten. Onderzoek naar de ervaringen van jongeren met ZIKOS.  Deze alarmerende en verontrustende rapporten sluiten aan bij de waarschuwingen die al jaren worden afgegeven door jeugdzorgdeskundigen over de schadelijke effecten van repressieve behandeling van jeugdigen binnen de residentiële jeugdhulp.[1] De ontstane maatschappelijke onrust leidde tot Kamervragen en mondde uit in een debat in de Tweede Kamer over de gesloten jeugdzorg.[2]  Meerdere onderzoeken laten zien dat de meeste kinderen geen passende hulp krijgen binnen de gesloten jeugdzorg en er juist meer beschadigd uit komen.[3] Ook wat betreft overige vormen van residentiële jeugdhulp bestaan er zorgen over in hoeverre er passende hulp aan jeugdigen wordt geboden.

De problemen in de residentiële jeugdzorg leiden ertoe dat professionals lang niet altijd (kunnen) werken in overeenstemming met hun beroepseer. Zij kunnen dan niet doen wat écht nodig is in het belang van de jeugdige.[4] Zo kan een gebrek aan liefdevolle aandacht en passende hulp onder meer leiden tot het verlies van vertrouwen tussen jeugdigen en jeugdzorgprofessionals en tussen de familie van jeugdigen en jeugdzorgprofessionals. Het tragische gevolg daarvan is dat kwetsbare jongeren, die vaak de meest intensieve en gespecialiseerde zorg nodig hebben, niet de hulp krijgen die ze nodig hebben.

Doel project

De residentiële jeugdzorg in Nederland kan enorm worden verbeterend als we er in slagen jeugdzorgprofessionals binnen een vertrouwensrelatie aandachtsvolle jeugdzorg te laten bieden aan kinderen/jeugdigen. De constatering dat deze ontwikkeling onvoldoende van de grond komt laat zien dat er blokkades zijn binnen gemeenten, jeugdzorgorganisaties, de beroepsgroepen/beroepsverenigingen en bij  jeugdzorgprofessionals die de transformatie in de weg staan.

Het hoofddoel van dit project is dan ook om te komen tot een gedegen analyse van de blokkades die aandachtsvolle zorg binnen de residentiële jeugdzorg in de weg staan.  Naast een probleemanalyse heeft het project ook tot doel vruchtbare alternatieven te verkennen die de blokkades zouden kunnen beslechten. Denk hierbij aan concrete alternatieven en praktijken. Het project kent de volgende hoofvraag: Welke blokkades staan aandachtsvolle residentiële jeugdzorg in de weg en hoe kunnen deze blokkades worden doorbroken?

De verkennende analyse die de centrale vraag van het project moet gaan beantwoorden bestaat uit een desk study (literatuuronderzoek) en een aantal groepsgesprekken met deskundigen en actoren (kwalitatief onderzoek) zoals jeugdzorgprofessionals, ervaringsdeskundigen, wethouders/beleidsmakers, vertegenwoordigers van beroepsverenigingen en wetenschappers. De opbrengsten van de analyse worden vastgelegd in een bondige publicatie. Bij de verkennende analyse en de beantwoording van de hoofdvraag staat het perspectief van het kind/de jeugdige en het perspectief van de jeugdzorgprofessional steeds centraal. In die relatie moet de aandachtsvolle jeugdzorg immers tot stand komen.

Meer weten?

Neem contact op met projectcoördinator Gerard van Nunen via g.vannunen@beroepseer.nl

Beroepseer en de jeugdzorg

In 2018 publiceerde Stichting Beroepseer het boek: Echt doen wat nodig is. Pleidooi voor kleinschalige effectieve jeugdhulp 

In 2021 publiceerde Stichting Beroepseer in samenwerking met FNV het Manifest De Jeugdsprong

Bronnen

[1] Rapport Jason en opnamestop Zikos afdelingen in de gesloten jeugdzorg – Zorg&Sociaalweb

[2] ‘Teleurstellend debat gesloten jeugdhulp in Tweede Kamer’ – Zorg&Sociaalweb

[3] ‘Teleurstellend debat gesloten jeugdhulp in Tweede Kamer’ – Zorg&Sociaalweb en Petitie voor einde gesloten jeugdzorg ruim 133.000 keer getekend – GGZ Totaal

[4] Naar de titel van het boek: Écht doen wat nodig is. Pleidooi voor kleinschalige effectieve jeugdhulp (Graas e.a., 2018)

Stichting Beroepseer onderzoekt het vakmanschap en gezag van de uitvoerende professional in het sociaal domein

Stichting Beroepseer gaat op zoek naar het vakmanschap en gezag van de uitvoerende professional in het sociaal domein. Dat gebeurt in samenwerking met de Beroepsvereniging van Klantmanagers (BvK). De BvK is er voor alle professionals die in opdracht van publieke organisaties sociale wet- en regelgeving uitvoeren in het sociaal domein. Denk hierbij aan re-integratieprofessionals (klantmanagers, re-integratiebegeleiders en jobcoaches) die burgers met een afstand tot de arbeidsmarkt begeleiden naar betaald werk of een andere vorm van participatie, maar ook aan schuldhulpverleners en consulenten Wmo/Zorg. Deze groep professionals staat in direct contact met burgers die in verschillende mate afhankelijk zijn van sociale wet- en regelgeving.

Het onderzoek moet inzichtelijk maken waar het vakmanschap van de uitvoerende professional uit bestaat, en hoe deze professionals in de werkpraktijk invulling geven aan de gezagsrelatie die zij met de burger hebben. Tijdens het project staan daarom o.a. de volgende cruciale vragen centraal: Waar bestaat je vakmanschap uit? Hoe zet je je eigen mogelijkheden en gezagsbronnen in om de burger effectief te helpen? Wanneer lever je als professional eigenlijk kwaliteit? Vertrouwen burgers op je deskundigheid en nemen interne en externe partners je serieus?

Combinatie kwalitatief en kwantitatief onderzoek

De resultaten worden o.a. verkregen door tijdens 12 Goed Werk Plaatsen (focusgroepen) de uitvoerende professionals intensief met elkaar in gesprek te laten gaan over hun werk en positie. Dit gebeurt onder begeleiding van ervaren gespreksleiders/onderzoekers aan de hand van een aantal opdrachten en stellingen. 8 groepen worden gevuld met re-integratieprofessionals en 4 groepen bestaan uit een mix van andere uitvoerende professionals. Iedere focusgroep kent een vast programma waaraan 4 tot 6 professionals deelnemen. Daarnaast zet Stichting Beroepseer een grootschalig vragenlijstonderzoek uit onder alle leden van de BvK.

Resultaat

Op basis van het onderzoek maakt Stichting Beroepseer een analyse van de kern van het vakmanschap en de gezagsuitoefening van de uitvoerende professional. Deze analyse wordt in een compact boekje uitgebracht. Het boekje Het gezag van de uitvoerende professional in het sociaal domein (werktitel) wordt in de herfst van 2020 gepresenteerd. De BvK gebruikt deze publicatie om het vak verder te ontwikkelen en de positie van de beroepsgroep te versterken. Daarnaast worden de resultaten van het onderzoek gebruikt als bouwstenen voor de beroepscode.

Contact

Wilt u meer informatie over het onderzoek? Of heeft u suggesties? Neem dan contact op met drs. Gerard van Nunen, projectleider en onderzoeker bij Stichting Beroepseer via: g.vannunen@beroepseer.nl

————————————————–
Over de BvK

De BvK is er voor alle professionals die in opdracht van publieke organisaties sociale wet- en regelgeving uitvoeren in het sociaal domein. De BvK zorgt voor verbinding en kennisdeling tussen professionals, stimuleert de leden om zich te profileren, vertegenwoordigt hun belangen en draagt bij aan de professionalisering en doorontwikkeling van het vakgebied. Zie voor meer informatie: https://debvk.nl/

Portfolio gezag – Stichting Beroepseer

De afgelopen jaren heeft Stichting Beroepseer een brede agenda opgebouwd aan publicaties en bijeenkomsten rondom het thema gezag.

-Gezagsdragers

De aandacht voor het thema gezag begon met de verschijning van de bundel Gezagsdragers in 2012. Dit boek, onder redactie van Gabriël van den Brink, Thijs Jansen en René Kneyber, vraagt aandacht voor het feit dat professionals zoals politieagenten, verpleegkundigen, leraren en conducteurs te kampen hebben met een gezagscrisis. Waar gezag in vroegere tijden inherent was aan de rol die zij vervulden, zien hedendaagse gezagsdragers zich gesteld voor een tegenstrijdige ontwikkeling: terwijl hun gezag steeds minder vanzelf spreekt, lijkt gezagsvol optreden meer dan ooit van hen verwacht te worden. Gezagsdragers bespreekt deze discrepantie en komt bovendien met (beleidsmatige) oplossingen.

-Ambtelijk vakmanschap en moreel gezag

In 2016 verscheen het essay Ambtelijk vakmanschap en moreel gezag. Hierin pleiten Gabriël van den Brink en Thijs Jansen voor een ambtelijk statuut om de overheid meer gezag in de samenleving te bezorgen. Volgens de auteurs zijn er in de samenleving volop morele gezagsbronnen aanwezig. Politieke bestuurders maken hier echter stelselmatig geen of te weinig gebruik van, vanwege de overheersing van machtskwesties en kortetermijnbelangen. Een ambtelijk statuut kan hier een tegenwicht aan bieden. Dit statuut dient waarden te bevatten die uitdrukking geven aan de publieke missie (bijvoorbeeld onafhankelijkheid, rechtsstatelijkheid, rechtmatigheid, rechtvaardigheid) en aan de professionele missie (bijvoorbeeld deskundigheid, dienstbaarheid, doelmatigheid en eerlijkheid) van het ambtelijk werk.

-Het gezag van de wethouder

Ook heeft Stichting Beroepseer onderzoek verricht naar het gezag van wethouders en gemeentesecretarissen. In 2018 verscheen Het gezag van de wethouder. Hierin gaan Corné van der Meulen en Thijs Jansen op zoek naar het gezag van wethouders in de 21e eeuw. Welke bronnen kunnen wethouders aanwenden voor een gezagsvol optreden? Het boek werd door de Wethoudersvereniging cadeau gegeven aan alle aantredende wethouders na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2018.

Het gezag van de gemeentesecretaris

In 2019 verscheen het boek Het gezag van de gemeentesecretaris.  Een ambachtelijke uitdaging. Corné van der Meulen, Thijs Jansen en Niels Karsten onderzochten hoe gemeentesecretarissen gezagsvol op kunnen treden. Ondanks dat de meeste secretarissen positief zijn over de mate van gezag, ervaren zij dat gezag steeds meer op individueel niveau moet worden verdiend en waargemaakt. De Vereniging van Gemeentesecretarissen (VGS) heeft alle actieve secretarissen een exemplaar van het boek en een flyer met de belangrijkste resultaten cadeau gedaan.

-Het gezag van de raadsgriffier (verschijnt in 2020)

Stichting Beroepseer is, in samenwerking met het Tilburg Institute of Governance (Tilburg University) en de Vereniging van Griffiers, op zoek naar het gezag van de raadsgriffier. Het onderzoek moet inzichtelijk maken welke bronnen griffiers tot hun beschikking hebben om tot een gezagsvol optreden te komen. De resultaten zullen worden verkregen uit een grootschalige enquête en een drietal interviews. De resultaten van het onderzoek verschijnen in het boek Het gezag van de raadsgriffier (werktitel), dat in oktober 2020 wordt gepresenteerd. Dit boek wordt een aantrekkelijke publicatie waarin de beroepsgroep kan ontdekken welke gezagsbronnen cruciaal voor hen zijn en hoe zij – met behulp van deze bronnen – gezagsvol kunnen handelen.

-Publicaties en scholing

Naast deze publicaties heeft Stichting Beroepseer ook over gezag gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften zoals het Tijdschrift Bestuurskunde. Op basis van de opgedane inzichten geeft Stichting Beroepseer ook gezagscursussen aan wethouders als onderdeel van de Wethoudersopleiding van het Tilburg Institute of Governance (Tilburg University).