Hoogste tijd voor adequate aanpak van signalen van onethisch gedrag

zakendoen en onethisch gedrag “Het is de hoogste tijd dat de bescherming van de klokkenluiders in Nederland beter geregeld wordt, niet alleen in de publieke maar ook in de private sector. Deze bescherming is niet alleen cruciaal voor de betrokken individuen, maar ook noodzakelijk vanuit algemeen belang. In veel gevallen waarschuwt een klokkenluider tegen inbreuken op de integriteit, met onaangename gevolgen voor zijn of haar instelling of onderneming maar ook met negatieve gevolgen voor de maatschappij als geheel. Klokkenluiders hebben het niet makkelijk in Nederland. Waar klokkenluiders in veel andere landen grote bescherming genieten en soms zelfs beloond worden, worden zij in Nederland van oudsher vooral als verklikker neergezet. Er dient in Nederland een cultuuromslag te komen, richting een maatschappelijk verantwoord beleid dat ook klokkenluiders faciliteert. Met een goede klokkenluidersregeling komen misstanden ook daadwerkelijk aan het licht. Daar zijn alle stakeholders uiteindelijk mee gediend”.

Deze passage staat in het eind oktober 2013 verschenen boek Ondernemen zonder corruptie waarvoor Joost Wiebenga een hoofdstuk schreef: Van egaal speelveld naar hellend vlak of omgekeerd? Wiebenga is bestuurslid van Transparency International Nederland (TI-NL), een internationale niet-gouvernementele organisatie die zich inzet om integriteit, inzichtelijkheid en toerekenbaarheid te bevorderen en de corruptie in de wereld uit te bannen.

Zwijgcultuur

Wiebenga vervolgt: “De situatie in de Verenigde Staten, waarbij een klokkenluider onlangs ruim 100 miljoen dollar ontving, is uitzonderlijk. Onder de na de crisis ingevoerde Dodd-Frank Act is een bepaling opgenomen die klokkenluiders tien tot dertig procent van het teruggewonnen geld in het vooruitzicht geeft. Dat kan inderdaad tot forse bedragen leiden. Die vorm van ‘bounty hunting’ past niet in de Nederlandse cultuur en er wordt met terughoudendheid naar de gang van zaken in Amerika gekeken.
Klokkenluiders worden hier niet beloond, maar de manier waarop we op dit moment met klokkenluiders omspringen kan wel verbeterd worden. Wanneer je de verschillende grote klokkenluiderszaken uit het verleden bekijkt, komen klokkenluiders er in Nederland altijd slecht vanaf. Men denke aan Ad Bos, ‘die de klok luidde vanuit een villa en eindigde in een caravan’.
De Nederlandse loyaliteit binnen een organisatie en de afkeer van wat mensen betitelen als ‘klikken’, is daar voor een groot deel debet aan. Een bedrijf is een omgeving die veelal gebaseerd is op cohesie, vertrouwen en een gezamenlijk doel. Wanneer iemand dat pact breekt, ook al is het doel uiteindelijk een beter bedrijf, wordt dat in de regel niet of met tegenzin geaccepteerd. Uit het NIS Rapport1) en andere onderzoeken blijkt dat Nederlanders het lastig vinden om in hun eigen homogene groep elkaar aan te spreken op negatieve zaken. Dan krijg je dus een zwijgcultuur. Voorbeelden waarbij klokkenluiders uiteindelijk naar buiten treden, zoals in bekende zaken bij academische ziekenhuizen of de bouwsector, leiden vrijwel altijd tot ontslag en wanneer via de rechter dat ontslag dan wordt teruggedraaid, is het nog maar de vraag hoe de klokkenluider vervolgens op de werkvloer wordt ontvangen”.

Prestatiedruk en onethisch gedrag

Wiebenga gaat in zijn hoofdstuk in op corruptie(schandalen), omkopingspraktijken, onethisch gedrag en de remedies daartegen. Een van de oorzaken van onethisch gedrag is de sterk toenemende druk op managers om te presteren. Dat dat leidt tot het overtreden van regels, blijkt uit het onderzoek EMEIA Fraud Survey 2013 2) van Ernst & Young. Het onderzoek werd verricht in zesendertig landen onder meer dan drieduizend werknemers van grote ondernemingen. Het rapport trekt drie globale conclusies:

• Topmanagers staan onder toenemende druk in zeer lastige omstandigheden groei en winst te realiseren. Slechts 22% van de respondenten meent dat de condities in hun markten volgend jaar zullen verbeteren. Meer dan een derde verwacht zeker dat volgend jaar het management onder nog meer druk staat goede financiële prestaties te leveren.

• Onethisch gedrag (fraude, omkoping, corruptie) ten gevolge van deze druk is geen hypothetisch risico meer. Een op de vijf respondenten (in snel groeiende markten zelfs een op de vier) meldt vormen van financiële manipulatie in hun organisatie. De meest genoemde voorbeelden betreffen het opzettelijk overschatten van omzetten en het onderschatten van kosten. 57% zegt dat in hun land omkoping en corruptie wijdverbreid is.

• Compliance-programma’s3) werken, maar niet goed genoeg. 67% van de ondervraagde topmanagers zegt dat hun anti-fraudebeleid goed is gecommuniceerd. Echter, slechts 44% van hun werknemers is het hiermee eens. Zelfs als er compliance-programma’s zijn, dan nog ontbreken vaak essentiële onderdelen. Minder dan de helft van de respondenten vindt dat hun collega’s anti-corruptieprogramma’s relevant zouden vinden.

Een geheel verzorgd uitstapje

Corruptie – een fenomeen met vele verschijningsvormen – vormt een ernstige aantasting van de integriteit van de overheid, met grote morele en politieke gevolgen. In het zakenleven leidt corruptie tot grote economische schade en valse concurrentie.
Een voorbeeld dat Wiebenga geeft is het fêteren, dat steeds meer onder het juridische vergrootglas komt te liggen. Het Hof heeft in 2013 een leidinggevende van een bouwbedrijf en een ambtenaar veroordeeld tot onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor corruptie op grond van onder meer de volgende overweging: “In aanmerking dat verdachte [in casu: de werknemer] deze gift [in casu: een volledig verzorgde vliegreis naar de Grand Prix in Monaco ter waarde van ongeveer 2.600 euro en een geheel verzorgd uitstapje naar een concert van Robbie Williams in de Amsterdam Arena] heeft gedaan aan de ambtenaar die in deze periode waarin deze ook zakelijk contact had met dat bedrijf, kan het niet anders zijn dan dat verdachte de (omvangrijke) gift heeft gedaan met het oogmerk om de ambtenaar te bewegen in strijd met zijn plicht iets te doen, te weten het begunstigen van het bedrijf van verdachte. (……) Het kan naar het oordeel van het Hof namelijk niet anders zijn dan dat de giften werden gedaan aan (…) teneinde een relatie met hem te doen ontstaan en/of onderhouden met het doel een voorkeursbehandeling te krijgen.”
Op basis van deze jurisprudentie zou het OM ook andere ambtenaren, bedrijven en/of hun werknemers voor soortgelijke vergrijpen kunnen vervolgen.

Nieuwe maatregelen voor versterking integriteit en transparantie en inperking corruptie

Voor een overheid die integer en transparant wil zijn is het zaak om zo krachtig mogelijk tegen corruptie op te treden. Het openbaar ministerie draagt vanuit een strafrechtelijke invalshoek bij aan de bestrijding van corruptie. Zie de recente Aanwijzing opsporing en vervolging ambtelijke corruptie in het buitenland van het College van Procureurs-Generaal die op 1 januari 2013 in werking is getreden4). In deze Aanwijzing worden factoren beschreven die bij de opsporing en vervolging van ambtelijke corruptie gepleegd in het buitenland relevant zijn.

Wiebenga pleit voor nieuwe maatregelen en anti-corruptiewetgeving om de integriteit en transparantie te versterken en corruptie in te perken. Recente corruptieschandalen op verschillende overheidsniveaus en in de private sector evenals toenemende internationale druk om corruptie te bestrijden in vooral de internationale handel en dienstverlening, vereisen dat: “Nederland is in de ogen van het internationale bedrijfsleven een corruptievrij land, zoals recente publicaties van de corruptieperceptie indices van Transparency International zelf laten zien. Toch zijn er zelfs in Nederland aanwijzingen voor tekort schietende transparantie, integriteit en verantwoording, zoals eigentijdse voorbeelden in deze studie laten zien voor sectoren die uiteenlopen van onroerend goed, tot onderwijs en openbare aanbestedingen. Een belangrijke aanbeveling is om de vervolging door de Nederlandse autoriteiten van corruptie van ambtenaren in het buitenland in overeenstemming te brengen met soortgelijke inspanningen van de Verenigde Staten met de decennia oude FCPA, het Verenigd Koninkrijk met de Bribery Act 20105 en Duitsland met haar federale wetgeving en actieve vervolgingsautoriteiten in de deelstaten”.
Daarmee zou Nederland kunnen meeprofiteren van de miljoenen dollars die door de justitiële autoriteiten mondiaal worden opgeëist van corrupte bedrijven en betrokkenen. Zonder zo’n soort regeling loopt de Nederlandse Schatkist miljoenen mis.


Noten

1) Nationaal Integriteitssysteem Landenstudie Nederland (NIS), Den Haag 5 juni 2012: www.integriteitoverheid.nl

2) EMEIA: Europa, het Midden –Oosten, India en Afrika – Fraud Survey 2013: http://rai-see.org/wp-content/uploads/2016/01/Navigating_todays_complex_business_risks.pdf

3) Compliance = handelen volgens de regels, zowel van toezichthoudende instanties als van de eigen organisatie. Grote bedrijven beschikken over compliance afdelingen die alle transacties onderzoeken op eventuele strijdigheid met interne of externe gedragsregels.

4) Aanwijzing opsporing en vervolging ambtelijke corruptie in het buitenland (2012A020): www.om.nl

Referenties

Joost Wiebenga, Van egaal speelveld naar hellend vlak of omgekeerd?, hoofdstuk in boek Ondernemen zonder corruptie, p. 160-200, Kluwer, Deventer 2013, onder redactie van mr. M.J. van Woerden, mr. M. Jurgens, prof. dr. S.P. Kaptein en Mr. J.T.C. Lelieveld. Klik hier voor downloaden hoofdstuk.

Transparency International Nederland (TI-NL): www.transparency.nl

Het novembernummer 2013 van het tijdschrift Justitiële verkenningen is geheel gewijd aan Klokkenluiders. Klik hier om te downloaden.

Lees ook het artikel van Aart G. Broek: Voorkom klokkenluiden, word dwarsligger op Blogs Beroepseer: https://beroepseer.nl

Nieuwsbrief ontvangen?

Wij houden u graag op de hoogte van actuele ontwikkelingen binnen Stichting Beroepseer.  Wilt u onze nieuwsbrief ontvangen? Dan kunt u zich hieronder aanmelden.

Contact

Adres:
Multatulilaan 12
4103 NM Culemborg

Email:
info@beroepseer.nl

© Stichting beroepseer