Alex Benninkmeijer: Mensen met moed en een onafhankelijke houding kunnen het verschil maken
Hans Goslinga van dagblad Trouw schrijft in zijn column van 15 december 2013 over het vertrek van de Nationale Ombudsman: “Alex Brenninkmeijer nam deze week na acht jaar in stijl afscheid van zijn functie als Nationale Ombudsman, met krachtige kritiek op de politiek. In een vraaggesprek met het liberale avondblad noemde hij niet man en paard, maar sprak hij over ‘de politiek’, die te veel een wij-beslissen-houding aanneemt en zichzelf daarmee overwaardeert.
Brenninkmeijer komt de verdienste toe dat hij, veel meer dan zijn voorgangers, het instituut van de Nationale Ombudsman een gezicht heeft gegeven. In de dominante beeldcultuur is het van belang om naast het opbouwen van inhoudelijk gezag herkenbaar te zijn voor het publiek. Dat geldt zeker voor een instituut dat tot taak heeft burgers te helpen die klachten hebben over de overheid. Maar ook om te laten zien dat hindermacht in een democratische rechtsstaat noodzakelijk en nuttig is. De gaande ombudsman, die op 1 januari begint bij de Europese Rekenkamer in Luxemburg, heeft dat goed aangevoeld, net als eerder Pieter van Vollenhoven met zijn Onderzoeksraad voor veiligheid.
‘Kil en ruw’
Dikwijls bewoog Brenninkmeijer zich op en over de grenzen van zijn functie met harde, soms ook politiek geladen kritiek. Hij liet aldus zien niet bang te zijn, nodig om door de politieke bevangenheid van ministeries en coalities heen te breken. Zo waarschuwde hij in 2008 voor de populaire retoriek van politieke daadkracht en bestuurlijke overmoed. Sterk leiderschap propageren, zei hij, staat gelijk aan het propageren van die ene leider en dat is niet verstandig. Een wijs leider weet de burger juist tot actieve participatie te bewegen. Het was daarom kwalijk dat de overheid hem ‘kil, onverschillig en ruw’ bejegende. Dat was tegen het zere been van toenmalig premier Balkenende, die er een jij-bak van maakte: de overheid doet het vaak goed, veel burgers misdragen zich.
De vertrekkende ombudsman trok zijn kritiek deze week door: de politiek zou een bescheidener, meer bemiddelende rol moeten spelen. ‘Geen regeerprogramma’s meer, geen kleine elite die bepaalt. De vraag is ook of het concept politieke partij nog wel werkt. De democratische basis van de partijen is momenteel buitengewoon mager’. Fundamentele kritiek, die nu meer nog dan in de periode-Balkenende haaks staat op de tendens in politiek Den Haag om hindermacht zoveel mogelijk terzijde te schuiven of verdacht te maken.
Platte centenkwestie
Het meest recente voorbeeld is de onwelwillende reactie van staatssecretaris van justitie Teeven op de rechterlijke uitspraak Volkert van der G., de moordenaar van Pim Fortuyn, tot aan zijn vrijlating in mei 2014 maandelijks op proefverlof te sturen. Weliswaar verklaarde hij de uitspraak te respecteren, maar bijna in één adem voegde hij eraan toe dat vanwege de veiligheidsmaatregelen de belastingbetaler op kosten wordt gejaagd. Het moet tot diep nadenken stemmen dat een bewindsman die geacht wordt hoeder van de rechtsstaat te zijn, het recht terugbrengt tot een platte centenkwestie.
Ander recent voorbeeld van de tendens naar een ongetemperde democratie waarin de wil van de meerderheid tot maat der dingen wordt: het initiatiefvoorstel van het VVD-Kamerlid Taverne om een eind te maken aan de rechterlijke toetsing van wetten aan mensenrechtenverdragen, voorop het Europees verdrag voor de rechten van de mens. Volgens Taverne is dat een taak voor de democratisch gekozen Tweede Kamer, niet voor rechters, die zijn benoemd en dus deze legitimatie missen.
Rechtsbescherming
Het voorstel is een frontale en brutale aanval op het principe van de scheiding der machten, de basis van de democratische rechtsstaat. Oud-minister van justitie Hirsch Ballin wees er vorige maand in de Rechtsstaatlezing op dat dit beginsel niet alleen spreiding van macht beoogt, maar ook rechtsbescherming van ieders persoonlijke vrijheid tegenover de meerderheid. Hij voegde daar aan toe: ‘Zelfs als die meerderheid alle reden heeft boos en verontwaardigd te zijn’.
Het is een stuk gemakkelijker mee te buigen met sentimenten dan ferm te staan voor de rechtsbeginselen. Een reden temeer voor tegenmachten als de Nationale Ombudsman om de overheid hinderlijk te blijven volgen. Het aardige is dat Van Vollenhoven en Brenninkmeijer hebben laten zien dat mensen met moed en een onafhankelijke houding het verschil kunnen maken. De Tweede Kamer kan er als controleur van de regering een voorbeeld aan nemen.”
Brenninkmeijer op BNR Radio: “Ga nou eens echt diep de samenleving in”
Op 9 december 2013 sprak Brenninkmeijer op BNR Nieuwsradio, o.a. over de marktwerking in de zorg. Tegen Paul van Liempt zei hij: “De marktwerking in de zorg is een ramp, door de onduidelijke financiële prikkels in het systeem. Den Haag heeft geen oog voor wat zich allemaal afspeelt. Binnen twee à drie jaar dreigt de ramp zich alleen maar te verhevigen. De politiek luistert selectief, maar moet eigenlijk diep de samenleving in. De financiële prikkels in het systeem zijn zo ingewikkeld dat de doorsnee directie van een ziekenhuis zijn eigen begroting niet begrijpt en de toezichthouders, de patiënten en de verzorgden snappen ook helemaal niet wat er in hun financiën omgaat.”
Wat ‘marktwerking’ wordt genoemd is volgens Brenninkmeijer in feite niet meer of minder dan een planeconomie. “Ga nou eens echt diep de samenleving in en stel je heel onbevangen op. Begin nou gewoon bij de mensen die het aangaat en kijk primair naar wat zorg nou betekent. Je kunt heel veel nadruk leggen op het begrip kwaliteit in de zorg, maar uiteindelijk bepaalt de patiënt wat dat is, en dat ziet er heel anders uit dan wat techneuten bedenken. De patiënt wil zekerheid en zorg, dat zijn de kernwoorden.
Doordat de arts in een raar, ingewikkeld afrekensysteem verstrikt is geraakt, zijn we de kern van de zaak – het goede gesprek met de arts – kwijtgeraakt, meent Brenninkmeijer. “Hij moet gaan zitten vinken en computerprogramma’s gehoorzamen en uiteindelijk rolt daar een of andere factuur uit. Het systeem is veel te ingewikkeld en we hebben geen zicht op wat zorg betekent voor mensen.”
N.B. Alex Brenninkmeijer wordt per 1 januari 2014 collegelid van de Europese Rekenkamer voor een termijn van zes jaar. Hij is de opvolger van drs. G.M. (Gijs) de Vries.
Haagse macht vraagt herkenbare tegenmacht, door Hans Goslinga, Trouw, 15 december 2013: www.trouw.nl
Alex Brenninkmeijer: Marktwerking in de zorg is een ramp, door Thijs Baas, 9 december 2013, website BNR Radio: www.bnr.nl