Over Rotterdamse helden en laffe bestuurders
De pastoor met de revolver en de grote zwarte hond
Pastoor Gompertz was in het laatste kwart van de 19e eeuw actief op Feijenoord, het gebied dat zich sterk ontwikkelde op havengerelateerde bedrijvigheid. Ludovicus Gompertz, een kunsthistoricus met een late roeping als priester en met een sterke missionaire inslag had de bisschop expres gevraagd om op Feijenoord te mogen werken. Want daar kon hij met zijn inzet echt toegevoegde waarde leveren aan de gemeenschap, zo vond hij. De leefomstandigheden waren in die tijd abominabel. De vele arbeiders uit de zuidelijke provincies leden onder slechte werk- en woonomstandigheden en werden apert uitgebuit.
Met deze aardappeleters kwam er bovendien flink wat tuig van de richel mee waardoor Feijenoord ook een ronduit gevaarlijke leefomgeving werd. De overheidsbemoeienis beperkte zich tot de politie, de douane en -na het echec van Lodewijk Pincoffs – het havenbedrijf. Uit voorzorg liet Gompertz zich daarom dan ook vergezellen van een grote zwarte hond en stak hij een geladen revolver bij zich als hij op bezoek ging bij zijn parochianen. Maar zijn toewijding aan de mensen op Feijenoord was diep geworteld, en zo bouwde hij met zijn blote handen en tegen de verdrukking in aan een bloeiende parochie die sterk bijdroeg aan de beschaving van de bevolking en aan de opvoeding en ontwikkeling van de jeugd. Na ruim 10 jaar zware arbeid werd de pastoor ziek en overleed hij, aan een hartaanval. Bij zijn begrafenis werd duidelijk hoevelen hem in het hart hadden gesloten want de belangstelling was overweldigend.
Twee helden
Gompertz belichaamde bij uitstek het particulier initiatief dat Rotterdam groot gemaakt heeft.
Eric van ’t Zelfde is ook er zo één. Daarom schrok ik me wezenloos toen ik in de Volkskrant van 10 oktober over zijn wederwaardigheden las en over hoe hij stelselmatig in de steek gelaten werd door de autoriteiten. Autoriteiten die er zich bij het publiek op voor laten staan dat ze er alles aan doen om de perspectieven voor de Rotterdamse kinderen en jongeren te verbeteren en de mensen die zich voor hen inzetten een hart onder de riem te steken. Niet is minder waar, zo illustreert het relaas van Van ’t Zelfde.
Nu had ik zelf al een enkele kanttekening bij het gemeentelijk onderwijs- en jeugdbeleid, maar hier ontplofte ik. Het verschil met Gompertz’ tijd is namelijk dat er nu wel overheid is. Een gemeentelijke overheid die niet schroomt om, als het hem uitkomt, zich met de kleinste details van het maatschappelijke leven te bemoeien. Een overheid ook die het zich veroorlooft om zich onder het motto ‘doorzettingsmacht’ van beleid te bedienen dat dikwijls de plank misslaat en dat de facto blijk geeft van minachting voor de Rotterdammers die van de stad iets willen maken. Een overheid ook dat het particulier initiatief van de velen die zich inzetten voor de goede zaak bijna systematisch frustreert, alle mooie woorden over Kendoe en Rotterdamergerichtheid ten spijt.
Mijn belastinggeld gaat dus op aan een apparaat dat de maatschappelijke ontwikkelingen tegenhoudt en een ernstig gebrek aan engagement aan de dag legt jegens diegenen die bij uitstek de publieke zaak dienen. Van ’t Zelfde is dan ook niet de enige die door schade en schande ondervindt dat hij hier in zijn eentje de kastanjes uit het vuur mag halen.
Wegkijkwijken
Dit verwijt geldt overigens meerdere besturen. Want zijn de wijken waar Van ‘t Zelfde zijn leerlingen betrekt niet aangemerkt als ‘focuswijken’ in het kader van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid? En is dat niet een alliantie van het bevoegd gezag van Van’t Zelfde’s school, het Rotterdamse gemeentebestuur en het Rijk, gedirigeerd door ‘superambtenaar’ Marco Pastors? Is deze samenballing van ‘bestuurlijke en ambtelijke kracht’ dan niet bij machte om mensen als Van ’t Zelfde zo te ondersteunen, te koesteren en te beveiligen dat hij zijn belangrijke werk voor de jeugd kan doen zonder voortdurend over zijn schouder te hoeven kijken? “Wie aan Eric komt die komt aan mij”: ik moet de eerste bestuurder nog tegenkomen die dat publiekelijk zegt. Hoezo focuswijken? Het zijn wegkijkwijken.
Dit is geen incident
Ik kan uit ervaring spreken want ik woon zelf zo’n 10 jaar op Feijenoord, ook één van die wegkijkwijken. In die 10 jaar heb ik zeker 5 gemeentelijke operaties meegemaakt die tot doel hadden de pedagogische en educatieve kwaliteit van deze wijk op een hoger plan te brengen. Steevast werden zij zonder een deugdelijke evaluatie opgevolgd door een andere voordat ze goed en wel op stoom gekomen waren. En bij de Children’s Zone, het meest recente paradepaardje, is de prik er inmiddels ook al aardig uit. Kennelijk is in de Rotterdamse bestuurscultuur het ‘geen woorden maar daden’ zo gecultiveerd dat bestuurders zich liever storten in onoordeelkundige doenerigheid dan dat zich aan laten spreken op hun vermogen tot reflectie en doordachtheid. Dit tot schade van de kinderen en jongeren en tot weggevlucht vertrouwen van de velen die zich dagelijks voor hen inzetten.
Hoe komt het toch dat de jeugd in Rotterdam het zo slecht doet, vraagt deze en gene zich af. Welnu, de gemeente is het grootste probleem. Want met dit slappe, hapsnappe en hersenkrappe jeugd- en onderwijsbeleid zijn de kinderen en jongeren veel slechter af dan mogelijk zou zijn geweest, als de gemeente al veel eerder duurzaam beleid had gevoerd dat in elk geval blijk geeft van een grote pedagogische fijngevoeligheid. Ik zal het daarbij maar niet hebben over de rekening die de burger voor al dat lamlendige beleid heeft moeten betalen.
Minachting
Ook op Feijenoord zijn er velen met een zelfde inzet en toewijding als die van Van ’t Zelfde. Ook zij worden sinds jaar en dag door de gemeentelijke overheid genegeerd. Door de onverschilligheid van achtereenvolgende colleges en hun sterke neiging het beleid vooral vanuit de leunstoel te voeren, worden deze Feijenoordse ‘best persons’ niet gezien, laat staan gerespecteerd en gewaardeerd. Het gevolg is ook dat ze de grote geldstromen van het onderwijs -en jeugdbeleid voortdurend en volkomen ten onrechte aan hun neus voorbij zien trekken. Beter kan het gebrek aan engagement van het gemeentebestuur jegens de Rotterdammers op Zuid niet worden geïllustreerd. En tot overmaat van ramp moeten deze helden ook nog dat hypocriete en wereldvreemde Kendoegelul aanhoren.
Gebakken lucht
André van der Louw, één van de voorgangers van de huidige burgemeester, kwam ooit enthousiast terug van een bezoek aan Chicago, de ‘windy city’. Ja, dat was Rotterdam eigenlijk ook want hier waait de wind ook altijd zo lekker tussen de wolkenkrabbers. Van der Louw had echter niet door dat ‘windy city’ niet slaat op de weersomstandigheden maar op enorme hoeveelheden gebakken lucht die het gemeentebestuur van de tweede stad van de VS over zijn inwoners pleegt te verspreiden. Ik weet niet of Van der Louw met die kennis de vergelijking met Chicago nog gepast zou vinden, maar de man had zijn ogen natuurlijk niet in zijn zak.
Kenhoe?
Burgemeester Aboutaleb zal tijdens het landelijke Kendoecongres*) op maandag 12 oktober 2015 wel weer de gebraden haan uithangen en hoog opgeven van ‘De Rotterdamse Aanpak’ in de herijking van de verhoudingen tussen bestuur, burgers en de vele anderen die zich inzetten voor de ontwikkeling van de stad en van zijn jeugd. De bezoekers zullen zich er ongetwijfeld door laten begoochelen want weten zij veel? Maar de Rotterdammerts die echt blijk geven van een Kendoementaliteit weten beter en doen er maar wijselijk het zwijgen toe.
De tekst op de gevelsteen luidt: “Het geloof behoedt de rede voor dwaling. Pastoor Gompertz Stichting”.
De tekst is wat weggevaagd maar dat is ook de schuld van het Rotterdamse gemeentebestuur.
*) De Kendoe-democratie, Landelijk congres in Rotterdam, 12 oktober 2015, van 15.15 – 21.00 uur wordt gehouden in het Stadhuis, Coolsingel 40 (Burgerzaal) Rotterdam: https://issuu.com/diynow/docs/vooraankondiging_congres_kendoe-dem
Schooldirecteur vertrekt als overheid niet radicaal haar koers wijzigt, Blogs Beroepseer, 2 oktober 2015: https://beroepseer.nl
Over Rotterdamse helden en laffe bestuurders, door Ype Akkerman, Pedagogisch Engagement, 12 oktober 2015: http://www.pedeng.nl (niet meer beschikbaar op Pedeng.nl)