Skip to main content

Interview met Britse hoofdcommissaris van politie die geveld werd door ptss

omslag blue a memoir john sutherlandDe Britse hoofdcommissaris van politie John Sutherland uit Londen zegt in een interview hoe hij in zijn ziel “stukjes meedraagt van iedereen die gestorven is”. Hij heeft een inzinking gehad en vertelt openhartig over de harde realiteit van politiewerk in het huidige Groot-Brittannië.
Sutherland heeft veel gezien en meegemaakt. Uiteindelijk werd het hem allemaal teveel. Hij is niet meer in staat het beroep dat hem zo lief is uit te oefenen. Sutherlands verhaal in de online-versie van dagblad Daily Mirror bevat foto’s die zijn verhaal illustreren. We zien zijn portret op jonge leeftijd als beginnend politieman, beelden van gebeurtenissen die volop in het nieuws zijn geweest en waarbij Sutherland was betrokken alsmede een recent portret van een ‘sadder and wiser man’.

Sutherland droomde er als kind al van politieman te worden. In 1992 ging hij werken bij de Metropolitan Police in het zuiden van Londen. Getrouwd en vader van drie kinderen was hij een gelukkig man die een kundig gijzelingsonderhandelaar bleek met compassie voor slachtoffers van geweldsdelicten. Hij was een zeer ervaren politieman, verantwoordelijk voor honderden politiemensen en de veiligheid van duizenden burgers.
Op een kwade dag stortte zijn wereld in elkaar. Het was april 2013 en hij had zich al maanden niet goed gevoeld, maar hij ging door met zijn veeleisende werk in de hoofdstad. Hij kreeg paniekaanvallen en schrok midden in de nacht wakker. Op een dag, nadat hij de avond daarvoor al om zeven uur naar bed was gegaan, gaf hij te kennen dat hij naar het ziekenhuis wilde. In de zeven maanden daarna zou hij niet meer naar zijn werk gaan.

Ik heb mijn armen om haar heen geslagen

In een café vlakbij Scotland Yard vertelt deze bedachtzame politieman dat hij wacht op toestemming om met pensioen te gaan op grond van slechte gezondheid: “Ik voel me een stuk beter dan voorheen, maar ik zal nooit kunnen terugkeren naar mijn oude baan. Wat er is gebeurd, heeft me veranderd”.
Twintig jaar lang had hij zich met passie op zijn werk gestort, maar nu beseft hij dat hij niet langer de fysieke noch de psychische kracht heeft door te gaan. Ook in het dagelijks leven is hij niet in staat normaal te functioneren: “Onlangs reed ik met mijn gezin naar een bruiloft. We reden langs iemand die waarschijnlijk geraakt was door de zijspiegel van een bus. Haar gezicht zat onder het bloed en ik kreeg een paniekaanval. Mijn oude ik zou hebben gestopt. Ik was helemaal overstuur. Er was al hulp aanwezig, dus ik ben niet uitgestapt”.

Hij vertelt dat hij geen films meer kan bekijken waar hij vroeger dol op was. Vooral oorlogsfilms, zoals Black Hawk down en We were soldiers. Hij kan nog wel kijken naar sport en romantische films, maar niet naar het nieuws; een krant lezen gaat ook niet. .
Sutherland doorliep zijn carrière in een van de lastigste wijken van Londen. Daardoor heeft hij uniek inzicht gekregen in problemen waarmee de politie wordt geconfronteerd.
Hij heeft te maken gehad met geestelijke gezondheidskwesties en de manier waarop de politie die aanpakt. Hij heeft meegemaakt hoe de politie problemen moet zien op te lossen die niet tot haar taken behoren en die andere instanties laten liggen: “Ik herinner me toen ik politie-inspecteur was dat we om ongeveer 11 uur ‘s avonds een telefoontje kregen van de sociale dienst. Dat was weer zo’n typisch geval dat naar de politie doorgeschoven werd en dat niets had te maken met ons […] Het ging om een spoedgeval waarbij een jong meisje in veligheid gebracht moest worden vanwege de slechte geestelijke gesteldheid van haar moeder. We kregen te horen dat er een kind in gevaar verkeerde en dus gingen we erop af. De moeder deed de deur open. Mijn vader leed aan een bipolaire stoornis en hij en mijn moeder wisten dat goed te verbergen. Zelf begreep ik het niet helemaal, maar ik wist er daardoor wel wat meer vanaf dan de meeste mensen. Hier stond een van die mensen van wie je weet, als ze je aankijken, dat ze niet in orde zijn. Het meisje lag te slapen in haar bed en ik dacht, ik wil dit kind niet aan het schrikken maken, dus ik schoof mijn pet wat naar voren zodat ze, als ze wakker werd, een herkenbaar persoon zou zien die je kon vertrouwen. Ze was rustig en zo mak als een lammetje; misschien was het wel niet de eerste keer dat dit gebeurde. Nadat ze zich had aangekleed brachten mijn collega’s haar naar de auto.
Op dat moment raakte de moeder totaal van streek. Ik heb mijn armen om haar heen geslagen en een knuffel gegeven. Dat kalmeerde haar voldoende, waarna ik kon vertrekken. Toen ik de deur achter me dicht had getrokken dacht ik hoe vreselijk dit was in alle opzichten. Ik denk wel eens dat de politie de gaten moet dichten die andere instanties behoren te dichten”.

Keeping the peace and falling to pieces

John Sutherland heeft een boek geschreven, verschenen in mei 2017: Blue: A memoir – Keeping the peace and falling to pieces. Daarin heeft hij het over Dr Edmond Locards beginsel van de forensische wetenschap: “Elk contact laat een spoor achter”. Het is duidelijk dat het niet louter gaat om bewijs maar ook om de emotionele weerslag van de confrontatie met harde misdaad. Sutherland was gijzelingsonderhandelaar in 2008 toen advocaat Mark Sanders in zijn huis was omsingeld en ten minste vijf keer werd geraakt door scherpschutters tijdens een schietpartij. Markham had, thuiskomend van zijn werk, het in zijn flat op een drinken gezet, waarna hij stomdronken met een geweer in het wilde weg was gaan schieten, dwars door de ruiten van zijn flat heen. De vijf duur durende dreiging heeft Sutherland diep geraakt.

Sutherland was ook betrokken bij Kodjo Yenga, de zestienjarige tiener die doodgestoken werd nadat hij, onder luid geschreeuw van ‘dood hemachterna gezeten was door een straatbende jongens en meisjes: “Het gebeurde in de middag op een doordeweekse dag. Hij was een goeie jongen die nog nooit met de politie in aanraking was geweest en die tegen een groep jongens aanliep die hem uitdaagde om de gaan vechten. Na zijn dood heb ik alle betrokken instanties bij elkaar geroepen en gezegd dat we op zoek moesten naar de achtergrond van deze kinderen en erachter zien te komen of er een patroon viel waar te nemen. Wat we hebben ontdekt was nu niet direct een verrassing, maar schokkend was het wel. Een van hen kwam uit een gebroken gezin, maar het merendeel had geen onderwijs genoten. Sommigen hadden familieleden die wandaden hadden begaan. Anderen hadden al een strafblad. Wat het meest opviel was dat ieder van hen, zonder uitzondering, was opgegroeid in een gezin met huiselijk geweld”.

20-Jarenplan

Sutherland zou het liefst zien dat politieke partijen plannen maken voor de lange termijn – hij heeft het zelfs over een 20-Jarenplan – en die tot inzet maken van hun verkiezingscampagnes. Zijn verhaal toont aan dat we nog maar net zijn begonnen met enig besef van het cumulatief slopende effect van het werk dat wij van de politie vragen.
De onvermijdelijke vraag is uiteraard: Waarom storten niet alle politiemensen in? Het antwoord daarop is dat er veel meer politiemensen zijn die lijden en worstelen dan we denken. Sutherland hoopt dat zijn boek anderen kan helpen: “Al is er maar een die er wat aan heeft, dan is het dat waard”.

Lees het hele interview met John Sutherland, door Steve Myall: “In my soul, I carry pieces of everyone who died”: Top cop who suffered breakdown reveals brutal truth of what it takes to be a police officer in Britain today,  The Mirror, 6 september 2017: www.mirror.co.uk

Lees daar ook de reacties.

Blue: A Memoir, door John Sutherland: https://policecommander.wordpress.com/blue-a-memoir/