Professor Jos Dute: Geen wettelijke basis voor tussentijdse factuurregeling Jeugdzorg
De tussentijdse regeling voor medische gegevens op de factuur van jeugdhulpverleners aan de gemeente is niet mogelijk op basis van de Jeugdwet. Dat zegt professor Jos Dute, hoogleraar gezondheidsrecht aan de Radboud Universiteit in Nijmegen tegen Reinout Barth van Privacy Barometer.
Vrijdag 31 juli 2015 schreef staatssecretaris Van Rijn nog aan de Tweede Kamer dat een tussentijdse regeling mogelijk is op basis van de Jeugdwet. Volgens professor Dute is dit niet juist. “Artikel 7.3.11, lid 5 Jeugdwet biedt geen grondslag voor een dergelijke regeling”. De professor legt daarbij uit dat ook nergens uit de parlementaire toelichting bij de Jeugdwet blijkt dat dit artikel zo gebruikt mag worden.
Privacy Barometer meldde al op 14 juli 2015 dat de Jeugdwet helemaal geen ruimte toestaat voor een tussentijdse regeling. Hoogleraar Dute bevestigt deze inschatting nu. Het ligt ook voor de hand dat het niet mag, omdat de staatssecretaris onlangs met een wetsvoorstel is gekomen om de factuurregeling mogelijk te maken. Volgens Dute is dat inderdaad niet logisch. “Dit is met elkaar in tegenspraak. De ministeriële regeling lijkt me een gelegenheidsoplossing.”
Geheimhoudingsplicht
Om tot een goede regeling te komen moet volgens professor Dute sowieso aan een aantal voorwaarden zijn voldaan. “De ministeriële regeling zal onder meer moeten vastleggen welke gegevens moeten worden verstrekt, wie (binnen de gemeente) toegang krijgt tot de betreffende gegevens, dat deze gebonden is aan een geheimhoudingsverplichting en dat de gegevens niet voor andere doeleinden mogen worden gebruikt dan voor het doel waarvoor ze zijn verzameld namelijk financiële controle”.
Jurist Ab van Eldijk is het met deze analyse eens en zet deze wettelijke voorwaarden nog scherper neer. “Een regeling moet aan strenge voorwaarden voldoen, zoals toetsing op subsidiariteit, proportionaliteit, noodzakelijkheid en voorzienbaarheid”. Van Eldijk is voorzitter van de stichting KDVP, die zich al jaren inzet voor het behoud van privacy in de zorg. “Daarbij moet de minister bij indiening van een wetsvoorstel laten zien dat een toetsing aan deze beginselen heeft plaatsgevonden”.
Noch voor de het wetsvoorstel, noch voor de tussentijdse regeling lijkt deze toets te hebben plaatsgevonden. De staatssecretaris heeft geen Privacy Impact Assessment uitgevoerd. Dit is wel verplicht.
Zowel professor Dute als jurist Van Eldijk stellen dat er een duidelijke geheimhoudingsplicht moet zijn. Dute zegt dat dit vanwege de Wet bescherming persoonsgegevens ook verplicht is. Van Eldijk stelt dat het in de tussentijdse regeling “onduidelijk is of dat het medisch beroepsgeheim is of een willekeurige geheimhoudingsverklaring”.
Gemeenten willen medische gegevens over patiënten in de jeugdzorg hebben voordat ze voor die zorg willen betalen. Het medisch beroepsgeheim staat dit echter niet toe. Het medisch beroepsgeheim zorgt er juist voor dat mensen in vertrouwen bij een hulpverlener over hun problemen kunnen praten zonder dat de gemeente meekijkt.
Lees het hele artikel Hoogleraar: ‘Geen wettelijke basis factuurregeling Jeugdzorg’, door Reinout Barth, Privacy Barometer, 4 augustus 2015: www.privacybarometer.nl