Betere boekhouding overheid geeft burgers hernieuwd vertrouwen in de democratie
Waar blijft het belastinggeld? Het Rijk houdt dat bij met achterhaalde regels. Dat moet anders, vindt Arno Visser, sinds 2015 president van het College van de Algemene Rekenkamer. In een essay, gepubliceerd in Elsevier Weekblad, legt Visser uit hoe het anders moet. De onafhankelijke, in 1814 opgerichte Algemene Rekenkamer is gevestigd in Den Haag en controleert of de uitgaven van de Rijksoverheid rechtmatig en doelmatig zijn gedaan.
Visser begint zijn essay met een citaat van de oud-president van de Algemene Rekenkamer, Saskia Stuiveling, die had opgemerkt dat het ‘Huis van Thorbecke’ meer was gaan lijken op een huis van de grafisch kunstenaar M.C. Escher. Belastinggeld komt nogal eens terecht in‘niemandsland’, een gebied waar de inzet ervan niet of slecht kan worden gevolgd en beoordeeld.
Stuiveling bedoelde ermee dat wat ooit ordelijk was georganiseerd, langzamerhand een bedrieglijke verschijningsvorm had gekregen.
Visser: “Dan is het van belang om eigentijdse, transparante en begrijpelijke spelregels voor de boekhouding van de Staat op te stellen zodat je als belastingbetaler kunt zien of je ‘waar voor je geld’ krijgt.
Vele Europese landen en de private sector werken aan nieuwe spelregels, maar welke stappen zet de Nederlandse rijksoverheid? Wie denkt met boekhoudregels een saai of democratisch irrelevant terrein te betreden zal zich verbazen. Het is een misvatting te denken dat ze slechts voor een enkeling relevant zijn. Een betere boekhouding is een investering in transparantie en vertrouwen.
Het raakt de kern van de democratie en daarmee iedere burger. In de afgelopen tien jaar konden bijvoorbeeld tot tweemaal toe miljarden euro’s tekorten en vervolgens onderhoudsachterstanden ontstaan bij Rijkswaterstaat, zonder dat dit goed zichtbaar werd in de officiële cijfers. Intussen zorgde achterstallig onderhoud voor verergering van schade en voor verkeersmaatregelen met negatieve maatschappelijke effecten. Het gebrekkig boekhoudsysteem was hier mede debet aan”.
Burgers eisten inzicht in de manier waarop het geld was besteed
Visser schetst in zijn essay in het kort de geschiedenis van het boekhouden en de rol van Nederland vanaf de Gouden Eeuw. Nederland stond aan de basis van de ontwikkeling van het moderne boekhouden en het afleggen van financiële verantwoording. In de Republiek werd destijds niet alleen innovatie gestimuleerd, maar ook een directe relatie gelegd tussen de onderneming en investerende burgers. Dat leidde vanaf 1622 tot discussie over de aanwending van het geld. Een groep ontevreden deelnemers aan de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) – wereldwijd de eerste vennootschap met vrij verhandelbare aandelen – publiceerde het Nootwendich discours, waarin zij de Bewindhebbers opriepen om verantwoording af te leggen over de bedrijfsvoering van de 21 jaar daarvoor. Deze burgers eisten inzicht in de manier waarop het geld was besteed en de VOC was geleid.
Enkele Bewindhebbers vulden in die tijd eerst hun eigen zakken en keerden pas daarna geld uit aan de deelnemers. Het gebrek aan transparantie, in combinatie met aanwijzingen voor wanbestuur, leidde tot wantrouwen en burgerlijk verzet. Omstreeks diezelfde tijd werd het moderne boekhouden in Nederland geïntroduceerd.
Een andere boekhoudkundige innovatie – het systeem van de admiraliteiten – is volgens sommige historici een verklaring voor de prestaties van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Het maakte de republiek slagvaardiger dan grote landen als Engeland, Frankrijk en Spanje.
Een goede boekhouding versterkt zowel de besluitvorming als de verantwoording. De informatie die we uit een goed opgezette boekhouding halen helpt een organisatie te besturen. De keuze voor een betere boekhouding, aldus Visser, is dus geen technische keuze, maar een principiële keuze. Het gaat om transparantie en het leggen van de basis voor het optimaliseren van effectiviteit en efficiency in het openbaar bestuur. Het raakt de publieke sector in de kern van het bestaan.
De Nederlandse rijksboekhouding is ouderwets
Met de innovatie is het nu anders gesteld. Nederland blijkt achter te lopen en is afwezig in de internationale discussie. Volgens deskundigen is de Nederlandse rijksboekhouding, anders dan in de Gouden Eeuw, ouderwets. Ze maakt namelijk niet alle relevante financiële informatie zichtbaar voor het parlement.
Visser gaat in op de oorzaak van de huidige, beperkte manier van boekhouden in Nederland die geen volledig zicht geeft op de werkelijke kosten, noch op de financiële positie van de ministeries. Er is daardoor in de boekhouding geen compleet beeld van een besluit en de daaruit voortkomende financiële gevolgen – naast de ontvangsten en uitgaven ook de baten en lasten. De boekhouding maakt ook niet zichtbaar wat de waarde van het bezit van de ministeries en van de Staat als geheel is.
Baten-lastenboekhouding
Visser maakt zich sterk voor de invoering van een baten-lastenboekhouding, volgens hem de basis voor een hernieuwd vertrouwen van burgers in de democratie: “Zo’n eigentijdse boekhouding brengt meer relevante informatie bijeen, maakt het mogelijk geld inzichtelijk te koppelen aan prestaties en maakt burgers en volksvertegenwoordigers beter wegwijs in de staatsuitgaven – vooraf bij de parlementaire besluitvorming en achteraf bij de verantwoording. Wanneer die stap wordt genomen, heeft dat nog een bijkomend voordeel: minder niemandsland, want de belastingeuro is beter te volgen. Naar scholen, en naar zorgaanbieders. Naar gemeenten, provincies en waterschappen”.
Als de baten-lastenboekhouding er komt, wordt de relatie tussen de overheden, hun financiële en bestuurlijke verhoudingen overzichtelijk en krijgen we inzicht in de werkelijke staat.
Voor downloaden van Betere boekhouding, betere democratie, door Arno Visser, 3 januari 2018, ga naar Algemene Rekenkamer: www.rekenkamer.nl
Klik hier voor de Atriumlezing VNG, door Arno Visser, gehouden op 5 oktober 2017, waarin Visser uitlegt hoe de wereld achter de rijksrekening een doolhof is geworden waarin kiezer, volksvertegenwoordiger en bestuurder verdwalen:www.rekenkamer.nl/publicaties/toespraken