Hoe kan de overheid participeren in een energieke samenleving?
Het essay Leren door doen gaat op zoek naar een antwoord op de vraag wat de rol van de overheid is in een energieke samenleving. Het gaat daarbij nog steeds over sturing door de overheid, maar in de vorm voorbij een hiërarchische overheid die boven de samenleving en de markt staat. De overheid is nooit een partij als alle anderen, maar is voor het bereiken van haar doelen wel steeds meer afhankelijk van wat anderen doen. Veel problemen – denk aan klimaatverandering, verlies aan biodiversiteit en de grondstoffenproblematiek – zijn te groot en te hardnekkig om het zoeken naar oplossingen alleen bij de overheid neer te leggen. Dat vereist een andere rol van het bestuur, de ambtelijke organisatie en van individuele ambtenaren.
Voor dit essay verkenden de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) op basis van empirisch materiaal uit deelonderzoeken op het terrein van duurzame mobiliteit, organische gebiedsontwikkeling, handhaving en lokale klimaatinitiatieven de overkoepelende lessen over deze thematiek. Wat betekenen de veranderende verhoudingen in de samenleving voor overheidssturing, de overheidsorganisatie, de politiek en voor de ambtelijke professionaliteit?
Leren door doen is een vervolg op het in 2011 gepubliceerde essay De energieke samenleving, een politiek-sociologische analyse met een meer bestuurskundige verdieping op weg naar toepassing in de praktijk. Gegeven de doelen die de samenleving nastreeft, is de vraag keer op keer met welke beleidsinstrumenten die doelen gerealiseerd kunnen worden? Zoals dit essay heeft laten zien, bestaan daar vaak geen pasklare antwoorden op. In 2012 werd de energieke samenleving één van de zeven thema’s in de Strategische Kennis- en Innovatieagenda 2012-2016 van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM). Een vraag in die agenda was hoe de energieke samenleving te bedienen en te benutten in het licht van de opgaven waar de maatschappij voor gesteld staat?
Niet minder overheid, maar een andere overheid
Antwoorden op die vraag staan in Leren door doen. Uitgangspunt daarbij is dat de energieke samenleving niet vraagt om “minder overheid”, maar om een “andere overheid”. Een overheid die vaardig is in het combineren van klassieke rollen van de overheid – rechtmatig, presterend – met nieuwe rollen: netwerkend, participerend en faciliterend.
Het is zonneklaar dat de overheid anders over de organisatie van de verhouding tussen kennis, beleid en uitvoering moet gaan denken. Die drie moeten op nieuwe creatieve manieren aan elkaar worden gekoppeld. Wetenschap kan steeds vaker ontbranden aan de ervaringen van ‘practitioners’, of dat nu welwillende burgers of bedrijven zijn of mensen die actief zijn in de uitvoering of handhaving.
Eigen leervermogen van de overheid vergroten
De energieke samenleving vraagt een energieke overheid. De overheid kan dat adjectief alleen waarmaken als zij stevig investeert in het vergroten van haar eigen leervermogen. Dit essay wijst om dat te realiseren een weg aan: een overheid die de samenleving benut en betrekt bij het zoeken naar oplossingen, die durft te experimenteren, en die nieuwe inzichten gaandeweg laat ontstaan. Maar ook een overheid die koersvast is en die tegelijkertijd bereid is om beleid te ‘fine tunen’ als de uitvoeringspraktijk laat zien waar onbedoelde fricties of ongewenste effecten optreden. Dus niet een beleid gericht op CO2-arme auto’s loslaten als dit te duur wordt, maar aanpassen zodat de gewenste veranderingen doorzetten zonder dat dit een te groot beslag doet op de overheidsmiddelen.
De nieuwe, energieke overheid
De nieuwe energieke overheid gelooft in het innovatieve vermogen van de samenleving, beloont de koplopers, durft te experimenteren, corrigeert ongewenste neveneffecten en stimuleert het leren door steeds te laten zien wat elders werkt, en waarom. In het licht van de opgaven waar de overheid voor staat, zal ze daarbij ook moeten durven uitspreken welke praktijken of technieken niet langer passen in de samenleving vanwege de negatieve gevolgen voor de samenleving. Of, in de woorden van wijlen Ad Geelhoed, beleid is soms ook het toebrengen van leed. Wanneer de overheid actief helpt bij het vinden van betaalbare alternatieven dan winnen ook grotere transities aan maatschappelijk draagvlak.
Wat kan de individuele ambtenaar of een team doen?
In Leren door doen wordt ook antwoord gegeven op de vraag wat de individuele ambtenaar kan bijdragen aan de energieke samenleving. Wat is er aan structuur, vermogen en competenties nodig om het op een ‘energieke manier’ werken in de buitenwereld mogelijk te maken? Wat kan een ambtenaar bijvoorbeeld doen om de energie en creativiteit bij burgers en bedrijven te sturen of te benutten en wat vraagt dat van die ambtenaar? Er is geen blauwdruk, het is zoeken naar ‘hoe het beste te handelen in welke situatie’.
In het slothoofdstuk krijgen ambtenaren een aantal vuistregels aangereikt die de individuele ambtenaar of een team helpen om hun rol en inzet te bepalen.
In de koers van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu staat voor de periode 2016 tot en met 2020 in ieder geval het versterken van de participerende en faciliterende overheid en het combineren van die nieuwe rol met de klassieke rollen centraal.
Klik hier voor downloaden van Leren door doen – Overheidsparticipatie in een energieke samenleving, door Martijn van der Steen, Jorren Scherpenisse, Maarten Hajer, Olav-Jan van Gerwen, Sonja Kruitwagen, 68 p., uitgave van Nederlandse School voor Openbaar Bestuur en Planbureau voor de Leefomgeving, 2014: https://beroepseer.nl
NSOB: www.nsob.nl/
PBL: www.pbl.nl