Leiderschap begint met zeggen wat er gezegd moet worden
Wendela Hingst, algemeen directeur van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) schreef een column over je mond opendoen als dat nodig is:
“Ik liep eens mee met een Amerikaanse kwaliteitsauditor in een Nederlands ziekenhuis. Die ochtend was ik getuige van een onderzoek naar the leadership in het huis. De top 30 had zich verzameld, maar tijdens de discussie over de observaties van de auditor waren steeds dezelfde vijf mensen aan het woord. The usual suspects. De rest keek naar een soort tenniswedstrijd, urenlang. Nu leek het mij uitgesloten dat al die toegewijde mensen, hoofdzakelijk dokters, niets te melden hadden over hun eigen afdelingen waarover hun de maat werd genomen. Toch zwegen ze. Wat vond u, vroeg ik de Amerikaan nadien. Hij keek moeilijk en sprak: “These guys have a big issue openly disagreeing with each other. It’s dangerous!
Leiderschap begint met zeggen wat er gezegd moet worden, wanneer het gezegd moet worden. Mogelijk is dat meer een levenshouding dan een competentie. Al je inzichten, waarden en ideeën doen er immers weinig toe als je niet de moed hebt om je uit te spreken. Mensen worden hierin nogal eens geremd door groepsgewoonten en machtsverhoudingen. In een een-op-een gesprek kan dit nog zwaarder wegen. Persoonlijke angsten en belangen spelen ook een rol: waar vrees je voor als jouw bijdrage niet goed valt?
Mijn laatste aanval van kaakklem was tijdens een vergadering waar enkele aanwezigen zich stoorden aan het recente persoptreden van een (bij de vergadering afwezige…) collega. Gemeenplaatsen als “niet gepast” en “onhandig” gingen over tafel. De vraag die zich bij mij opdrong was: wat is er dan misgegaan? Ik hield ‘m echter binnen. Waarom? Omdat ik het persoptreden wél een goed idee had gevonden? Omdat deze collega’s het zo roerend eens leken dat ik mij afvroeg of ik iets gemist had?
Zwijgen waar gesproken moet worden gaat altijd over de angst iets te verliezen. Je positie in een groep, een harmonieuze werkrelatie of status, wat toch zoiets is als maatschappelijke liefde… Het ontbreekt dan eigenlijk aan emotionele veiligheid, aan de zekerheid dat ieders inbreng er mag zijn en ertoe doet. Dat je bijdrage niet tegen je zal worden gebruikt, ook niet als je ernaast zit. De medische wereld loopt niet voorop met deze vorm van veiligheid. Maar echte leiders staan voor verandering. Ze scheppen de omstandigheden waarin anderen zich uitgenodigd voelen om bij te dragen en vrijelijk hun mening te delen. Door zelf te durven waar je eerder aarzelde stel je je kwetsbaar op. Dat dwingt respect af en daarmee ruim je ook een drempel op voor de ander. Hier betekent leiden: voorbeeldgedrag
‘It’s dangerous!’ zeg ik nog wel eens tegen mezelf als ik de verleiding voel te zwijgen”.
Lees de hele column Dokters en leiderschap: “Speak up, dear!”, door Wendela Hingst, Medisch contact, 22 april 2015: www.medischcontact.nl