Helft chronisch zieken durft arts geen vragen te stellen
Een onderzoek onder 1314 chronisch zieken uit het Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapten (NPCG) van het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL) heeft uitgewezen dat veel chronisch zieken tijdens een gesprek met hun arts niet verder durven vragen. Het panel bestaat uit ruim 3500 zelfstandig wonende mensen van 15 jaar en ouder met een medisch vastgestelde chronische ziekte en/of matige tot ernstige zintuiglijke of motorische beperking.
Ruim de helft van de patiënten ervaart barrières en wil niet lastig zijn, of heeft het idee dat de dokter te weinig tijd heeft. Ruim een derde wil daarvoor zelfs hulp. Dit zijn vooral kwetsbare patiëten.
Patiënten zijn doorgaans tevreden over gesprekken met hun arts of verpleegkundige. Toch zouden veel van hen baat hebben bij een ruggensteuntje voor het consult. De meeste patiënten willen niet lastig zijn, ze hebben het idee dat er te weinig tijd voor ze is of ze herinneren zich hun vragen pas na het consult. NIVEL-programmaleider Sandra van Dulmen: “Er blijft altijd maar die grote afstand of dat ontzien van de dokter. Patiënten zijn bang dat de dokter het te druk heeft, ze zien de volle wachtkamer en ze maken hun eigen behoefte ondergeschikt aan de agenda van de dokter”.
“Artsen moeten zich ervan bewust zijn dat dit leeft bij patiënten”, verklaart ze. “Ze moeten meer moeite doen om na te gaan of patiënten al hun vragen hebben gesteld en aangeven dat er in het consult ruimte is om vragen te stellen. Patiënten aan de andere kant kunnen beter beslagen ten ijs komen en vragen voorbereiden. Artsen zouden ze gericht op kwalitatief goede informatie kunnen wijzen op internet of op papier, informatie die patiënten vóór het consult kunnen bekijken om zich daarop voor te bereiden. Nu gebeurt het nog te vaak dat een patiënt een medische term niet begrijpt, zonder dat hij de mogelijkheid krijgt dat te zeggen”.
Minder barrières bij verpleegkundigen
“Opmerkelijk is dat patiënten minder barrières ervaren bij verpleegkundigen dan bij huisartsen en medisch specialisten”, stelt Van Dulmen. “Uit eerder onderzoek is bekend dat ze verpleegkundigen als laagdrempeliger ervaren. Mogelijk hebben ze bij een verpleegkundige minder het idee dat er ‘te weinig tijd is’. Verpleegkundigen zijn bovendien vaker vrouw dan artsen, waardoor ze mogelijk vanuit zichzelf meer patiëntgericht communiceren”.
Er zijn ook verschillen tussen mannen en vrouwen. Emoties zoals angst of schaamte blijken vrouwen tijdens een consult met een arts vaker te belemmeren dan mannen. Van Dulmen: “Ook dit zijn dingen waar je rekening mee kan houden, als je patiënten probeert te helpen voor het consult. Dat kan heel effectief zijn. Er is bijvoorbeeld bewijs uit onderzoek dat hulp aan diabetespatiënten om informatie van hun arts te verhelderen, resulteerde in betere controle van hun bloedsuikerwaarden”.
Helft patiënten ervaart barrières in gesprek met arts, NIVEL, 22 september 2014: www.nivel.nl
Helft patiënten durft arts niets te vragen, Nu.nl, 22 september 2014: www.nu.nl