Toenemende ongelijkheid in loon, gezondheid en kansen leidt tot ondermijning vertrouwen in democratie
Volgens het Britse Institute for Fiscal Studies (IFS) ondermijnt de steeds groter wordende ongelijkheid in inkomen, gezondheid en kansen het vertrouwen in de democratie in Groot-Brittannië en Noord-Ierland. De denktank waarschuwt voor ‘wegloopinkomens’ (bij te laag salaris voor grootverdieners) en stijging van ‘dood uit wanhoop’ van het armste deel van de bevolking, bijvoorbeeld door verslaving en zelfmoord.
Er wordt ook gewaarschuwd voor het risico dat de politiek van het ‘middenveld’ loopt bij stagnerende inkomens en de kloof in gezondheid en onderwijs. IFS zegt dat de dieper wordende kloof van ‘de democratie een karikatuur maakt’.
Het Institute for Fiscal Studies, een van de gezaghebbendste onderzoeksinstituten, lanceert de beknopte rapportage Inequalities in the twenty-first century als een introductie tot wat genoemd wordt ‘het grootste onderzoek dat ooit naar ongelijkheid wordt gedaan’: het IFS Deaton Review. Het onderzoek staat onder leiding van econoom en Nobelprijswinnaar professor Sir Angus Deaton. Hij gaat een breed scala aan onderwerpen onder de loep nemen, van inkomen tot politieke deelname.
Nemen in plaats van presteren
Deaton vertelde aan BBC News dat mensen zich hedentendage meer dan in enige andere periode sinds de jaren veertig, ongerust maken over ongelijkheid. Het effect daarvan is dermate ernstig dat het erop begint te lijken dat “het democratische kapitalisme kapot is gemaakt”.
Hij waarschuwt voor de gevaren van desillusie als mensen vinden dat ze niet fatsoenlijk beloond worden voor hun werk, en dat extreme rijkdom verworven kan worden door “nemen in plaats van presteren”. Deaton heeft er geen moeite mee dat mensen rijk worden, maar niet als dat betekent dat “weinigen zich verrijken ten koste van velen”.
Aan het begin van de IFS-rapportage worden diverse indicatoren voor ongelijkheid genoemd. Bijvoorbeeld: het gemiddelde inkomen van een algemeen directeur of een bestuursvoorzitter van een in de Britse FTSE 100 opgenomen onderneming*) die nu 145 maal meer verdient dan het gemiddelde salaris, 47 keer meer dan in 1998.
Dat wil zeggen dat ongelijke beloning in Groot-Brittannië groot is, gemeten naar internationale maatstaven. Het aandeel van het gezinsinkomen van de rijkste 1% is verdriedubbeld in de afgelopen dertig jaar.
Middenklassen
De middenklassen staan ook onder druk – vooral de jongere generaties – door stagnerende lonen en onbetaalbare huren. De aanhoudende daling van vakbondsleden wordt gezien als nog een andere oorzaak van niet-stijgende lonen.
Naast het verschil in inkomen, besteedt de denktank ook aandacht aan het verschil in gezondheid. De levensverwachting van een man uit de armste regio‘s is tien jaar minder dan een man uit de welvarendste regio’s. Het IFS waarschuwt dan ook voor “doden uit wanhoop” met een stijging van vroegtijdige dood als gevolg van misbruik van drugs en alcohol. Zelfmoorden worden in verband gebracht met armoede, sociale isolering en problemen met de geestelijke gezondheid. Relatiepatronen worden ook beïnvloed door ongelijkheid. In de afgelopen decennia zijn de meer welgestelde mensen meestal getrouwd of samenwonend, aldus IFS. Onder de armen daalt het aantal mensen met een partner. Dat patroon is te wijten aan de toenemende baanonzekerheid, een gebrek aan financiële onafhankelijkheid en ‘chaotische levens’.
Over het algemeen, aldus IFS, gaat Groot-Brittannië lijken op de Verenigde Staten met aan de top een concentratie van rijkdom en druk op de voor lage lonen werkende gezinnen.
Sociale spanningen
Er wordt gezegd dat de levensverwachting in de V.S. blijft steken en dat de salarissen voor niet-universitair, geschoolde mannelijke werknemers in vijftig jaar niet gestegen zijn. “Het risico bestaat dat Groot-Brittanië dezelfde weg opgaat”, aldus IFS.
Het instituut waarschuwt ook voor de sociale spanningen die gepaard gaan met een economie die gebaseerd is op toenemende ongelijkheid. Volgens recente berichten van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) komt er druk te staan op zowel de middenklassen als degenen met een laag inkomen.
Een ‘constant gebrek aan zekerheid’
Wetenschappelijk onderzoeker, de dertiger James Hutchinson, vindt dat hij zich aan zijn deel van de afspraak heeft gehouden. Hij is gepromoveerd aan de Universiteit van Cambridge, werkt als academicus en heeft een gezin. Maar hij voelt zich eigenlijk ‘machteloos’ ten aanzien van de woonkosten en het feit dat hij niet zeker is van zijn baan. Hij werkt met korte termijncontracten. “Het is geen zielig verhaal”, aldus Hutchinson, “maar als mensen het gevoel hebben dat ze niet vooruit komen in hun leven, voelen ze zich losgekoppeld. We zijn opgevoed met het idee dat een academische opleiding een beter leven betekent”. Zijn partner Bethany heeft besloten niet te werken; ze kan de kinderopvang niet betalen.
Het paar woont in Bristol en had moeite een woning te vinden die het zich kond veroorloven. Ze zijn nu bezig met het opknappen van hun huis.
Dr Hutchinson erkent dat hij het beter heeft dan menig ander met een gemiddeld inkomen van £ 35,000 per jaar, maar hij voelt zich ook gefrustreerd bij gebrek aan vooruitgang en vreest dat de omstandigheden er niet beter op zullen worden voor zijn kinderen, eerder slechter.
Dat gevoel van zijn generatie losgekoppeld te zijn komt door het toenemende besef dat je als mens vervangbaar bent, en een arbeidscultuur die gekenmerkt wordt door een ‘constant gebrek aan zekerheid’.
Hutchinson betwijfelt of de politiek haar beloften op de een of andere manier kan waarmaken. “Hoe kunnen wij een functionele maatschappij bouwen op niet-functionele levens?” vraagt hij. De consumentenmaatschappij is bang zelf te worden geconsumeerd.
Brede opzet
Inequalities in the twenty-first century: introducing the IFS Deaton Review geeft een idee van het onderzoek van de komende vijf jaar dat zich niet beperkt tot Groot-Brittannië en Noord-Ierland maar globaal van opzet is. Doel ervan is niet antwoorden geven maar de brede opzet laten zien en het belang van het soort gestelde vragen.
Experts van naam op het gebied van sociologie, demografie, epidemiologie, politieke wetenschappen, filosofie en economie werken samen om een diepgaand begrip te krijgen van de aard van ongelijkheid in de 21ste eeuw: van levensomstandigheden, gezondheid, politieke deelname en kansen. Niet alleen tussen rijk en arm maar ook tussen geslachten, etniciteiten, geografische gebieden en opleidingen. Onderzocht wordt waar mensen zich zorgen over maken wat betreft ongelijkheid, welke aspecten rechtvaardig en onrechtvaardig zijn en hoe die zorgen zich verhouden tot de werkelijke niveaus van ongelijkheid. Welke factoren voeren tot ongelijkheid? Zijn dat technologische veranderingen, globalisering, arbeidsmarkten, het gedrag van grote bedrijven, gezinsstructuren en onderwijsstelsels?
Noot
*) FTSE – De Financial Times Stock Exchange Index (marktindex) is de belangrijkste graadmeter van de effectenbeurs van Londen.
Inequalities in the twenty-first century: introducing the IFS Deaton Review, IFS, 14 mei 2019: www.ifs.org.uk/inequality/chapter/briefing-note/
Inequality driving ‘deaths of despair’, door Sean Coughlan en David Brown, BBC News, 14 mei 2019: www.bbc.com/news/education-48229037
Deaths of despair, once an American phenomenon, now haunt Britain, The Economist, 14 mei 2019: www.economist.com/
About the IFS Deaton Review: www.ifs.org.uk/inequality/about-the-review/
Hieronder de video Inequality and the future of capitalism. Toespraak van Sir Angus Deaton bij de lancering van de IFS Deaton Review op 14 mei 2019.
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Geef een reactie