Skip to main content

Twee Kamerbrieven over lerarentekort aan vooravond staking en manifestatie primair onderwijs op dinsdag 27 juni

Op 26 juni 2017 hebben de minister en staatssecretaris van Onderwijs een brief gestuurd aan de voorzitter van de Tweede Kamer over het lerarentekort in het primair onderwijs. Twee dagen daarvoor op 24 juni verstuurden zij een brief over het plan van aanpak van het lerarentekort. De bewindslieden schrijven dat ze begrip hebben voor de moeilijke positie waarin schoolbesturen zich kunnen bevinden: “Er is helaas geen eenvoudige oplossing voorhanden. De aanpak van het lerarentekort vergt een combinatie van landelijk beleid en regionale maatregelen. In samenwerking met alle betrokken partijen (PO-Raad, werknemersorganisaties, lerarenopleidingen, gemeenten en schoolbesturen) kan het lerarentekort worden aangepakt. Vanuit deze gedachte hebben wij het Plan van aanpak lerarentekort opgesteld dat we in het voorjaar aan de Eerste en Tweede Kamer hebben gestuurd”. In dat plan van aanpak staan vijf hoofdlijnen geschetst. Aan het slot van de Kamerbrief wordt een overzicht gegeven van de acties die reeds zijn uitgevoerd en van aanvullende maatregelen om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt dichter bij elkaar te brengen. In het najaar komt er een uitgebreider rapport met ook aandacht voor de situatie in het voortgezet onderwijs (vo) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo).
Er is momenteel een tekort van 900 leraren in het basisonderwijs. De verwachting is dat als er niets gebeurt het tekort in 2025 oploopt tot zo’n 10.000 leraren.

Actiedag van het primair onderwijs op dinsdag 27 juni 2017

De brieven aan de Tweede Kamer zijn verstuurd aan de vooravond van de een-uur-staking van basisschoolleraren. Op dinsdagochtend 27 juni doen basisscholen een uur later hun deur open. Op het Malieveld in Den Haag vindt dinsdagmiddag een manifestatie plaats. Namens iedere school reizen een ouder en een leraar af naar Den Haag om de politieke leiders persoonlijk op te roepen werk te maken van investeringen in het primair onderwijs: kwalitatief hoogwaardig onderwijs, meer geld voor het verlagen van de werkdruk en voor een eerlijk salaris. Aan demissionair minister-president Rutte wordt tevens een petitite aangeboden met ruim 280.00 handtekeningen (gemeten op vrijdag 23 juni) van ouders, onderwijspersoneel en sympathisanten. Het precieze aantal handtekeningen wordt bekend gemaakt op de manifestatie in Den Haag.

De actie voor minder werkdruk, kleinere klassen en een eerlijk salaris begon met de protestbeweging PO in actie op Facebook op 28 feruari 2017. Op 18 april werd door het PO-front een manifest overhandigd aan de Tweede Kamer. Het PO-front is een uniek samenwerkingsverband van de actiegroep PO in actie met onderwijsbonden, schoolleiders en schoolbesturen waaronder de PO-Raad, Algemene Vereniging van Schoolleiders (AVS), de onderwijsbonden AOb, CNV en LIA en vakorganisatie FvOv.

Waarom kiest men niet voor het lerarenberoep?

In de Kamerbrief van 26 juni staat dat uitkomsten van vragenlijsten aan studiekiezers laten zien dat het gebrek aan carrièremogelijkheden en de mogelijkheden voor professionele ontwikkeling redenen zijn om af te zien van het beroep van leraar. Andere redenen die worden genoemd zijn gebrek aan uitdaging, financiële beloning en een professionele werkomgeving. De belangrijkste redenen om wel te kiezen voor het beroep van leraar zijn baanzekerheid en de mogelijkheid die je als leraar hebt om iets te kunnen betekenen voor andere mensen. De baanzekerheid wordt door de scholieren en mbo-4 studenten veelal lager ingeschat dan voor hun geprefereerde beroep. Tot een paar jaar geleden was de baanzekerheid ook minder goed dan dat dat nu het geval is.

Scholieren en studenten is ook gevraagd hoe het imago van leraren verbeterd kan worden. Havisten en mbo-4 studenten vinden het vooral belangrijk dat er kleinere klassen komen. Vwo-ers hechten meer waarde aan meer carrièreperspectief en meer intellectuele uitdaging. Een derde van de respondenten geeft aan dat het startsalaris omhoog zou moeten en dat er meer doorgroeimogelijkheden zouden moeten zijn in het salaris. Hierbij is het interessant om te vermelden dat de meeste scholieren en mbo-4 studenten het salaris (startsalaris en maximum salaris) van een leraar onderschatten.

Het onderzoeksbureau Motivaction voert momenteel voor het Platform Bèta Techniek (PBT) een onderzoek uit naar drijfveren onder de beroepsbevolking om voor het lerarenberoep te kiezen. Naar verwachting zal dit onderzoek in het najaar gereed zijn. De voorlopige uitkomsten laten zien dat 40 procent van de werkenden (met opleidingsniveau mbo-4 en hoger) die op dit moment geen leraar of leraar in opleiding zijn, interesse toont om les te geven in het po, vo of mbo. Dit indiceert een aanzienlijk potentieel onder de huidige beroepsbevolking. Het is van belang om te kijken welke belemmeringen zij zien om les te gaan geven. De minister en staatssecretaris hopen dat het definitieve onderzoeksrapport daar mogelijk handvatten voor geeft.

De bewindslieden benadrukken aan het slot van de Kamerbrief van 26 juni dat er “niet één eenvoudige oplossing is voor het lerarentekort: En ook per regio is de arbeidsmarktsituatie anders. Daarom kiezen we voor een regionale aanpak waarbij we samen met sociale partners, schoolbesturen, lerarenopleidingen en gemeenten aan tafel zitten om tot regionale maatwerkoplossingen te komen. Tegelijkertijd gaan we door met uitvoering van het landelijke beleid uit de Lerarenagenda en het Plan van aanpak lerarentekort. In het najaar rapporteren we uw Kamer over de voortgang”.

Kamerbrief over het lerarentekort in het primair onderwijs, Ministerie van OCW, 26 juni 2017: https://beroepseer.nl

Kamerbrief met plan van aanpak lerarentekort, Ministerie van OCW, 24 juni 2017: https://beroepseer.nl

PO in actie: www.poinactie.nl (website is opgeheven)
Prikactie PO in actie: www.poinactie.nl/prikactie-pofront-27-juni (niet meer beschikbaar)
Samen voor het PO: https://samenvoorhetpo.nl (Website is opgeheven)

Zie: https://www.lerareninactie.nl/PO_in_actie